mianserine

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Tolvon (hydrochloride) Organon Pharma BV

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
30 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

mianserine vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

De initiële behandeling van depressieve klachten bestaat uit voorlichting. Bij een depressie ook uit dagstructurering, activiteitenplanning en een kortdurende psychologische behandeling. Start in de eerstelijnszorg alleen een antidepressivum bij onvoldoende effect van niet-medicamenteus beleid bij een depressie zonder ernstig sociaal disfunctioneren, grote lijdensdruk of ernstige psychische comorbiditeit én als er een voorkeur voor antidepressiva boven psychotherapie bestaat. Bij (jong)volwassenen zijn de serotonineheropnameremmers (SSRI’s) citalopram, escitalopram, fluoxetine en sertraline voorkeursmiddelen; bij ouderen zijn dit citalopram of sertraline. Switch bij onvoldoende of geen respons naar een andere SSRI van voorkeur. Bij goede respons de behandeling ten minste 6 maanden (ten minste 1 jaar bij recidief depressie) voortzetten na bereiken van remissie. Bouw daarna het antidepressivum af.

Start in de tweedelijnszorg (basis gegeneraliseerde GGZ of gespecialiseerde GGZ) eventueel met een tricyclisch antidepressivum (TCA), een SSRI, een niet-selectieve serotonineheropnameremmer (SNRI), bupropion, mirtazapine of vortioxetine. Bij klinisch opgenomen patiënten heeft een TCA de voorkeur.

Mianserine is een sedatief antidepressivum. De toepassing is beperkt door de potentieel gevaarlijke bijwerking agranulocytose en de beschikbaarheid van veiliger alternatieven.

De plaats van een antidepressivum bij de behandeling van een depressieve episode van een bipolaire stoornis is in algemene zin controversieel vanwege het beperkte bewijs voor effectiviteit. Als een antidepressivum wordt toegevoegd, hebben SSRI’s (uitgezonderd paroxetine) en bupropion de voorkeur. Het toevoegen van een serotonine-noradrenaline-heropnameremmer (SNRI) of een tricyclisch antidepressivum (TCA) (uitgezonderd imipramine) pas overwegen als andere antidepressiva niet effectief zijn gebleken. Antidepressiva kunnen een manie uitlokken. Voor de standaardbehandeling van een bipolaire stoornis, zie Bipolaire stoornis.

Indicaties

  • Depressie, vooral die met vitale kenmerken.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Depressie

Volwassenen

Begindosering 30–40 mg per dag, zo nodig verhogen;

gebruikelijke onderhoudsdosering 30–90 mg; meestal is 60 mg per dag voldoende. De dagdosis kan over de dag verdeeld worden gegeven of als éénmalige dosis (max. 60 mg) voor het slapen gaan (vanwege het sederende effect).

De respons zal bij een adequate dosering in 1–3 weken optreden. Bij onvoldoende respons kan de maximale dosering gegeven worden; als binnen nog eens 1–3 weken geen respons optreedt, de behandeling staken. Bij voldoende effect de behandeling ten minste 4 weken handhaven, daarna afbouwen tot bijvoorbeeld de helft van de dosering, tenzij de symptomen terugkeren. De behandeling bij voorkeur voortzetten tot de patiënt 4–6 maanden volledig symptoomvrij is, daarna afbouwen.

Ouderen

begindosering max. 30 mg per dag en geleidelijk onder nauwkeurige controle verhogen;

de onderhoudsdosering kan lager zijn dan die gebruikelijk is voor volwassenen.

Bij verminderde nier- en leverfunctie: voorzichtig doseren.

Zie voor informatie over overschakelen van en naar andere antidepressiva de switchtabel van psychiatrienet.nl.

Afbouwen: Zie voor informatie over geleidelijk afbouwen het multidisciplinaire document Afbouwen Overige Antidepressiva (2023) van het NHG.

Toediening: De tabletten heel (zonder kauwen), eventueel met wat vloeistof, innemen.

Bijwerkingen

Vaak (> 1%): sedatie als sufheid en slaperigheid, vooral in het begin, gewichtstoename, stijging van leverenzymwaarden, oedeem.

Soms (0,1-1%): (orthostatische) hypotensie, intrahepatische cholestase, exantheem, artralgie/artritis.

Zelden (< 0,1%): SIADH, manie, agressiviteit, verergering van wanen, convulsies, tremor, myoclonus, rustelozebenen-syndroom, neuroleptisch maligne syndroom (voorheen neurolepticasyndroom), expressieve afasie, bradycardie na eerste dosering, transpiratie, gynaecomastie. Een potentieel gevaarlijke bijwerking is beenmergdepressie (waargenomen bij 1 op 10.000–100.000 patiënten), die meestal reversibel is en waarvan de verschijnselen doorgaans 4–6 weken na begin van de behandeling en vooral bij ouderen optreden (fataal verloop door agranulocytose en aplastische anemie is gemeld).

Verder zijn gemeld: suïcidale gedachten en suïcidaal gedrag, QT-verlenging, 'torsade de pointes', geelzucht, hepatitis, abnormale leverfunctie.

Interacties

Gelijktijdig gebruik met MAO-remmers is gecontra–indiceerd; niet gebruiken tijdens of binnen twee weken na behandeling met deze stoffen. Ook het gebruik van een MAO-remmer binnen 2 weken na behandeling met mianserine wordt ontraden.

De werking van alcohol en andere centraal dempende stoffen kan worden versterkt.

Wees voorzichtig bij combinatie met andere middelen die QT-verlenging kunnen geven.

Enzyminducerende stoffen als fenytoïne, carbamazepine, orale anticonceptiva en barbituraten versnellen het metabolisme van mianserine; cimetidine remt dit.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Bij chronisch gebruik en na toediening in de laatste weken kunnen neonatale onthoudingsverschijnselen optreden (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen) en soms anticholinerge verschijnselen (urineretentie, obstipatie).

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Het abrupt staken of switchen van een antidepressivum tijdens de zwangerschap wordt afgeraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: In geringe mate.

Farmacologisch effect: Van mianserine zijn te weinig gegevens bekend om te kunnen zeggen of het veilig gebruikt kan worden.

Advies: Weeg het gebruik van dit middel in combinatie met het geven van borstvoeding af. Controleer bij gelijktijdig gebruik met de borstvoeding voor de zekerheid de zuigeling de eerste weken op slecht slapen, sufheid, geïrriteerdheid, veel huilen, koliek, slecht drinken en slecht groeien.

Contra-indicaties

Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Staak de behandeling: als geelzucht of convulsies optreden.

Controles: Infectieverschijnselen (koorts, keelpijn of stomatitis) geven aanleiding het bloedbeeld te controleren in verband met mogelijke beenmergdepressie. Bij lever-, nier- of hartafwijkingen is zorgvuldige controle nodig.

Suïciderisico: Bij suïcidaal gedrag in de voorgeschiedenis, evenals bij patiënten jonger dan 25 jaar is extra controle aangewezen, met name in de eerste weken van de therapie (als het middel nog onvoldoende effectief is) en na dosisaanpassingen. Er is een groter suïciderisico in het vroege stadium van herstel. De patiënt dient daarnaast niet over grote hoeveelheden antidepressiva te kunnen beschikken. Bij verergering van de aandoening, bij suïcidale neigingen of andere psychiatrische symptomen overwegen om de therapie te wijzigen. Patiënten (en zorgverleners van patiënten) moeten op de hoogte worden gebracht om onmiddellijk medisch advies in te winnen als dergelijke symptomen zich voordoen. TCA's niet gebruiken voor depressie bij personen < 18 jaar; studies hebben geen gunstig effect van TCA's laten zien in deze leeftijdsgroep, en suïcidaliteit en vijandig gedrag kwamen vaker voor.

Verlengde QT-tijd: QT-verlenging is gemeld, met name bij hoge dosering of overdosering of bij bestaande risicofactoren; voorzichtig zijn bij bekende cardiovasculaire ziekte of QT-verlenging in de familie.

Metabole effecten: Bij diabetes mellitus kan een lichte verstoring van de glucosetolerantie optreden.

Comorbiditeit: Wees terughoudend bij epilepsie, psychotische ziektebeelden, hartaandoeningen en bij lage bloeddruk.

Onderzoeksgegevens: Niet gebruiken bij kinderen < 18 jaar, vanwege een toegenomen risico van suïcidaal gedrag en vijandigheid, terwijl de werkzaamheid niet voldoende is vastgesteld en er onvoldoende gegevens zijn over het effect op groei en op de seksuele, cognitieve en emotionele ontwikkeling.

Rijvaardigheid: Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

Overdosering

Symptomen

slaperigheid, hypotensie, hypertensie, sinustachycardie, bradycardie, braken, duizeligheid en ataxie. Pupilvernauwing of -verwijding en coma worden zelden gezien. QT-verlenging en torsade de pointes zijn gemeld.

Voor meer informatie over symptomen en over behandeling zie vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Niet-tricyclisch antidepressivum met sterk antihistaminerge (H1) en hypnosedatieve, maar nagenoeg geen anticholinerge werking. Mianserine remt de heropname van noradrenaline zwak en stimuleert door blokkade van presynaptische α2-adrenerge receptoren sterk de afgifte van noradrenaline. Ook zijn in het centrale zenuwstelsel interacties met serotoninereceptoren gevonden. Werking: na 1–3 weken merkbaar.

Kinetische gegevens

Resorptie goed.
F 20% door 'first pass'-effect.
T max 1–3 uur.
Eiwitbinding 96%.
Metabolisering in de lever tot o.a. 2 actieve metabolieten, deels via CYP2D6.
Eliminatie met de urine als metabolieten.
T 1/2el 21–61 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

mianserine hoort bij de groep tetracyclische antidepressiva.

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

Indicaties

Externe links