telbivudine

Samenstelling

Raadpleeg voor hulpstoffen een apotheker.

Sebivo Novartis Europharm ltd.

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
600 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

telbivudine vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Telbivudine wordt afgeraden als behandeling van chronische hepatitis B, vanwege het grote risico op antivirale resistentie. Overweeg switchen naar entecavir, tenofovirdisoproxil of tenofoviralafenamide bij patiënten die reeds met telbivudine worden behandeld.

Indicaties

  • Behandeling van chronische hepatitis B bij volwassenen met gecompenseerde leverziekte en bewijs van virale replicatie, aanhoudend verhoogde alanineaminotransferase (ALAT)-spiegels en histologisch bewijs van actieve ontsteking en/of fibrose.

Alléén gebruiken wanneer het toedienen van een ander antiviraal middel met een hogere genetische barrière tegen resistentie niet mogelijk is.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Chronische hepatitis B

Volwassenen

Eénmaal per dag 600 mg.

Richtlijn bij verminderde nierfunctie: creatinineklaring 30–49 ml/min: 600 mg éénmaal per 48 uur; < 30 ml/min zonder dialyse: 600 mg éénmaal per 72 uur; eindstadium nierfalen: 600 mg éénmaal per 96 uur. Bij eindstadium nierfalen telbivudine toedienen na de hemodialyse. De richtlijn voor doseren bij nierinsufficiëntie is nog niet klinisch beoordeeld; controleer op het optreden van bijwerkingen en volg de virologische respons zorgvuldig.

Behandelduur: Bij HBeAg-positieve patiënten zonder cirrose de behandeling ten minste gedurende 6–12 maanden voortzetten nadat HBe-seroconversie is bevestigd of tot HBsAg-seroconversie optreedt of er bewijs van verminderde werkzaamheid is. Bij HBeAg-negatieve patiënten zonder cirrose de behandeling voortzetten totdat HBsAg-seroconversie optreedt of verminderde werkzaamheid wordt geconstateerd.

Na staken van de therapie serum ALAT en HBV–DNA–spiegels regelmatig controleren om een late virologische terugval op te sporen.

Toediening: de tablet heel innemen, met of zonder voedsel. Een vergeten dosis mag tot 4 uur voor de volgende geplande dosis worden ingenomen; de volgende dosis op het normale tijdstip innemen.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): duizeligheid, hoofdpijn, vermoeidheid. Misselijkheid, diarree, buikpijn. Hoesten. Huiduitslag. Verhoogd amylase, lipase en ALAT. Verhoogd creatinekinase (tot graad 3 of 4 (> 7x ULN), meestal asymptomatisch en gedaald bij een volgend bezoek bij een voortgezette behandeling). Exacerbaties van hepatitis tijdens de behandeling zijn waargenomen met een verhoging van de ALAT-waarde terwijl de virale belasting daalde.

Soms (0,1-1%): spierpijn, gewrichtspijn, myopathie of myositis, spierspasme, pijn in de ledematen, rugpijn, nekpijn, flankpijn, ischias-achtige symptomen. Perifere neuropathie, hypo-esthesie, paresthesie, dysgeusie. Malaise. Verhoogde waarden ASAT.

Zelden (0,01-0,1%): rabdomyolyse, lactaatacidose.

Interacties

Combinatie met gepegyleerd of standaard interferon α is vanwege mogelijk meer kans op perifere neuropathie gecontra-indiceerd.

Combinatie met lamivudine wordt niet aanbevolen vanwege een in fase II onderzoek waargenomen verminderde respons ten opzichte van telbivudine monotherapie. Wees voorzichtig bij combinatie met geneesmiddelen die de nierfunctie beïnvloeden zoals lisdiuretica, aminoglycosiden, vancomycine, amfotericine B en platinaverbindingen.

Mogelijk is er meer kans op myopathie bij combinatie met geneesmiddelen die geassocieerd zijn met myopathie zoals statinen, fibraten en ciclosporine.

Zwangerschap

Telbivudine passeert de placenta (bij dieren).

Teratogenese: Beperkte gegevens (< 300 zwangerschapsuitkomsten) bij de mens wijzen niet op een nadelig effect bij blootstelling in het eerste trimester en (> 1000 zwangerschapsuitkomsten) bij blootstelling in de 2e en 3e trimesters. Bij dieren alleen schadelijk (vroeggeboorte, abortus) bij doseringen toxisch voor het moederdier.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Overig: Bij blootstelling in het 2e en/of 3e trimester is het risico op overdracht van HBV van moeder op kind verlaagd, wanneer tevens hepatis B-immunoglobuline en hepatitis B-vaccin worden gegeven.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Waarschuwingen en voorzorgen

Er zijn geen aanwijzingen dat telbivudine werkzaam is bij vastgestelde lamivudine-resistente hepatitis B-virusinfectie, ook patiënten die geen virologische respons hebben laten zien na > 24 weken behandeling met lamivudine hebben waarschijnlijk geen baat bij monotherapie met telbivudine.

HBV–DNA–spiegels controleren na 24 weken om zeker te zijn van een volledige virale suppressie (< 300 kopieën/ml). Bij aantoonbaar HBV-DNA een aanpassing van de behandeling overwegen; de respons tijdens de behandeling in week 24 is namelijk voorspellend voor de respons op lange termijn. Om zeker te zijn van een aanhoudende respons het HBV-DNA elke 6 maanden controleren en bij een aantoonbaar HBV-DNA na initiële respons de behandeling heroverwegen.

Tijdens behandeling kunnen (na ca. 4–5 weken) spontane exacerbaties optreden (m.n. bij HBeAg-positieve patiënten), over het algemeen niet gepaard gaande met een verhoogde serumbilirubine spiegel bij patiënten met gecompenseerde leverziekte. Bij cirrose is de kans op leverdecompensatie groter en is nauwlettende controle tijdens de behandeling aangewezen. Omdat ook na staken van de behandeling exacerbaties met soms fatale afloop kunnen optreden, de leverfunctie tot ten minste zes maanden na behandeling regelmatig controleren.

Het gebruik van nucleoside-analoga is in verband gebracht met het ontstaan van lactaatacidose in afwezigheid van hypoxemie. Deze lactaatacidose trad vaak op secundair aan rabdomyolyse en/of myopathie en myositis en kan gepaard gaan met, in ernstige gevallen, hepatomegalie, leversteatose/-falen, pancreatitis, nierfalen en hogere serum lactaatspiegels en kan fataal verlopen. Staak de behandeling bij snel stijgende aminotransferasespiegels, progressieve hepatomegalie of metabole- of lactaatacidose met onbekende oorzaak. Maag-darm-symptomen als misselijkheid, braken en buikpijn kunnen wijzen op het ontwikkelen van lactaatacidose. Wees voorzichtig bij patiënten (in het bijzonder vrouwen met obesitas) met hepatomegalie, hepatitis of andere bekende risicofactoren (zoals het gebruik van bepaalde geneesmiddelen en alcohol) voor leverziekte; deze patiënten nauwkeurig volgen.

Spierpijn en myopathie kunnen weken tot maanden na starten van de behandeling optreden. Bij optreden van één van de symptomen; onverklaarbare diffuse spierpijn, gevoelige spieren of spierzwakte, een gedetailleerd spieronderzoek uitvoeren om de spierfunctie te evalueren. Er is hierbij geen uniform patroon met betrekking tot de mate of timing van stijgingen van de creatinekinasespiegel. De behandeling staken als myopathie wordt gediagnosticeerd. Bij optreden van perifere neuropathie voortzetting van de behandeling afwegen.

Na staken van de therapie, serum ALAT en HBV–DNA–spiegels regelmatig controleren om een late virologische terugval op te sporen.

De werkzaamheid en veiligheid van telbivudine zijn niet vastgesteld bij:

  • volwassenen boven de 65 jaar;
  • kinderen;
  • gedecompenseerde levercirrose;
  • co-infectie met HIV, HCV of HDV;
  • levertransplantatiepatiënten.

Eigenschappen

Synthetisch thymidine nucleoside-analogon. Telbivudine wordt door cellulaire kinasen omgezet tot de actieve trifosfaatvorm. Het remt het hepatitis B-virus (HBV) DNA-polymerase door te concurreren met het natuurlijke substraat, thymidine 5'–trifosfaat. Door incorporatie van telbivudine 5'-trifosfaat in plaats van thymidine 5'-trifosfaat, wordt de opbouw van de virale DNA-keten gestopt, wat leidt tot remming van de HBV-replicatie.

Kinetische gegevens

T max ca. 3 uur.
Eliminatie hoofdzakelijk met de urine als onveranderde stof via glomerulaire filtratie. Hemodialyse (tot 4 uur) vermindert de systemische telbivudineblootstelling met ongeveer 23%.
T 1/2el intracellulair; 14 uur.
T 1/2el ca. 42 uur, bij matige en ernstige nierinsufficiëntie langer.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Externe links