Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

acebutolol

bètablokkers, systemisch C07AB04

Sluiten

pindolol

bètablokkers, systemisch C07AA03

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Acebutolol (als hydrochloride) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
200 mg, 400 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd.

Pindolol Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
5 mg, 10 mg, 15 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij > 2 aanvallen van stabiele angina pectoris (AP) per week is een onderhoudsbehandeling met een selectieve, lipofiele β-blokker of dihydropyridine-calciumantagonist aangewezen. Kies afhankelijk van patiëntkenmerken en -voorkeur. Stap bij bijwerkingen of contra-indicaties over op het andere middel of geef een langwerkend nitraat. Hoog bij onvoldoende effect de dosering op of voeg het alternatief toe. Overweeg onder voorwaarden een derde middel (β-blokker, dihydropyridine of langwerkend nitraat) toe te voegen.

Hypertensie: Diuretica, β-blokkers, calciumantagonisten (dihydropyridinen), ‘angiotensine converting enzyme’(ACE)-remmers en angiotensine receptor-blokkers (ARB’s) verlagen de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. De voorkeur gaat uit naar middelen met een 24-uurs werkzaamheid. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; tevens beperkt dit de dosisafhankelijke bijwerkingen. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.

Bij een indicatie voor verlaging van de ventrikelfrequentie bij atriumfibrilleren vormt metoprolol met vertraagde afgifte de eerste keus, tenzij sprake is van niet-gecorrigeerde overvulling, al dan niet gepaard gaande met hartfalen. Bij een contra-indicatie voor een β-blokker is diltiazem geïndiceerd, tenzij er sprake is van hartfalen. Bij (vermoeden van) hartfalen is digoxine geïndiceerd. Indien met een β-blokker of diltiazem in maximale dosering onvoldoende verlaging van de ventrikelfrequentie optreedt, is toevoeging van digoxine aangewezen.

Binnen de groep van de β-blokkers bestaan grote prijsverschillen.

Advies

Bij > 2 aanvallen van stabiele angina pectoris (AP) per week is een onderhoudsbehandeling met een selectieve, lipofiele β-blokker of dihydropyridine-calciumantagonist aangewezen. Kies afhankelijk van patiëntkenmerken en -voorkeur. Stap bij bijwerkingen of contra-indicaties over op het andere middel of geef een langwerkend nitraat. Hoog bij onvoldoende effect de dosering op of voeg het alternatief toe. Overweeg onder voorwaarden een derde middel (β-blokker, dihydropyridine of langwerkend nitraat) toe te voegen.

Hypertensie: Diuretica, β-blokkers, calciumantagonisten (dihydropyridinen), ‘angiotensine converting enzyme’(ACE)-remmers en angiotensine receptor-blokkers (ARB’s) verlagen de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. De voorkeur gaat uit naar middelen met een 24-uurs werkzaamheid. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; tevens beperkt dit de dosisafhankelijke bijwerkingen. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.

Bij een indicatie voor verlaging van de ventrikelfrequentie bij atriumfibrilleren vormt metoprolol met vertraagde afgifte de eerste keus, tenzij sprake is van niet-gecorrigeerde overvulling, al dan niet gepaard gaande met hartfalen. Bij een contra-indicatie voor een β-blokker is diltiazem geïndiceerd, tenzij er sprake is van hartfalen. Bij (vermoeden van) hartfalen is digoxine geïndiceerd. Indien met een β-blokker of diltiazem in maximale dosering geen voldoende verlaging van de ventrikelfrequentie optreedt, is toevoeging van digoxine aangewezen.

Binnen de groep van de β-blokkers bestaan grote prijsverschillen.

Indicaties

  • Angina pectoris;
  • Hypertensie;
  • Supraventriculaire tachycardieën:
    • bij paroxismale supraventriculaire tachycardie (therapeutisch en profylactisch);
    • bij sinustachycardie bij hyperthyroïdie in afwachting van het effect van thyrostatische therapie;
    • atriumfibrilleren en -flutteren door hyperthyroïdie bij onvoldoende effect van of een contra–indicatie voor digoxine (zoals bij hypertrofische obstructieve cardiomyopathie).
  • Ventriculaire tachycardieën:
    • bij ventriculaire extrasystolen;
    • bij ventriculaire extrasystolie door verhoogde sympathicusactiviteit (therapeutisch en profylactisch);
    • bij ventrikeltachycardie of ventrikelfibrilleren vooral indien veroorzaakt door verhoogde sympathicusactiviteit (profylactisch).
  • Ritmestoornissen ten gevolge van digoxine–intoxicatie indien fenytoïne niet kan worden gebruikt.

Gerelateerde informatie

  • Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris
  • atriumfibrilleren, frequentiecontrole
  • hypertensie, essentiële of primaire

Indicaties

  • Angina pectoris;
  • Hypertensie;
  • Hartritmestoornissen;
  • Functionele cardiovasculaire stoornissen van hyperadrenerge oorsprong.

Gerelateerde informatie

  • Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris
  • atriumfibrilleren, frequentiecontrole
  • hypertensie, essentiële of primaire

Dosering

De dosering individueel instellen; het verdient aanbeveling met een zo laag mogelijke dosering te beginnen om eventuele decompensatieverschijnselen of bronchiale moeilijkheden vroegtijdig te kunnen opmerken; dit geldt m.n. voor ouderen.

Klap alles open Klap alles dicht

Angina pectoris:

Volwassenen:

Begindosering: 400 mg/dag in 1–2 doses; bij onvoldoende effect na circa 2 weken, eventueel verhogen tot 600–800 mg per dag, in 1–2 doses; maximaal 1200 mg per dag in 2–3 doses.

Gemiddelde onderhoudsdosering: 400 mg per dag ineens 's ochtends of in 2 giften ('s ochtends en 's avonds).

Hypertensie:

Volwassenen:

Begindosering: 400 mg/dag in 1–2 doses; bij onvoldoende effect na circa 2 weken, eventueel verhogen tot 600–800 mg per dag, in 1–2 doses; maximaal 1200 mg per dag in 2 doses.

Gemiddelde onderhoudsdosering: 400 mg per dag 's ochtends ineens of in 2 giften ('s ochtends en 's avonds).

(Supra)ventriculaire tachy-aritmieën:

Volwassenen:

Begindosering: 400–600 mg/dag in 2–3 doses; bij onvoldoende effect eventueel verhogen tot 800 mg per dag.

Verminderde nierfunctie: Dosering 1×/dag toedienen. Bij glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) 25–50 ml/min: de dosis met 50% verminderen, bij GFR < 25 ml/min: de dosis met 75% verminderen. Bij een ernstig gestoorde nierfunctie hogere doses met voorzichtigheid toedienen.

Beëindiging – ook tijdelijk – van een behandeling met β-blokkers dient, zo mogelijk, geleidelijk plaats te vinden door de dosering stapsgewijs te halveren gedurende ten minste 2 weken. De laagste dosering ten minste 4 dagen innemen alvorens de behandeling te staken.

Toedieningsinformatie: De tabletten vóór de maaltijd zonder kauwen innemen.

Dosering

Verlaag de dosering indien de hartfrequentie afneemt tot 50–55 slagen/min, bij minder dan 45–50 slagen/min de toediening staken.

Klap alles open Klap alles dicht

Angina pectoris:

Volwassenen:

5 mg 3×/dag.

Hypertensie:

Volwassenen:

Begindosering: 10 mg/dag, zo nodig geleidelijk verhogen tot 20 mg/dag; maximaal 30 mg/dag.

Gebruikelijke onderhoudsdosering: bij lichte en matige hypertensie: 5–15 mg/dag; bij ernstige hypertensie vaak in combinatie met andere antihypertensiva. Dosering tot 20 mg in 1 gift 's ochtends; dosering ≥ 20 mg/dag verdelen over 2 doses.

Hartritmestoornissen:

Volwassenen:

5–10 mg 3×/dag.

Functionele cardiovasculaire stoornissen door verhoogde sympathicusactiviteit:

Volwassenen:

2,5–5 mg 3×/dag.

Bij ouderen bij voorkeur met een lagere dosis starten.

Nier- of leverinsufficiëntie: een dosisaanpassing is meestal niet nodig; alleen bij ernstige nier- of leverinsufficiëntie kan een verlaging van de dagelijkse dosis noodzakelijk zijn,

Beëindiging – ook tijdelijk – van een behandeling met β-blokkers dient, zo mogelijk, geleidelijk plaats te vinden gedurende 1–2 weken, in ieder geval bij patiënten met ischemische hartziekten.

Toedieningsinformatie: Bij voorkeur kort voor de maaltijd innemen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (≥ 10%): vorming van antinucleaire antilichamen. Vermoeidheid. Maag-darmstoornissen.

Vaak (1-10%): depressie, nachtmerries. Duizeligheid, hoofdpijn. Verminderd zicht. Dyspneu. Misselijkheid, diarree. Huiduitslag.

Soms (0,1-1%): lupusachtig syndroom.

Verder zijn gemeld: eerstegraads AV-blok, verergering van bestaand AV-blok, verlengde AV-geleiding, hartblok, hartfalen, bradycardie, hypotensie. Arthrus-achtige reactie (een type allergische reactie). Psychosen, visuele hallucinaties, verwarring, slaapstoornis, afgenomen libido. Paresthesieën, stoornis van het centraal zenuwstelsel. Droge ogen. Claudicatio intermittens, fenomeen van Raynaud, koude/cyanotische extremiteiten. Pneumonitis, longinfiltratie, bronchospasmen bij patiënten met astma. Braken. Stijging van leverenzymwaarden, leverschade. Jeuk.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Slaapstoornissen, depressie, visuele hallucinaties. Duizeligheid. Hartblok, bradycardie, hartfalen, hypotensie, koude extremiteiten. Bronchospasme (bij astmatische klachten in de voorgeschiedenis). Misselijkheid, diarree. Vermoeidheid.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Inhalatie-anesthetica kunnen het negatief-inotroop effect van β-blokkers versterken. β-Blokkers en andere negatief-chronotrope en -dromotrope stoffen (bv. klasse I-anti-aritmica) kunnen elkaars effect versterken.

Digoxine en β-blokkers vertragen de AV-geleiding, zodat bij gelijktijdig gebruik AV-dissociatie kan optreden.

Vermijd combinatie met calciumantagonisten die voornamelijk een negatief-inotroop, -chronotroop en -dromotroop effect uitoefenen (zoals (oraal) verapamil en in mindere mate diltiazem) wegens het risico van hypotensie, AV-geleidingsstoornissen en insufficiëntie van de linkerventrikel, vooral bij een gestoorde hartfunctie.

Gelijktijdig gebruik met tricyclische antidepressiva, barbituraten, fenothiazinen en andere antihypertensiva kan het bloeddrukverlagend effect van acebutolol versterken.

NSAID's kunnen het bloeddrukverlagend effect verminderen.

Het risico van rebound-hypertensie bij staken van clonidinetoediening kan worden vergroot; daarom eerst de β-blokker stoppen, clonidine nog enige dagen gebruiken.

β-Blokkers kunnen door ergotaminegebruik veroorzaakte doorbloedingsstoornissen in de extremiteiten versterken.

Niet-selectieve β-blokkers versterken de α-pressorreactie van adrenaline met hypertensie en bradycardie, omdat het β-effect van adrenaline wordt geremd.

Mogelijk moet de dosering van insuline en orale bloedsuikerverlagende middelen worden aangepast.

Acebutolol kan het effect van bronchodilatatoren tegengaan.

Cimetidine, hydralazine en alcohol kunnen de biologische beschikbaarheid verhogen.

Interacties

Vermijd de combinatie met calciumantagonisten die de contractiliteit en de AV-geleiding negatief beïnvloeden (zoals verapamil en in mindere mate diltiazem) vanwege de kans op hypotensie, AV-geleidingsstoornissen en insufficiëntie van de linkerventrikel; bij gestoorde hartfunctie is de combinatie gecontra-indiceerd.

β-Blokkers en andere negatief-chronotrope en -dromotrope stoffen (bv. anti-aritmica zoals amiodaron) kunnen elkaars effect versterken.

Anesthetica die myocarddepressie geven, zoals inhalatie-anesthetica, bij voorkeur vermijden; zij kunnen het negatief-ionotroop effect van β-blokkers versterken.

Cimetidine, hydralazine en alcohol verhogen de bloedspiegel van β-blokkers die in de lever worden gemetaboliseerd.

Digoxine en β-blokkers vertragen de AV-geleiding; bij combinatie kan AV-dissociatie optreden.

NSAID's kunnen het bloeddrukverlagend effect verminderen.

De kans op rebound-hypertensie bij staken van clonidinetoediening neemt toe; daarom eerst de β-blokker stoppen, clonidine nog enige dagen gebruiken.

β-Blokkers kunnen doorbloedingsstoornissen in de extremiteiten versterken die zijn veroorzaakt door ergotaminegebruik.

Niet-selectieve β-blokkers versterken de α-pressorreactie van adrenaline, met hypertensie en reflexbradycardie als gevolg, omdat het β-effect van adrenaline wordt geremd.

Het bloedglucoseverlagende effect van insuline en orale bloedglucoseverlagende middelen kan worden versterkt.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Contractie van de uterus, verminderde uterus- en placentadoorbloeding, intra-uteriene groeivertraging, remming van foetale autonome reflexen, intra-uteriene dood. Bij gebruik tijdens zwangerschap en partus kunnen bij foetus en neonaat o.a. nog optreden: hypoglykemie, bradycardie, hypotensie, sedatie en ademhalingsproblemen; het pasgeboren kind nauwkeurig controleren. De kans op cardiale en pulmonale complicaties bij de neonaat is toegenomen.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Contractie van de uterus, verminderde uterus- en placentadoorbloeding, intra-uteriene groeivertraging, remming van foetale autonome reflexen, intra-uteriene dood. Bij gebruik tijdens zwangerschap en partus kunnen bij foetus en neonaat o.a. nog optreden: hypoglykemie, bradycardie, hypotensie, sedatie en ademhalingsproblemen. De kans op cardiale en pulmonale complicaties bij de neonaat is toegenomen.

Advies: Gebruik ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Farmacologisch effect: Mogelijk (bradycardie, sedatie, ademhalingsproblemen, lage lichaamstemperatuur, hypoglykemie).

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • sick-sinussyndroom;
  • tweede- en derdegraads AV-blok;
  • hypotensie (bloeddruk ≤ 100/60 mmHg);
  • cardiogene shock;
  • bradycardie (< 45–50 slagen/min);
  • ernstige bronchiale astma of ernstige bronchospasmen in de voorgeschiedenis;
  • instabiel of onbehandeld hartfalen;
  • onbehandeld feochromocytoom;
  • ernstige perifere circulatiestoornissen;
  • metabole acidose;
  • overgevoeligheid voor andere β–blokkers.

Contra-indicaties

  • sick-sinussyndroom;
  • tweede- en derdegraads AV-blok;
  • cardiogene shock;
  • klinisch relevante sinusbradycardie (< 45–50 slagen/min voor het begin van de behandeling);
  • astma en andere obstructieve longaandoeningen;
  • onbehandeld hartfalen;
  • onbehandeld feochromocytoom;
  • metabole acidose.

Voor meer contra-indicaties, zie de rubriek Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Controles: Instelling dient onder controle van de polsslag te geschieden (bv. eenmaal per week gedurende 3–4 weken). Indien de hartfrequentie afneemt tot 50–55 slagen/min, de dosering verlagen. Bij 'ernstiger' bradycardie (< 50 slagen/min) de toediening staken.

Behandeling staken: Beëindiging – ook tijdelijk – van een behandeling met β-blokkers dient, zo mogelijk, geleidelijk plaats te vinden gedurende 1–2 weken. Plotseling staken kan leiden tot ernstige aritmieën of verergering van angina pectoris.

β-Blokkers kunnen de adrenerge symptomen van hyperthyroïdie en van hypoglykemie maskeren. Herstel van de glucoseconcentratie na hypoglykemie kan worden vertraagd; selectieve β-blokkers hebben dit effect in mindere mate.

Bij chronische obstructieve longziekten kan de benauwdheid verergeren; eventueel de dosering aanpassen van gelijktijdig toegediende bronchusverwijdende middelen.

Bij continuering van toediening van een β-blokker tijdens algehele anesthesie rekening houden met een veranderde hemodynamische respons op stress; bij staken van acebutolol een periode van minimaal 24 uur voor de operatie aanhouden.

Wees voorzichtig bij ernstige overgevoeligheidsreacties in de voorgeschiedenis en tijdens desensibilisatietherapie, omdat vooral niet-selectieve β-blokkers de gevoeligheid voor allergenen en de ernst van anafylactoïde reacties kunnen doen toenemen.

Bij een voorgeschiedenis van psoriasis, perifere circulatiestoornissen of Prinzmetal-angina-pectoris terughoudend zijn met β-blokkers vanwege kans op verergering van de klachten.

Waarschuwingen en voorzorgen

Voorzichtig toepassen bij een eerstegraads AV-blok vanwege de negatief dromotrope werking.

Bij een voorgeschiedenis van psoriasis, Prinzmetal-angina-pectoris, perifere circulatiestoornissen of perifere vaataandoeningen terughoudend zijn met β-blokkers, vanwege een mogelijke verergering van de klachten.

Tevens voorzichtig toepassen bij ernstige overgevoeligheidsreacties in de voorgeschiedenis en tijdens desensibilisatietherapie, omdat met name niet-selectieve β-blokkers (zoals pindolol) de gevoeligheid voor allergenen en de ernst van anafylactoïde reacties kunnen vergroten.

Controle: Instelling dient onder controle van de polsslag en de bloeddruk te geschieden, bijvoorbeeld 1×/w. gedurende 3–4 w. Indien de hartfrequentie afneemt tot 50–55 slagen/min, de dosering verlagen. Bij 'ernstiger' bradycardie (< 50 slagen/min) de toediening staken.

Behandeling staken: Beëindig – ook tijdelijk – een behandeling met β-blokkers zo mogelijk, geleidelijk, gedurende 1–2 weken. Plotseling staken kan leiden tot ernstige aritmieën of verergering van angina pectoris.

β-Blokkers kunnen de adrenerge symptomen van hyperthyroïdie en van hypoglykemie maskeren. Herstel van de glucosespiegel na hypoglykemie kan worden vertraagd; de selectieve β-blokkers hebben dit effect in veel mindere mate dan de niet–selectieve β-blokkers. Controleer regelmatig de glucosespiegel bij diabetici, vooral in het begin van de behandeling en bij een dosisverandering maar ook tijdens een lange periode van vasten.

Informeer bij algehele anesthesie de anesthesist over het gebruik van pindolol; als het noodzakelijk is pindolol te staken voor de operatie, de dosering stapsgewijs afbouwen, dit moet minimaal 24 uur voor de operatie afgerond zijn.

Onderzoeksgegevens: De veiligheid en effectiviteit bij kinderen zijn niet vastgesteld.

Overdosering

Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.

Overdosering

Symptomen

bradycardie, hypotensie, hartfalen, cardiogene shock, hartritmestoornissen, hartstilstand, dyspneu, bronchospasmen, braken, hypoglykemie, hyperkaliëmie, verlaagd bewustzijnsniveau, gegeneraliseerde convulsies, coma en overlijden. Zelden tachycardie en hypertensie.

Zie voor meer symptomen toxicologie.org/β-blokkers.

Eigenschappen

Acebutolol is een in enige mate voor β1 selectieve, lipofiele β-blokker met geringe intrinsieke sympathicomimetische activiteit (ISA), die de invloed van adrenerge prikkels op het hart vermindert. Het hartminuutvolume en het cardiale zuurstofverbruik nemen af. Tevens wordt de AV-geleiding vertraagd en treedt een antihypertensief effect op. Verder wordt de plasmarenine-activiteit onderdrukt.

Kinetische gegevens

Resorptie snel.
F 30–51%.
T max 2–4 uur.
Metabolisering in hoge mate in de lever tot o.a. werkzaam diacetolol.
Eliminatie 50–60% met de feces, ca. 40% met de urine (onveranderd en als metaboliet). Acebutolol en diacetolol kunnen een enterohepatische kringloop ondergaan.
T 1/2el ca. 3 uur (acebutolol), 8–12 uur (diacetolol).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Pindolol is een niet-selectieve lipofiele β-blokker met duidelijke intrinsieke sympathicomimetische activiteit en zonder membraanstabiliserende werking. Pindolol vermindert de invloed van adrenerge prikkels op het hart. Vaatverwijdend. Werking: ten minste 24 uur.

Kinetische gegevens

Resorptie snel en nagenoeg volledig (ca. 95%).
F ca. 87%.
Overig gering 'first pass'-effect.
T max 1 uur.
V d 2–3 l/kg.
Overig passeert de bloed-hersenbarrière makkelijk.
Eliminatie 30–40% onveranderd via de nieren, de inactieve metabolieten met urine en gal.
T 1/2el 3–4 uur, bij ouderen 7–15 uur. Bij gestoorde nierfunctie tot 12 uur, bij gestoorde leverfunctie tot 30 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

acebutolol hoort bij de groep bètablokkers, systemisch.

  • atenolol (C07AB03) Vergelijk
  • bisoprolol (C07AB07) Vergelijk
  • carvedilol (C07AG02) Vergelijk
  • celiprolol (C07AB08) Vergelijk
  • esmolol (C07AB09) Vergelijk
  • labetalol (C07AG01) Vergelijk
  • landiolol (C07AB14) Vergelijk
  • metoprolol (C07AB02) Vergelijk
  • nebivolol (C07AB12) Vergelijk
  • pindolol (C07AA03) Vergelijk
  • propranolol (bij hemangioom) (C07AA05) Vergelijk
  • propranolol (cardiovasculair of neurologisch) (C07AA05) Vergelijk
  • sotalol (C07AA07) Vergelijk

Groepsinformatie

pindolol hoort bij de groep bètablokkers, systemisch.

  • acebutolol (C07AB04) Vergelijk
  • atenolol (C07AB03) Vergelijk
  • bisoprolol (C07AB07) Vergelijk
  • carvedilol (C07AG02) Vergelijk
  • celiprolol (C07AB08) Vergelijk
  • esmolol (C07AB09) Vergelijk
  • labetalol (C07AG01) Vergelijk
  • landiolol (C07AB14) Vergelijk
  • metoprolol (C07AB02) Vergelijk
  • nebivolol (C07AB12) Vergelijk
  • propranolol (bij hemangioom) (C07AA05) Vergelijk
  • propranolol (cardiovasculair of neurologisch) (C07AA05) Vergelijk
  • sotalol (C07AA07) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bètablokkers, systemisch

Indicaties

  • Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris
  • atriumfibrilleren, frequentiecontrole
  • hypertensie, essentiële of primaire

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bètablokkers, systemisch

Indicaties

  • Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris
  • atriumfibrilleren, frequentiecontrole
  • hypertensie, essentiële of primaire

Externe links

  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelen bij ouderen
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".