Samenstelling
Aciclovir oogzalf Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Oogzalf (3%)
- Sterkte
- 30 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 4,5 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Veregen Will-Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Sterkte
- 100 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 15 g
Bevat per g: 100 mg droog extract uit Camellia sinensis (L.) O. Kuntze, blad (groenetheeblad). Een hoeveelheid van 100 mg (droog) extract komt overeen met 55–72 mg (-)epigallocatechinegallaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Podofylline Collodium FNA XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Collodium (5%)
- Sterkte
- 50 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 10 g
- Toedieningsvorm
- Collodium (20%)
- Sterkte
- 200 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 10 g
- Toedieningsvorm
- Collodium (25%)
- Sterkte
- 250 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 10 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Condyline Karo Pharma AB
- Toedieningsvorm
- Applicatievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 3,5 ml
Wartec Phoenix labs
- Toedieningsvorm
- Crème
- Sterkte
- 1,5 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 5 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Aldara Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Crème
- Sterkte
- 50 mg/g
- Verpakkingsvorm
- sachet à 250 mg crème
Conserveermiddel: benzylalcohol, methyl- en propylparahydroxybenzoaat.
Zyclara Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Crème
- Sterkte
- 37,5 mg/g
- Verpakkingsvorm
- sachet à 250 mg crème
Conserveermiddel: benzylalcohol, methyl- en propylparahydroxybenzoaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een epitheliale herpes-simplexviruskeratitis is aciclovir-oogzalf aangewezen. Zie voor meer informatie de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017).
Offlabel: Bij een herpes-simplexvirusconjunctivitis is aciclovir-oogzalf aangewezen.
Advies
Maak bij anogenitale wratten i.o.m. patiënt de afweging tussen thuisbehandeling of behandeling door een arts. Bij thuisbehandeling gaat de voorkeur uit naar lokale applicatie van podofyllotoxine, tweede en derde keus zijn respectievelijk imiquimod en sinecatechins. Zie verder Seksueel overdraagbare aandoeningen
Advies
Het gebruik van podofylline bij anogenitale wratten wordt afgeraden gezien de bijwerkingen en de instabiliteit van de werkzame stof. Zie Seksueel overdraagbare aandoeningen voor de juiste behandeling van anogenitale wratten.
Advies
Maak bij anogenitale wratten i.o.m. patiënt de afweging tussen thuisbehandeling of behandeling door een arts. Bij thuisbehandeling gaat de voorkeur uit naar lokale applicatie van podofyllotoxine, tweede en derde keus zijn respectievelijk imiquimod en sinecatechins. Zie verder Seksueel overdraagbare aandoeningen.
Advies
Maak bij anogenitale wratten i.o.m. patiënt de afweging tussen thuisbehandeling of behandeling door een arts. Bij thuisbehandeling gaat de voorkeur uit naar lokale applicatie van podofyllotoxine, tweede en derde keus zijn respectievelijk imiquimod en sinecatechins. Zie verder Seksueel overdraagbare aandoeningen.
Bij een superficieel basaalcelcarcinoom zonder hoogrisicokenmerken zijn in de eerstelijnszorg excisie, cryotherapie en 5-FU-crème gelijkwaardige opties. Bij een nodulair basaalcelcarcinoom zonder hoogrisicokenmerken is excisie de voorkeursbehandeling. Zie verder verdachte huidafwijkingen. In de tweedelijnszorg is bij een superficieel basaalcelcarcinoom, bij keuze voor een niet-invasieve behandeling, imiquimod-crème een effectieve en veilige behandeling, mits voldoende therapietrouw voor thuisbehandeling wordt verwacht. Goede informatievoorziening aan de patiënt, bij voorkeur met informatieve foto’s in de patiëntenfolder is hierbij van belang.
Actinische keratose (AK) hoeft niet altijd behandeld te worden. Bij een enkele kleine AK is behandeling meestal niet nodig. De noodzaak voor behandeling neemt toe naarmate er meer of grotere laesies zijn (arbitrair: > 5 laesies of > 1 cm), bij risicofactoren (actinische veldveranderingen, voorgeschiedenis van huidkanker, immuungecompromitteerden) of als de patiënt er hinder van ondervindt, zoals pijn, jeuk of cosmetische bezwaren. Kies dan in de eerstelijnszorg voor cryotherapie (bij ≤ 5 laesies) of behandeling met 5-fluoro-uracil (5-FU)-crème. Zie verder verdachte huidafwijkingen. Geef bij multipele actinische keratose-laesies (actinische veldveranderingen) in de tweedelijnszorg 5-FU-crème. Bij onvoldoende effect bij een eerste behandeling, eventueel de behandeling herhalen. Overweeg imiquimodcrème 5 % bij eerder geen of onvoldoende effect van 5-FU-crème of indien de smeerfrequentie van 5-FU-crème niet behaald kan worden. Bij onvoldoende effect, kan de behandeling worden herhaald. Overweeg fotodynamische therapie (PDT) met methylaminolevulinaat i.c.m. daglicht of i.c.m. rood licht indien de patiënt het veld niet kan bereiken of 'non-compliant' is.
Indicaties
- Herpes simplex-keratitis.
- Offlabel: Herpes simplex-(blefaro)conjunctivitis.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Uitwendige genitale en perianale wratten (condylomata acuminata) bij immunocompetente volwassenen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Uitwendige condylomata acuminata (anogenitale wratten).
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Uitwendige condylomata acuminata (anogenitale wratten).
Gerelateerde informatie
Indicaties
Lokale behandeling bij volwassenen van:
- uitwendige genitale en peri-anale wratten (condyloma acuminata);
- kleine superficiële basaalcelcarcinomen (sBCC's);
- klinisch typische niet-hyperkeratotische, niet-hypertrofische actinische keratose op het gelaat en de hoofdhuid bij immunocompetente patiënten, wanneer de grootte van de laesies en hun aantal de werkzaamheid en/of aanvaardbaarheid van cryotherapie beperken en andere lokale behandelmogelijkheden gecontra-indiceerd of minder geschikt zijn.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Herpes simplex-keratitis
Volwassenen en kinderen
1 cm zalf 5×/dag met tussenpozen van 4 uur aanbrengen in de onderste conjunctivaalzak. De behandeling ten minste tot 3 dagen na volledige genezing voortzetten.
Volgens de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017): 1 cm zalf 5×/dag met tussenpozen van 4 uur aanbrengen in de onderste conjunctivaalzak, ook zalf inmasseren in eventuele blaasjes op de ooglidranden. Aanbrengen tot een week nádat de (met fluoresceïne aankleurende) cornea-afwijkingen volledig zijn verdwenen; max. 2 weken gebruiken vanwege cornea-epitheeltoxiciteit. Noteer bij start van de behandeling de grootte van de dendriet. Controleer na 1 dag en vervolgens elke 2 dagen visus, cornea-epitheel en cornea-stroma.
Offlabel: Herpes simplex-(blefaro)conjunctivitis:
Volwassenen en kinderen:
Volgens de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017): 1 cm zalf 5×/dag met tussenpozen van 4 uur aanbrengen in de onderste conjunctivaalzak, ook zalf inmasseren in eventuele blaasjes op de ooglidranden. Aanbrengen tot ten minste 3 dagen ná volledige genezing; max. 2 weken gebruiken vanwege cornea-epitheeltoxiciteit. Controleer de cornea om de drie dagen (middels fluoresceïnekleuring) en informeer naar het ontstaan van alarmsymptomen. Laat patiënt contact opnemen bij alarmsymptomen; verwijs naar de oogarts indien ondanks behandeling een keratitis ontstaat.
Doseringen
Uitwendige genitale en perianale wratten
Volwassenen
3×/dag max. 250 mg zalf in totaal per keer (overeenkomend met ½ cm zalf) verdeeld over alle uitwendige genitale en perianale wratten aanbrengen, zachtjes deppend met de vingers, waarbij een dun laagje zalf op de wratten achterblijft. Het is niet nodig zalf van de te behandelen wrat te verwijderen voordat de volgende laag wordt aangebracht. De behandeling voortzetten tot alle wratten volledig verdwenen zijn, echter niet langer dan 16 weken achtereenvolgens.
Verminderde leverfunctie: niet gebruiken bij een ernstige leverfunctiestoornis vanwege onvoldoende veiligheidsgegevens.
Vergeten dosis: deze niet inhalen, maar doorgaan met het normale behandelschema.
Toediening
- Vermijd contact met de ogen via de handen;
- Niet toepassen op slijmvliezen (incl. vagina, urethra en anus), open wonden, een beschadigde en/of ontstoken huid;
- Niet toepassen onder occlusie;
- Na aanbrengen de handen wassen;
- Zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen voor meer toedieningsinformatie bij vrouwen met wratten rond de vulva en mannen met wratten onder de voorhuid.
Doseringen
Let op: De oplossing bevat ethanol en ether en zijn ontvlambaar; vermijd contact met open vuur.
Condylomata acuminata
Volwassenen
Collodium 5%, 20% en 25%: 1×/week door de arts aan te brengen, zo nodig gedurende 3–6 weken. Na 1–4 uur de collodium afwassen met water en zeep of met alcohol. Na 4 weken eventueel de applicatietijd verlengen tot 6 uur. Collodium 20% en 25%: max. 0,5 ml/keer aanbrengen en max. 10 cm²/keer behandelen. Bij behandeling van grote oppervlakken (> 10 cm²) alleen de collodium 5% gebruiken; zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Toediening
- Was vóór toepassing de aangedane huid met water en zeep en droog goed af;
- Breng op de omringende huid (en slijmvliezen) vaseline of zinkoxidezalf aan;
- Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Doseringen
Volgens de NHG-Standaard Het soa-consult (2023): De podofyllotoxine-oplossing is geschikt voor de behandeling van wratten op de penis. Bij wratten op de vulva en anus is behandeling met de crème geschikter.
Uitwendige condylomata acuminata
Volwassenen
Applicatievloeistof: 2×/dag op elke wrat gedurende 3 opeenvolgende dagen per week aanbrengen met de bijgeleverde applicator, de volgende 4 dagen stoppen. Eventueel kan de kuur iedere week worden herhaald totdat de wratten zijn verdwenen, maximaal gedurende 5 opeenvolgende weken. De applicatievloeistof na aanbrengen goed laten drogen, vooral bij condylomata die gelokaliseerd zijn onder het praeputium. Niet aanbrengen op relatief grote oppervlakken.
Crème: 2×/dag op elke wrat (en wel zodat deze net bedekt zijn) gedurende 3 opeenvolgende dagen per week aanbrengen, de volgende 4 dagen stoppen. Eventueel kan de kuur iedere week worden herhaald totdat de wratten zijn verdwenen, maximaal gedurende 4 opeenvolgende weken. Aanbrengen op oppervlakken groter dan 4 cm² vermijden, of indien toch noodzakelijk, uitsluitend onder direct medisch toezicht.
Toediening
- Was vóór toepassing de aangedane huid met water en zeep en droog goed af;
- Breng op de omringende huid (en slijmvliezen) vaseline of zinkoxidezalf aan;
- Niet toepassen onder occlusie (bv. pleister);
- Was de handen zorgvuldig na toepassing van de crème;
- Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Doseringen
Behandelde huidoppervlak niet blootstellen aan zonlicht.
Uitwendige genitale en peri-anale wratten
Volwassenen
crème 50 mg/g (Aldara): Een dun laagje crème 3×/w. (bv. maandag, woensdag en vrijdag) voor het slapen gaan uitsluitend op de wrat aanbrengen en inwrijven totdat de crème is ingetrokken. De crème 6–10 uur op de huid laten zitten, daarna verwijderen met water en (milde) zeep. De behandeling voortzetten totdat de wratten niet meer zichtbaar zijn, maximaal 16 weken. Niet-besneden mannen met wratten onder de voorhuid moeten de voorhuid dagelijks terugtrekken en dit huidgebied wassen.
Kleine superficiële basaalcelcarcinomen
Volwassenen
crème 50 mg/g (Aldara): Een dun laagje crème 5×/week (bv. maandag t/m vrijdag) voor het slapen gaan aanbrengen op het te behandelen gebied, inclusief één centimeter huid rondom de tumor, gedurende 6 weken. De crème op de hele behandelplek inwrijven totdat de crème is ingetrokken, circa 8 uur op de huid laten zitten, daarna verwijderen met water en (milde) zeep. Het resultaat van de behandeling beoordelen na regeneratie van de behandelde huid, 12 weken na afloop van de behandeling. Bij onvolledige respons een andere behandeling instellen.
Actinische keratose
Volwassenen
crème 50 mg/g (Aldara): Voldoende crème (maximaal 1 sachet) 3×/week (bv. maandag, woensdag en vrijdag)voor het slapen gaan aanbrengen gedurende 4 weken. De crème als een dunne laag op de hele behandelplek aanbrengen en inwrijven totdat de crème is ingetrokken, circa 8 uur laten zitten, daarna verwijderen met water en (milde) zeep. Het resultaat van de behandeling na een behandelvrije periode (na regeneratie van de behandelde huid) van 4 weken beoordelen. Bij nog aanwezige laesies de behandeling daarna gedurende 4 weken voortzetten. Een behandelperiode mag nooit langer duren dan 4 weken, ook niet wanneer een dosis gemist is of een rustperiode heeft plaatsgevonden. Bij onvolledige respons 8 weken na de tweede behandelperiode, een aanvullende behandeling van 4 weken overwegen. Bij onvolledige respons na een derde behandelperiode met Aldara een andere behandeling instellen. Laesies die na 1 of 2 behandelperioden verdwenen zijn en vervolgens terugkeren kunnen na een onderbreking van ten minste 12 weken opnieuw worden behandeld met 1 of 2 nieuwe behandelingen van 4 weken.
crème 37,5 mg/g (Zyclara): 1×/dag crème (maximaal 2 sachets per keer) voor het slapengaan aanbrengen. De crème als een dunne laag op de hele behandelplek (het gezicht of de kalende hoofdhuid) inwrijven totdat de crème is ingetrokken, circa 8 uur op de huid laten zitten, daarna verwijderen met water en (milde) zeep. De behandelduur bedraagt tweemaal 2 weken (twee behandelingscycli van elk 2 weken), gescheiden door een periode van 2 weken zonder behandeling. Behandeling gedurende volledige kuur voortzetten, ook al lijken de laesies eerder te zijn verdwenen. Een behandelcyclus niet verlengen na 2 weken als gevolg van een gemiste dosis of rustperiode. Het resultaat van de behandeling beoordelen na regeneratie van de behandelde huid, ca. 8 weken na het einde van de tweede behandelcyclus en daarna met passende tussenpozen op basis van klinische beoordeling. Bij onvolledige respons 8 weken na de tweede behandelcyclus kan een éénmalige extra behandeling gedurende 2 weken (1 behandelcyclus) worden overwogen. Bij onvoldoende respons een andere behandeling inzetten. Laesies die na de twee behandelcycli van 2 weken verdwenen zijn en vervolgens terugkeren kunnen na een onderbreking van ten minste 12 weken opnieuw worden behandeld met één of twee nieuwe behandelcycli van 2 weken.
Een vergeten dosis zo spoedig mogelijk aanbrengen (Aldara) of wachten met aanbrengen tot de volgende nacht (Zyclara) en doorgaan met het behandelschema. De crème niet vaker dan 1×/dag aanbrengen.
Toediening
- Voor het aanbrengen, het te behandelen gebied met water en milde zeep wassen. Gedurende de inwerktijd niet baden of douchen. Geen (occlusief) verband aanbrengen. Vóór en na het aanbrengen van de crème de handen goed wassen.
- Geopende sachets niet opnieuw gebruiken. Eén sachet is voldoende voor de behandeling van 20 cm².
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10% ): oppervlakkige keratitis punctata; hiervoor is stoppen met de behandeling niet noodzakelijk en de aandoening geneest zonder gevolgen.
Vaak (1-10%): direct na toediening milde prikkeling of licht stekend gevoel van het oog, conjunctivitis.
Zelden (0,01-0,1%): blefaritis.
Zeer zelden (< 0,01%): directe overgevoeligheidsreacties inclusief angio-oedeem en urticaria.
Bijwerkingen
Lokaal: Zeer vaak (> 10%): huidirritatie, pijn, jeuk, branderig gevoel, roodheid, oedeem, zweervorming, blaasjes, induratie; lichte lokale reacties horen na een aantal weken af te nemen.
Lichte lokale huidreacties zoals erytheem, jeuk, irritatie (meestal branderig gevoel), pijn en oedeem op de toedieningsplaats zijn gerelateerd aan de werking, komen zeer vaak voor en zijn geen reden om de behandeling te staken. Deze bijwerkingen horen na de eerste weken van behandeling af te nemen
Vaak (1–10%): lokale reacties zoals afscheiding, zwelling, bloedingen, exfoliatie, fimose.
Soms (0,1–1%): overgevoeligheid, hyperesthesie, anesthesie, dyspareunie, droogheid, verkleuring, erosie, fissuur, litteken, knobbel, pustels, papels, (papuleuze) uitslag, eczeem, dermatitis, lokale necrose, urethritis, vaginale candidiasis, vulvovaginitis, balanitis, lokale infecties (genitale herpesinfectie, stafylokokkeninfectie), dysurie, pollakisurie, mictie-urgentie.
Systemisch: Vaak (1-10%): inguinale lymfadenitis of lymfadenopathie.
Bijwerkingen treden vaker op onder occlusie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): lokaal op of rond de wratten: jeuk, branderig gevoel, irritatie (meestal voorbijgaand enkele minuten na aanbrengen). Erytheem, pijn; meestal op de tweede of derde dag van behandeling en verband houdend met beginnende wratnecrose. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Soms (0,1-1%): bloeding en oedeem. Ulceratie op en rond de wrat, soms gepaard gaande met oedeem, ontsteking of (mogelijk irreversibele) verkleuring. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): lokale irritatie (jeuk, branderig gevoel, roodheid), huiderosie.
Verder zijn gemeld: pijn, droogheid, overgevoeligheidsreactie, huidverkleuring, zwelling, blaar, oppervlakkige ulceratie, schaafwond, wondsecretie, bloeding, korstvorming. Oedeem en balanopostitis (vooral bij grote wratten in de preputiumholte).
Lokale irritatie kan optreden, vooral op de tweede of derde dag en houdt verband met beginnende necrose van de wrat; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Lokale huidreacties komen veel voor, maar nemen over het algemeen tijdens de behandeling in intensiteit af of verdwijnen na het staken van de behandeling met imiquimod crème. Zelden ontstaat een hevige, lokale ontstekingsreactie met vochtverlies via de huid en huiderosie. Lokale ontstekingsreacties kunnen gepaard gaan met of volgen op griepachtige verschijnselen en symptomen zoals malaise, koorts, misselijkheid, spierpijn en stijfheid. Een onderbreking van de behandeling moet overwogen worden.
Gelokaliseerde, soms irreversibele hypo- en hyperpigmentatie is gemeld.
Bij genitale en peri-anale wratten
Zeer vaak (> 10%): jeuk en pijn op de plaats van aanbrengen.
Vaak (1-10%): branderigheid en irritatie op de plaats van aanbrengen. Misselijkheid, hoofdpijn, vermoeidheid, spierpijn, infecties.
Soms (0,1-1%): anorexia, buikpijn, braken, diarree. Slapeloosheid, slaperigheid, duizeligheid. Depressie. Migraine. Paresthesie. Tinnitus. Blozen. Faryngitis, rinitis. Artralgie, rugpijn, stijfheid. Lymfadenopathie, koorts, griep, malaise, pijn, asthenie. Dysurie, genitale pijn, erectiestoornis, dyspareunie, uterovaginale prolaps, atrofische vaginitis, aandoeningen van penis, vulva of rectum. Jeuk, eczeem, folliculitis, erythemateuze uitslag, urticaria, hyperhidrose.
Bij sBCC
Zeer vaak (> 10%): jeuk op de plaats van aanbrengen.
Vaak (1-10%): pijn, branderigheid, irritatie, erytheem, bloeding, papels, paresthesie en uitslag op de plaats van aanbrengen. Infecties, pustels. Lymfadenopathie. Rugpijn.
Soms (0,1-1%): eczeem, afscheiding, ontsteking, oedeem, korstvorming, huidafbraak en blaasjes op de plaats van aanbrengen. Misselijkheid, droge mond. Lethargie en prikkelbaarheid. Griepachtige verschijnselen.
Bij actinische keratose
Zeer vaak (> 10%): erytheem, korstvorming, huidvervelling, droge huid, oedeem, hypopigmentatie, afscheiding en zweren op de plaats van aanbrengen.
Vaak (1-10%): jeuk, pijn, zwelling, branderigheid, irritatie en uitslag op de plaats van aanbrengen. Anorexie, misselijkheid, braken, diarree. Hoofdpijn, duizeligheid, slapeloosheid, vermoeidheid. Lymfadenopathie, koorts, pijn, griepachtige symptomen. Pijn op de borst. Herpes simplex infecties, eczeem. Toename bloedglucose. Myalgie, artralgie.
Soms (0,1-1%): eczeem, afscheiding, ontsteking, warmtegevoel, paresthesie, hyperesthesie, oedeem, huidafbraak, korstvorming, littekens, blaasjes, bloeding, ulcus, papels op de plaats van aanbrengen. Infecties, pustels. Droge mond, diarree. Lymfadenopathie, koorts, rillingen, griep. Rinitis, neuscongestie, faryngo-laryngeale pijn. Pijn in ledematen, stijfheid, rugpijn, asthenie. Depressie, snel geïrriteerd, lethargie. Conjunctivale irritatie, ooglidoedeem. Gezichtsoedeem.
Zelden (0,01-0,1%): huidreacties op afstand van de toedieningsplaats, verergering auto-immuunaandoeningen.
Verder zijn gemeld: alopecia (rond of op plaats van aanbrengen). Huidinfecties, hyperpigmentatie van de huid. Erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, lupus erythematodes van de huid. Afname hemoglobinegehalte, leukocyten en trombocyten. Stijging van leverenzymwaarden.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Interacties
Niet gelijktijdig gebruiken met immunomodulatoire geneesmiddelen, aangezien dit niet is onderzocht.
Vermijd gelijktijdig gebruik met andere lokale behandelingen in hetzelfde gebied. Vermijd therapeutische zitbaden.
Vermijd gelijktijdig gebruik van voedingssupplementen met hoge doses groene thee-extract.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met podofyllotoxinepreparaten is gecontra-indiceerd in verband met mogelijke toxiciteitverschijnselen.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met podofylline collodium is gecontra-indiceerd in verband met mogelijke toxiciteitverschijnselen.
Interacties
Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva, vanwege de immunomodulerende eigenschappen (zie Waarschuwingen en Voorzorgen).
Gelijktijdig gebruik van de imiquimodcrème 50 mg/g (Aldara) met de imiquimodcrème 37,5 mg/g (Zyclara) in hetzelfde behandelgebied vermijden in verband met meer kans op ernstige lokale huidreacties.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens zijn bij gebruik van oraal aciclovir tijdens een groot aantal zwangerschappen geen schadelijke effecten gezien.
Farmacologisch effect: De systemische blootstelling aan aciclovir na gebruik van de oogzalf is laag.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onbekend, bij dieren schadelijk gebleken na hoge doseringen. De sporadisch gemeten systemische blootstelling aan epigallocatechinegallaat na lokale toediening, ligt ruim onder de gemeten systemische blootstelling die gevonden wordt na orale consumptie van ca. 1 kop groene thee.
Advies: De fabrikant adviseert desondanks uit voorzorg gebruik te ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens in enkele gevallen schadelijk gebleken na lokaal gebruik van zeer grote hoeveelheden podofyllotoxine. Gezien de antimitotische (embryotoxische) eigenschappen van podofyllotoxine en de systemische blootstelling (m.n. bij behandeling van een groter oppervlak of open condylomata) zijn schadelijke effecten bij de foetus niet uit te sluiten.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens in enkele gevallen schadelijk gebleken na lokaal gebruik van zeer grote hoeveelheden. Gezien de antimitotische (embryotoxische) eigenschappen van podofyllotoxine en de systemische blootstelling (m.n. bij behandeling van grote oppervlakken of open condylomata) zijn schadelijke effecten bij de foetus niet uit te sluiten.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptie toe te passen tijdens de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Systemische blootstelling via absorptie door de huid bij de moeder is gering.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Er zijn geen nadelige effecten op de zuigeling gemeld bij oraal gebruik van aciclovir door de moeder. Het is onwaarschijnlijk dat bij lokale toediening bij de moeder werkzame hoeveelheden de zuigeling bereiken.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, maar detecteerbare hoeveelheden in de moedermelk zijn onwaarschijnlijk door de minimale systemische absorptie. Zie ook de rubriek Kinetische gegevens.
Advies: kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij juist gebruik op kleine oppervlakken is de absorptie bij de moeder beperkt en treden waarschijnlijk geen nadelige effecten op bij de zuigeling. Intensief en/of onjuist gebruik kan leiden tot significante systemische opname bij de moeder. Risico voor de zuigeling kan dan niet worden uitgesloten.
Advies: Bij beperkt gebruik waarschijnlijk veilig. Bij toepassing op een groter oppervlak het gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Intensief gebruik (grote hoeveelheid, op een groot oppervlak en gedurende langere tijd) van podofyllotoxine kan leiden tot significante systemische opname bij de moeder en het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling. Bij beperkt gebruik (klein oppervlak, kortdurend) is het onwaarschijnlijk dat nadelige effecten bij de zuigeling zullen optreden.
Advies: Bij intensief gebruik (grotere hoeveelheid, op een groter oppervlak en gedurende langere tijd) wordt het geven van borstvoeding ontraden. Bij beperkt gebruik (kortdurend en op een klein oppervlak) waarschijnlijk veilig.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Gezien de geringe systemische blootstelling na gebruik van de crème bij de moeder zijn nadelige effecten bij de zuigeling, bij gebruik op een beperkt huidoppervlak, niet waarschijnlijk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor (val)aciclovir.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- bloedende wratten;
- wratten op slijmvliezen van het inwendige anogenitale gebied (waaronder vagina, urethra en anus);
- beschadigde huid, open wonden.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- bloedende wratten;
- wratten op slijmvliezen/inwendige wratten (incl. vagina, urethra en anus);
- beschadigde huid, open wonden;
- moedervlekken;
- kinderen.
Zie voor meer contra-indicaties ook onder de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Informeer patiënt bij de start van de behandeling dat aciclovir-oogzalf vaak na tien dagen wat gaat irriteren, maar bij herpes simplex-keratitis toch gebruikt moet worden tot een week nadat de cornea-afwijkingen zijn verdwenen. Bij herpes simplex-conjunctivitis is gebruik tot ten minste 3 dagen na volledige genezing noodzakelijk.
Doorverwijzing oogarts: een HSV-keratitis kan recidiveren (met een groter risico op stroma-aantasting); laat de patiënt contact op nemen zodra een recidief wordt herkend om antivirale behandeling te beginnen en te verwijzen naar een oogarts. Verwijs ook bij stroma-aantasting, bij contactlensdragers vanwege meer risico op complicaties, bij visusvermindering en bij uitbreiding van klachten tijdens behandeling met de aciclovir-oogzalf. Visusvermindering kan duiden op aantasting van andere structuren dan het oppervlakkige cornea-epitheel (zoals corneastroma, uvea of oogzenuw).
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening:
- Algemeen: vermijd contact met ogen via de handen. Niet toepassen op slijmvliezen/inwendige wratten (incl. vagina, urethra en anus), open wonden, een beschadigde en/of ontstoken huid. Niet toepassen onder occlusie. Niet gebruiken totdat de huid volledig hersteld is van een operatieve of medicamenteuze behandeling.
- Bij vrouwen met wratten rond de vulva: zalf zeer zorgvuldig aanbrengen, aangezien in dit gebied vaker ernstige lokale reacties optreden; indien per abuis zalf in de vagina is aangebracht, de vagina direct met warm water en milde zeep reinigen. Tampons inbrengen vóór gebruik van de zalf.
- Bij mannen met wratten onder de voorhuid: de voorhuid terugtrekken en het gebied dagelijks schoonmaken om fimose te voorkomen. Bij eerste tekenen van fimose (bv. zweervorming, verharding, of steeds moeilijker kunnen terugtrekken van de voorhuid) de behandeling staken.
Gebruik barrièremiddelen na afwassen zalf: tijdens geslachtsgemeenschap condooms/pessaria gebruiken totdat alle wratten volledig verdwenen zijn, aangezien de zalf het humaan papillomavirus niet doodt en de overdracht ervan niet voorkomt. Voorafgaand aan seksueel contact de zalf met water verwijderen, omdat de zalf condooms en pessaria kan aantasten; aanvullende anticonceptiemethoden daarbij overwegen. Het is wenselijk de seksuele partner mee te behandelen om herinfectie te voorkomen.
Het behandelde gebied niet blootstellen aan zonlicht of UV–straling.
Indien ernstige lokale huidreacties optreden die een onacceptabel ongemak veroorzaken, in ernst toenemen of met een reactie van de lymfeklieren worden geassocieerd, de behandeling onderbreken; de behandeling kan worden hervat indien deze reacties zijn afgenomen. Bij het optreden van een lokale vesiculeuze reactie een herpesinfectie uitsluiten.
Lichte lokale huidreacties zoals erytheem, jeuk, irritatie (meestal branderig gevoel), pijn en oedeem op de toedieningsplaats zijn gerelateerd aan de werking, komen zeer vaak voor en zijn geen reden om de behandeling te staken. Deze bijwerkingen horen na de eerste weken van behandeling af te nemen.
Bij het optreden van overgevoeligheidsreacties de behandeling staken.
Tijdens de behandeling kunnen nieuwe wratten ontstaan.
De zalf laat vlekken achter op kleding en beddengoed.
Onderzoeksgegevens: er zijn onvoldoende gegevens over de veiligheid bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis. De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld voor een behandelduur van > 16 weken, voor meervoudige behandelingen en voor het gebruik bij ouderen en kinderen. De zalf is niet onderzocht voor de behandeling van urethrale, intravaginale, cervicale, rectale of intra–anale wratten en mag niet worden toegepast bij deze aandoeningen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vermijd contact met de ogen (via de handen) wegens zeer ernstige irritatie; bij contact direct en langdurig spoelen met water. Vermijd tevens contact met slijmvliezen/inwendige wratten (incl. vagina, urethra en anus) of nabij wondjes. Contact met het omringende gezonde weefsel vermijden, door de gezonde huid te beschermen met vaseline of zinkoxidezalf.
Niet aanbrengen op relatief grote oppervlakken, slijmvliezen of beschadigde huid, gezien de mogelijke ernstige systemische effecten; zie ook de rubriek Overdosering.
Huidreacties zoals erytheem en pijn kunnen optreden op de tweede of derde dag van behandeling en houden verband met beginnende necrose van de wrat. Laat de patiënt bij aanhoudende of ernstige huidreacties (hevige jeuk, irritatie of branderig gevoel, pijn, erytheem, oedeem, bloeding) contact opnemen; mogelijk moet de concentratie van het collodium worden verlaagd. Zie voor meer informatie de rubriek Bijwerkingen.
Hulpstoffen: De oplossingen bevatten ethanol en ether en zijn ontvlambaar; vermijd contact met open vuur.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vermijd contact met de ogen (via de handen) wegens zeer ernstige irritatie; bij contact direct en langdurig spoelen met water. Niet toepassen op slijmvliezen/inwendige wratten (incl. vagina, urethra en anus), omringend gezond weefsel, open wonden, een beschadigde en/of ontstoken huid. Contact met het omringende gezonde weefsel vermijden, door de gezonde huid te beschermen met vaseline of zinkoxidezalf.
Niet toepassen onder occlusie (bv. pleister). De applicatievloeistof na toediening goed laten drogen; dit geldt vooral voor condylomata die gelokaliseerd zijn onder het praeputium ter preventie van 'smetten'.
Milde huidreacties zoals erytheem, jeuk, irritatie (meestal branderig gevoel) en pijn kunnen optreden op de tweede of derde dag van behandeling en houden verband met beginnende necrose van de wrat. Bij hevige huidreacties (zoals bloedingen, zwelling en hevige pijn of irritatie) de behandeling staken en het behandelde oppervlak wassen met water en milde zeep. Laat de patiënt bij hevige huidreacties contact opnemen.
Vermijd seksueel contact tijdens de behandelperiode en totdat de wratten verdwenen zijn. Indien dit niet mogelijk is de applicatievloeistof of crème voorafgaand aan seksueel contact verwijderen om lokale irritatie te voorkomen en een condoom gebruiken totdat alle wratten verdwenen zijn.
Bij kinderen zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Alle indicaties: Wees voorzichtig bij immuungecompromitteerde patiënten (geen ervaring), bij gebruik van immunosuppressieve medicatie en verder bij auto-immuunziekten of orgaantransplantaties; hierbij het voordeel van de behandeling afwegen tegen het risico van potentiële verergering van de auto-immuunziekte c.q. het ontstaan van afstotingsreacties. Vermijd contact met de ogen, lippen en neusgaten. Aanbrengen op beschadigde huid kan leiden tot verhoogde systemische absorptie. Niet toepassen onder occlusie. Exacerbaties van inflammatoire huidaandoeningen kunnen optreden. Na eerdere medicamenteuze of operatieve behandeling, imiquimod pas toepassen als het betrokken huidgebied is genezen. Lokale huidreacties kunnen te maken hebben met de stimulatie van een lokale immuunrespons; er is een verband tussen de complete 'clearance rate' van sBCC's en actinische keratose-laesies en de intensiteit van lokale huidreacties (bv. erytheem). Hevige, lokale ontstekingsreactie met vochtverlies via de huid en huiderosie kunnen optreden. Deze kunnen gepaard gaan met of volgen op griepachtige verschijnselen en symptomen zoals malaise, koorts, misselijkheid, spierpijn en stijfheid. Bij het optreden van ernstige lokale huidreacties tijdens de behandeling een rustpauze van enkele dagen overwegen en behandeling weer voortzetten als de huidreactie is afgenomen of een dosisaanpassing overwegen. Het behandelde huidoppervlak niet aan (natuurlijk of kunstmatig) zonlicht blootstellen De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet vastgesteld. Bij kinderen met molluscum contagiosum is de behandeling met imiquimod ineffectief gebleken.
Genitale en peri-anale wratten: Wees voorzichtig bij behandelen van niet-besneden mannelijke patiënten met wratten rond of onder de voorhuid. Bij achterwege blijven van de voorhuidhygiëne kan ernstige phimosis en strictuurvorming optreden; uitsluitend gebruiken bij het dagelijks toepassen van de voorhuidhygiëne. Bij de eerste tekenen van een strictuur zoals lokale huidreacties (erosie, zweren, oedeem, verharding) en toenemende moeite met het terugschuiven van de voorhuid, de behandeling onmiddellijk staken. Imiquimod niet toepassen bij inwendige genitale wratten (urethrale, intravaginale, cervicale, rectale of intra-anale wratten) of op open zweren of wonden. Lokale huidreacties (erytheem, erosie, excoriatie, oedeem, induratie, ulceratie, korstvorming en vesikelvorming) kunnen optreden. Bij het optreden van onverdraaglijke huidreacties, crème verwijderen en behandelde huidgebied met milde zeep en water wassen. Bij vermindering van de huidreactie behandeling hervatten. Ernstige lokale reacties aan de (opening van de) urinebuis leidend tot problemen bij de urinelozing zijn in zeldzame gevallen gemeld bij vrouwen. Crème van de huid verwijderen voordat seksueel contact plaatsvindt. Imiquimod-crème kan de betrouwbaarheid van condooms en pessaria verminderen. Bij hiv-positieve patiënten is imiquimod minder effectief. Behandeling niet herhalen bij immuungecompromitteerde patiënten.
sBCC: Niet toepassen bij sBCC's binnen één centimeter van de oogleden, neus, lippen of haarlijn. Er is geen ervaring bij immuungecompromitteerde patiënten. Er is geen ervaring met behandeling bij een recidief en eerder behandeld sBCC; niet gebruiken bij eerder behandelde sBCC's. Grote BCC's (> 7,25 cm²) reageren waarschijnlijk minder op de behandeling. Bij ernstige lokale huidreacties de behandeling enkele dagen staken en hervatten na vermindering van de huidreactie.
Actinische keratose: Imiquimod is niet onderzocht bij laesies op de oogleden, oren, het lippenrood of aan de binnenzijde van de neusgaten. Niet toepassen bij actinische keratose-laesies met duidelijke hyperkeratose of hypertrofie zoals bij huidhoorn of op andere locaties dan het gelaat en de hoofdhuid. Er zijn geen gegevens beschikbaar over herhaalde behandeling van actinische keratose die is verdwenen na een of twee (Aldara) of twee (Zyclara) behandelcycli en vervolgens weer verschijnt.
Onderzoeksgegevens: Wees voorzichtig bij patiënten met hart-, lever- of nierinsufficiëntie vanwege het ontbreken van gegevens; nauwlettende controle is vereist.
Overdosering
Symptomen
Bij lokale overdosering kunnen systemische effecten optreden, zoals beenmergdepressie, tachycardie, hypotensie, ademhalingsinsufficiëntie en neurologische verschijnselen.
Neem voor informatie over een vergiftiging door podofylline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Na accidentele orale inname of na lokale overdosering op relatief grote oppervlakken: misselijkheid, braken diarree, tachycardie, hypotensie, tachypneu, duizeligheid, stupor, coma, perifere neuropathie en beenmergsuppressie.
Neem voor informatie over een vergiftiging door podofyllotoxine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Purine (guanine) nucleoside-analogon. Antivirale stof met in vitro grote selectieve werkzaamheid tegen herpes-simplex-virus, type 1 en 2 en het varicella-zostervirus. Aciclovir wordt in de cel omgezet in aciclovirmonofosfaat door virus-geïnduceerd thymidinekinase. Dit aciclovirmonofosfaat wordt door cellulaire enzymen verder omgezet tot het actieve aciclovirtrifosfaat. Aciclovirtrifosfaat remt competitief het virale DNA-polymerase en voorkomt verdere virale DNA-synthese met als gevolg blokkade van de vermenigvuldiging van het virus.
Werking bij herpes simplex-keratitis: na aanvang meestal < 5 dagen duidelijk herstel; m.n. een eerste dendritische keratitis reageert over het algemeen zeer goed op aciclovir.
Kinetische gegevens
Resorptie | Penetreert snel in het hoornvliesepitheel en de oppervlakkige oogweefsels. Na aanbrengen niet detecteerbaar in het bloed. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Sinecatechins is een (droog) extract van groene theebladeren. Niet–klinisch onderzoek heeft aangetoond dat het de groei van geactiveerde keratinocyten remt en een lokaal antioxiderend effect heeft.
Kinetische gegevens
Resorptie | De sporadisch gemeten systemische blootstelling na lokale toediening, ligt ruim onder de gemeten systemische blootstelling die gevonden wordt na orale consumptie van ca. 1 kop groene thee. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Podofylline is een hars, gewonnen uit de plantensoort Podophyllum peltatum. Het belangrijkste werkzame bestanddeel is podofyllotoxine. Het heeft een sterk antimitotische en cytolytische werking, waardoor necrose van de condylomata optreedt. Na 4–6 weken is over het algemeen driekwart van de wratten verdwenen. Bij ca. 50 % van de patiënten zijn na 4 weken alle wratten verdwenen, echter deze kunnen ook weer recidiveren na verloop van tijd.
Kinetische gegevens
Resorptie | Wordt geabsorbeerd door de huid. Absorptie is hoger bij gebruik op bloedende wratten, beschadigde huid, op slijmvliezen, bij langdurig gebruik en bij toepassing op grote oppervlakken. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Podofyllotoxine is het werkzame bestanddeel van podofylline(hars), dat uit plantenextracten wordt bereid. Het heeft een sterke antimitotische en cytolytische werking, waardoor necrose van de behandelde condylomata acuminata optreedt.
Kinetische gegevens
Resorptie | gering na lokale toepassing. |
T 1/2el | 1–4,5 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Imiquimod is een immunomodulerende stof die na cutane toepassing een lokale immuunrespons induceert. In diermodellen vertoont het antivirale en antitumoreffecten, voornamelijk via inductie van interferon α en andere cytokinen.
Bij anogenitale wratten activeert imiquimod lokaal de cellulaire immuniteit waardoor de klaring van het virus wordt versneld. Kleine en nieuwe wratten reageren beter op behandeling dan oudere en grotere hyperkeratotische wratten.
Kinetische gegevens
Resorptie | < 0,9%. Bij kinderen van 6–12 jaar is de absorptie vergelijkbaar, bij kinderen van 2–5 jaar hoger dan bij volwassenen. |
Eliminatie | onveranderd en snel met de urine (ca. 75%) en de feces (ca. 25%). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
aciclovir (bij ooginfectie) hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.
Groepsinformatie
sinecatechins hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.
Groepsinformatie
podofylline hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.
Groepsinformatie
podofyllotoxine hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.
Groepsinformatie
imiquimod hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.