Samenstelling
Aciclovir oogzalf Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Oogzalf (3%)
- Sterkte
- 30 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 4,5 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Veregen Will-Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Sterkte
- 100 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 15 g
Bevat per g: 100 mg droog extract uit Camellia sinensis (L.) O. Kuntze, blad (groenetheeblad). Een hoeveelheid van 100 mg (droog) extract komt overeen met 55–72 mg (-)epigallocatechinegallaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Condyline Karo Pharma AB
- Toedieningsvorm
- Applicatievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 3,5 ml
Wartec Phoenix labs
- Toedieningsvorm
- Crème
- Sterkte
- 1,5 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 5 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Podofylline Collodium FNA XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Collodium (5%)
- Sterkte
- 50 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 10 g
- Toedieningsvorm
- Collodium (20%)
- Sterkte
- 200 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 10 g
- Toedieningsvorm
- Collodium (25%)
- Sterkte
- 250 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 10 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Zovirax Duo XGVS OTC GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Crème
- Verpakkingsvorm
- 2 g
Bevat per g: aciclovir 50 mg, hydrocortison 10 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een epitheliale herpes-simplexviruskeratitis is aciclovir-oogzalf aangewezen. Zie voor meer informatie de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017).
Offlabel: Bij een herpes-simplexvirusconjunctivitis is aciclovir-oogzalf aangewezen.
Advies
Maak bij anogenitale wratten i.o.m. patiënt de afweging tussen thuisbehandeling of behandeling door een arts. Bij thuisbehandeling gaat de voorkeur uit naar lokale applicatie van podofyllotoxine, tweede en derde keus zijn respectievelijk imiquimod en sinecatechins. Zie verder Seksueel overdraagbare aandoeningen
Advies
Maak bij anogenitale wratten i.o.m. patiënt de afweging tussen thuisbehandeling of behandeling door een arts. Bij thuisbehandeling gaat de voorkeur uit naar lokale applicatie van podofyllotoxine, tweede en derde keus zijn respectievelijk imiquimod en sinecatechins. Zie verder Seksueel overdraagbare aandoeningen.
Advies
Het gebruik van podofylline bij anogenitale wratten wordt afgeraden gezien de bijwerkingen en de instabiliteit van de werkzame stof. Zie Seksueel overdraagbare aandoeningen voor de juiste behandeling van anogenitale wratten.
Advies
Een cutane herpesinfectie verloopt in het algemeen niet ernstig en geneest meestal spontaan. Doorgaans kan volstaan worden met lokale behandeling met een indifferent middel met zinkoxide of zinksulfaat (eventueel met lidocaïne). Geef bij pijn paracetamol. Start bij acute herpes zoster neuralgie laagdrempelig met amitriptyline (bij ouderen nortriptyline). Orale antivirale behandeling met een nucleoside-analogon (aciclovir, famciclovir of valaciclovir) komt bij de herpesinfecties alleen in bepaalde situaties in aanmerking. Gezien het gebruiksgemak en de kosten gaat de voorkeur in het algemeen uit naar valaciclovir. De antivirale behandeling is slechts zinvol indien gestart binnen een bepaalde termijn na het verschijnen van de eerste symptomen. De lengte van deze termijn hangt af van het type infectie (herpes simplex of zoster, primo-infectie of recidief) en de immuunstatus van de patiënt.
Dit middel komt niet voor in de meest recente Nederlandse richtlijnen voor de behandeling van herpes labialis.
Indicaties
- Herpes simplex-keratitis.
- Offlabel: Herpes simplex-(blefaro)conjunctivitis.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Uitwendige genitale en perianale wratten (condylomata acuminata) bij immunocompetente volwassenen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Uitwendige condylomata acuminata (anogenitale wratten).
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Uitwendige condylomata acuminata (anogenitale wratten).
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van vroegtijdige tekenen en symptomen van recidiverende herpes labialis, om de progressie van koortsblaasjes tot ulceratieve laesies bij immunocompetente volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar te verminderen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Herpes simplex-keratitis
Volwassenen en kinderen
1 cm zalf 5×/dag met tussenpozen van 4 uur aanbrengen in de onderste conjunctivaalzak. De behandeling ten minste tot 3 dagen na volledige genezing voortzetten.
Volgens de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017): 1 cm zalf 5×/dag met tussenpozen van 4 uur aanbrengen in de onderste conjunctivaalzak, ook zalf inmasseren in eventuele blaasjes op de ooglidranden. Aanbrengen tot een week nádat de (met fluoresceïne aankleurende) cornea-afwijkingen volledig zijn verdwenen; max. 2 weken gebruiken vanwege cornea-epitheeltoxiciteit. Noteer bij start van de behandeling de grootte van de dendriet. Controleer na 1 dag en vervolgens elke 2 dagen visus, cornea-epitheel en cornea-stroma.
Offlabel: Herpes simplex-(blefaro)conjunctivitis:
Volwassenen en kinderen:
Volgens de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017): 1 cm zalf 5×/dag met tussenpozen van 4 uur aanbrengen in de onderste conjunctivaalzak, ook zalf inmasseren in eventuele blaasjes op de ooglidranden. Aanbrengen tot ten minste 3 dagen ná volledige genezing; max. 2 weken gebruiken vanwege cornea-epitheeltoxiciteit. Controleer de cornea om de drie dagen (middels fluoresceïnekleuring) en informeer naar het ontstaan van alarmsymptomen. Laat patiënt contact opnemen bij alarmsymptomen; verwijs naar de oogarts indien ondanks behandeling een keratitis ontstaat.
Doseringen
Uitwendige genitale en perianale wratten
Volwassenen
3×/dag max. 250 mg zalf in totaal per keer (overeenkomend met ½ cm zalf) verdeeld over alle uitwendige genitale en perianale wratten aanbrengen, zachtjes deppend met de vingers, waarbij een dun laagje zalf op de wratten achterblijft. Het is niet nodig zalf van de te behandelen wrat te verwijderen voordat de volgende laag wordt aangebracht. De behandeling voortzetten tot alle wratten volledig verdwenen zijn, echter niet langer dan 16 weken achtereenvolgens.
Verminderde leverfunctie: niet gebruiken bij een ernstige leverfunctiestoornis vanwege onvoldoende veiligheidsgegevens.
Vergeten dosis: deze niet inhalen, maar doorgaan met het normale behandelschema.
Toediening
- Vermijd contact met de ogen via de handen;
- Niet toepassen op slijmvliezen (incl. vagina, urethra en anus), open wonden, een beschadigde en/of ontstoken huid;
- Niet toepassen onder occlusie;
- Na aanbrengen de handen wassen;
- Zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen voor meer toedieningsinformatie bij vrouwen met wratten rond de vulva en mannen met wratten onder de voorhuid.
Doseringen
Volgens de NHG-Standaard Het soa-consult (2023): De podofyllotoxine-oplossing is geschikt voor de behandeling van wratten op de penis. Bij wratten op de vulva en anus is behandeling met de crème geschikter.
Uitwendige condylomata acuminata
Volwassenen
Applicatievloeistof: 2×/dag op elke wrat gedurende 3 opeenvolgende dagen per week aanbrengen met de bijgeleverde applicator, de volgende 4 dagen stoppen. Eventueel kan de kuur iedere week worden herhaald totdat de wratten zijn verdwenen, maximaal gedurende 5 opeenvolgende weken. De applicatievloeistof na aanbrengen goed laten drogen, vooral bij condylomata die gelokaliseerd zijn onder het praeputium. Niet aanbrengen op relatief grote oppervlakken.
Crème: 2×/dag op elke wrat (en wel zodat deze net bedekt zijn) gedurende 3 opeenvolgende dagen per week aanbrengen, de volgende 4 dagen stoppen. Eventueel kan de kuur iedere week worden herhaald totdat de wratten zijn verdwenen, maximaal gedurende 4 opeenvolgende weken. Aanbrengen op oppervlakken groter dan 4 cm² vermijden, of indien toch noodzakelijk, uitsluitend onder direct medisch toezicht.
Toediening
- Was vóór toepassing de aangedane huid met water en zeep en droog goed af;
- Breng op de omringende huid (en slijmvliezen) vaseline of zinkoxidezalf aan;
- Niet toepassen onder occlusie (bv. pleister);
- Was de handen zorgvuldig na toepassing van de crème;
- Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Doseringen
Let op: De oplossing bevat ethanol en ether en zijn ontvlambaar; vermijd contact met open vuur.
Condylomata acuminata
Volwassenen
Collodium 5%, 20% en 25%: 1×/week door de arts aan te brengen, zo nodig gedurende 3–6 weken. Na 1–4 uur de collodium afwassen met water en zeep of met alcohol. Na 4 weken eventueel de applicatietijd verlengen tot 6 uur. Collodium 20% en 25%: max. 0,5 ml/keer aanbrengen en max. 10 cm²/keer behandelen. Bij behandeling van grote oppervlakken (> 10 cm²) alleen de collodium 5% gebruiken; zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Toediening
- Was vóór toepassing de aangedane huid met water en zeep en droog goed af;
- Breng op de omringende huid (en slijmvliezen) vaseline of zinkoxidezalf aan;
- Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Doseringen
Recidiverende herpes labialis
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
Zo spoedig mogelijk na de eerste tekenen van infectie: 5×/dag (met tussenpozen van ca. 3–4 uur, m.u.v. nachtdosering) aanbrengen op de aangedane plekjes op de lippen, met inbegrip van de buitenranden van de laesies, gedurende 5 dagen. Laat de patiënt contact opnemen als 5 dagen na beëindigen van de behandeling de laesies nog aanwezig zijn.
Toediening
- Was vóór en na gebruik de handen of gebruik een vingercondoom.
- Crème voorzichtig op de laesies aanbrengen en niet uitsmeren, om verspreiding van het virus te voorkomen.
- Contact met slijmvliezen zoals in de mond of het oog vermijden.
- Niet gebruiken in combinatie met afsluitende verbandmiddelen, zoals pleisters of gespecialiseerde koortslippleisters.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10% ): oppervlakkige keratitis punctata; hiervoor is stoppen met de behandeling niet noodzakelijk en de aandoening geneest zonder gevolgen.
Vaak (1-10%): direct na toediening milde prikkeling of licht stekend gevoel van het oog, conjunctivitis.
Zelden (0,01-0,1%): blefaritis.
Zeer zelden (< 0,01%): directe overgevoeligheidsreacties inclusief angio-oedeem en urticaria.
Bijwerkingen
Lokaal: Zeer vaak (> 10%): huidirritatie, pijn, jeuk, branderig gevoel, roodheid, oedeem, zweervorming, blaasjes, induratie; lichte lokale reacties horen na een aantal weken af te nemen.
Lichte lokale huidreacties zoals erytheem, jeuk, irritatie (meestal branderig gevoel), pijn en oedeem op de toedieningsplaats zijn gerelateerd aan de werking, komen zeer vaak voor en zijn geen reden om de behandeling te staken. Deze bijwerkingen horen na de eerste weken van behandeling af te nemen
Vaak (1–10%): lokale reacties zoals afscheiding, zwelling, bloedingen, exfoliatie, fimose.
Soms (0,1–1%): overgevoeligheid, hyperesthesie, anesthesie, dyspareunie, droogheid, verkleuring, erosie, fissuur, litteken, knobbel, pustels, papels, (papuleuze) uitslag, eczeem, dermatitis, lokale necrose, urethritis, vaginale candidiasis, vulvovaginitis, balanitis, lokale infecties (genitale herpesinfectie, stafylokokkeninfectie), dysurie, pollakisurie, mictie-urgentie.
Systemisch: Vaak (1-10%): inguinale lymfadenitis of lymfadenopathie.
Bijwerkingen treden vaker op onder occlusie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): lokale irritatie (jeuk, branderig gevoel, roodheid), huiderosie.
Verder zijn gemeld: pijn, droogheid, overgevoeligheidsreactie, huidverkleuring, zwelling, blaar, oppervlakkige ulceratie, schaafwond, wondsecretie, bloeding, korstvorming. Oedeem en balanopostitis (vooral bij grote wratten in de preputiumholte).
Lokale irritatie kan optreden, vooral op de tweede of derde dag en houdt verband met beginnende necrose van de wrat; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): lokaal op of rond de wratten: jeuk, branderig gevoel, irritatie (meestal voorbijgaand enkele minuten na aanbrengen). Erytheem, pijn; meestal op de tweede of derde dag van behandeling en verband houdend met beginnende wratnecrose. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Soms (0,1-1%): bloeding en oedeem. Ulceratie op en rond de wrat, soms gepaard gaande met oedeem, ontsteking of (mogelijk irreversibele) verkleuring. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): droge huid of schilfering.
Soms (0,1-1%): voorbijgaand brandend, tintelend of prikkelend gevoel na aanbrengen, jeuk.
Zelden (0,01-0,1%): erytheem, pigmentatieveranderingen, contacteczeem (na aanbrengen onder een occlusief verband, meestal veroorzaakt door hydrocortison of hulpstoffen). Lokale uitslag of irritatie, met jeuk en branderigheid.
Zeer zelden (< 0,01%): onmiddellijke overgevoeligheidsreacties, inclusief angio-oedeem.
Verder is gemeld: wazig zien.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Interacties
Niet gelijktijdig gebruiken met immunomodulatoire geneesmiddelen, aangezien dit niet is onderzocht.
Vermijd gelijktijdig gebruik met andere lokale behandelingen in hetzelfde gebied. Vermijd therapeutische zitbaden.
Vermijd gelijktijdig gebruik van voedingssupplementen met hoge doses groene thee-extract.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met podofylline collodium is gecontra-indiceerd in verband met mogelijke toxiciteitverschijnselen.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met podofyllotoxinepreparaten is gecontra-indiceerd in verband met mogelijke toxiciteitverschijnselen.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens zijn bij gebruik van oraal aciclovir tijdens een groot aantal zwangerschappen geen schadelijke effecten gezien.
Farmacologisch effect: De systemische blootstelling aan aciclovir na gebruik van de oogzalf is laag.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onbekend, bij dieren schadelijk gebleken na hoge doseringen. De sporadisch gemeten systemische blootstelling aan epigallocatechinegallaat na lokale toediening, ligt ruim onder de gemeten systemische blootstelling die gevonden wordt na orale consumptie van ca. 1 kop groene thee.
Advies: De fabrikant adviseert desondanks uit voorzorg gebruik te ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens in enkele gevallen schadelijk gebleken na lokaal gebruik van zeer grote hoeveelheden. Gezien de antimitotische (embryotoxische) eigenschappen van podofyllotoxine en de systemische blootstelling (m.n. bij behandeling van grote oppervlakken of open condylomata) zijn schadelijke effecten bij de foetus niet uit te sluiten.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptie toe te passen tijdens de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens in enkele gevallen schadelijk gebleken na lokaal gebruik van zeer grote hoeveelheden podofyllotoxine. Gezien de antimitotische (embryotoxische) eigenschappen van podofyllotoxine en de systemische blootstelling (m.n. bij behandeling van een groter oppervlak of open condylomata) zijn schadelijke effecten bij de foetus niet uit te sluiten.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens met lokaal gebruik van aciclovir en hydrocortison laat geen schadelijke effecten zien. Bij lokaal gebruik van dermate kleine oppervlakken is de absorptie gering en de systemische blootstelling zeer laag.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Er zijn geen nadelige effecten op de zuigeling gemeld bij oraal gebruik van aciclovir door de moeder. Het is onwaarschijnlijk dat bij lokale toediening bij de moeder werkzame hoeveelheden de zuigeling bereiken.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, maar detecteerbare hoeveelheden in de moedermelk zijn onwaarschijnlijk door de minimale systemische absorptie. Zie ook de rubriek Kinetische gegevens.
Advies: kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Intensief gebruik (grote hoeveelheid, op een groot oppervlak en gedurende langere tijd) van podofyllotoxine kan leiden tot significante systemische opname bij de moeder en het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling. Bij beperkt gebruik (klein oppervlak, kortdurend) is het onwaarschijnlijk dat nadelige effecten bij de zuigeling zullen optreden.
Advies: Bij intensief gebruik (grotere hoeveelheid, op een groter oppervlak en gedurende langere tijd) wordt het geven van borstvoeding ontraden. Bij beperkt gebruik (kortdurend en op een klein oppervlak) waarschijnlijk veilig.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij juist gebruik op kleine oppervlakken is de absorptie bij de moeder beperkt en treden waarschijnlijk geen nadelige effecten op bij de zuigeling. Intensief en/of onjuist gebruik kan leiden tot significante systemische opname bij de moeder. Risico voor de zuigeling kan dan niet worden uitgesloten.
Advies: Bij beperkt gebruik waarschijnlijk veilig. Bij toepassing op een groter oppervlak het gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Aciclovir: ja, in zeer kleine hoeveelheden. Hydrocortison: onbekend.
Farmacologisch effect: Bij beperkt lokaal gebruik is de absorptie via de huid gering en de systemische blootstelling bij de moeder zeer laag. Een effect bij de zuigeling is daarom zeer onwaarschijnlijk.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor (val)aciclovir.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- bloedende wratten;
- wratten op slijmvliezen/inwendige wratten (incl. vagina, urethra en anus);
- beschadigde huid, open wonden;
- moedervlekken;
- kinderen.
Zie voor meer contra-indicaties ook onder de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- bloedende wratten;
- wratten op slijmvliezen van het inwendige anogenitale gebied (waaronder vagina, urethra en anus);
- beschadigde huid, open wonden.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- huidlaesies veroorzaakt door bacteriële, virale (anders dan het herpes simplexvirus) , parasitaire en schimmelinfecties;
- overgevoeligheid voor corticosteroïden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Informeer patiënt bij de start van de behandeling dat aciclovir-oogzalf vaak na tien dagen wat gaat irriteren, maar bij herpes simplex-keratitis toch gebruikt moet worden tot een week nadat de cornea-afwijkingen zijn verdwenen. Bij herpes simplex-conjunctivitis is gebruik tot ten minste 3 dagen na volledige genezing noodzakelijk.
Doorverwijzing oogarts: een HSV-keratitis kan recidiveren (met een groter risico op stroma-aantasting); laat de patiënt contact op nemen zodra een recidief wordt herkend om antivirale behandeling te beginnen en te verwijzen naar een oogarts. Verwijs ook bij stroma-aantasting, bij contactlensdragers vanwege meer risico op complicaties, bij visusvermindering en bij uitbreiding van klachten tijdens behandeling met de aciclovir-oogzalf. Visusvermindering kan duiden op aantasting van andere structuren dan het oppervlakkige cornea-epitheel (zoals corneastroma, uvea of oogzenuw).
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening:
- Algemeen: vermijd contact met ogen via de handen. Niet toepassen op slijmvliezen/inwendige wratten (incl. vagina, urethra en anus), open wonden, een beschadigde en/of ontstoken huid. Niet toepassen onder occlusie. Niet gebruiken totdat de huid volledig hersteld is van een operatieve of medicamenteuze behandeling.
- Bij vrouwen met wratten rond de vulva: zalf zeer zorgvuldig aanbrengen, aangezien in dit gebied vaker ernstige lokale reacties optreden; indien per abuis zalf in de vagina is aangebracht, de vagina direct met warm water en milde zeep reinigen. Tampons inbrengen vóór gebruik van de zalf.
- Bij mannen met wratten onder de voorhuid: de voorhuid terugtrekken en het gebied dagelijks schoonmaken om fimose te voorkomen. Bij eerste tekenen van fimose (bv. zweervorming, verharding, of steeds moeilijker kunnen terugtrekken van de voorhuid) de behandeling staken.
Gebruik barrièremiddelen na afwassen zalf: tijdens geslachtsgemeenschap condooms/pessaria gebruiken totdat alle wratten volledig verdwenen zijn, aangezien de zalf het humaan papillomavirus niet doodt en de overdracht ervan niet voorkomt. Voorafgaand aan seksueel contact de zalf met water verwijderen, omdat de zalf condooms en pessaria kan aantasten; aanvullende anticonceptiemethoden daarbij overwegen. Het is wenselijk de seksuele partner mee te behandelen om herinfectie te voorkomen.
Het behandelde gebied niet blootstellen aan zonlicht of UV–straling.
Indien ernstige lokale huidreacties optreden die een onacceptabel ongemak veroorzaken, in ernst toenemen of met een reactie van de lymfeklieren worden geassocieerd, de behandeling onderbreken; de behandeling kan worden hervat indien deze reacties zijn afgenomen. Bij het optreden van een lokale vesiculeuze reactie een herpesinfectie uitsluiten.
Lichte lokale huidreacties zoals erytheem, jeuk, irritatie (meestal branderig gevoel), pijn en oedeem op de toedieningsplaats zijn gerelateerd aan de werking, komen zeer vaak voor en zijn geen reden om de behandeling te staken. Deze bijwerkingen horen na de eerste weken van behandeling af te nemen.
Bij het optreden van overgevoeligheidsreacties de behandeling staken.
Tijdens de behandeling kunnen nieuwe wratten ontstaan.
De zalf laat vlekken achter op kleding en beddengoed.
Onderzoeksgegevens: er zijn onvoldoende gegevens over de veiligheid bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis. De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld voor een behandelduur van > 16 weken, voor meervoudige behandelingen en voor het gebruik bij ouderen en kinderen. De zalf is niet onderzocht voor de behandeling van urethrale, intravaginale, cervicale, rectale of intra–anale wratten en mag niet worden toegepast bij deze aandoeningen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vermijd contact met de ogen (via de handen) wegens zeer ernstige irritatie; bij contact direct en langdurig spoelen met water. Niet toepassen op slijmvliezen/inwendige wratten (incl. vagina, urethra en anus), omringend gezond weefsel, open wonden, een beschadigde en/of ontstoken huid. Contact met het omringende gezonde weefsel vermijden, door de gezonde huid te beschermen met vaseline of zinkoxidezalf.
Niet toepassen onder occlusie (bv. pleister). De applicatievloeistof na toediening goed laten drogen; dit geldt vooral voor condylomata die gelokaliseerd zijn onder het praeputium ter preventie van 'smetten'.
Milde huidreacties zoals erytheem, jeuk, irritatie (meestal branderig gevoel) en pijn kunnen optreden op de tweede of derde dag van behandeling en houden verband met beginnende necrose van de wrat. Bij hevige huidreacties (zoals bloedingen, zwelling en hevige pijn of irritatie) de behandeling staken en het behandelde oppervlak wassen met water en milde zeep. Laat de patiënt bij hevige huidreacties contact opnemen.
Vermijd seksueel contact tijdens de behandelperiode en totdat de wratten verdwenen zijn. Indien dit niet mogelijk is de applicatievloeistof of crème voorafgaand aan seksueel contact verwijderen om lokale irritatie te voorkomen en een condoom gebruiken totdat alle wratten verdwenen zijn.
Bij kinderen zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vermijd contact met de ogen (via de handen) wegens zeer ernstige irritatie; bij contact direct en langdurig spoelen met water. Vermijd tevens contact met slijmvliezen/inwendige wratten (incl. vagina, urethra en anus) of nabij wondjes. Contact met het omringende gezonde weefsel vermijden, door de gezonde huid te beschermen met vaseline of zinkoxidezalf.
Niet aanbrengen op relatief grote oppervlakken, slijmvliezen of beschadigde huid, gezien de mogelijke ernstige systemische effecten; zie ook de rubriek Overdosering.
Huidreacties zoals erytheem en pijn kunnen optreden op de tweede of derde dag van behandeling en houden verband met beginnende necrose van de wrat. Laat de patiënt bij aanhoudende of ernstige huidreacties (hevige jeuk, irritatie of branderig gevoel, pijn, erytheem, oedeem, bloeding) contact opnemen; mogelijk moet de concentratie van het collodium worden verlaagd. Zie voor meer informatie de rubriek Bijwerkingen.
Hulpstoffen: De oplossingen bevatten ethanol en ether en zijn ontvlambaar; vermijd contact met open vuur.
Waarschuwingen en voorzorgen
Aciclovir/hydrocortisoncrème niet gebruiken bij:
- genitale herpes;
- immuungecompromitteerde patiënten, vanwege mogelijke pseudo-opportunistische infecties of geneesmiddelresistente stammen die systemische antivirale therapie vereisen. Overleg bij immuungecompromitteerde patiënten met de behandelend specialist over de gewenste behandeling en preventie.
Bij ernstige recidiverende herpes labialis andere onderliggende aandoeningen uitsluiten.
Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie (voor hydrocortison of hulpstoffen) wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het eventueel veroorzakende hydrocortison de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreacties indien de laesie niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. De behandeling staken als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.
Zie voor de niet-medicamenteuze adviezen ten aanzien van het voorkómen van virusverspreiding het stappenplan Herpes simplex/labialis in Huidinfectie, herpes virus.
Onderzoeksgegevens: er zijn geen gegevens over aciclovir/hydrocortisoncrème bij de behandeling van herpes labialis met gelijktijdig aanwezige dermatitis van andere oorsprong. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 12 jaar zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Symptomen
Na accidentele orale inname of na lokale overdosering op relatief grote oppervlakken: misselijkheid, braken diarree, tachycardie, hypotensie, tachypneu, duizeligheid, stupor, coma, perifere neuropathie en beenmergsuppressie.
Neem voor informatie over een vergiftiging door podofyllotoxine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Bij lokale overdosering kunnen systemische effecten optreden, zoals beenmergdepressie, tachycardie, hypotensie, ademhalingsinsufficiëntie en neurologische verschijnselen.
Neem voor informatie over een vergiftiging door podofylline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Purine (guanine) nucleoside-analogon. Antivirale stof met in vitro grote selectieve werkzaamheid tegen herpes-simplex-virus, type 1 en 2 en het varicella-zostervirus. Aciclovir wordt in de cel omgezet in aciclovirmonofosfaat door virus-geïnduceerd thymidinekinase. Dit aciclovirmonofosfaat wordt door cellulaire enzymen verder omgezet tot het actieve aciclovirtrifosfaat. Aciclovirtrifosfaat remt competitief het virale DNA-polymerase en voorkomt verdere virale DNA-synthese met als gevolg blokkade van de vermenigvuldiging van het virus.
Werking bij herpes simplex-keratitis: na aanvang meestal < 5 dagen duidelijk herstel; m.n. een eerste dendritische keratitis reageert over het algemeen zeer goed op aciclovir.
Kinetische gegevens
Resorptie | Penetreert snel in het hoornvliesepitheel en de oppervlakkige oogweefsels. Na aanbrengen niet detecteerbaar in het bloed. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Sinecatechins is een (droog) extract van groene theebladeren. Niet–klinisch onderzoek heeft aangetoond dat het de groei van geactiveerde keratinocyten remt en een lokaal antioxiderend effect heeft.
Kinetische gegevens
Resorptie | De sporadisch gemeten systemische blootstelling na lokale toediening, ligt ruim onder de gemeten systemische blootstelling die gevonden wordt na orale consumptie van ca. 1 kop groene thee. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Podofyllotoxine is het werkzame bestanddeel van podofylline(hars), dat uit plantenextracten wordt bereid. Het heeft een sterke antimitotische en cytolytische werking, waardoor necrose van de behandelde condylomata acuminata optreedt.
Kinetische gegevens
Resorptie | gering na lokale toepassing. |
T 1/2el | 1–4,5 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Podofylline is een hars, gewonnen uit de plantensoort Podophyllum peltatum. Het belangrijkste werkzame bestanddeel is podofyllotoxine. Het heeft een sterk antimitotische en cytolytische werking, waardoor necrose van de condylomata optreedt. Na 4–6 weken is over het algemeen driekwart van de wratten verdwenen. Bij ca. 50 % van de patiënten zijn na 4 weken alle wratten verdwenen, echter deze kunnen ook weer recidiveren na verloop van tijd.
Kinetische gegevens
Resorptie | Wordt geabsorbeerd door de huid. Absorptie is hoger bij gebruik op bloedende wratten, beschadigde huid, op slijmvliezen, bij langdurig gebruik en bij toepassing op grote oppervlakken. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Aciclovir is een purine (guanine) nucleoside-analogon. Het is een antivirale stof met in vitro grote selectieve werkzaamheid tegen herpes-simplex-virus type 1 en 2. Aciclovir wordt in de cel omgezet in aciclovirmonofosfaat door virus-geïnduceerd thymidinekinase. Dit aciclovirmonofosfaat wordt door cellulaire enzymen verder omgezet tot het actieve aciclovirtrifosfaat. Aciclovirtrifosfaat remt competitief het virale DNA-polymerase en voorkomt verdere virale DNA-synthese met als gevolg blokkade van de vermenigvuldiging van het virus.
Hydrocortison is een zwakwerkend corticosteroïd; klasse 1. Het onderdrukt de lokale inflammatoire respons in de lip, waardoor lokale ontstekingsverschijnselen verminderen.
Kinetische gegevens
Resorptie | Aciclovir: gering. Hydrocortison: ca. 1–3 % via de intacte huid. Bij een eczemateuze of ernstig ontstoken huid is de absorptie 2× resp. 5× zo groot. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
aciclovir (bij ooginfectie) hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.
Groepsinformatie
sinecatechins hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.
Groepsinformatie
podofyllotoxine hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.
Groepsinformatie
podofylline hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.
Groepsinformatie
aciclovir/hydrocortison hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.