Samenstelling
Semprex ACE Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 8 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Fenistil (waterstofmaleaat) GlaxoSmithKline Consumer Healthcare bv
- Toedieningsvorm
- Druppelvloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 20 ml
Conserveermiddel: benzoëzuur. Bevat tevens: propyleenglycol (100 mg/ml).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Bij gebruik van geneesmiddelen is bij incidentele klachten een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) eerste keus vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig ernstige tot ernstige klachten gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke, subcutane immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Bij gebruik van geneesmiddelen is bij incidentele klachten een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) eerste keus vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig ernstige tot ernstige klachten gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke, subcutane immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Vanwege meer kans op sedatie en interacties bij gebruik van een sederend antihistaminicum, gaat de voorkeur uit naar een niet-sederend antihistaminicum. Het gebruik van een sederend antihistaminicum wordt afgeraden.
Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica (zoals dimetindeen) worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.
Op basis van de ernst kan gekozen worden voor een sterker, dan wel zwakker sederend middel. Houd bij de keuze van het antihistaminicum rekening met de halfwaardetijd.
Indicaties
Behandeling van allergische rinitis met inbegrip van hooikoorts.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van allergische aandoeningen die berusten op het vrijkomen van histamine (allergie van het directe type), zoals hooikoorts, niet–seizoengebonden allergische rinitis, urticaria.
Gerelateerde informatie
Dosering
Allergische rinitis, hooikoorts:
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar:
8 mg 3×/dag.
Dosering
1 ml = ca. 20 druppels = 1 mg.
Allergische aandoeningen
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar
60–120 druppels per dag in 3 doses, d.w.z. 20-40 druppels 3×/dag. Bij neiging tot slaperigheid 40 druppels 's avonds en 20 druppels 's morgens.
Kinderen van 1 tot 12 jaar
2 druppels per kilogram lichaamsgewicht per dag in 3 doses.
De druppelvloeistof mag niet worden blootgesteld aan hoge temperaturen: de druppels toevoegen aan lauwe voeding onmiddelijk vóór het voeden of geef ze onverdund op een theelepel.
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Droge keel | - |
---|---|
Dyspneu | - |
Farynxoedeem | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Gezichtsoedeem | - |
---|---|
Vermoeidheid | - |
Huid en onderhuid
Erythema exsudativum multiforme | - |
---|---|
Pruritus | - |
Rash | Zeer zelden |
Urticaria | - |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | Zeer zelden |
---|---|
Overgevoeligheid | Zeer zelden |
Maagdarmstelsel
Droge mond | - |
---|---|
Maag-darmfunctiestoornis | - |
Nausea | - |
Psyche
Prikkelbaarheid | - |
---|---|
Zenuwachtigheid | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Spierspasmen | - |
---|
Zenuwstelsel
Duizeligheid | - |
---|---|
Hoofdpijn | Zeer zelden |
Somnolentie | Zeer zelden |
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Droge keel | Zelden |
---|---|
Dyspneu | Zeer zelden |
Farynxoedeem | Zeer zelden |
Algemeen en toedieningsplaats
Gezichtsoedeem | Zeer zelden |
---|---|
Vermoeidheid | Zeer vaak |
Huid en onderhuid
Erythema exsudativum multiforme | ? |
---|---|
Pruritus | ? |
Rash | Zeer zelden |
Urticaria | ? |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | Zeer zelden |
---|---|
Overgevoeligheid | - |
Maagdarmstelsel
Droge mond | Zelden |
---|---|
Maag-darmfunctiestoornis | Zelden |
Nausea | Zelden |
Psyche
Prikkelbaarheid | Zelden |
---|---|
Zenuwachtigheid | Vaak |
Skeletspieren en bindweefsel
Spierspasmen | Zeer zelden |
---|
Zenuwstelsel
Duizeligheid | Zelden |
---|---|
Hoofdpijn | Zelden |
Somnolentie | Vaak |
Interacties
Interacties met centraal dempende middelen kunnen niet worden uitgesloten.
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende stoffen kunnen de centrale werking van dimetindeen versterken.
Combinatie met stoffen met anticholinerge werking zoals tricyclische antidepressiva, parasympathicolytische antiparkinsonmiddelen of sommige antipsychotica geeft een versterkt anticholinerg effect.
Antihistaminica beïnvloeden immuuntherapie bij allergie.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend. Ja, in geringe mate (bij dieren).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 50 ml/min);
- overgevoeligheid voor triprolidine.
Contra-indicaties
- prostaathyperplasie met urineretentie;
- acuut glaucoom;
- gebruik bij kinderen jonger dan één jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij activiteiten die waakzaamheid vereisen, omdat in sommige gevallen slaperigheid kan optreden.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
De veiligheid van dit middel is bij kinderen < 12 jaar niet aangetoond.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Gebruik is gecontra-indiceerd bij kinderen jonger dan een jaar, omdat het sedatief effect kan leiden tot perioden met ademhalingsstilstand tijdens de slaap.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Voorzichtig zijn bij ouderen die meer kans hebben op bijwerkingen zoals agitatie en vermoeidheid.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
depressie van het centrale zenuwstelsel, bij uitzondering convulsies. Excitatie en sufheid kunnen elkaar afwisselen. Bij kleine kinderen: vooral excitatie, hyperthermie, tremor, ataxie, convulsie.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling de monografie op www.vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Slaperigheid, voornamelijk bij volwassenen. Vooral bij kinderen en ouderen, stimulatie van het CZS en antimuscarinische effecten waaronder excitatie, ataxie, hallicunaties, tremoren, convulsies, urineretentie en koorts. Verder kunnen hypotensie, coma en cardiorespiratoire collapsen optreden.
Zie voor meer symptomen en de behandeling vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Selectieve H1-receptorantagonist zonder uitgesproken anticholinerg effect. Dringt nauwelijks door in het centrale zenuwstelsel. Werking: binnen 1 uur, max. na 2 uur en houdt ten minste aan tot 8 uur na inname.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
T max | ca. 1½ uur. |
Metabolisering | in de lever tot o.a. een actieve metaboliet. |
Eliminatie | vnl. met de urine (acrivastine). Met hemodialyse wordt gedurende 4 uur 27% van het acrivastine verwijderd en 38% van de actieve metaboliet. |
T 1/2el | 1½ uur (acrivastine), 2,3 uur (actieve metaboliet). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
H 1-receptorantagonist met een centraal aangrijpingspunt en een sederende en anticholinerge werking.
Kinetische gegevens
F | 70%. |
T max | 2 uur. |
Metabolisering | in de lever, gedeeltelijk. |
Eliminatie | via gal- en urinewegen. |
T 1/2el | circa 6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
acrivastine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- oxomemazine (R06AD08) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
dimetindeen hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- oxomemazine (R06AD08) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk