Samenstelling
Alizem Pierre Fabre Benelux
- Toedieningsvorm
- Capsule, zacht
- Sterkte
- 10 mg, 30 mg
Toctino GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, zacht
- Sterkte
- 10 mg, 30 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Acitretine Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 10 mg, 25 mg
Neotigason Aurobindo Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 10 mg, 25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Isotretinoïne Aanvullende monitoring Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule, zacht
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Bevat sojaolie.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Vesanoid (all-trans-retinoïnezuur) XGVS Cheplapharm Arzneimittel GmbH
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 10 mg
Bevat tevens: soja-olie
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Identificeer bij contacteczeem primair de betreffende contactstoffen (allergenen, irritantia) en adviseer deze zoveel mogelijk te vermijden. Dagelijks gebruik van een indifferente (vet)crème of zalf meerdere keren per dag, vormt de basis van de behandeling en werkt tevens preventief. Dermatocorticosteroïden zijn de eerste keus in de medicamenteuze behandeling van contacteczeem naast de basisbehandeling. Bij contacteczeem op locaties elders dan de handen kan in milde gevallen veelal een indifferente (vet)crème, en bij matig contacteczeem een klasse 1- of 2-corticosteroïd volstaan. Bij mild tot matig contacteczeem aan de handen altijd starten met een klasse 2-corticosteroïd. Bij ernstig contacteczeem heeft starten met een klasse 3- of (in de tweedelijnszorg) met klasse 4-corticosteroïd de voorkeur. Bij onvoldoende effect, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.
Alitretinoïne is de eerstekeus systemische behandeling bij ernstig chronisch contacteczeem aan de handen dat niet of onvoldoende reageert op dermatocorticosteroïden in de tweedelijnszorg.
Advies
Acitretine gebruiken in de tweedelijnszorg als inductietherapie voor matige tot ernstige psoriasis, waarbij lokale behandelingen of lichttherapie onvoldoende effectief zijn. Het kan ook worden toegepast bij erytrodermatische, pustuleuze of palmoplantaire psoriasis. Als er een indicatie bestaat voor conventionele systemische therapie is acitretine monotherapie geen eerste keus.
Offlabel: Identificeer bij contacteczeem primair de betreffende contactstoffen (allergenen, irritantia) en adviseer deze zoveel mogelijk te vermijden. Dagelijks gebruik van een indifferente (vet)crème of zalf meerdere keren per dag, vormt de basis van de behandeling en werkt tevens preventief. Dermatocorticosteroïden zijn de eerste keus in de medicamenteuze behandeling van contacteczeem naast de basisbehandeling. Bij contacteczeem op locaties elders dan de handen kan in milde gevallen veelal een indifferente (vet)crème, en bij matig contacteczeem een klasse 1- of 2-corticosteroïd volstaan. Bij mild tot matig contacteczeem aan de handen altijd starten met een klasse 2-corticosteroïd. Bij ernstig contacteczeem heeft starten met een klasse 3- of (in de tweedelijnszorg) met klasse 4-corticosteroïd de voorkeur. Bij onvoldoende effect, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.
Acitretine kan worden overwogen bij ernstig therapieresistent hyperkeratotisch contacteczeem aan de handen in de tweedelijnszorg.
Advies
De behandeling van acne vulgaris in de eerstelijnszorg wordt bepaald door de ernst van de acne en de eerder toegepaste (zelf)behandeling. Behandel milde acne in eerste instantie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde; combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal antibioticum. Bij matig-ernstige acne direct starten met een lokaal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Vervang bij onvoldoende effect het lokaal antibioticum door een oraal antibioticum. Bij ernstige acne direct starten met een oraal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Overweeg monotherapie met isotretinoïne bij ernstige of therapieresistente matig ernstige acne bij onvoldoende effect van een oraal antibioticum; verwijs hiervoor naar de dermatoloog of behandel eventueel zelf.
In de tweedelijnszorg is bij milde tot matig ernstige acne een lokaal combinatiepreparaat eerste keus: kies uit adapaleen/benzoylperoxide, clindamycine/tretinoïne of clindamycine/benzoylperoxide. Geef bij (matig) ernstig acne een combinatie van oraal doxycycline met adapaleen/benzoylperoxide of met azelaïnezuur. Overweeg bij therapieresistente (matig-)ernstige acne monotherapie met isotretinoïne. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Acne vulgaris op richtlijnendatabase.nl.
Offlabel: Start bij de behandeling van rosacea met papels en/of pustels, met lokaal metronidazol, azelaïnezuur of ivermectine. Voeg bij onvoldoende werkzaamheid doxycycline toe aan de lokale behandeling. Bij onvoldoende effect kan in de tweedelijnszorg minocycline (offlabel) of isotretinoïne (offlabel) worden toegepast. Bij erythemateuze klachten staat het geven van niet-medicamenteuze adviezen, zoals het vermijden van vasomotorische prikkels, op de voorgrond. Overweeg bij onvoldoende verbetering een proefbehandeling met brimonidine-gel. Behandel hinderlijke klachten van teleangiëctasieën en/of erytheem in de tweedelijnszorg met laser of ‘intense pulsed light’ (IPL). Behandeling van oculaire rosacea en ernstige rhinophyma vindt plaats in de tweedelijnszorg. Voor de behandeling van verschillende kenmerken van rosacea zoals papulopustels, erytheem en teleangiëctasieën kunnen diverse behandelingen worden gecombineerd, zoals lokale behandeling met orale behandeling of laserbehandeling.
Advies
Zie voor de behandeling van acute promyelocytaire leukemie (APL) de richtlijn (2021) Acute myeloïde leukemie (AML) van de leukemiewerkgroep op Hovon.nl.
Indicaties
- Ernstig, chronisch handeczeem bij volwassenen, dat niet verbetert bij een behandeling met sterk werkende dermatocorticosteroïden.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Uitgebreide en ernstige therapieresistente vormen van psoriasis, waaronder:
- uitgebreide psoriasis vulgaris;
- erytrodermische psoriasis;
- psoriasis pustulosa generalisata;
- psoriasis pustulosa palmoplantaris.
Keratinisatiestoornissen, waaronder:
- ichtyose;
- ichtyosiforme dermatosen zoals lamellaire ichtyose, congenitale erytrodermie, geslachtsgebonden ichtyose;
- erythrokeratodermia variabilis;
- dyskeratosis follicularis;
- hyperkeratosis palmoplantaris;
- pityriasis rubra pilaris;
- lichen ruber planus;
- porokeratose;
- andere ernstige therapieresistente dermatose die wordt gekenmerkt door dyskeratose en/of hyperkeratose.
Offlabel:
- Ernstig therapieresistent hyperkeratotisch contacteczeem aan de handen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Ernstige therapieresistente vormen van acne, zoals nodulaire acne, acne conglobata of acne met kans op blijvende littekens;
- Offlabel: Matig-ernstige therapieresistente vormen van acne;
- Offlabel: Ernstige rosacea met papels en/of pustels.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Nieuw gediagnosticeerde, gerecidiveerde of voor chemotherapie refractaire acute promyelocytaire leukemie (APL) in combinatie met arseentrioxide of chemotherapie.
Doseringen
Chronisch handeczeem
Volwassenen
De aanbevolen startdosis is 30 mg 1×/dag. Bij onaanvaardbare bijwerkingen de dosering verlagen naar 10 mg 1×/dag. Een behandelkuur duurt 12–24 weken, afhankelijk van de mate van verbetering van het eczeem. Overweeg de behandeling te staken, indien na 12 weken de aandoening nog ernstig is. Bij optreden van een recidief, kan de behandeling worden herhaald. De NVDV-Richtlijn Handeczeem (2019) beveelt aan bij verbetering van het handeczeem na 12 weken behandeling, deze voort te zetten tot 24 weken in totaal en daarna de behandeling te staken.
Ouderen: er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.
Verminderde nierfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig bij een lichte nierfunctiestoornis (creatinineklaring ≥ 60 ml/min). Gebruik bij een matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30–60 ml/min) wordt niet aanbevolen vanwege onvoldoende gegevens. Gebruik bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) is gecontra-indiceerd.
Verminderde leverfunctie: gebruik bij een leverfunctiestoornis is gecontra-indiceerd.
Bij comedicatie met CYP3A4-, CYP2C8- of CYP2C9-remmers: overweeg dosisverlaging tot 10 mg 1×/dag.
Voorschriften voor vruchtbare vrouwen dienen tot 30 dagen beperkt te blijven.
Toediening
- De capsule heel innemen tijdens de hoofdmaaltijd.
- Vanaf het begin van de behandeling een (vaseline)crème en een lippenbalsem gebruiken tegen droogheid van huid en lippen.
Doseringen
Bij combinatie met andere vormen van behandeling kan de dosering van acitretine soms worden verlaagd. Standaard uitwendige behandelingen kunnen in het algemeen worden voortgezet.
Bij aanvang van de behandeling kan een voorbijgaande verergering van de psoriasissymptomen optreden.
Uitgebreide en ernstige therapieresistente vormen van psoriasis
Volwassenen
De aanbevolen begindosering is 25–30 mg 1×/dag gedurende 2–4 weken, vervolgens onderhoudsdosering vaststellen op geleide van de ernst van het klinisch beeld en bijwerkingen, meestal 25–50 mg 1×/dag; max. 75 mg per dag. Gewoonlijk treedt na 6–8 weken onderhoudsdosering een optimale therapeutische respons op. De toediening wordt gewoonlijk gestaakt wanneer de erupties (bijna) volledig zijn verdwenen. Nieuwe exacerbaties op de beschreven wijze behandelen. Een langetermijnbehandeling wordt niet aanbevolen.
Keratinisatiestoornissen
Volwassenen
De aanbevolen begindosering is 25–30 mg 1×/dag gedurende 2–4 weken, vervolgens onderhoudsdosering aanpassen tot zo laag mogelijk, meestal 10 mg per dag, max. 30 mg per dag. Voor de behandeling van dyskeratosis follicularis (ziekte van Darier) kan een begindosering van 10 mg voldoende zijn, vervolgens voorzichtig verhogen. Bij ernstige congenitale ichtyose en ernstige dyskeratosis follicularis kan een behandelduur van langer dan 3 maanden nodig zijn.
Offlabel: Ernstig therapieresistent hyperkeratotisch contacteczeem aan de handen
Volwassenen
Aanvangsdosering 0,3–0,5 mg/kg/dag (veelal overeenkomend met 25 mg of 30 mg per dag) gedurende 2–4 weken, vervolgens onderhoudsdosering vaststellen op geleide van de ernst van het klinisch beeld en bijwerkingen, meestal 0,5–1,0 mg/kg/dag, max. 75 mg per dag.
Toediening: de capsules innemen op hetzelfde tijdstip van de dag tijdens de maaltijd.
Doseringen
Volgens de fabrikant: vóór het starten van de behandeling de leverfunctie en serumlipiden (nuchter) controleren; dit herhalen na een maand en vervolgens iedere 3 maanden.
In de beginfase van de therapie kan een kortdurende (7–10 dagen) toename van de acne optreden.
Blootstelling aan UV-straling vermijden; adviseer een zonnebrandmiddel met minimaal factor 15.
Aangetoond is dat de totale cumulatieve dosis belangrijker is voor remissie op de lange termijn en de mate van recidieven, dan de therapieduur of dagelijkse dosis.
Acne
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar
Begindosering 0,5 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 1 à 2 doses.
Controleer na 4 weken en pas de dosering afhankelijk van effect en bijwerkingen zo nodig aan tot een onderhoudsdosering van 0,1–1 mg/kg per dag. De totale behandelduur bedraagt gewoonlijk 16–24 weken, tot een cumulatieve hoeveelheid van 120–150 mg/kg/16-24 weken. Er wordt geen substantieel beter resultaat verwacht bij een hogere cumulatieve dosis. Na staken van de behandeling kan gedurende 8 weken een verdere verbetering worden waargenomen; bij een recidief een eventuele nieuwe kuur daarom pas daarna beginnen. In de regel wordt isotretinoïne niet met andere acnebehandelingen gecombineerd.
Bij een ernstige nierinsufficiëntie: lagere begindosering (bv. 10 mg/dag); daarna afhankelijk van effect en bijwerkingen dosering ophogen tot 0,1–1 mg/kg per dag.
Offlabel: Ernstige Rosacea
Volwassenen
In de module Oraal isotretinoïne bij rosacea van de NVDV-Richtlijn (2019, richtlijnendatabase.nl) staat: 0,25–0,30 mg/kg lichaamsgewicht per dag, in combinatie met lokale behandeling. Evalueer na 8–12 weken de effecten van de behandeling; bij voldoende resultaat continueren tot 12 à 16 weken. Stop daarna en continueer de lokale behandeling.
Vanaf het begin van de behandeling een (vaseline)crème en een lippenbalsem gebruiken tegen droogheid van huid en lippen.
Voorschriften voor vruchtbare vrouwen dienen tot 30 dagen beperkt te blijven.
Toediening: De capsules tijdens de maaltijd innemen.
Doseringen
Een combinatie van tretinoïne met chemotherapie of arseentrioxide is effectief en induceert zeer hoge aantallen van hematologische remissie bij patiënten met genetisch bevestigde APL. Voor de keuze van behandelingsstrategie het risico op een terugval in overweging nemen; hoog risico (WBC > 10 × 109/l), gemiddeld risico (WBC ≤ 10 × 109/l, bloedplaatjes ≤ 40 × 109/l), en een laag risico (WBC ≤ 10 × 109/l, bloedplaatjes > 40 × 109/l).
Acute promyelocytaire leukemie
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen
Inductietherapie: 45 mg/m² lichaamsoppervlak per dag, verdeeld over twee gelijke doses. Voor volwassenen is dit ca. 8 capsules per dag. De behandeling voortzetten tot volledige remissie is bereikt, echter max. 90 dagen. Bij kinderen dosering verlagen tot 25 mg/m² lichaamsoppervlak, vooral bij het optreden van toxiciteitssymptomen zoals hardnekkige hoofdpijn. Er is relatief weinig informatie over het gebruik bij kinderen ten aanzien van veiligheid en effectiviteit.
Na inductietherapie volgt consolidatietherapie met dezelfde dosering tretinoïne, gevolgd door een eventuele onderhoudstherapie in dezelfde dosering. Na remissie en tijdens consolidatie- en onderhoudstherapie worden tretinoïne-vrije perioden (gepulseerde therapie) geadviseerd.
Bij optreden (vroege symptomen) APL-differentiatiesyndroom (A-DS)/retinoïnezuursyndroom (RAS): Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen.
Bij intracraniële hypertensie: dosering verlagen in aanvulling op toediening van diuretica (acetazolamide), corticosteroïden en/of analgetica.
Ouderen: er zijn relatief weinig gegevens over het gebruik van tretinoïne in combinatie met arseentrioxide.
Nier- en/of leverfunctiestoornis: 25 mg/m² lichaamsoppervlak per dag.
Toediening: de capsules in zijn geheel (zonder kauwen) innemen met water, tijdens of kort na de maaltijd.
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): hoofdpijn. Hypertriglyceridemie, hypercholesterolemie, verlaagd HDL.
Vaak (1–10%): misselijkheid, braken. Droge huid, droge mond en lippen, cheilitis, erytheem, dermatitis, alopecia. Droge ogen, conjunctivitis. Hypertensie. Blozen. Artralgie, myalgie. Anemie, verminderd aantal monocyten, groter aantal trombocyten. Verlaging TSH en vrij–T4. Verhoging transaminasen en creatinekinase. Duizeligheid. Vermoeidheid. Oorsuizen.
Soms (0,1–1%): jeuk, huiduitslag, schilferende huid, asteatotisch eczeem. Wazig zien, cataract. Bloedneus. Exostose, spondylitis ankylopoetica. Dyspepsie.
Zelden (0,1–0,01%): stemmingswisselingen, angst, (toename van) depressie, agressie. Benigne intracraniële hypertensie. Vasculitis. Fotosensibilisatie. Nagelafwijkingen. Veranderingen in de haartextuur (van steil naar krullend haar).
Zeer zelden (< 0,01%): zelfmoordneiging, zelfmoordpoging, psychotische symptomen/stoornissen, abnormaal gedrag.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties (inclusief anafylaxie). Inflammatoire darmziekte. Perifeer oedeem. Verminderd nachtelijk zicht.
Bij andere (systemische) retinoïden zijn nog gemeld: diabetes mellitus. Kleurenblindheid, contactlensintolerantie. Botafwijkingen (zoals vroegtijdige sluiting van epifysen, hyperostose en calcificatie van pezen en ligamenten).
Bijwerkingen
De dosis, waarbij bijwerkingen optreden, ligt dicht bij de therapeutische dosis. De bijwerkingen zijn meestal reversibel bij verlaging van de dosering of stopzetten van de behandeling.
Zeer vaak (> 10%): droge slijmvliezen (van ogen, neus en mond), mucositis, cheilitis, neusbloeding, rinitis, intolerantie voor contactlenzen. Dorst. Jeuk, afschilfering van de huid (over het hele lichaam en vooral op de handpalmen en voetzolen), alopecia. Verhoging ASAT, ALAT en alkalische fosfatase (AF). Bij risicopatiënten, bij hoge dosering en bij langdurige behandeling verhoging van serum-triglyceriden en -cholesterol. Verhoging urinezuurspiegel.
Vaak (1-10%): stomatitis, misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Fragiele huid, plakkerige huid, erytheem, dermatitis, abnormale haartextuur, brosse nagels, ontsteking van het nagelbed. Hoofdpijn. Perifeer oedeem. Gewrichtspijn, spierpijn.
Soms (0,1-1%): wazig zien. Duizeligheid. Gingivitis. Huidkloofjes, dermatitis met blaarvorming, lichtgevoeligheidsreactie, hepatitis.
Zelden (0,01-0,1%): perifere neuropathie.
Zeer zelden (< 0,01%): nachtblindheid, ulceratieve keratitis. Pijn in botten, exostose. Geelzucht. Benigne intracraniële hypertensie.
Verder zijn gemeld: allergische reactie (type 1). Capillaire-leksyndroom (hoge koorts, ademhalingsklachten, duizeligheid en gewichtstoename). Dysfonie. Gehoorstoornissen, oorsuizen. Smaakstoornis, rectale bloeding. Blozen. Madarose, exfoliatieve dermatitis, pyogeen granuloom. Hoge doseringen kunnen stemmingswisselingen veroorzaken zoals irritatie, agressie en depressie.
Bijwerkingen
De meeste bijwerkingen zijn dosis-afhankelijk en reversibel.
Zeer vaak (> 10%): droge huid, jeuk, cheilitis, dermatitis, gelokaliseerde exfoliatie, erythemateuze uitslag, broze huid. Droge ogen (slecht verdragen van contactlenzen), oogirritatie, conjunctivitis, blefaritis. Myalgie, rugpijn (vooral bij kinderen). Verhoogde bloedtriglyceriden, verlaagd HDL. Verhoogde transaminasen. De fabrikant vermeldt de bijwerkingen <anemie, trombocytopenie, trombocytose en verhoogde bloedbezinking> in de frequentie 'zeer vaak'; de NVDV-richtlijnAcne vulgaris (2022) maakt hier echter geen melding van en adviseert ook geen labcontroles.
Vaak (1-10%): Droge neus, nasofaryngitis, bloedneus. Hoofdpijn. Neutropenie. Verhoogd cholesterol, verhoogd bloedglucose, hematurie, proteïnurie.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheid, allergische huidreacties, anafylactische reacties. Alopecia. Stemmingswisselingen, angst, (toename van) depressie, agressie.
Zeer zelden (< 0,01%): verergering acne, acne fulminans, faciaal erytheem, hirsutisme, afwijkingen aan het haar, hyperpigmentatie van de huid, toegenomen transpiratie, pyogeen granuloma, lichtovergevoeligheidsreactie, nageldystrofie, paronychia. Vasculitis zoals Wegener-granulomatose, allergische vasculitis (vaak met purpura). Lymfadenopathie. Malaise. Colitis, ileïtis, gastro-intestinale bloeding, inflammatoire darmaandoening, pancreatitis, misselijkheid, droge keel. Wazig zien, troebele cornea, cataract, kleurenblindheid, nachtblindheid, keratitis, fotofobie, papiloedeem (als teken van benigne intracraniële hypertensie). Verminderd gehoor. Slaperigheid, duizeligheid, convulsie, benigne intracraniële hypertensie. Diabetes mellitus, hyperurikemie. Artritis, calcinosis (ligamenten en pezen), tendinitis, verminderde botdichtheid, exostose, vroegtijdige sluiting van epifysairschijf. Verhoogd creatinekinase in bloed. Glomerulonefritis. Hepatitis. Bronchospasme (vooral bij astmapatiënten), heesheid. Zelfmoordneiging, zelfmoordpoging, psychotische aandoening, abnormaal gedrag.
Verder zijn gemeld: rabdomyolyse, sacro-iliitis. Erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. Gynaecomastie. Seksuele disfunctie waaronder erectiestoornis en verminderd libido. Uretritis. Vulvovaginale droogheid.
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): hoofdpijn, duizeligheid, paresthesie. Verhoogde intracraniële druk, benigne intracraniële hypertensie/pseudotumor cerebri; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen. Astma, respiratoir falen. Verwardheid, angst, depressie, insomnia. Aritmie, pijn op de borst. Visusstoornissen, aandoeningen van het oogbindvlies. Gehoorbeschadiging. Verminderde eetlust. Droge mond, cheilitis, droge neusslijmvliezen. Misselijkheid, braken, pijn in de onderbuik, diarree, obstipatie. Pancreatitis. Blozen, erytheem, huiduitslag, jeuk, alopecia, hyperhidrose. Botpijn. Rillingen, malaise. Verhoogde spiegels in het bloed van triglyceride, cholesterol, creatinine en verhoogde transaminasewaarden. APL-differentiatiesyndroom (A-DS)/retinoïnezuursyndroom (RAS); zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bij kinderen en adolescenten is een hogere frequentie van intracraniële hypertensie waargenomen; de incidentie nam af met het gebruik van lagere dosis tretinoïne.
Verder zijn vermeld: cerebrovasculair accident, myocardinfarct, nierinfarct. Trombose. Necrotiserende fasciitis. Vasculitis, erythema nodosum, acute febriele neutrofiele dermatose (Sweet-syndroom). Myositis. Genitale ulceratie. Trombocytemie, leukocytose/hyperleukocytose, basofilie. Hypercalciëmie, verhoogd histamineniveau.
Interacties
Gelijktijdige behandeling met tetracyclinen is gecontra-indiceerd vanwege meer kans op benigne intracraniële hypertensie.
Alitretinoïne is substraat voor CYP2C8, CYP2C9 en CYP3A4. Gelijktijdige toediening van CYP3A4-remmers, zoals ketoconazol oraal, en sterke CYP2C9-remmers (fluconazol, miconazol) of sterke CYP2C8-remmers (gemfibrozil) kan de plasmaspiegel van alitretinoïne verhogen; overweeg dosisverlaging tot 10 mg. Alitretinoïne verlaagt de plasmaspiegel van simvastatine. Alitretinoïne kan de blootstelling aan CYP2C8-substraten zoals amiodaron, paclitaxel en repaglinide verhogen; combinatie met amiodaron vermijden, bij de andere middelen is voorzichtigheid geboden.
Niet gelijktijdig gebruiken met vitamine A (supplementen) of andere retinoïden vanwege de kans op hypervitaminose A.
Interacties
Tetracyclinen kunnen ook aanleiding geven tot intracraniële hypertensie; daarom is gelijktijdig gebruik van tetracyclinen en acitretine gecontra-indiceerd. Vanwege de kans op hypervitaminose A is combinatie met vitamine A of andere retinoïden gecontra-indiceerd. Vanwege een mogelijk toegenomen kans op hepatitis is combinatie met methotrexaat gecontra-indiceerd. Geen laaggedoseerde progesteronpillen ('minipil') gebruiken, omdat het anticonceptieve effect onvoldoende kan zijn (zie ook de rubriek Zwangerschap).
Acitretine kan, bij gelijktijdig gebruik, mogelijk fenytoïne van zijn bindingsplaatsen aan plasma-eiwitten verdringen.
De gevoeligheid voor bloedglucoseverlagende middelen kan afnemen of toenemen.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met tetracyclinen is gecontra-indiceerd, vanwege meer kans op een verhoging van de intracraniële druk (benigne intracraniële hypertensie). Ook gelijktijdig gebruik van preparaten met vitamine A vermijden, in verband met de mogelijke versterking van de symptomen van hypervitaminose A.
Vanwege toename van lokale irritatie niet gelijktijdig gebruiken met keratolytica of exfoliatieve anti-acnemiddelen.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met een tetracycline (zoals doxycycline) is gecontra-indiceerd, vanwege meer kans op een verhoging van de intracraniële druk.. Ook combinatie met vitamine A en andere retinoïden is gecontra-indiceerd, dit in verband met de mogelijke versterking van de symptomen van hypervitaminose A.
Bij combinatietherapie met arseentrioxide is QTc-verlenging gemeld. Eerdere behandeling met antracyclinen leidt tot meer kans op verlenging van het QT-interval. Vermijd combinatie met QT-verlengende geneesmiddelen zoals amiodaron, kinidine, disopyramide, sotalol, methadon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macroliden, fluorchinolonen, enkele antimycotica (bv. voriconazol) en selectieve serotonine 5HT3-receptorantagonisten (granisetron, ondansetron); zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Gelijktijdige toediening van sterke CYP3A4-remmers (zoals fluconazol, voriconazol, posaconazol, HIV-proteaseremmers, macroliden) kan de plasmaspiegel van tretinoïne en toxiciteit verhogen; overweeg dosisverlaging. Bij combinatie met antimycotische azolen is toxiciteit van tretinoïne gemeld (o.a. pseudotumor cerebri, hypercalciëmie).
Tretinoïne versnelt zijn eigen klaring (auto-inductie), o.a. de azolen fluconazol en voriconazol kunnen deze auto-inductie doen afnemen via remming van CYP3A4 en CYP2C9.
Vooral tijdens de eerste maand van de behandeling kan trombose optreden; wees voorzichtig met de combinatie met antifibrinolytica zoals tranexaminezuur.
Zwangerschap
Teratogenese: Alitretinoïne is teratogeen. Gebruik bij de mens geeft een groot risico van ernstige aangeboren afwijkingen: hydrocephalus, cerebellaire misvormingen, microcefalie, faciale dysmorfie, gespleten gehemelte, afwijking aan het uitwendige oor, oogafwijking (microftalmie), cardiovasculaire afwijking (transpositie van de grote vaten, septumdefect, conotruncale misvorming), afwijking van de thymus en bijschildklier. Er is meer kans op een spontane abortus.
Advies: Let op! Gebruik is absoluut gecontra-indiceerd bij zwangere vrouwen. Bij behandeling van vruchtbare vrouwen dient een protocollair zwangerschapspreventieprogramma (ZPP) te worden toegepast. Daarom moet ten minste 1 maand vóór, tijdens en 1 maand ná behandeling met alitretinoïne effectieve anticonceptie zijn gewaarborgd. Er dient ten minste één zeer effectieve anticonceptiemethode (dat wil zeggen een gebruikeronafhankelijke methode), of twee elkaar aanvullende gebruikerafhankelijke anticonceptiemethoden te worden toegepast (waaronder een barrièremiddel), ook bij vrouwen met amenorroe. Enkele dagen vóór en ten minste 1 maand na start met de anticonceptie een zwangerschapstest (met een minimum gevoeligheid van 25 mIU/ml) uitvoeren tijdens het consult, om met zekerheid zwangerschap uit te kunnen sluiten vóórdat behandeling met alitretinoïne aanvangt. Vervolgens < 3 dagen na de tweede negatieve zwangerschapstest behandeling beginnen op de tweede of derde dag van de volgende menstruele cyclus. Vervolgconsulten behoren om de 28 dagen plaats te vinden; tijdens ieder vervolgconsult een zwangerschapstest uitvoeren om zwangerschap uit te sluiten; 1 maand na beëindiging van de behandeling een laatste zwangerschapstest uitvoeren. Zwangerschapstest, recept (maximaal voor 30 dagen) en aflevering vinden bij voorkeur op dezelfde dag plaats; aflevering door de apotheek dient binnen 7 dagen na uitschrijven van het recept plaats te vinden. Zie additioneel risicominimalisatie materiaal op geneesmiddeleninformatiebank.nl voor voorlichtingsmateriaal t.a.v. het ZPP voor zorgverleners en patiënten.
Vruchtbaarheid: Bij dieren hebben retinoïden, ook in therapeutische doseringen, reversibele effecten op de vruchtbaarheid van de man (gestoorde spermatogenese, degeneratieve aantasting van de testes) laten zien.
Zwangerschap
Teratogenese: Acitretine is teratogeen en kan worden omgezet in het eveneens teratogene etretinaat. Gebruik van acitretine bij de mens geeft een hoog risico van ernstige aangeboren afwijkingen (craniofaciaal, centraal zenuwstelsel, cardiovasculair, skelet en thymus) bij het kind en spontane abortus met zich mee, ongeacht de duur van de behandeling of de gebruikte dosering.
Advies: Let op! Gebruik is absoluut gecontra-indiceerd bij zwangere vrouwen. Bij behandeling van vruchtbare vrouwen dient een protocollair zwangerschapspreventieprogramma (ZPP) te worden toegepast. Daarom moet ten minste 1 maand vóór, tijdens en tot ten minste 3 jaar na staken van de therapie met acitretine effectieve anticonceptie zijn gewaarborgd. Er dient ten minste één zeer effectieve anticonceptiemethode (dat wil zeggen een gebruikeronafhankelijke methode), of twee elkaar aanvullende gebruikerafhankelijke anticonceptiemethoden te worden toegepast (waaronder een barrièremiddel), zelfs bij vrouwen met amenorroe. Geen laaggedoseerde progesteronpillen ('minipil') gebruiken, omdat het anticonceptieve effect onvoldoende kan zijn. Vóórdat behandeling begint zwangerschap uitsluiten, tijdens de behandeling maandelijks, en gedurende 3 jaar na staken van de behandeling, elke 1–3 maanden. De behandeling op de tweede of derde dag van de volgende menstruele cyclus beginnen. Vervolgconsulten behoren om de 28 dagen plaats te vinden. Tijdens ieder vervolgconsult een zwangerschapstest (minimale gevoeligheid 25 mIU/ml) uitvoeren om zwangerschap uit te sluiten. Zwangerschapstest, recept (maximaal voor 30 dagen) en aflevering vinden bij voorkeur op dezelfde dag plaats; aflevering door de apotheek dient binnen 7 dagen na uitschrijven plaats te vinden. Vruchtbare vrouwen mogen
geen alcohol gebruiken (in drank, voedsel of geneesmiddelen) tijdens en tot 2 maanden na het staken van de therapie met acitretine, omdat daardoor de omzetting van acitretine in het (eveneens teratogene) etretinaat kan worden verhoogd. Zie additioneel risicominimalisatie materiaal op geneesmiddeleninformatiebank.nl voor voorlichtingsmateriaal t.a.v. het ZPP voor zorgverleners en patiënten.
Zwangerschap
Teratogenese: Isotretinoïne is teratogeen. Gebruik bij de mens, ook kortdurend gebruik van relatief lage doses, geeft een groot risico van ernstige aangeboren afwijkingen (schatting: tot 25%) en op spontane abortus (tot 30%). Het betreft afwijkingen van het centraal zenuwstelsel (hydrocephalus, cerebellaire misvormingen, microcefalie), faciale dysmorfie, gespleten gehemelte, afwijkingen aan het uitwendige oor (afwezigheid van het uitwendige oor, kleine of afwezige uitwendige gehoorgangen), oogafwijkingen (microftalmie), cardiovasculaire afwijkingen (transpositie van de grote vaten, septumdefecten, conotruncale misvormingen) en afwijkingen van de thymus en bijschildklier.
Advies: Let op! Gebruik is absoluut gecontra-indiceerd bij zwangere vrouwen. Bij behandeling van vruchtbare vrouwen dient een protocollair zwangerschapspreventieprogramma (ZPP) te worden toegepast. Daarom moet ten minste 1 maand vóór, tijdens en 1 maand ná behandeling met isotretinoïne effectieve anticonceptie zijn gewaarborgd (minimaal twee anticonceptiemethoden, waaronder een barrièremiddel), zelfs bij vrouwen met amenorroe. Vóór begin van behandeling zwangerschap uitsluiten. Bij vruchtbare vrouwen start men op de tweede of derde dag van de volgende normale menstruele cyclus met de behandeling, vervolgconsulten behoren om de 28 dagen plaats te vinden. Tijdens ieder vervolgconsult een zwangerschapstest (minimale gevoeligheid 25 mIU/ml) uitvoeren om zwangerschap uit te sluiten; vijf weken na beëindiging van de behandeling een laatste zwangerschapstest uitvoeren. Zwangerschapstest, recept (maximaal voor 30 dagen) en aflevering vinden bij voorkeur op dezelfde dag plaats; aflevering door de apotheek dient binnen 7 dagen na uitschrijven plaats te vinden. Zie additioneel risicominimalisatie-materiaal op geneesmiddeleninformatiebank.nl voor voorlichtingsmateriaal t.a.v. het ZPP voor zorgverleners en patiënten.
Zwangerschap
Teratogenese: Tretinoïne en sommige metabolieten veroorzaken ernstige misvormingen bij de foetus: hydrocephalus, cerebellaire misvormingen, microcefalie, faciale dysmorfie, gespleten gehemelte, afwijkingen aan het uitwendige oor, oogafwijkingen (microftalmie), cardiovasculaire afwijkingen (transpositie van de grote vaten, septumdefecten, conotruncale misvormingen), afwijkingen van de thymus en bijschildklier. Er is veel kans op ernstige aangeboren afwijkingen bij het kind en een spontane abortus.
Advies: Gebruik is in principe gecontra-indiceerd, m.n. tijdens het 1e trimester, tenzij de klinische toestand van de vrouw een behandeling met tretinoïne noodzakelijk maakt.
Overig: Tijdens en 1 maand ná behandeling met tretinoïne dient effectieve anticonceptie te zijn gewaarborgd (minimaal twee anticonceptiemethoden, waaronder een barrièremiddel). Geen laaggedoseerde progesteronpillen ('minipil') gebruiken, omdat het anticonceptieve effect onvoldoende kan zijn. Vóór begin van behandeling zwangerschap uitsluiten. Iedere maand een zwangerschapstest uitvoeren om zwangerschap uit te sluiten; vijf weken na beëindiging van de behandeling een laatste zwangerschapstest uitvoeren.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Zeer waarschijnlijk, omdat alitretinoïne zeer lipofiel is. Alitretinoïne heeft toxische eigenschappen, waardoor mogelijke risico’s voor de zuigeling niet zijn uit te sluiten.
Advies: Let op! Gebruik is gecontra-indiceerd bij vrouwen die borstvoeding geven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Let op! Gebruik is gecontra-indiceerd bij vrouwen die borstvoeding geven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, maar wel waarschijnlijk vanwege lipofiliciteit. Isotretinoïne is toxisch voor de zuigeling. Het middel heeft een lange halfwaardetijd.
Advies: Let op! Gebruik is gecontra-indiceerd bij vrouwen die borstvoeding geven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja. Tretinoïne wordt oraal geabsorbeerd. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Let op! Gebruik is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
- bij een vruchtbare vrouw: zwangerschap, lactatie, kinderwens of onvoldoende garantie op effectieve voorbehoedsmaatregelen. Er is een zwangerschapspreventieprogramma van kracht; zie de rubrieken Zwangerschap en Lactatie voor meer informatie;
- overgevoeligheid voor retinoïden;
- erfelijke fructose-intolerantie;
- leverinsufficiëntie;
- ernstige nierinsufficiëntie;
- hypervitaminose A;
- een ongecontroleerde hypercholesterolemie, hypertriglyceridemie en/of hypothyroïdie.
- allergie voor pinda's of soja (sojaolie in capsules).
Zie voor meer contra-indicaties onder de rubrieken Zwangerschap, Lactatie en Interacties.
Contra-indicaties
- bij een vruchtbare vrouw: zwangerschap, lactatie, kinderwens of onvoldoende garantie op effectieve voorbehoedsmaatregelen tot drie jaar na staken van de therapie. Er is een zwangerschapspreventieprogramma van kracht; zie de rubrieken Zwangerschap en Lactatie voor meer informatie;
- ernstige gestoorde lever- en/of nierfunctie;
- ernstige hyperlipidemie;
- hypervitaminose A;
- kinderen (vanwege de kans op botafwijkingen);
- overgevoeligheid voor retinoïden.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Zwangerschap, Lactatie en Interacties.
Contra-indicaties
- vruchtbare vrouwen, tenzij zwangerschap absoluut is uitgesloten en adequate anticonceptieve maatregelen zijn genomen; zie de rubriek Zwangerschap voor meer informatie;
- leverinsufficiëntie;
- sterk verhoogde lipidenspiegels in het bloed;
- hypervitaminose A;
- overgevoeligheid voor pinda's of soja.
Contra-indicaties
- gebruik door vruchtbare vrouwen, tenzij zwangerschap absoluut is uitgesloten en adequate anticonceptieve maatregelen zijn genomen; zie de rubriek Zwangerschap voor meer informatie;
- hypervitaminose A;
- overgevoeligheid voor pinda's of soja en retinoïden.
Zie de rubrieken Zwangerschap, Lactatie en Interacties voor meer contra-indicaties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Psychische stoornissen: Depressie (of verergering) en andere psychische stoornissen zoals angst, agressie, stemmingswisselingen, psychotische symptomen en zeer zelden zelfmoordneiging en pogingen, zijn gemeld. Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van depressie of psychose; alle patiënten controleren op tekenen van depressie en andere psychische stoornissen. Bij optreden van depressieve symptomen, psychose of agressie de behandeling staken; verder psychiatrisch of psychologisch onderzoek kan nodig zijn.
Controleer leverfunctie, triglyceriden- en serumlipidenwaarden, nuchter, vóór aanvang van de behandeling en regelmatig tijdens de behandeling. De behandeling staken als de triglyceriden- of serumlipidenwaarden niet op een acceptabel niveau kunnen worden gehouden of als zich symptomen van pancreatitis voordoen. Bij patiënten met diabetes, obesitas, cardiovasculaire risicofactoren of een stoornis van het lipidenmetabolisme kan een frequentere controle van de lipidenwaarden en/of bloedglucosewaarden in serum noodzakelijk zijn. Bij blijvende klinische toename van de levertransaminasewaarden overwegen om de dosis te verlagen of de behandeling te staken.
Bij optreden van symptomen van benigne intracraniële hypertensie (hoofdpijn, misselijkheid, braken, visusklachten en papiloedeem), de behandeling onmiddellijk staken. Alitretinoïne kan verandering in TSH en T4-waarden geven (meestal reversibele daling).
Allergische reacties: Anafylactische reacties zijn gemeld bij systemische retinoïden, soms na eerdere blootstelling aan lokale retinoïden. Ernstige gevallen van allergische vasculitis, vaak met purpura (blauwe plekken en rode vlekken) van de ledematen en extracutane betrokkenheid, zijn gemeld. Staak of onderbreek de behandeling bij ernstige allergische reacties, zoals allergische vasculitis en anafylaxie.
Blootstelling aan overmatige UV-straling vermijden vanwege een versterkte zonnebrandreactie; adviseer een zonnebrandmiddel met minimaal factor 15.
Verwijs bij visusstoornissen naar een oogarts; staken van de behandeling kan nodig zijn. Systemische retinoïden zijn in verband gebracht met een troebele cornea en keratitis. Verminderd zicht in het donker is ook waargenomen bij alitretinoïne. Alitretinoïne kan tevens droge ogen veroorzaken. Droge ogen kunnen worden voorkómen door gebruik van kunsttranen. Intolerantie voor contactlenzen kan vóórkomen, het dragen van een bril tijdens de behandeling kan dan nodig zijn.
Inflammatoire darmziekte: Systemische retinoïden, waaronder alitretinoïne, zijn in verband gebracht met inflammatoire darmziekte (waaronder ileitis regionalis). Bij ernstige diarree de diagnose inflammatoire darmziekte overwegen en de behandeling onmiddellijk staken.
Doneer geen bloed tijdens de behandeling met alitretinoïne en binnen 1 maand na staken, vanwege potentieel risico voor de foetus indien de ontvanger een zwangere vrouw betreft.
Botafwijkingen: Behandeling met andere systemische retinoïden is in verband gebracht metbotafwijkingen waaronder vroegtijdige sluiting van de epifysen, hyperostose en calcificatie van pezen en ligamenten.
Onderzoeksgegevens: De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen en bij een matig verminderde nierfunctie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Tijdens en tot 3 jaar na de behandeling met acitretine mogen patiënten geen bloeddonor zijn vanwege de teratogeniteit van acitretine en etretinaat. Een vruchtbare vrouw mag geen donorbloed ontvangen van patiënten die behandeld worden met acitretine.
De leverfunctie controleren vóór instelling van de therapie, tijdens de eerste 2 maanden van de therapie iedere 1–2 weken en daarna iedere 3 maanden; bij afwijkende waarden wekelijks controleren. Indien de waarden niet naar het normale bereik terugkeren of verslechteren, de behandeling staken en de leverfunctie gedurende ten minste 3 maanden blijven controleren.
De nuchtere plasmaconcentratie van triglyceriden en cholesterol controleren voorafgaand aan de behandeling, 1 maand daarna en vervolgens iedere 3 maanden; bij aanwezigheid van cardiovasculaire risicofactoren (zoals bij diabetes mellitus, alcoholisme, obesitas of stoornissen van het vetmetabolisme) frequenter controleren en tevens de bloeddruk controleren. Indien de meetwaarden van de cardiovasculaire risicofactoren niet terugkeren naar normaal of verder verslechteren, de dosis verminderen of overwegen de behandeling te staken.
Bij langdurige behandeling vooraf en regelmatig tijdens de behandeling controle uitvoeren met het oog op mogelijke afwijkingen in botvorming (bv. röntgenfoto's van de wervelkolom, pijpbeenderen, inclusief enkels en polsen). Bij het ontstaan van afwijkingen voortzetting van de behandeling opnieuw evalueren.
Bij diabetespatiënten kan de glucosetolerantie veranderen. Bloedsuikerspiegels aan het begin van de behandeling vaker controleren.
Bij optreden van ernstige hoofdpijn, misselijkheid, braken en visuele stoornissen onmiddellijk de behandeling staken en de diagnose benigne intracraniële hypertensie overwegen.
Zeer zeldzame gevallen van capillaire-leksyndroom (CLS) zijn gemeld. Laat de patiënt zich direct melden bij het optreden van symptomen van CLS, zoals bijvoorbeeld algehele zwelling van het lichaam, opgezette buik (minder frequent urineren), ademhalingsproblemen en vermoeidheid.
Retinoïden versterken het effect van UV-straling; uitgebreide blootstelling aan zonlicht en zonnebanken vermijden en zo nodig een zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor gebruiken.
Wijs patiënten op een mogelijk verminderd zicht in het donker; visusproblemen nauwgezet volgen.
Geen contactlenzen dragen tijdens behandeling vanwege het mogelijk ontstaan van droge ogen.
Nog niet alle gevolgen van chronische toediening met acitretine zijn in kaart gebracht.
Waarschuwingen en voorzorgen
Leverfunctie en metabole afwijkingen: Vóór het starten van de behandeling de leverfunctie en serumlipiden (nuchter) controleren; dit herhalen na een maand en vervolgens iedere 3 maanden. Bij risicopatiënten (diabetes mellitus, obesitas, alcoholmisbruik, vetstofwisselingsstoornissen) kan een meer frequente controle van serumlipiden en/of bloedglucose nodig zijn. De behandeling staken als hypertriglyceridemie niet op een aanvaardbaar peil kan worden gehouden of als zich symptomen van pancreatitis voordoen. Bij een blijvende klinisch relevante verhoging van transaminasewaarden de dosering verlagen of de behandeling staken.
Myalgie, artralgie en verhoogde CK-spiegels zijn gemeld, vooral bij sterke fysieke inspanning. In sommige gevallen kan dit zich ontwikkelen tot potentieel levensbedreigende rabdomyolyse. Bij klinische tekenen van spierbeschadiging, opvallend hoge CK-spiegels en/of elektromyografische afwijkingen, de behandeling staken.
Bij optreden van symptomen van benigne intracraniële hypertensie (hoofdpijn, misselijkheid, braken, visusklachten en papiloedeem), de behandeling onmiddellijk staken.
Ernstige huidreacties waaronder Stevens-Johnsonsyndroom (SJS) en toxische epidermale necrolyse (TEN) zijn gemeld. Wijs patiënten op tekenen en klachten van ernstige huidreacties en staak de behandeling bij vermoeden daarvan.
Psychische stoornissen: Zeldzame gevallen van (verergering van) depressie, angst en andere stemmingsstoornissen zijn gemeld. Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van depressie of psychose; alle (m.n. daarvoor gevoelige) patiënten controleren op tekenen van depressie en andere psychische stoornissen. Bij optreden van depressieve symptomen de behandeling staken; een psychiatrische of psychologische evaluatie kan nodig zijn.
Bij het optreden van ernstige (bloederige) diarree de behandeling onmiddellijk staken, omdat isotretinoïne in verband is gebracht met darmontsteking (waaronder ileitis regionalis).
Oogaandoeningen en visusproblemen: Isotretinoïne kan droge ogen, corneatroebelingen, keratitis en slecht zicht in het donker veroorzaken. Wijs patiënten op een mogelijk (plotseling optredend) verminderd zicht in het donker en verwijs bij visusstoornissen voor een oogheelkundig onderzoek. Droge ogen kunnen worden behandeld met kunsttranen en eventueel met een indifferente oogzalf. Intolerantie voor contactlenzen kan vóórkomen, het dragen van een bril tijdens de behandeling kan dan nodig zijn.
Sacro-iliitis is gemeld. Om bij klinische symptomen van sacro-iliitis onderscheid te kunnen maken met andere oorzaken van rugpijn kan verder onderzoek nodig zijn, waaronder beeldvormende methoden, zoals MRI. Sacro-iliitis verbeterde na staken van isotretinoïne en passende behandeling
Duizeligheid en slaperigheid zijn gemeld. Adviseer patiënten bij het optreden hiervan geen voertuigen te besturen of gevaarlijke activiteiten te ondernemen.
Agressieve dermabrasie en laserbehandelingen van de huid tijdens en gedurende 5–6 maanden na de behandeling met isotretinoïne vermijden wegens mogelijk risico van hypertrofische littekenvorming of postinflammatoire pigmentatieafwijkingen; was-epilatie tijdens en gedurende 6 maanden na de behandeling vermijden vanwege de kans op epidermolyse.
Blootstelling aan UV-straling vermijden; adviseer een zonnebrandmiddel met minimaal factor 15.
Doneer geen bloed tijdens de behandeling met isotretinoïne en binnen 1 maand na staken, vanwege potentieel risico voor de foetus indien de ontvanger een zwangere vrouw betreft.
Bij kinderen < 12 jaar zijn de werkzaamheid en veiligheid niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controles tijdens de behandeling: het bloedbeeld, stollingsprofiel, de leverfunctie, triglyceriden- , cholesterol- en calciumspiegels frequent controleren.
Ondersteunende maatregelen om APL-geassocieerde coagulopathie tegen te gaan omvatten toediening van een transfusie met bloedplaatjes om het aantal bloedplaatjes > 30–50 × 10⁹/l te houden en vers ingevroren plasma of fibrinogeen om het fibrinogeen-niveau > 2,9–4,4 mmol/l te houden. Deze waarden dagelijks controleren en ondersteunende zorg voortzetten gedurende de hele inductiefase tot het verdwijnen van klinische en laboratoriumtekenen van coagulopathie.
Het APL-differentiatiesyndroom (A-DS)/retinoïnezuursyndroom (RAS) is frequent gemeld (ca. 26%) en kan een fatale afloop hebben. A-DS wordt gekenmerkt door koorts, dyspneu, acute ademnood, longinfiltraten, hypotensie, pleurale en pericardeffusies, hypotensie, oedeem, gewichtstoename, lever-, nier- en 'multiple organ dysfunction syndrome' (MODS). Vroege herkenning en behandeling van A-DS is van essentieel belang. Bij optreden van het syndroom direct dexamethason i.v. 10 mg elke 12 uur toedienen gedurende ten minste 3 dagen of tot de symptomen verdwijnen. In ernstige gevallen tijdelijke onderbreking van de behandeling met tretinoïne overwegen. A-DS gaat vaak gepaard met hyperleukocytose (zie Hyperleukocytose). Bij een verhoogde BMI nauwlettend controleren (ademhalingsfunctie, diurese en creatininegehalte) aangezien een verhoogde BMI een risicofactor is voor A-DS.
Hyperleukocytose behandelen met een volledige dosis chemotherapie op basis van antracycline. Onmiddellijke behandeling wordt aanbevolen indien aantal witte bloedcellen (WBC) ≥ 5 × 109/l is bij diagnose of gedurende behandeling met tretinoïne. Bij combinatietherapie van tretinoïne met arseentrioxide, het gebruik van hydroxycarbamide overwegen om WBC < 10 × 109/l te houden.
Tretinoïne kan intracraniële hypertensie/pseudotumor cerebri veroorzaken, gekenmerkt door hersenoedeem, hoofdpijn, papiloedeem, dubbelzien, en eventueel veranderde staat van bewustzijn. Indien intracraniële hypertensie zich voordoet, de dosis tretinoïne verlagen in aanvulling op toediening van diuretica (acetazolamide), corticosteroïden en/of analgetica.
QTc-verlenging: bij combinatietherapie met arseentrioxide zijn QTc-verlengingen gemeld. Beoordeel vóór starten en tijdens behandeling ECG's. Verlenging van het QT-interval kan leiden tot ventriculaire aritmie van het type 'torsade de pointes', dat fataal kan zijn. Extra alert zijn bij aanwezigheid van risicofactoren voor QT-verlenging (zoals hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, bradycardie, hartfalen, myocardinfarct, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen, congenitale of verworven QT-verlenging, hoge leeftijd); zie voor meer informatie arseentrioxide.
Risico op levertoxiciteit is verhoogd bij combinatietherapie met arseentrioxide, m.n. tijdens de eerste fase van behandeling (inductietherapie); deze wordt vooral gekenmerkt door een stijging van transaminasen. Leverschade is reversibel bij het staken van arseentrioxide en/of tretinoïne.
Psychische stoornissen: (toename van) depressie en andere psychische stoornissen (o.a. angst, stemmingswisselingen) zijn gemeld bij gebruik van systemische retinoïden, waaronder tretinoïne. Wees alert bij een voorgeschiedenis van depressie of psychose; alle patiënten controleren op tekenen van depressie en andere psychische stoornissen en indien noodzakelijk doorverwijzen voor behandeling.
Bloeddonatie: tijdens de behandeling met tretinoïne en binnen 1 maand na staken geen bloed doneren, vanwege potentieel risico voor de foetus indien een zwangere vrouw een transfusie krijgt.
Het Sweet-syndroom (acute febriele neutrofiele dermatose) reageert goed op toediening van corticosteroïden; zie ook de rubriek Bijwerkingen.
Onderzoeksgegevens: er is relatief weinig informatie over de veiligheid bij het gebruik van tretinoïne bij kinderen. Er zijn meldingen over toegenomen toxiciteit bij kinderen die behandeld zijn met tretinoïne, m.n. toename van intracraniële hypertensie. Er zijn relatief weinig gegevens over het gebruik van tretinoïne in combinatie met arseentrioxide bij kinderen en ouderen.
Overdosering
Symptomen
Bij doseringen >10× de therapeutische dosering zijn de volgende symptomen (reversibel) opgetreden: ernstige hoofdpijn, diarree, blozen in gezicht, hypertriglyceridemie.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling bij overdosering met vitamine A-zuurderivaten vergiftigingen.info.
Overdosering
Therapie
Acute overdosering leidt tot het klinisch beeld van acute hypervitaminose A met als symptomen: hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en/of braken, slaperigheid, prikkelbaarheid en jeuk.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Acute overdosering leidt tot het klinisch beeld van acute hypervitaminose A met als symptomen: hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en/of braken, slaperigheid, prikkelbaarheid en jeuk.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Acute overdosering leidt tot het klinisch beeld van acute hypervitaminose A met als symptomen: hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en/of braken, slaperigheid, prikkelbaarheid en jeuk.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling: vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Alitretinoïne is een endogeen retinoïde. Het werkingsmechanisme bij chronisch handeczeem is onbekend. Alitretinoïne heeft immunomodulatoire en anti-inflammatoire effecten die relevant zijn voor huidontsteking. Het succes van de behandeling met alitretinoïne, is groter bij eczeem met hyperkeratotische verschijnselen dan bij eczeem dat zich vooral manifesteert als acuut ontstane blaasjes.
Kinetische gegevens
Resorptie | laag en variabel in nuchtere toestand; inname met een vetrijke maaltijd verhoogt de absorptie met > factor twee en vermindert de variabiliteit ervan. |
T max | ca. 4 uur |
Eiwitbinding | 99,1%. |
Metabolisering | in de lever door CYP3A4, CYP2C8 en CYP2C9 tot o.a. de actieve metaboliet 4-oxo-alitretinoïne (>70 %). |
Eliminatie | ca. 70% met de urine en ca. 30% met de feces, vnl. als metabolieten. |
T 1/2el | ca. 9 uur, 4-oxo-alitretinoïne ca. 10 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Synthetisch aromatisch analogon van retinoïnezuur, een afgeleide van vitamine A. Normaliseert de epidermale celproliferatie, differentiatie en verhoorning. Het werkingsmechanisme is nog niet opgehelderd.
Kinetische gegevens
Resorptie | ca. 60%. Grote interindividuele spreiding. Absorptie wordt bevorderd door inname met voedsel. |
T max | 1–4 uur. |
Eiwitbinding | > 99%. |
Metabolisering | isomerisatie tot het actieve cis-acetretine, β-oxidatie en glucuronidering. Bij een deel wordt het minder polaire en actieve (eveneens teratogene) etretinaat gevormd dat in het subcutane vetweefsel wordt opgeslagen. Deze omzetting kan worden verhoogd door gelijktijdig gebruik van alcohol. Zie verder de rubriek Zwangerschap. |
Eliminatie | bijna geheel als metabolieten, ca. 50% met de urine, 50% met de gal. |
T 1/2el | ca. 50 uur (acitretine); 60 uur (cis-acetretine) en ca. 120 dagen (etretinaat). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Synthetische stereo-isomeer van tretinoïne (vitamine A-zuur); het werkingsmechanisme is niet exact bekend. Het reduceert de talgkliergrootte, remt de talgafscheiding en heeft (in de dermis) een anti-inflammatoir effect.
Kinetische gegevens
F | relatief laag en variabel; neemt toe met vethoudend voedsel. |
T max | ca. 3 uur. |
Eiwitbinding | > 99%. |
Overig | isotretinoïne doorloopt een enterohepatische kringloop. |
Metabolisering | in de lever door verschillende CYP-enzymen tot o.a. 3 actieve metabolieten (4-oxo-isotretinoïne, tretinoïne, 4-oxo-tretinoïne). Tretinoïne kan weer terug gevormd worden tot isotretinoïne. |
Eliminatie | met feces en urine in ongeveer gelijke hoeveelheden. |
T 1/2el | ca. 19 uur, 4-oxo-isotretinoïne ca. 29 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Natuurlijke metaboliet van retinol (vitamine A), behorend tot de groep retinoïden. In-vitro induceert tretinoïne de differentiatie en remt het de proliferatie bij cellen in getransformeerde hematopoëtische cellijnen, inclusief humane myeloïde leukemie cellijnen.
Het werkingsmechanisme bij acute promyelocytaire leukemie zou kunnen berusten op een modificatie in de binding van tretinoïne aan een nucleaire retinoïnezuurreceptor (RAR), gegeven het feit dat de α-receptor van retinoïnezuur wordt veranderd door fusie met een eiwit, PML genaamd.
Kinetische gegevens
F | (voor retinoïden) toenemend door voedsel. |
T max | ca. 3 uur. |
Eiwitbinding | > 95%. |
Metabolisering | uitgebreid in de lever door CYP450 tot o.a. de minder actieve metabolieten 4-oxo-tretinoïne, isotretinoïne en 4-oxo-isotretinoïne. Bij continue toediening kan een aanzienlijke afname van de plasmaconcentratie optreden, mogelijk door auto-inductie van het cytochroom P450-enzym. |
Overig | tretinoïne en de actieve metabolieten doorlopen een enterohepatische kringloop. |
Eliminatie | vnl. als metabolieten; ca. 60% met de urine en 30% met de feces. |
T 1/2el | ca. 0,7 uur (tretinoïne), ca. 19 uur (isotretinoïne), ca. 29 uur (4-oxo-isotretinoïne). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
alitretinoïne hoort bij de groep retinoïden, systemisch.
Groepsinformatie
acitretine hoort bij de groep retinoïden, systemisch.
Groepsinformatie
isotretinoïne hoort bij de groep retinoïden, systemisch.
Groepsinformatie
tretinoïne (bij maligne aandoening) hoort bij de groep retinoïden, systemisch.