Samenstelling
Alprazolam
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 0,25 mg, 0,5 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 0,5 mg, 1 mg, 2 mg
Xanax
Bijlage 2
Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte 'Retard'
- Sterkte
- 0,5 mg, 1 mg, 2 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Imovane
Bijlage 2
Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 7,5 mg
Zopiclon
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 3,75 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 7,5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een angststoornis met een geringe ziektelast volstaan voorlichting en zelfhulpadviezen. Bij onvoldoende effect daarvan of bij ernstige ziektelast zijn cognitieve gedragstherapie, een antidepressivum of beide aangewezen. Er is een lichte voorkeur voor SSRI’s boven serotonerge TCA’s vanwege een geringere kans op ernstige bijwerkingen. Bij sociale fobie komen TCA’s niet in aanmerking. Na herstel van de angststoornis is begeleiding bij het stoppen van het antidepressivum en terugvalpreventie belangrijk. Bij examenangst/plankenkoorts kan incidenteel propranolol gegeven worden.
Indien de antidepressiva en cognitieve gedragstherapie niet voldoende effectief zijn, hebben benzodiazepinen een beperkte plaats in de onderhoudsbehandeling van sociale angststoornissen en paniekstoornissen. Daarnaast kunnen benzodiazepinen bij de start van een behandeling met antidepressiva kortdurend worden toegevoegd (maximaal 2–4 weken) om de initieel toenemende angst op te vangen.
Aan de vergoeding van alprazolam zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
De behandeling van slapeloosheid is vooral niet-medicamenteus. Voor een geneesmiddel is alleen plaats in uitzonderingsgevallen, zoals bij acute ernstige slapeloosheid of ernstig disfunctioneren overdag, en dan alleen kortdurend gedurende enkele nachten. De voorkeur gaat uit naar een kortwerkende benzodiazepine-agonist: lormetazepam, temazepam, zolpidem of zopiclon. Met deze middelen bestaat ruime ervaring en bij gebruik in lage dosering is er weinig kans op nawerking de volgende dag.
Aan de vergoeding van zopiclon zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Pathologische angst en spanning, die ernstig is, invaliderend is of ernstig lijden veroorzaakt.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Kortdurende behandeling van ernstige slaapstoornis, die het normale functioneren verstoort of waaronder ernstig geleden wordt.
Gerelateerde informatie
Dosering
Anxiolyse:
Volwassenen:
Gewone tablet: startdosering: 0,25–0,5 mg 3×/dag; gebruikelijke dosering: 0,5– 3 mg per dag verdeeld over meerdere giften. Retardtablet: startdosering: 1 mg per dag in 1–2 giften; gebruikelijke dosering 0,5–3 mg per dag in 1–2 giften.
Bij ouderen, nier- of leverfunctiestoornis of verzwakte patiënten: gewone tablet: begin- en vervolg dosering 0,25 mg 2–3×/dag. Retardtablet: begin- en vervolg dosering 0,5–1 mg in 1–2 giften, indien nodig en indien de ziekte het toelaat de dosis geleidelijk verhogen. Gecontra-indiceerd bij een ernstige leverfunctiestoornis.
Bij chronische respiratoire insufficiëntie met hypercapnie lager dan gewoonlijk doseren. Bij staken van de behandeling de dagelijkse dosis iedere 3 dagen met max. 0,5 mg verminderen; bij sommige patiënten is trager afbouwen vereist. Zonder herevaluatie moet de behandeling korter dan 8–12 weken (incl. uitsluipen) duren.
Toedieningsinformatie: De tablet met gereguleerde afgifte niet kauwen, vermalen of breken, maar heel doorslikken.
Dosering
Voor aanvang van de behandeling de oorzaak van slapeloosheid onderzoeken.
Slaapstoornis:
Volwassenen:
7,5 mg/dag, innemen vlak voor het slapen gaan. Niet dezelfde nacht nogmaals innemen. De gebruikelijke behandelduur varieert van enkele dagen tot 2 weken; maximaal (incl. uitsluipen) 4 weken.
Ouderen
Start met 3,75 mg/dag.
Bij verminderde nier- of leverfunctie: start met 3,75 mg/dag. Gecontra-indiceerd bij ernstige leverfunctiestoornis.
Bij chronische respiratoire insufficiëntie: start met 3,75 mg/dag.
Toedieningsinformatie: omhulde tabletten in het geheel innemen, zonder kauwen of breken.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): sedatie, slaperigheid, depressie, ataxie, geheugenstoornis, onduidelijke spraak (dysartrie), duizeligheid, hoofdpijn, vermoeidheid, prikkelbaarheid, droge mond, obstipatie.
Vaak (1-10%): verminderde eetlust, verwardheid, angst, slapeloosheid, nervositeit, desoriëntatie, evenwichtsstoornis, coördinatiestoornis, aandachtsstoornis, hypersomnie, asthenie, lethargie, tremor. Visusstoornis (zoals diplopie, wazig zien). misselijkheid, braken. Libidoverandering, Dermatitis. Gewichtsverandering.
Soms (0,1-1%): woede, agressie, vijandigheid, agitatie, stimulatie, hallucinaties, (hypo)manie. Anterograde amnesie, spierzwakte. Diarree. Urine-incontinentie. Onregelmatige menstruatie. Lichamelijke en psychische afhankelijkheid, onthoudings- en reboundverschijnselen.
Zelden: bloedbeeldafwijkingen.
Verder zijn gemeld: misbruik, abnormale gedachten, hyperprolactinemie, anorexie, toegenomen eetlust, toegenomen speekselproductie, dysfagie, nasale verstopping, licht gevoel in het hoofd, hypotensie, tachycardie. Hepatitis, angio-oedeem, perifeer oedeem, dystonie, psychomotorische hyperactiviteit, overgevoeligheid voor licht. Abnormale leverfunctie, geelzucht. Urineretentie. Seksuele stoornissen, Verhoogde intraoculaire druk.
Vooral bij kinderen en ouderen: paradoxale reacties, zoals rusteloosheid, agitatie, prikkelbaarheid, agressie, woede-aanvallen, wanen, hallucinaties, psychosen, nachtmerries, gedragsstoornissen.
Bijwerkingen
Vaak:(1-10%): bittere smaak, slaperigheid overdag, sufheid, droge mond.
Soms (0,1-1%): duizeligheid, hoofdpijn. maag-darmstoornissen (misselijkheid, braken, diarree), vermoeidheid.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactische reacties, angio-oedeem, dyspneu, afvlakking van gevoel, verwardheid, anterograde amnesie, ataxie, moeite met concentreren, dubbelzien, dyspepsie, verhoogde transaminase- en alkalische fosfatasespiegels. Allergische huidveranderingen (jeuk, uitslag), spierzwakte, risico opvallen (met name bij ouderen), slaapwandelen en geassocieerd gedrag. Manifest worden van een onopgemerkte depressie. Vooral bij kinderen en ouderen: (tamelijk ernstige) paradoxale reacties (zoals excitatie, rusteloosheid, agitatie, irritatie, agressie, verminderd libido, waandenkbeelden, woedeaanvallen, hallucinaties, psychosen, nachtmerries, onaangepast gedrag of andere gedragsstoornissen..
Zeer zelden (< 0,01%): Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrose, erythema multiforme.
Verder zijn gemeld: ademhalingsdepressie, paresthesie, cognitieve aandoeningen zoals geheugenvermindering, spraakstoornis. Fysieke en psychische afhankelijkheid, onthoudingsverschijnselen, rebound, misbruik. Suïcidale gedachten en suïcidaal gedrag (met of zonder depressie).
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centrale effect van benzodiazepinen. Gelijktijdig gebruik met opioïden is niet aanbevolen, vanwege het risico op sedatie, respiratoire depressie, coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend en geef uitleg over de symptomen (ook aan de directe omgeving). Daarnaast kan euforie en daarmee de psychische afhankelijkheid van opioïden worden versterkt.
Gelijktijdig gebruik van clozapine vermeerdert de kans op ademhalings- en/of hartstilstand. Het spierverslappende effect (kans op vallen) neemt toe bij gelijktijdig gebruik van andere spierverslappers.
Bij gelijktijdig gebruik van stoffen met een sterke invloed op leverenzymen (vnl. CYP3A4) kunnen de concentratie en werking van alprazolam verhogen; daarom wordt gelijktijdig gebruik van de CYP3A4-remmers (zoals HIV-proteaseremmers, ketoconazol, itraconazol en andere antimycotica azoolverbindingen) afgeraden en is voorzichtigheid en mogelijke dosisreductie aanbevolen bij gelijktijdig gebruik van fluvoxamine en cimetidine. Wees voorzichtig bij fluoxetine, orale anticonceptiva, diltiazem en macrolide antibiotica. CYP3A4-inductoren (als rifampicine, fenytoïne, fenobarbital, carbamazepine of sint-janskruid) kunnen de concentratie alprazolam verlagen.
Bij combinatie met digoxine kan alprazolam de plasmaspiegel van digoxine verhogen, met name bij ouderen; let op symptomen van digoxine-intoxicatie.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centrale effect. Gelijktijdig gebruik met opioïden is niet aanbevolen, vanwege het risico op sedatie, respiratoire depressie, coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend en geef uitleg over de symptomen (ook aan de directe omgeving). Daarnaast kan euforie en daarmee de psychische afhankelijkheid van opioïden worden versterkt.
CYP3A4-remmers, zoals erytromycine kunnen het hypnotisch effect versterken. Metoclopramide verhoogt en atropine verlaagt de zopiclonconcentratie. CYP3A4-inducerende middelen zoals rifampicine, fenytoïne, carbamazepine en middelen die sint-janskruid bevatten kunnen de hypnotische werking verminderen.
Combinatie met spierrelaxantia kan het spierverslappend effect vergroten.
Zwangerschap
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen.
Farmacologisch effect: Bij gebruik van benzodiazepinen aan het eind van de zwangerschap kan de pasgeborene last krijgen van ademhalingsdepressie, voedingsproblemen ("floppy-infant-syndrome") en onthoudingsverschijnselen (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, onregelmatige ademhaling, braken, diarree, convulsies en hard huilen).
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Probeer zo kort mogelijk te behandelen met een lage dosis. Controleer de pasgeborene bij langdurig gebruik in het 3e trimester voor de zekerheid op tekenen van ademhalingsdepressie, voedingsproblemen en onthouding.
Zwangerschap
Passeert de placenta.
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen.
Farmacologisch effect: Bij gebruik van benzodiazepines aan het eind van de zwangerschap kan de pasgeborene last krijgen van ademhalingsdepressie, voedingsproblemen ("floppy-infant-syndrome") en onthoudingsverschijnselen (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, onregelmatige ademhaling, braken, diarree, convulsies en hard huilen).
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Probeer zo kort mogelijk te behandelen met een lage dosis. Controleer de pasgeborene bij langdurig gebruik in het derde trimester voor de zekerheid op tekenen van ademhalingsdepressie, voedingsproblemen en onthouding.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (in geringe mate).
Advies: Kan waarschijnlijk veilig incidenteel worden gebruikt. Wees alert op eventuele bijwerkingen zoals sufheid, slecht drinken en het niet toenemen van gewicht. Let na langdurig gebruik op het optreden van onthoudingsverschijnselen bij het staken van het middel of de borstvoeding.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe hoeveelheden.
Advies:Kan incidenteel veilig worden gebruikt. Wees alert op eventuele bijwerkingen zoals sufheid, slecht drinken en het niet toenemen van gewicht. Let na langdurig gebruik op het optreden van onthoudingsverschijnselen bij het staken van het middel of de borstvoeding.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor benzodiazepinen;
- myasthenia gravis;
- ernstige respiratoire insufficiëntie;
- slaap-apneusyndroom;
- ernstige leverinsufficiëntie;
- acute vergiftiging door alcohol of andere centraal werkzame stoffen;
- acuut nauwe-kamerhoekglaucoom.
Contra-indicaties
- myasthenia gravis.
- ernstige respiratoire insufficiëntie.
- slaap-apneusyndroom.
- ernstige leverinsufficiëntie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Staak de behandeling bij het optreden van paradoxale reacties.
Ouderen zijn gevoeliger voor de sedatieve effecten van benzodiazepinen, bovendien is bij hen het gevaar van cumulatie groter. Ouderen hebben een erg groot valrisico. Gebruik bij ouderen de laagst mogelijke effectieve dosis.
Amnesie: Indien minder dan 7–8 uur beschikbaar is om te slapen en bij hogere doseringen is er meer kans op anterograde amnesie. Amnestische effecten kunnen gepaard gaan met onaangepast gedrag.
Afhankelijkheid en tolerantie: De kans op afhankelijkheid neemt toe bij hogere doseringen, een langere gebruiksduur en bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis; wees terughoudend bij middelenmisbruik in de voorgeschiedenis en bij uitgesproken persoonlijkheidsstoornissen. Bij herhaald gebruik gedurende enkele weken kan het hypnotisch effect van benzodiazepinen minder worden (tolerantie). Controleer op tekenen van afhankelijkheid en misbruik. Beperk het gebruik in verband met de kans op afhankelijkheid, tolerantie en centrale bijwerkingen tot maximaal 8–12 weken (incl. afbouwen medicatie). Bij benzodiazepinen met een korte werkingsduur kunnen binnen het toedieningsinterval onthoudingsverschijnselen optreden, vooral bij hoge doseringen.
Comorbiditeit: Wees voorzichtig bij patiënten met depressieve symptomen, suïcidale neigingen of aanleg voor acuut nauwe-kamerhoekglaucoom.
Hulpstoffen: Natriumbenzoaat (in sommige tabletten) kan geelzucht bij pasgeborenen (tot 4 weken oud) verhogen.
Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid zijn bij kinderen < 18 jaar niet vastgesteld; vermijd gebruik bij kinderen.
Rijvaardigheid: Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen; vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden. Bij onvoldoende slaapduur is hier meer kans op.
Waarschuwingen en voorzorgen
Benzodiazepinen niet gebruiken als primaire behandeling van psychotische aandoeningen. Bij de behandeling van depressieve aandoeningen moeten benzodiazepinen worden gecombineerd met antidepressiva.
Paradoxale reacties: Staak de behandeling bij optreden van symptomen als rusteloosheid, agitatie, irritatie, agressie, wanen, hallucinaties, psychose, nachtmerries, gedragsstoornis. De kans op deze reacties is het grootst bij kinderen en ouderen.
Amnesie: Bij hogere doseringen en indien er minder dan 7–8 uur beschikbaar is om te slapen is er meer kans op anterograde amnesie. Amnestische effecten kunnen gepaard gaan met onaangepast gedrag.
Afhankelijkheid, tolerantie en rebound: De kans op afhankelijkheid neemt toe bij hogere doseringen, een langere gebruiksduur, bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis en bij uitgesproken persoonlijkheidsstoornissen. Wees terughoudend bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis. Bij herhaald gebruik gedurende enkele weken kan het hypnotisch effect van benzodiazepinen minder worden (tolerantie); voor zopiclon echter is bij een behandelduur tot 4 weken geen duidelijke tolerantie opgetreden. Bij staken de dosering geleidelijk afbouwen. Er zijn aanwijzingen dat bij benzodiazepine(-achtige)n met een korte werkingsduur reeds binnen het toedieningsinterval onthoudingsverschijnselen kunnen optreden (m.n. bij hoge doseringen).
Valneiging: Vanwege de spierverslappende werking hebben ouderen een verhoogde neiging tot vallen en meer kans op heupfracturen.
Onderzoeksgegevens: Niet gebruiken bij kinderen < 18 jaar, de veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld.
Rijvaardigheid: Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen; vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden, met name in de 12 uren volgend op de inname. Bij onvoldoende slaapduur is daar meer kans op.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info en toxicologie.org/benzodiazepinen. Flumazenil kan in bepaalde gevallen gebruikt worden als antidotum.
Overdosering
Symptomen
ernstige bewustzijnsdaling tot coma, ademhalingsdepressie, ataxie.
Therapie
toediening van een benzodiazepine-antagonist zoals flumazenil kan aangewezen zijn.
Zie voor meer symptomen en behandeling van een intoxicatie met zopiclon vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Benzodiazepine, toegepast als anxiolyticum. Alprazolam heeft als benzodiazepine ook sedatieve, hypnotische, spierverslappende en anticonvulsieve eigenschappen. Vergemakkelijkt de remming van de neurotransmitteractiviteit van gammaboterzuur, wat pre- en postsynaptische inhibitie in het centrale zenuwstelsel medieert.
Kinetische gegevens
Resorptie | tabl. snel. |
F | ≥ 80%. |
T max | tabl. 1–2 uur, Retardtablet 5–11 uur. |
Metabolisering | vnl. in de lever, in belangrijke mate oxidatief door CYP3A4, tot α-hydroxy-alprazolam (= even actief als alprazolam) en 4-hydroxy-alprazolam (heeft 10% van de activiteit van alprazolam). |
V d | 1 l/kg. |
Eliminatie | vnl. met de urine. |
T 1/2el | 12–15 uur, bij ouderen gem. 16 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Cyclopyrrolonverbinding. Benzodiazepine-agonist. Hypnoticum met tevens anxiolytische, sedatieve, anticonvulsieve en spierverslappende eigenschappen. Werking: na 15–30 min.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
T max | 0,75–2 uur. |
V d | 92–105 l/kg. |
Metabolisering | via CYP3A4 tot merendeels inactieve metabolieten. |
Eliminatie | 80% met de urine als metaboliet, 5% onveranderd. |
T 1/2el | 5 uur, bij ouderen 7 uur, bij levercirrose tot 10 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
alprazolam hoort bij de groep benzodiazepine agonisten.
- bromazepam (N05BA08) Vergelijk
- brotizolam (N05CD09) Vergelijk
- clobazam (N05BA09) Vergelijk
- clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
- diazepam (N05BA01) Vergelijk
- flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
- flurazepam (N05CD01) Vergelijk
- loprazolam (N05CD11) Vergelijk
- lorazepam (N05BA06) Vergelijk
- lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
- midazolam (N05CD08) Vergelijk
- nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
- oxazepam (N05BA04) Vergelijk
- prazepam (N05BA11) Vergelijk
- temazepam (N05CD07) Vergelijk
- zolpidem (N05CF02) Vergelijk
- zopiclon (N05CF01) Vergelijk
Groepsinformatie
zopiclon hoort bij de groep benzodiazepine agonisten.
- alprazolam (N05BA12) Vergelijk
- bromazepam (N05BA08) Vergelijk
- brotizolam (N05CD09) Vergelijk
- clobazam (N05BA09) Vergelijk
- clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
- diazepam (N05BA01) Vergelijk
- flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
- flurazepam (N05CD01) Vergelijk
- loprazolam (N05CD11) Vergelijk
- lorazepam (N05BA06) Vergelijk
- lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
- midazolam (N05CD08) Vergelijk
- nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
- oxazepam (N05BA04) Vergelijk
- prazepam (N05BA11) Vergelijk
- temazepam (N05CD07) Vergelijk
- zolpidem (N05CF02) Vergelijk