U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

amsacrine

oncolytica, overige | L01XX01

Sluiten

hydroxycarbamide (sikkelcelziekte)

oncolytica, overige | L01XX05

Sluiten

trabectedine

oncolytica, overige | L01CX01

Sluiten

Samenstelling

Amsidine XGVS EuroCept bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor injectievloeistof
Sterkte
50 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 1,5 ml met solvens 13,5 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Siklos XGVS Nordic Pharma bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
100 mg, 1000 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Yondelis XGVS Pharma Mar S.A.

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
0,25 mg, 1 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de behandeling van de betreffende indicatie de geldende behandelrichtlijn.

Advies

Hydroxycarbamide-toediening vermindert het aantal (ziekenhuisopnamen door) vaso-occlusieve crises, waaronder het 'acute chest syndrome', bij patiënten met sikkelcelziekte (met ≥ 3 vaso-occlusieve crises in het voorafgaande jaar) met circa de helft. De voornaamste bijwerking is onderdrukking van het beenmerg. In de studies is geen significant effect op overleving aangetoond.

Advies

Voor de behandeling van weke-delensarcoom staat op esmo.org de geldende behandelrichtlijn.

Voor trabectidine in combinatie met liposomaal doxorubicine bij gerecidiveerd epitheliaal ovariumcarcinoom staat het advies van de commissie BOM op NVMO.org. Voor de behandeling van ovariumcarcinoom staat op oncoline.nl de geldende behandelrichtlijn.

Indicaties

  • Acute niet-lymfatische leukemie die niet heeft gereageerd op andere behandelingen.

Indicaties

  • Preventie van recidiverende, pijnlijke vaso-occlusieve crises bij personen ouder dan 2 jaar met symptomatische sikkelcelziekte.

Indicaties

Monotherapie

  • Gevorderd weke-delensarcoom bij volwassenen, na falen van antracyclinen en ifosfamide óf indien het gebruik van deze middelen ongeschikt is. Gegevens over de werkzaamheid zijn voornamelijk gebaseerd op gebruik bij lipo- en leiomyosarcomen.

Combinatietherapie

  • Gerecidiveerd platinagevoelig ovariumcarcinoom bij volwassenen in combinatie met doxorubicine in gepegyleerde liposomen.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Acute niet-lymfatische leukemie:

Volwassenen:

Gebruikelijke inductiedosering: 90 mg/m² lichaamsoppervlak per dag via i.v. infusie in 30–90 min gedurende 5 opeenvolgende dagen. De totale dosis voor de inductiekuur is 450 mg/m².

Vervolgdosering: start een tweede kuur na 4 weken als de eerste kuur effect had en na 2 weken als deze onvoldoende effect had. Verhoog de dagdosering tot 120 mg/m² indien na de eerste kuur geen hypocellulair beenmerg is ontstaan. De max. totale dosis is 720 mg/m² per kuur.

Lever- of nierfunctiestoornis: Bij een duidelijk gestoorde lever- of nierfunctie de dosering verlagen met 20-30%.

Toedieningsinformatie: Voorkom lokale weefselirritatie door amsacrine te verdunnen met 5%-glucoseoplossing en verleng de toedieningsduur tot 1 uur. Het is onverenigbaar met een fysiologische zoutoplossing. Amsacrine is opgelost in dimethylacetamide, dat interacties kan geven met plastic en rubber; daarom glazen injectiespuiten gebruiken.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Sikkelcelziekte:

Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar:

Begindosering: 15 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag. Gebruikelijke onderhoudsdosering 15–30 mg/kg/dag, maximale dosering in uitzonderlijke omstandigheden 35 mg/kg/dag. Zolang de patiënt klinisch of hematologisch (bv. toename HbF, ‘mean corpuscular volume’, afname neutrofielenaantal) op de behandeling reageert, kan de dosering worden gehandhaafd. Bij uitblijven respons (opnieuw optreden of geen afname van crises) kan de dagelijkse dosis geleidelijk worden verhoogd in stappen van 2,5–5 mg/kg lichaamsgewicht/dag. De behandeling staken indien met de maximale dosis gedurende drie tot zes maanden geen respons optreedt. Indien het bloedbeeld binnen het toxische bereik valt (neutrofielen < 2,0 × 109/l, trombocyten < 80 × 109/l, hemoglobine < 2,8 mmol/l, of reticulocyten < 80 × 109/l bij een hemoglobineconcentratie van < 5,6 mmol/l) de behandeling tijdelijk staken. Bij een hersteld bloedbeeld (doorgaans binnen twee weken) kan de behandeling met een verlaagde dosis worden hervat en vervolgens weer worden verhoogd onder hematologische controle. Een dosis die hematologische toxiciteit veroorzaakt, niet vaker dan twee keer proberen.

Bij ouderen (> 65 jaar) kan geen doseringsadvies gegeven worden vanwege het ontbreken van gegevens.

Bij nierfunctiestoornissen (creatinineklaring ≥ 30 – ≤ 60 ml/min): de begindosis met 50% verminderen. Hydroxycarbamide is gecontra-indiceerd bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min).

Bij lichte tot matige leverfunctiestoornissen (Child-Pughscore 5–9) is een aanpassing van de dosering niet nodig; het bloedbeeld nauwkeurig controleren. Hydroxycarbamide is gecontra-indiceerd bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15).

Toedieningsinformatie: de tabletten 1×/dag, bij voorkeur ’s morgens voor het ontbijt, eventueel met water of een zeer kleine hoeveelheid voedsel, innemen. Bij slikproblemen de tablet eventueel onmiddellijk voorafgaand aan de inname oplossen in een kleine hoeveelheid water op een theelepel; eventueel een druppel siroop toevoegen of met wat voedsel vermengen ter maskering van de bittere smaak. De tablet van 100 mg kan in tweeën gebroken worden en die van 1000 mg in tweeën of in vieren; dit mag niet in de buurt van voedingsmiddelen gedaan worden. Poeder dat eventueel achterblijft met een vochtige tissue afnemen en weggooien.

Dosering

Vóór aanvang van de behandeling moet aan een aantal criteria worden voldaan ten aanzien van nierfunctie, leverfunctie, het bloedbeeld en de creatinefosfokinasespiegel; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Geef alle patiënten corticosteroïden (bv. 20 mg dexamethason i.v.) 30 min vóór toediening van trabectedine (monotherapie) of doxorubicine in gepegyleerde liposomen (combinatietherapie) als anti-emetische profylaxe én ter bescherming van de lever. Zonodig aanvullende anti-emetica toedienen.

Klap alles open Klap alles dicht

Gevorderd weke-delensarcoom:

Volwassenen (incl. ouderen):

De aanbevolen dosering is 1,5 mg/m² lichaamsoppervlak elke 3 weken via i.v. infusie gedurende 24 uur. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Gerecidiveerd ovariumcarcinoom:

Volwassenen (incl. ouderen):

De aanbevolen dosering is 1,1 mg/m² lichaamsoppervlak elke 3 weken via i.v. infusie gedurende 3 uur, onmiddellijk ná 30 mg/m² doxorubicine in gepegyleerde liposomen. - De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (monotherapie) of licht verminderde nierfunctie (combinatietherapie) is geen dosisaanpassing nodig. Gebruik bij een creatinineklaring < 30 ml/min (monotherapie) of < 60 ml/min (combinatietherapie) wordt ontraden vanwege onvoldoende gegevens.

Verminderde leverfunctie: een dosisaanpassing kan nodig zijn, zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen, achter Levertoxiciteit. Trabectedine niet toedienen als de serumbilirubineconcentratie is verhoogd.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of stopzetting van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (myelotoxiciteit, hepatotoxiciteit, elke andere CTCAE graad 3 of 4) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1); zie hiervoor de link onder 'zie ook'. Als een dosis vanwege toxiciteit eenmaal is verlaagd, wordt dosisescalatie in volgende cycli niet aanbevolen.

Toedieningsinformatie: na reconstitutie en verdere verdunning (eindconcentratie ≤ 0,030 mg/ml) trabectedine via een centraal veneuze lijn toedienen, ter voorkóming van een potentieel ernstige reactie op de injectieplaats. Bij extravasatie kan weefselnecrose optreden, zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): stomatitis, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Purpura. Flebitis op de injectieplaats. Hypotensie. Stijging van leverenzymwaarden.

Vaak (1-10%): infecties. Trombocytopenie, bloeding, pancytopenie. Emotionele labiliteit. Hartfalen, cardiale aritmie. Dyspneu. Hepatitis, geelzucht, leverinsufficiëntie. Alopecia, huiduitslag, urticaria. Hematurie. Tonisch-klonisch insult. Hypokaliëmie. Koorts, reactie op de injectieplaats (ontsteking, necrose).

Zelden (0,01-0,1%): anemie, granulocytopenie, leukopenie. Overgevoeligheid, anafylaxie, oedeem. Lethargie, verwardheid. Hoofdpijn, hypo-esthesie, duizeligheid, perifere neuropathie. Visusstoornissen. Cardiomyopathie, atriumfibrilleren, sinus tachycardie, ventrikelfibrilleren, bradycardie, afname van de ejectiefractie, afwijkend ECG. Proteïnurie, acute nierinsufficiëntie, anurie. Gewichtsverandering. Verhoogde waarden bilirubine, ureum, creatinine, alkalische fosfatase in bloed.

Verder zijn gemeld: hyperurikemie. Reversibele azoöspermie.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): dosisafhankelijke, reversibele beenmergsuppressie, waaronder neutropenie (< 2,0 × 109/l), reticulocytopenie (< 80 × 109/l) en macrocytose. (Doorgaans reversibele) azoöspermie en oligospermie.

Vaak (1-10%): trombocytopenie (< 80 × 109/l), ernstige anemie (hemoglobine < 2,8 mmol/l). Hoofdpijn. Huidreacties (bv. pigmentatie van mond, nagels, huid). Orale mucositis.

Soms (0,1-1%): duizeligheid. Misselijkheid. Huiduitslag, zwarte verkleuring van de nagels, haaruitval.

Zelden (0,01-0,1%): stijging van leverenzymwaarden. Beenzweren.

Zeer zelden (< 0,01%): systemische en cutane lupus erythematodes.

Verder zijn gemeld: huidkanker (bij ouderen), leukemie. Bloeding. Braken, maag- of darmzweer, andere maag-darmstoornissen. Amenorroe. Droge huid, ulceratieve cutane vasculitis. Ernstige hypomagnesiëmie. Gewichtstoename. Koorts, infectie met Parvovirus B19.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Monotherapie:

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Braken, misselijkheid, obstipatie, anorexie. Vermoeidheid, asthenie. Neutropenie (CTCAE graad 4: bij ca. 24%), trombocytopenie, anemie, leukopenie. Verhoogde CPK- en creatinine- en verlaagde albuminewaarden in het bloed. Hyperbilirubinemie, verhoogde waarden ALAT (graad 3: bij ca. 38%), ASAT (graad 3: bij ca. 44%), γ-GT en alkalische fosfatase.

Vaak (1-10%): hypotensie, roodheid in het gezicht. Dyspneu, hoest. Infectie. Perifere sensorische neuropathie, paresthesie, smaakstoornis, duizeligheid. Diarree, stomatitis, buikpijn, dyspepsie, verminderde eetlust, gewichtsverlies. Overgevoeligheidsreactie (incidenteel met fataal verloop). Alopecia. Myalgie, artralgie. Dehydratie, hypokaliëmie. (Perifeer) oedeem, koorts, reactie op de injectieplaats. Slapeloosheid.

Soms (0,1–1%): capillaire-leksyndroom (CLS), incidenteel met fataal verloop.

Verder zijn gemeld: leverfalen (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen). Septische shock. Rabdomyolyse.

Verder zijn in combinatietherapie daarnaast gemeld:

Zeer vaak (> 10%): hand-voetsyndroom, mucositis.

Vaak (1-10%): huiduitslag, hyperpigmentatie van de huid en zijn vaker gemeld: stomatitis, diarree en koorts.

Minder frequent (< 5%): syncope, disfunctie van de linkerventrikel, longembolie. Longoedeem. Neutropene infectie/sepsis, pancytopenie, beenmergfalen, granulocytopenie.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Gelijktijdige toediening met een vaccin wordt afgeraden, omdat door het immunosuppressieve effect van amsacrine de werking van het vaccin kan verminderen.

Interacties

In combinatie met andere myelosuppressieve geneesmiddelen of radiotherapie kan verergering van beenmergsuppressie, maag-darmstoornissen en mucositis optreden.

Combinatie van hydroxycarbamide met radiotherapie kan het door radiotherapie veroorzaakte erytheem verergeren.

Hydroxycarbamide kan leiden tot vermindering van de immuunrespons. Hierdoor kunnen gelijktijdige vaccinaties met levende vaccins leiden tot ernstige infecties.

Bij HIV-geïnfecteerde patiënten zijn in combinatie met anti-retrovirale middelen (m.n. didanosine plus stavudine) pancreatitis, levertoxiciteit en ernstige neuropathie gemeld.

Interacties

Combinatie met een gelekoortsvaccin is gecontra–indiceerd; gelijktijdig gebruik met levend verzwakte vaccins wordt afgeraden.

Gelijktijdige toediening met krachtige CYP3A4-remmers (bv. ketoconazol, fluconazol, ritonavir, claritromycine) kan de blootstelling aan trabectedine verhogen. Combinatie met deze middelen vermijden; indien dit niet mogelijk is, de dosis van trabectedine aanpassen wanneer toxiciteiten zich voordoen. Gelijktijdige toediening met krachtige CYP3A4-inductoren (bv. rifampicine, fenobarbital, sint-janskruid) kan de blootstelling aan trabectedine verlagen en dient eveneens te worden vermeden.

Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van middelen die hepatotoxiciteit (bv. alcohol) of rabdomyolyse (bv. statinen, fibraten, ciclosporine, daptomycine) kunnen veroorzaken.

Combinatie met fenytoïne wordt eveneens afgeraden, omdat een exacerbatie van convulsies kan optreden door een verminderde resorptie van fenytoïne.

Omdat trabectedine een substraat is voor Pgp is voorzichtigheid geboden bij toediening van remmers van Pgp (bv. verapamil, ciclosporine), omdat de relevantie van deze interactie (bv. toxiciteit voor het CZS) niet is vastgesteld.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Farmacologisch effect: Op theoretische gronden is vanwege het werkingsmechanisme schadelijkheid te verwachten.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie en daarnaast tot ten minste 3 maanden (vrouwen) of tot ten minste 6 maanden (mannen) ná de therapie.

Zwangerschap

Hydroxycarbamide passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens zeer weinig gegevens (< 50 zwangerschappen), deze wijzen echter niet op negatieve effecten op de zwangerschap of gezondheid van de foetus of pasgeborene. Bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken (verminderde levensvatbaarheid van de foetus, minder levendgeboren jongen per nest en vertraagde ontwikkeling).
Farmacologisch effect: Bij dieren zijn gedeeltelijk verbeende schedelbeenderen, ontbreken van oogkassen, hydrocefalie, bilaterale sternebrae en ontbrekende lumbale wervels aangetoond.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Hydroxycarbamide verminderde bij dieren de vruchtbaarheid van de mannetjes na hoge doses. Bij de mens zijn zeer vaak gevallen van azoö– en oligospermie gemeld; dit kan echter ook verband houden met de aandoening.
Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie. Bij zwangerschapswens waar mogelijk 3 tot 6 maanden vóór de conceptie stoppen met therapie door de vrouw of de partner. Zorgvuldige follow-up wordt aanbevolen bij optreden van een zwangerschap als de zwangere en/of de partner hydroxycarbamide heeft gebruikt.

Zwangerschap

Bij dieren passeert trabectedine de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onbekend. Op basis van het werkingsmechanisme is het echter waarschijnlijk dat ernstige aangeboren afwijkingen ontstaan.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Mannen wordt aangeraden voorafgaand aan de behandeling advies in te winnen over cryopreservatie van sperma omdat trabectedine tot (irreversibele) verminderde fertiliteit kan leiden. Overweeg genetische counseling bij het optreden van zwangerschap tijdens of een kinderwens na de behandeling.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en een vrouw tot drie en een man tot vijf maanden na de behandeling.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd gedurende en tot 3 maanden na de behandeling.

Contra-indicaties

  • duidelijke beenmergdepressie als gevolg van een behandeling met oncolytica of radiotherapie;
  • overgevoeligheid voor acridinederivaten.

Voor meer contra-indicaties zie de rubriek Lactatie.

Contra-indicaties

  • ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15);
  • ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min);
  • ernstige myelosuppressie: neutrofielen < 2,0 × 109/l, trombocyten < 80 × 109/l, hemoglobine < 2,8 mmol/l;
  • reticulocyten < 80 × 109/l bij een hemoglobine < 5,6 mmol/l.

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Lactatie.

Contra-indicaties

  • ernstige of niet-behandelde infectie.

Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Lactatie en Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Controleer regelmatig het volledige bloedbeeld in verband met beenmergremming, die ook na staken van de therapie nog kan optreden. Op grond hiervan kan onderbreking van de behandeling, dosisaanpassing of verlenging van het therapie-vrije interval nodig zijn. Leukocyten en trombocyten hebben een nadir tussen dag 5–12 en een volledig herstel op dag 25.

Controleer regelmatig de leverfunctie en nierfunctie vóór en tijdens de behandeling, overweeg een dosisverlaging bij duidelijke afwijkingen.

Controleer in verband met cardiale toxiciteit regelmatig het hartritme en voor iedere toediening de kaliumspiegel; corrigeer hypokaliëmie voor starten van de toediening.

Evalueer de elektrolytenbalans voor iedere toediening.

Ter preventie van hyperurikemie door tumorlysissyndroom maatregelen nemen ter preventie van stijging van de urinezuurspiegel (profylaxe met allopurinol, hydratie en alkaliseren van de urine).

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.

Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie Zwangerschap.

Waarschuwingen en voorzorgen

Controles: zowel de eerste twee maanden van de behandeling (instelfase) als bij gebruik van de maximale dosis van 35 mg/kg/dag, dient controle van de nier– en leverfunctie en het bloedbeeld elke twee weken plaats te vinden, bij patiënten die stabiliteit hebben bereikt op lagere doses elke twee maanden.

Bloedbeeld: behandeling staken bij sterke onderdrukking van de beenmergfunctie; dit manifesteert zich meestal als eerste met neutropenie, hierna kunnen trombocytopenie en anemie optreden. Gebruik veroorzaakt tevens macrocytose, dit kan het incidentele tekort aan foliumzuur en vitamine B12 maskeren. Om die reden wordt profylactische toediening van foliumzuur aanbevolen.

Cutane vasculitis: verder voorzichtig zijn bij beenzweren vanwege mogelijk optreden van toxische vasculitis waaronder vasculitische ulceraties en gangreen vooral bij interferongebruik (in de anamnese). Bij optreden van ulceratieve cutane vasculitis de toediening staken en/of de dosering verminderen.

Kinderen: langdurig volgen van de groei van behandelde kinderen wordt aanbevolen. Behandeling van kinderen jonger dan 2 jaar wordt niet aanbevolen, vanwege het ontbreken van gegevens.

Waarschuwingen en voorzorgen

Levertoxiciteit: controleer vóór aanvang van de behandeling en regelmatig tijdens de behandeling de leverfunctie: tijdens de eerste twee cycli wekelijks en daarna ten minste eenmaal tussen de behandelingen door. Trabectidine niet starten indien sprake is van een verhoogde serumbilirubinewaarde; de waarden van ASAT, ALAT en alkalische fosfatase dienen ≤ 2,5 × ULN te zijn en de albumine < 25 g/l. Bij de meeste patiënten treden acute (reversibele) verhogingen van ASAT en ALAT op; de mediane tijd tot het bereiken van piekwaarden van de aminotransferasen is ca. 5 dagen, binnen 15 dagen dalen de waarden meestal tot graad 1 of naar de waarden voorafgaand aan de behandeling, soms is de hersteltijd echter > 25 dagen. Indien tussen de cycli verhogingen van ASAT, ALAT of alkalische fosfatase optreden, kan dosisaanpassing noodzakelijk zijn. De bilirubinewaarde bereikt na ca. één week de piek en is doorgaans binnen ca. twee weken weer genormaliseerd. Incidenteel kan echter ernstige levertoxiciteit optreden met icterus, hepatomegalie en leverpijn. Risicofactoren voor het optreden van leverfalen zijn te hoge doses (bv. ook door interactie met CYP3A4-remmers) of een gebrek aan dexamethasonprofylaxe. Wees ook voorzichtig met de combinatie met andere hepatotoxische geneesmiddelen. Een vermindering van de leverfunctie kan tevens resulteren in een klinisch relevante vermindering van de eliminatie van trabectedine met meer kans op toxiciteit, waaronder levertoxiciteit. Bij een matig verminderde leverfunctie (bilirubine 1,5–3 × ULN en ASAT of ALAT < 8 × ULN) is de blootstelling aan trabectedine verdubbeld. Daarom is nauwkeurige controle vooral nodig bij gebruik van trabectedine bij leverziekte zoals actieve chronische hepatitis en kan dosisaanpassing nodig zijn.

Myelotoxiciteit: in verband met het zeer vaak optreden van graad 3 of 4 neutropenie, vóór de start van de behandeling een volledig bloedbeeld bepalen (incl. leukocytendifferentiatie en trombocytentelling), alsmede gedurende de eerste 2 cycli elke week en daarna ten minste eenmaal tussen de cycli in. Trabectedine niet toepassen indien de ANC < 1,5 × 109/l is, het aantal trombocyten < 100 × 109/l en/of het Hb < 5.6 mmol/l. Laat de patiënt zich direct melden bij het optreden van koorts en start zo snel mogelijk ondersteunende therapie.

Spiertoxiciteit: trabectedine niet toepassen indien de CK-waarde > 2,5× ULN is. Rabdomyolyse is gemeld, meestal samenhangend met myelotoxiciteit, ernstige leverfunctieafwijkingen, nierfalen en/of multiorgaanfalen. Controleer zorgvuldig de CK-waarde: vóór aanvang van de behandeling, tijdens de eerste twee cycli wekelijks en daarna ten minste eenmaal tussen de behandelingen door, en verder bij eerste tekenen van deze toxiciteiten en/of van spiertoxiciteit. Staak de behandeling bij optreden van rabdomyolyse tot volledig herstel en neem direct ondersteunende maatregelen. Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die spiertoxiciteit kunnen geven, zie de rubriek Interacties.

Capillaire-leksyndroom (CLS) is gemeld (incl. fataal verloop). Bepaal opnieuw serumalbumine wanneer symptomen als onverklaard oedeem, met of zonder hypotensie optreden. Een snelle afname van serumalbumine kan op CLS duiden. Bij bevestiging van CLS de behandeling met trabectedine definitief staken.

Voorafgaand aan en tijdens behandeling de nierfunctie bewaken. Vanwege onvoldoende ervaring niet gebruiken bij een creatinineklaring < 30 ml/min (monotherapie) of < 60 ml/min (combinatietherapie).

Extravasatie bij i.v. toediening kan leiden tot weefselnecrose; zie voor de te nemen maatregelen crashkaart NVZA (pdf, 2018).

Kinderen: vanwege onvoldoende werkzaamheid mag trabectedine niet worden toegepast bij pediatrische sarcomen.

Overdosering

Symptomen
Acute mucocutane toxiciteit is gerapporteerd bij doses die een aantal malen hoger waren dan de therapeutische doses. Verder: neutropenie, pijn, violet erytheem, oedeem op handpalmen en voetzolen gevolgd door schilfering, ernstige gegeneraliseerde hyperpigmentatie van de huid en stomatitis.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met hydroxycarbamide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Synthetisch acridinederivaat. Verhindert de synthese van DNA, terwijl de RNA-synthese niet wordt aangetast. Er treden DNA–fragmentatie en chromosomale veranderingen op.

Kinetische gegevens

V d1,5–2 l/kg.
Overigbij dieren dringt het door in het centrale zenuwstelsel.
Eiwitbindingca. 98%.
Metaboliseringvnl. in de lever tot inactieve metabolieten.
Eliminatievia de gal (inactieve metabolieten).
T 1/26–9 uur; tot meer dan 17 uur bij leverinsufficiëntie.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Bij sikkelcelziekte voorkomt hydroxycarbamide vaso-occlusieve crises door het aantal sikkelcellen te reduceren. Het verhoogt het percentage foetaal hemoglobine (HbF). HbF gaat de polymerisatie van sikkelcelhemoglobine (HbS) tegen en daarmee de sikkelvorming van rode bloedcellen. Daarnaast onderdrukt hydroxycarbamide het beenmerg. Met name de afname van het aantal perifere neutrofielen lijkt het aantal crises te verminderen.

Kinetische gegevens

Resorptiesnel.
T max1,2 uur (volwassene), 0,75 uur (kind).
V d0,57 l/kg.
Overighydroxycarbamide verspreidt zich snel door het hele lichaam, dringt door tot in de liquor, is ook aanwezig in peritoneaal vocht (ascites) en concentreert zich in leukocyten en erytrocyten.
Eliminatie50–60% onveranderd met de urine.
T 1/2el6–7 uur, bij kinderen iets langer.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Trabectedine bindt aan de kleine groef van DNA, waardoor de helix naar de grote groef wordt verbogen. Verscheidene transcriptiefactoren, aan DNA bindende eiwitten en DNA herstelroutes worden hierdoor beïnvloed, met als gevolg een verstoring van de celcyclus. In vitro en in vivo is antiproliferatieve activiteit gezien in diverse tumorcellijnen.

Kinetische gegevens

V d> 71,4 l/kg.
OverigTrabectedine bindt uitgebreid aan weefsels en plasma-eiwitten.
Eiwitbinding94–98%.
Metaboliseringm.n. door CYP3A4.
Eliminatieca. 58% met de feces; ca. 6% met de urine (waarvan < 1% onveranderd).
T 1/2elca. 180 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

amsacrine hoort bij de groep oncolytica, overige.

  • aflibercept (bij maligne aandoening) (L01XX44) Vergelijk
  • anagrelide (L01XX35) Vergelijk
  • arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
  • asparaginase (L01XX02) Vergelijk
  • bortezomib (L01XX32) Vergelijk
  • carfilzomib (L01XX45) Vergelijk
  • eribuline (L01XX41) Vergelijk
  • estramustine (L01XX11) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
  • ixazomib (L01XX50) Vergelijk
  • methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
  • mitotaan (L01XX23) Vergelijk
  • niraparib (L01XX54) Vergelijk
  • olaparib (L01XX46) Vergelijk
  • panobinostat (L01XX42) Vergelijk
  • pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
  • pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
  • rucaparib (L01XX55) Vergelijk
  • temoporfine (L01XD05) Vergelijk
  • trabectedine (L01CX01) Vergelijk
  • venetoclax (L01XX52) Vergelijk
  • vismodegib (L01XX43) Vergelijk

Groepsinformatie

hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) hoort bij de groep oncolytica, overige.

  • aflibercept (bij maligne aandoening) (L01XX44) Vergelijk
  • amsacrine (L01XX01) Vergelijk
  • anagrelide (L01XX35) Vergelijk
  • arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
  • asparaginase (L01XX02) Vergelijk
  • bortezomib (L01XX32) Vergelijk
  • carfilzomib (L01XX45) Vergelijk
  • eribuline (L01XX41) Vergelijk
  • estramustine (L01XX11) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
  • ixazomib (L01XX50) Vergelijk
  • methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
  • mitotaan (L01XX23) Vergelijk
  • niraparib (L01XX54) Vergelijk
  • olaparib (L01XX46) Vergelijk
  • panobinostat (L01XX42) Vergelijk
  • pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
  • pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
  • rucaparib (L01XX55) Vergelijk
  • temoporfine (L01XD05) Vergelijk
  • trabectedine (L01CX01) Vergelijk
  • venetoclax (L01XX52) Vergelijk
  • vismodegib (L01XX43) Vergelijk

Groepsinformatie

trabectedine hoort bij de groep oncolytica, overige.

  • aflibercept (bij maligne aandoening) (L01XX44) Vergelijk
  • amsacrine (L01XX01) Vergelijk
  • anagrelide (L01XX35) Vergelijk
  • arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
  • asparaginase (L01XX02) Vergelijk
  • bortezomib (L01XX32) Vergelijk
  • carfilzomib (L01XX45) Vergelijk
  • eribuline (L01XX41) Vergelijk
  • estramustine (L01XX11) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
  • ixazomib (L01XX50) Vergelijk
  • methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
  • mitotaan (L01XX23) Vergelijk
  • niraparib (L01XX54) Vergelijk
  • olaparib (L01XX46) Vergelijk
  • panobinostat (L01XX42) Vergelijk
  • pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
  • pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
  • rucaparib (L01XX55) Vergelijk
  • temoporfine (L01XD05) Vergelijk
  • venetoclax (L01XX52) Vergelijk
  • vismodegib (L01XX43) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • oncolytica, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • oncolytica, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • oncolytica, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".