Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

andexanet alfa

antidota, overige V03AB38

Sluiten

methylthionine

antidota, overige V03AB17

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Ondexxya XGVS Aanvullende monitoring Portola Netherlands bv

Toedieningsvorm
Poeder voor infusievloeistof
Sterkte
200 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Methylthionine FNA (chloride) XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 10 ml

Methylthioninium Proveblue (chloride) XGVS Lamepro bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
5 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 10 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.

Advies

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Indicaties

  • Als antidotum voor volwassenen die worden behandeld met een directe factor Xa-remmer (apixaban of rivaroxaban), wanneer omkering van antistolling nodig is vanwege levensbedreigende of ongecontroleerde bloedingen.

Indicaties

  • Methemoglobinemie veroorzaakt door geneesmiddelen of chemicaliën die acute symptomatische behandeling behoeft;
  • Offlabel: diagnosticum bij onderzoek van urinewegen, vaten en eileiders, bij intrapleuraal onderzoek en tijdens operatieve ingrepen om bv. darmnaden, de ureters of blaas op lekkage te testen. Hiervan is geen dosering opgenomen.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Omkering van antistolling met apixaban:

Volwassenen (incl. ouderen):

Bij een lage dosis apixaban: d.w.z. laatste dosis van ≤ 5 mg óf indien de laatste dosis ≥ 8 uur geleden bij > 5 mg: intraveneus 400 mg met een snelheid van ca. 30 mg/min gedurende 15 minuten, gevolgd door continue i.v.-infusie van 4 mg/min gedurende 2 uur (480 mg).

Bij een hoge dosis apixaban: d.w.z. laatste dosis van > 5 mg toegediend < 8 uur geleden, of indien tijdstip van laatste toediening onbekend is, óf indien de laatste dosis onbekend is: intraveneus 800 mg met een snelheid van ca. 30 mg/min gedurende 30 minuten, gevolgd door continue i.v.-infusie van 8 mg/min gedurende 2 uur (960 mg).

Omkering van antistolling met rivaroxaban:

Volwassenen (incl. ouderen):

Bij een lage dosis rivaroxaban: d.w.z. laatste dosis van ≤ 10 mg óf indien de laatste dosis ≥ 8 uur geleden bij > 10 mg: intraveneus 400 mg met een snelheid van ca. 30 mg/min gedurende 15 minuten, gevolgd door continue i.v.-infusie van 4 mg/min gedurende 2 uur (480 mg).

Bij een hoge dosis rivaroxaban: d.w.z. laatste dosis van > 10 mg toegediend < 8 uur geleden, of indien tijdstip van laatste toediening onbekend is, óf indien de laatste dosis onbekend is: intraveneus 800 mg met een snelheid van ca. 30 mg/min gedurende 30 minuten, gevolgd door continue i.v.-infusie van 8 mg/min gedurende 2 uur (960 mg).

Hervatten behandeling: Behandeling met antitrombotica weer starten als de patiënt klinisch stabiel is en er voldoende hemostase is bereikt. Weeg hierbij de voordelen van antistolling af tegen de risico’s van hernieuwde bloeding.

Verminderde nierfunctie: Geen dosisaanpassing nodig; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Methemoglobinemie:

Volwassenen en kinderen > 3 maanden:

I.v. 1–2 mg/kg lichaamsgewicht (d.w.z. 0,2–0,4 ml/kg lichaamsgewicht indien onverdund), toe te dienen in 5 minuten. Na één uur deze dosis herhalen bij aanhoudende of terugkerende symptomen of wanneer de methemoglobinespiegel aanzienlijk hoger blijft dan het normale klinische bereik. De maximale cumulatieve dosis is 7 mg/kg, omdat methylthionine bij een hogere dosis zelf methemoglobinemie kan veroorzaken. De behandeling duurt doorgaans maximaal één dag.

Bij methemoglobinemie geïnduceerd door dapson of aniline is de maximale cumulatieve dosis 4 mg/kg.

Pasgeborenen en zuigelingen < 3 maanden:

I.v. 0,3–0,5 mg/kg lichaamsgewicht (d.w.z. 0,06–0,1 ml/kg lichaamsgewicht indien onverdund), toe te dienen in 5 minuten. Na één uur deze dosis herhalen bij aanhoudende of terugkerende symptomen of wanneer de methemoglobinespiegel aanzienlijk hoger blijft dan het normale klinische bereik. De behandeling duurt doorgaans maximaal één dag.

Ouderen: geen dosisaanpassing nodig.

Gebruik bij gestoorde nier- of leverfunctie: methylthionine wordt voornamelijk renaal uitgescheiden. Er zijn relatief weinig gegevens over de toepassing bij een matige en ernstige nierfunctiestoornis, mogelijk zijn lagere doses (< 1 mg/kg) nodig. Er zijn geen gegevens over toepassing bij een ernstig gestoorde leverfunctie.

Toedieningsinformatie: de dosis gedurende 5 minuten intraveneus toedienen. Om plaatselijke pijn te vermijden kan, met name bij de pediatrische populatie, worden verdund met 50 ml glucose 5%. Niet toedienen via continue infusie of subcutane injectie.

Bijwerkingen

Gemeld bij patiënten met acute ernstige bloedingen (doelgroep):

Vaak (1-10%): ischemische beroerte. Koorts.

Soms (0,1-1%): CVA, herseninfarct, TIA. Myocardinfarct, hartstilstand. Diepveneuze trombose, arteria iliaca-occlusie, longembolie.

Trombotische voorvallen: Bij 10% van de patiënten met acute bloedingen (doelgroep) trad een trombotisch voorval zoals een veneuze trombo-embolie (VTE), myocardinfarct of beroerte op; alle patiënten hadden een voorgeschiedenis van VTE en/of atriumfibrilleren en waren om die reden ontstold op het moment van toediening van andexanet α. Ten tijde van het voorval had ca. 28% van de patiënten de antitrombotische therapie hervat. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Gemeld bij gezonde proefpersonen:

Zeer vaak (> 10%): overmatig blozen, warm gevoel. Tijdelijke dosisafhankelijke verhoging van stollingsmarkers D-dimeer, TAT (trombine-antitrombine complex) en protrombinefragmenten F1+2; verhogingen bleven gedurende enkele uren tot dagen bestaan maar er werden geen trombotische voorvallen gemeld.

Vaak (1-10%): hartkloppingen. Hoesten, dyspneu. Hoofdpijn, duizeligheid. Buikpijn, misselijkheid, dysgeusie, droge mond. Rugpijn, spierspasmen, borstongemak. Urticaria, jeuk, hyperhidrose. Koude extremiteiten.

Infusiereacties zoals overmatig blozen, warm gevoel, hoesten, dyspneu en dysgeusie treden binnen enkele minuten tot enkele uren na de infusie op; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Bij i.v. toediening zijn gemeld:

Zeer vaak (>10 %): duizeligheid. Paresthesie, smaakstoornis. Misselijkheid. (Overmatig) zweten. Pijn in extremiteit. Verkleurde huid (blauw). Chromaturie (blauwgroen).

Vaak (1-10%): hoofdpijn, angst. Pijn op de borst. Braken, buikpijn. Pijn op de injectieplaats.

Verder zijn gemeld: anafylactische reactie. Tachycardie, hartaritmie (incidenteel). Hypertensie, hypotensie (incidenteel). Dyspneu, tachypneu, hypoxie. Verwardheid, agitatie, bij gelijktijdig gebruik van serotonerge middelen: serotoninesyndroom (zie rubriek Interacties). Tremor, afasie. Mydriasis. Koorts. Pijn op de borst. Verkleurde ontlasting (blauwgroen). Urticaria, fotosensibilisatie (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen). Chromaturie (blauwgroen). Pijn in extremiteit. Op de injectieplaats: necrose. Verlaagd Hb, hemolytische anemie (m.n. bij jonge kinderen en G6PD-deficiëntie) en bij (te) hoge cumulatieve dosis, methemoglobinemie. Hyperbilirubinemie (alleen bij zuigelingen).

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Vermijd gelijktijdig gebruik van heparine. Andexanet α veroorzaakt ongevoeligheid voor de antistollingseffecten van heparine. De resultaten van stollingstesten kunnen misleidend zijn wanneer andexanet α en heparine kort na elkaar worden gegeven.

Andexanet α kan worden gebruikt in combinatie met standaard hemostatische ondersteunende maatregelen. Vermijd indien mogelijk de combinatie met procoagulante factor-behandelingen (bv. 3- of 4-factor-protrombinecomplexconcentraat (PCC)/geactiveerd PCC, recombinant factor VIIa, vers bevroren plasma) en volbloed. De veiligheid is niet onderzocht bij patiënten die binnen zeven dagen voorafgaand aan het bloedingsvoorval protrombinecomplexconcentraten, recombinant factor VIIa of volbloed kregen.

Interacties

Bij toepassing bij een intoxicatie met chloraat ontstaat het nog meer toxische hypochloriet; de toepassing is gecontra-indiceerd.

Wanneer methemoglobinemie door dapson of aniline is veroorzaakt, moet als maximale cumulatieve dosis (zie rubriek Dosering) een lagere waarde aangehouden worden vanwege de kans op (verergering van) hemolytische anemie.

De neurotransmitter serotonine wordt afgebroken door het enzym MAO. Methylthionine is een MAO-remmer. Vermijd in verband met de kans op het serotoninesyndroom, gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die de serotonerge transmissie verhogen, zoals SSRI's (o.a. citalopram, fluoxetine, paroxetine, sertraline en venlafaxine), SNRI's, andere MAO-remmers en verder bupropion, buspiron, clomipramine en mirtazepine. Indien dit niet mogelijk is, de laagst mogelijke dosis kiezen en tot vier uur na toediening nauwlettend de (serotonerge) bijwerkingen op het centraal zenuwstelsel vervolgen. Denk hier ook aan bij toepassing na het gebruik van serotonerge middelen van misbruik zoals MDMA (XTC), mede gezien andere partydrugs de zogenaamde 'poppers' een methemoglobinemie kunnen veroorzaken.

In vitro is methylthionine een remmer van CYP1A2, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6 en 3A4/5. De betekenis hiervan voor de kliniek is niet bekend, maar houd rekening met een mogelijke verhoging van de systemische blootstelling aan geneesmiddelen die voor een belangrijk deel door deze iso-enzymen worden gemetaboliseerd en die tevens een relatief nauwe therapeutische breedte hebben.

Methylthionine is een krachtige remmer van de transporters OCT2, MATE1 en MATE2-K; mogelijk kan de blootstelling van geneesmiddelen substraat van deze transporters (o.a. cimetidine, metformine en aciclovir) toenemen.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Gebruik ontraden vanwege het ontbreken van gegevens.

Zwangerschap

Methylthionine passeert de placenta.

Teratogenese: Bij de mens, weinig gegevens. Bij (offlabel-) gebruik bij amniocentese in het 2e trimester is jejunumatresie gemeld. Bij dieronderzoek teratogene effecten met foetale en maternale toxiciteit.

Farmacologisch effect: Bij (offlabel-) toepassing in de amnionholte kunnen hemolytische anemie en hyperbilirubinemie bij de zuigeling optreden.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Behandel een zwangere vrouw met een - ernstige intoxicatie - echter als een niet-zwangere.

Vruchtbaarheid: In vitro is dosisafhankelijke vermindering van de beweeglijkheid van menselijk sperma aangetoond.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden vanwege het ontbreken van gegevens.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden. De borstvoeding niet hervatten tot ten minste 8 dagen na de laatste dosis. Indien naast de methemoglobinemie nog sprake is van een intoxicatie: in het algemeen wordt het geven van borstvoeding afgeraden tijdens een intoxicatie.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • bekende overgevoeligheid voor hamstereiwit.

Contra-indicaties

  • door nitriet geïnduceerde methemoglobinemie tijdens de behandeling van cyanidevergiftiging;
  • methemoglobinemie door chloraatvergiftiging (doordat deze G6PD deactiveren) (zie ook de rubriek Interacties);
  • glucose-6-fosfaatdehydrogenase deficiëntie (G6PD-deficiëntie) vanwege het risico van hemolytische anemie en gebrek aan werkzaamheid;
  • deficiëntie van NADPH-reductase;
  • overgevoeligheid voor andere thiazinekleurstoffen (bv. toloniumchloride of toluïdine blauw).

Waarschuwingen en voorzorgen

Beperkingen van gebruik: Vermijd het gebruik van andexanet α vóór heparinisatie (bv. tijdens een operatie); zie de rubriek Interacties. Andexanet α is niet geschikt als voorbehandeling bij spoedeisende operaties. Gebruik voor omkering van de antistolling met edoxaban of enoxaparine wordt niet aanbevolen vanwege een gebrek aan gegevens.

Monitor de behandeling op basis van klinische parameters die duiden op een passende respons (het bereiken van hemostase), gebrek aan werkzaamheid (opnieuw bloeden) en bijwerkingen (trombotische voorvallen); monitoring mag niet gebaseerd zijn op anti-FXa-activiteit. Commerciële anti-FXa-activiteitstests zijn niet geschikt voor het meten van anti-FXa-activiteit na toediening van andexanet α, aangezien deze testen leiden tot foutief verhoogde anti-FXa-activiteitsniveaus, met als gevolg een aanzienlijke onderschatting van het omkerend effect van andexanet α.

Trombotische voorvallen: Monitor tijdens behandeling op symptomen van trombose, aangezien neutralisatie van het anticoagulerend effect van behandeling met factor Xa-remmers patiënten blootstelt aan het tromboserisico van hun onderliggende aandoening. Bij patiënten met een acute ernstige bloeding zijn trombotische voorvallen gemeld binnen 30 dagen na toediening; zie voor meer informatie de rubriek Bijwerkingen. Daarnaast kan een onafhankelijk protrombotisch effect van andexanat α niet worden uitgesloten; verhoging van stollingsmarkers is waargenomen bij gezonde (niet bloedende) proefpersonen. Voorlopige gegevens bij patiënten met acute ernstige bloedingen duiden op een hoger risico op trombose bij patiënten die de hogere dosis andexanet ontvangen, voorheen de lagere dosis van de anti-factor Xa-remmer, en patiënten die rivaroxaban gebruiken. Overweeg na het beëindigen van behandeling met andexanat α de antistollingstherapie te hervatten om het risico van trombotische voorvallen te verminderen.

Overweeg bij het optreden van matig-ernstige infusiereacties (zie de rubriek Bijwerkingen) tijdens de infusie een korte onderbreking of verlaging van de infusiesnelheid. Eventueel kan difenhydramine worden toegediend.

Het ontwikkelen van niet-neutraliserende antistoffen tegen andexanet α is waargenomen bij ca. 10 % van de patiënten. Deze antistoffen hadden echter meestal een lage titer en geen klinische gevolgen. Er werden geen neutraliserende antistoffen of antistoffen tegen factor X of factor Xa waargenomen.

Overige onderzoeksgegevens:

  • De veiligheid van andexanet α op lange termijn is nog onbekend;
  • De veiligheid en werkzaamheid bij een nierfunctiestoornis zijn niet vastgesteld; aangezien er weinig tot geen uitscheiding via de nieren plaatsvindt is dosisaanpassing niet nodig;
  • De veiligheid en werkzaamheid bij een leverfunctiestoornis zijn niet vastgesteld; aangezien eiwitten niet via gal en/of feces worden uitgescheiden is dosisaanpassing niet nodig;
  • De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Vanwege de mogelijkheid van hypotensie en aritmieën tijdens en na de behandeling bloeddruk en ECG controleren.

Uiterst voorzichtig toepassen bij pasgeborenen en zuigelingen jonger dan 3 maanden. Dit vanwege lagere concentraties NADPH-methemoglobinereductase voor de reductie van methemoglobine naar hemoglobine, waardoor zij gevoeliger zijn voor methemoglobinemie veroorzaakt door (relatief hoge doses) methylthionine.

Methylthionine kan fotosensibilisatie veroorzaken bij blootstelling aan sterke lichtbronnen, waaronder ook bij toepassing van fototherapie, van lampen in operatiekamers of plaatselijk door bv. pulsoximetrie; overweeg toepassing van beschermende maatregelen bij blootstelling aan licht.

De urine en ontlasting kunnen blauwgroen kleuren. De huid kan blauw kleuren wat een belemmering voor de interpretatie van eventuele cyanose kan zijn; ook waarden van pulsoximetrie kunnen lager uitvallen (eerder richting de 85%). Er kan sprake zijn van interferentie op de bispectrale index (BIS).

Het niet reageren op de behandeling kan wijzen op sulfhemoglobinemie of op een (nog niet gediagnosticeerde) G6PD- of cytochroom-b5-reductase deficiëntie; overweeg andere behandelingen.

Overdosering

Er is geen ervaring met overdosering van andexanet α. Er is geen dosisbeperkende toxiciteit waargenomen tijdens klinische onderzoeken.

Neem voor meer informatie over een overdosering met andexanet α contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen

toediening van grote intraveneuze doses (≥ 7 mg/kg) veroorzaakt naast klachten genoemd onder bijwerkingen ook een afvlakking of inversie van de T-golf op het ECG. Deze kenmerken verdwijnen doorgaans 2–12 uur na injectie. Bij offlabel-toepassingen kan methylthionine ook juist een lichte methemoglobinemie (tot 7%) veroorzaken. Bij patiënten met methemoglobinemie wordt dyspneu en tachypneu gezien, vermoedelijk verband houdend met de verminderde beschikbaarheid van zuurstof en daarnaast pijn op de borst, tremor, cyanose en hemolytische anemie. Hemolytische anemie is ook gezien bij ernstige overdosering (20–30 mg/kg) bij zuigelingen en kinderen met methemoglobinemie veroorzaakt door aniline of chloraten.

Therapie

Hemodialyse kan worden toegepast bij ernstige hemolyse.

Voor meer informatie over een vergiftiging met methylthionine (methyleenblauw) neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Andexanet α is een gemodificeerde vorm van humaan factor Xa-eiwit, bereid via DNA-recombinanttechniek in ovariumcellen van Chinese hamsters. Het is een specifiek antidotum voor de direct werkende anticoagulantia apixaban en rivaroxaban. Het bindt met hoge affiniteit aan directe factor Xa-remmers, waardoor deze niet langer beschikbaar zijn om hun antistollingseffecten uit te oefenen. Mogelijk levert remming van de activiteit van ‘tissue factor pathway inhibitor’ (TFPI) door binding aan TFPI, ook een kleine bijdrage aan de werking. Andexanet α bevat geen enzymatische factor Xa–activiteit. Hierdoor is het niet in staat om protrombine te splitsen en te activeren en zich in het protrombinasecomplex te assembleren, waardoor eventuele antistollingseffecten niet op kunnen treden.

De maximale omkering van de anti-factor Xa-activiteit treedt op binnen 2 minuten na voltooiing van de bolustoediening. Bij opvolgende toediening als continue infusie blijft de afgenomen anti-factor Xa-activiteit gehandhaafd. Afhankelijk van de dosering keert de anti-factor Xa-activiteit ca. 2 uur na het einde van een bolus of infusie terug tot het oorspronkelijke niveau en daarboven. Herstel van trombinegeneratie na toediening is dosis- en dosisschema-afhankelijk en hangt niet samen met anti-factor Xa-activiteit na ca. 4 uur.

Kinetische gegevens

V d 0,076 (± 0,037) l/kg.
Metabolisering waarschijnlijk door endogene proteasen.
T 1/2el 1 uur.
T 1/2el 4–7 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Methylthionine is een antidotum toegepast bij methemoglobinemie. Bij methemoglobinemie is de affiniteit voor zuurstof zo sterk, dat er nauwelijks nog zuurstof aan de weefsels kan worden afgegeven. Bij toediening van lagere doses methylthionine (= methyleenblauw) wordt in de erytrocyt het Fe3+ aanwezig in het methemoglobine omgezet in Fe2+. Deze reductie van de haemgroep in methemoglobine leidt tot diens omzetting in hemoglobine. Dit proces is afhankelijk van NADPH. Deze omzetting is onmogelijk bij G6PD-deficiënte patiënten. Bij hoge doses en bij patiënten zonder methemoglobinemie wordt echter juist methemoglobine gevormd. Methylthionine remt tevens het enzym MAO-A en in hogere doses ook MAO-B.

Kinetische gegevens

Overig snelle opname in weefsels.
Metabolisering in weefsels reductie tot actief leucomethylthionine.
Eliminatie voornamelijk met de urine (in geringe mate onveranderd).
T 1/2el ca. 27 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

andexanet alfa hoort bij de groep antidota, overige.

  • acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
  • calciumgluconaat/chloorhexidine (D11AX03) Vergelijk
  • flumazenil (V03AB25) Vergelijk
  • fomepizol (V03AB34) Vergelijk
  • geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
  • hydroxocobalamine (V03AB33) Vergelijk
  • idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
  • methylthionine (V03AB17) Vergelijk
  • naloxon (V03AB15) Vergelijk
  • obidoxim (V03AB13) Vergelijk
  • protamine (V03AB14) Vergelijk
  • sugammadex (V03AB35) Vergelijk

Groepsinformatie

methylthionine hoort bij de groep antidota, overige.

  • acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
  • andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
  • calciumgluconaat/chloorhexidine (D11AX03) Vergelijk
  • flumazenil (V03AB25) Vergelijk
  • fomepizol (V03AB34) Vergelijk
  • geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
  • hydroxocobalamine (V03AB33) Vergelijk
  • idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
  • naloxon (V03AB15) Vergelijk
  • obidoxim (V03AB13) Vergelijk
  • protamine (V03AB14) Vergelijk
  • sugammadex (V03AB35) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antidota, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antidota, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".