Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

articaïne/​adrenaline

anesthetica, lokaal, parenteraal N01BB58

Sluiten

chloorprocaïne

anesthetica, lokaal, parenteraal N01BA04

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Ultracain D-S Genzyme Europe bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Verpakkingsvorm
cilinderampul 1,7 ml

De injectievloeistof bevat per ml: articaïne(hydrochloride) 40 mg, adrenaline (als hydrochloride) 5 microg (1:200.000). Conserveermiddel: natriummetabisulfiet, max. 0,5 mg/ml (komt overeen met max. 0,34 mg/ml sulfiet).

Toedieningsvorm
Injectievloeistof 'Forte'
Verpakkingsvorm
cilinderampul 1,7 ml

De injectievloeistof bevat per ml: articaïne(hydrochloride) 40 mg, adrenaline (als hydrochloride) 10 microg (1:100.000). Conserveermiddel: natriummetabisulfiet, max. 0,5 mg/ml (komt overeen met max. 0,34 mg/ml sulfiet).

Septanest Septodont

Toedieningsvorm
Injectievloeistof 'N'
Verpakkingsvorm
patroon 1,7 ml

De injectievloeistof bevat per ml: articaïne(hydrochloride) 40 mg, adrenaline (als tartraat) 5 microg. Conserveermiddel: natriummetabisulfiet.

Toedieningsvorm
Injectievloeistof 'SP'
Verpakkingsvorm
patroon 1,7 ml

De injectievloeistof bevat per ml: articaïne(hydrochloride) 40 mg, adrenaline (als tartraat) 10 microg. Conserveermiddel: natriummetabisulfiet.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Ampres (hydrochloride) XGVS Nordic Group BV

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 5 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

De kosten van articaïne/adrenaline-injecties zijn in het honorarium van de tandarts verdisconteerd.

Advies

Voor de toepassing van chloorprocaïne is nog geen advies vastgesteld.

Indicaties

  • Lokale en locoregionale anesthesie bij tandheelkundige ingrepen bij volwassenen en kinderen vanaf 4 jaar of vanaf 20 kg lichaamsgewicht.

Indicaties

  • Spinale anesthesie bij volwassenen wanneer de geplande chirurgische ingreep naar verwachting max. 40 minuten duurt.

Dosering

Bepaal de dosis per individu; gebruik de laagste dosis die tot effectieve anesthesie leidt. Bij de meeste tandheelkundige routine-ingrepen heeft de lage dosis adrenaline de voorkeur; bij complexe ingrepen waarbij goede hemostase nodig is, is de hogere adrenalinedosis van toepassing. Bij gesedeerde patiënten is een lagere dosis van het lokale anestheticum voldoende.

Klap alles open Klap alles dicht

Als lokale anesthesie in de tandheelkunde:

Volwassenen en adolescenten ≥12 jaar

Bij routine-ingrepen in het algemeen 0,5–1,7 ml (20–68 mg) per element. Bij onvoldoende verdoving een tweede injectie van 1–1,7 ml. Bij uitgebreidere ingrepen zijn mogelijk meerdere patronen nodig. Bij incisie of hechting in gehemelte een palatinaal depot à 0,1 ml/injectie. Max. dosis: articaïne 7 mg/kg lichaamsgewicht, met een absoluut maximum van 500 mg. Op basis van het lichaamsgewicht komt dit neer op het volgende maximaal toe te dienen aantal milliliters: bij een lichaamsgewicht van 40 kg: max. 7 ml (280 mg); bij 50 kg: max 8,8 ml (350 mg); bij 60 kg: max 10,5 ml (420 mg); bij ≥ 70 kg: max. 12,3 ml (490 mg).

Kinderen ≥ 4 jaar

Ultracain D-S: Lichaamsgewicht 20–30 kg: 0,25–1 ml (10–40 mg). Lichaamsgewicht 30–45 kg: 0,5–2 ml (20–80 mg). Indien meer dan één tand betrokken is bij de ingreep, wordt 2,7 ml (108 mg) aanbevolen. Max. dosis Ultracain D-S: articaïne 7 mg/kg lichaamsgewicht (= bij kind van 20 kg: 3,5 ml; bij kind van 40 kg: 7 ml).

Septanest: articaïne gemiddeld 2 mg/kg lichaamsgewicht bij eenvoudige en 4 mg/kg lichaamsgewicht bij complexe ingrepen. Articaïne maximaal 7 mg/kg lichaamsgewicht, met een absoluut maximum van 385 mg bij een lichaamsgewicht van 55 kg. Maximumdoses articaïneHCl: bij een lichaamsgewicht van 20 kg: 3,5 ml (140 mg); 30 kg: 5,3 ml (210 mg); 40 kg: 7,0 ml (280 mg); 55 kg: 9,6 ml (385 mg).

Ouderen, nierfunctiestoornis

Met name na herhaalde toediening kan een verhoogde plasmaconcentratie optreden. Monitor de patiënt nauwlettend.

Leverfunctiestoornis

Pas de laagste dosis toe die leidt tot effectieve anesthesie bij patiënten met een leverfunctiestoornis, met name bij herhaald gebruik.

Plasmacholinesterasedeficiëntie

Er kunnen verhoogde plasmaconcentraties optreden, omdat dit geneesmiddel voor 90% wordt geïnactiveerd door plasma-esterasen; pas daarom de laagste dosis toe die tot effectieve anesthesie leidt.

Toedieningsinformatie: Voor het inspuiten de oplossing op lichaamstemperatuur brengen, daar het injecteren van de koude oplossing pijnlijk is. Bij ontsteking en/of infectie op de plaats van injectie, voorzichtig injecteren. Zeer traag (1 ml/min) toedienen. De cilinderampullen bij voorkeur gebruiken in de daarvoor bestemde injectiespuit (Uniject-K of Ultraject).

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Spinale anesthesie:

Volwassenen

Doseer individueel; bv. 40-50 mg (4-5 ml). De maximale dosis is 50 mg (5 ml). Verlaag de dosis bij patiënten met een slechte algemene conditie en bij vaatocclusie, arteriosclerose of diabetische neuropathie.

Toedieningsinformatie: Intrathecaal toedienen, in de intervertebrale ruimte L2/L3, L3/L4 en L4/L5. Injecteer langzaam, na aspiratie van een minimale hoeveelheid cerebrospinale vloeistof, onder controle van de vitale functies en voortdurend verbaal contact.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): angio-oedeem (van het gelaat, tong, lippen, keel), zenuwachtigheid, angst, (pre)syncope, paresthesie van orale en periorale structuren, hypo-esthesie (oraal en perioraal), dysesthesie (oraal en perioraal) incl. verstoorde smaak, smaakverlies, allodynie, hyperesthesie; neuropathie, rusteloosheid, agitatie, verwarring, duizeligheid, tremor, hoofdpijn, bradycardie, brady–aritmie, tachycardie, hypotensie, gingivitis.

Soms (0,1–1%): hypertensie, stomatitis, glossitis, misselijkheid, braken, diarree, jeuk, huiduitslag, nekpijn, pijn of brandend gevoel op injectieplaats

Zelden (0,01-0,1%): anafylactische reacties, bronchoconstrictie of astma, dyspneu, urticaria, bewustzijnsverlies, coma, convulsie. Beschadiging van de gezichtszenuw bij verkeerde injectietechniek. Spraakstoornis, slaperigheid, metaalsmaak, diplopie, Horner-syndroom, ptosis, miose, enoftalmie, nystagmus, tinnitus, hyperacusis, hartstilstand, angina pectoris, hartkloppingen, opvliegers, geeuwen, gingivale ulceratie/necrose, spiertrekkingen, ulceratie/necrose van de injectieplaats, acuut opzetten van schildklier, warmtegevoel.

Zeer zelden (< 0,01%): aanhoudende anesthesie (oraal en perioraal).

Verder : euforie, gezichtsvermindering (tijdelijke blindheid, wazig zien, aanpassingsstoornissen). Geleidingsstoornissen (AV blok), hyperemie, vasodilatatie, vasoconstrictie, bleekheid. Ademhalingsstoornissen tot ademhalingsstilstand, heesheid, slikstoornis, dysfagie, zwelling (van tong, lippen, tandvlees of gezicht), speekselvloed, erytheem, verergering van neuromusculaire manifestaties in het Kearns-Sayre-syndroom, vermoeidheid, zwakte, hyperhidrose, koudegevoel.

Sulfiet kan, vooral bij astma, leiden tot overgevoeligheidsreacties zoals nausea, diarree, bronchospasmen, astma, bewustzijnsstoornissen of shock.

Bij kinderen < 8 jaar vaker dan bij volwassenen: accidenteel letsel aan de weke delen, door verlengde anesthesie van de weke delen.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hypotensie. Misselijkheid.

Vaak (1-10%): angst, rusteloosheid, paresthesie, duizeligheid. Braken.

Soms (0,1-1%): klachten en symptomen van CZS-toxiciteit (rugpijn, hoofdpijn, tremor die mogelijk overgaat in convulsies, paresthesie rond de mond, gevoelloosheid van de tong, gehoorproblemen, visuele problemen bv. wazig zien, beven, tinnitus, spraakproblemen, bewusteloosheid). Bradycardie. Hypertensie.

Zelden (0,01-0,1%): allergische reacties met symptomen als urticaria, jeuk, erytheem, angio-oedeem met mogelijke luchtwegobstructie (incl. laryngeaal oedeem), tachycardie, niezen, braken, duizeligheid, syncope, overmatige transpiratie, verhoogde temperatuur en mogelijk anafylactoïde symptomatologie (incl. ernstige hypotensie). Neuropathie, slaperigheid die overgaat in bewusteloosheid en ademstilstand, spinaal blok van variabele grootte (incl. totaal spinaal blok), hypotensie secundair aan spinaal blok, verlies van controle over blaas en darmen, verlies van perineaal gevoel en seksuele functie, arachnoïditis, persisterende motorische, sensorische en/of autonome uitval (sfinctercontrole) van enkele lagere spinale segmenten met langzaam herstel (enkele maanden), cauda-equinasyndroom en permanent neurologisch letsel. Diplopie. Aritmie, myocarddepressie, hartstilstand (met name bij hoge doses of onbedoelde intravasculaire injectie). Ademhalingsdepressie.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Het bloeddrukverhogend effect van sympathicomimetica (zoals adrenaline) kan worden versterkt door tricyclische antidepressiva of MAO-remmers, β-blokkers en anesthetica zoals halothaan. Niet-cardioselectieve β-blokkers (propranolol) zijn gecontra-indiceerd. Bij combinatie met digoxine neemt de kans op aritmie toe. Bij combinatie met ergotamine kan de bloeddruk stijgen of een ischemische reactie optreden. Sommige inhalatie anesthetica als halothaan kunnen de cardiale gevoeligheid voor adrenaline verhogen en ventriculaire aritmieën uitlokken.

Toediening van lokaal anesthetica met vasoconstrictoren leidt tot langere werkingsduur met lagere bloedspiegels van het anestheticum.

Toediening van heparine, NSAID's en plasmavervangers (m.n. dextranen) kan neiging tot bloeden na injectie van een lokaal anestheticum vergroten. Onder antistolling is controle van stollingsstatus noodzakelijk, met name bij epidurale of subarachnoïdale anesthesie vanwege het risico van het aanprikken van een vat.

Bij combinatie met sedativa is dosisverlaging van het lokaal anestheticum aangewezen, vanwege een additief onderdrukkend effect op het centrale zenuwstelsel.

Bij combinatie met antipsychotica zoals fenothiazinen kan hypotensie optreden.

Interacties

Bewaak patiënten die behandeld worden met klasse III anti-aritmica (bv. amiodaron) met een ECG, omdat er cardiale effecten kunnen optreden.

Gelijktijdige toediening van vasopressoren (bv. voor de behandeling van hypotensie gerelateerd aan obstetrische blokkades) en oxytocica van het ergottype (ergometrine-derivaten) kan ernstige, persisterende hypertensie of cerebrovasculaire accidenten veroorzaken.

Para-aminobenzoëzuur (PABA), een metaboliet van chloorprocaïne, remt de werking van sulfonamiden.

Zwangerschap

Articaïne en adrenaline passeren de placenta; de concentratie articaïne in het serum van pasgeborenen was ca. 30% van die van de moeder.

Teratogenese: Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid voor articaïne, wel voor adrenaline.

Farmacologisch effect: Adrenaline heeft een zeer korte halfwaardetijd, zodat bij lokaal gebruik relevante blootstelling van de foetus onwaarschijnlijk is. Bij overdosering kan als gevolg van de adrenaline foetale depressie niet worden uitgesloten.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij mens en dier onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie toepassen tijdens de zwangerschap, bijvoorbeeld aterme gebruik als verloskundig anestheticum. Lareb kwalificatie: risico onbekend.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: ja, in geringe mate.

Farmacologisch effect: lokaal gebruik van adrenaline is voor de borstvoeding geen bezwaar.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. De eerste 5 uur na anesthesie voor de zekerheid geen borstvoeding geven.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden. Lareb kwalificatie: risico onbekend.

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor lokaal anesthetica van het amidetype;
  • cholinesterase deficiëntie, ontsteking in injectiegebied;
  • intraveneuze toepassing;
  • epilepsie die niet onder controle is door behandeling.

In verband met adrenaline:

  • paroxismale tachycardie, hoog frequente aritmie;
  • overgevoeligheid voor sulfiet, vooral bij astma;
  • ongecontroleerde cardiovasculaire aandoeningen, recent (3–6 mnd.) myocardinfarct, recente (3 mnd.) bypass, hypertensie, diabetes mellitus en hyperthyreoïdie;
  • feochromocytoom;
  • anesthesie van extremiteiten (als vingers);
  • nauwe-kamerhoekglaucoom.

Contra-indicaties

  • bekende overgevoeligheid voor PABA-esters of andere lokale anesthetica van het estertype;
  • contra-indicaties voor spinale anesthesie, bv. gedecompenseerd hartfalen of hypovolemische shock;
  • toepassing als intraveneuze regionale anesthesie;
  • ernstige geleidingsstoornissen van het hart;
  • ernstige anemie;
  • stollingsstoornis (aangeboren of verworven, waaronder door gebruik van anticoagulantia).

Waarschuwingen en voorzorgen

Articaïne mag niet i.v. worden toegediend. Overdosering of i.v. injectie kunnen toxische verschijnselen veroorzaken, zoals convulsies, depressie van het centrale zenuwstelsel, cardiorespiratoire depressie en coma, ademhalingsstilstand en circulatiestilstand. Deze kunnen het best worden voorkomen door: a. altijd de laagst mogelijke concentratie te gebruiken; b. te aspireren alvorens te injecteren, zodat niet per ongeluk een i.v. injectie kan worden gegeven. Reanimatieapparatuur moet beschikbaar zijn alvorens regionale anesthesie toe te dienen met lokale anesthetica.

Intraneurale injectie kan zenuwletsel veroorzaken; voorkom dit door de naald iets terug te trekken bij gevoel van elektrische schok, of zeer pijnlijke injectie.

Voorzichtig (en overweeg uitstel van de ingreep als de aandoening ernstig of instabiel is) bij bradycardie, geleidingsstoornissen (eerste en tweede graad AV-blok), tachycardie, acuut gedecompenseerd hartfalen, ernstige hypotensie, instabiele angina pectoris, recent myocardinfarct, recente coronaire bypass, ongecontroleerde hypertensie. OVerweeg om de ingreep na een beroerte zes maanden uit te stellen, vanwege een toegenomen kans op nog een beroerte. Wees ook voorzichtig bij epilepsie, ernstig gestoorde lever- en nierfunctie, porfyrie. Injectie in ontstoken weefsel wordt afgeraden, het effect kan verminderd zijn.

Men dient rekening te houden met kruisovergevoeligheid met andere lokaal anesthetica van het amidetype.

Bij cholinesterasedeficiëntie kunnen verhoogde plasmaconcentraties optreden.

Dit middel kan door mydriase de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.

Adrenaline kan lokaal weefselnecrose veroorzaken door verminderde doorbloeding van het tandvlees.

Verlaag de dosering bij hypoxie, hyperkaliëmie en metabole acidose.

Geen vast voedsel innemen totdat het gevoel in de mond terug is.

De hulpstof natriummetabisulfiet kan overgevoeligheidsreacties zoals bronchospasme veroorzaken.

Septanest en Ultracain niet gebruiken bij kinderen < 4 jaar; de veiligheid is niet vastgesteld en er zijn onvoldoende gegevens.

Waarschuwingen en voorzorgen

Lokale anesthesie kan de hartgeleiding onderdrukken. Wees voorzichtig bij patiënten met geheel of gedeeltelijk hartblok.

Wees voorzichtig bij patiënten met ernstige lever- of nierfunctiestoornissen. Lokale anesthetica worden afgebroken door plasmacholinesterase, dat in de lever wordt aangemaakt. Wees ook voorzichtig bij een bekend genetisch tekort aan plasmacholinesterase.

Chloorprocaïne kan porfyrie versnellen.

Een zelden voorkomende maar ernstige bijwerking van spinale anesthesie is een hoog of totaal spinaal blok, met als gevolg cardiovasculaire en ademhalingsdepressie. Cardiovasculaire depressie wordt veroorzaakt door een uitgebreide blokkade van het sympathische zenuwstelsel, die tot ernstige hypotensie en bradycardie kan leiden en zelfs tot hartstilstand. Ademhalingsdepressie wordt veroorzaakt door een blokkade van de ademhalingsspieren en het diafragma. Vooral ouderen hebben een verhoogd risico op een hoog of totaal spinaal blok: verlaag daarom bij hen de dosis van chloorprocaïne.

In zeldzame gevallen kan spinale anesthesie leiden tot neurologische schade, die zich manifesteert als paresthesie, verminderde gevoeligheid, motorische zwakte, verlamming, cauda-equinasyndroom en permanent neurologisch letsel. Soms zijn deze symptomen blijvend.

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met articaïne/adrenaline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een overdosering van chloorprocaïne contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Lokaal anestheticum van het amidetype. Remt reversibel de geleiding van zenuwimpulsen, door vermindering van de toename in doorlaatbaarheid voor natrium bij depolarisatie van de membraan. Adrenaline werkt op de α- en vooral de β-adrenerge recptoren en veroorzaakt vasoconstrictie. Hiermee verlengt adrenaline de werkingsduur van articaïne en verkleint het de kans op opname van articaïne in de systemische circulatie. Werking: na ca. 1–3 minuten. Werkingsduur: D-S minimaal 45 min, D-S Forte minimaal 75 min, Septanest 'N' 45-60 min voor pulpale anesthesie en 120-300 min voor anesthesie van weke delen, Septanest 'SP' 60-75 min voor pulpale anesthesie en 180-360 min voor anesthesie van weke delen.

Kinetische gegevens

T max (articaïne) 10–17 min. Bij kinderen ca. 8 min.
V d 4 l/kg (articaïne).
Metabolisering (articaïne) snelle hydrolyse van de carboxylgroep door niet-specifieke esterasen in weefsel en bloed; in de lever door cytochroom P450, tot articaïnezuur, dat vervolgens geglucuronideerd wordt.
Eliminatie vnl. met de urine.
T 1/2el ca. 20-40 min.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Chloorprocaïne is een lokaal anestheticum van het estertype. Chloorprocaïne blokkeert het ontstaan en de geleiding van zenuwimpulsen, vermoedelijk door de drempel voor elektrische prikkeling in de zenuw te verhogen, de voortplanting van de zenuwimpuls te vertragen en de depolarisatiesnelheid van de actiepotentiaal te verlagen.

Inwerking en werkingsduur: de werking treedt bij spinale toediening in na 9,6 ± 7,3 minuten bij een dosis van 40 mg en na 7,9 ± 6,0 minuten bij een dosis van 50 mg. De gemiddelde werkingsduur bedraagt 80 min voor een dosis van 40 mg en 100 min voor een dosis van 50 mg .

Kinetische gegevens

Overig eliminatie van chloorprocaïne uit de cerebrospinale vloeistof vindt plaats door diffusie en vasculaire absorptie, hetzij in zenuwweefsels in de intrathecale ruimte, hetzij door passage van de dura als gevolg van de concentratiegradiënt tussen de cerebrospinale vloeistof en de epidurale ruimte.
Metabolisering chloorprocaïne wordt in plasma snel gemetaboliseerd door hydrolyse van de esterbinding door pseudocholinesterase. Metabolieten zijn ß-di-ethylamino-ethanol en 2-chloor-4-aminobenzoëzuur.
Eliminatie Via de urine (als metabolieten).
T 1/2el 3,1 ± 1,6 min.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

articaïne/adrenaline hoort bij de groep anesthetica, lokaal, parenteraal.

  • bupivacaïne (N01BB01) Vergelijk
  • bupivacaïne/adrenaline (N01BB51) Vergelijk
  • bupivacaïne/glucose (N01BB01) Vergelijk
  • chloorprocaïne (N01BA04) Vergelijk
  • levobupivacaïne (N01BB10) Vergelijk
  • lidocaïne (parenteraal) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne/adrenaline (N01BB52) Vergelijk
  • mepivacaïne (N01BB03) Vergelijk
  • prilocaïne (N01BB04) Vergelijk
  • prilocaïne/felypressine (N01BB54) Vergelijk
  • ropivacaïne (N01BB09) Vergelijk

Groepsinformatie

chloorprocaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal, parenteraal.

  • articaïne/adrenaline (N01BB58) Vergelijk
  • bupivacaïne (N01BB01) Vergelijk
  • bupivacaïne/adrenaline (N01BB51) Vergelijk
  • bupivacaïne/glucose (N01BB01) Vergelijk
  • levobupivacaïne (N01BB10) Vergelijk
  • lidocaïne (parenteraal) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne/adrenaline (N01BB52) Vergelijk
  • mepivacaïne (N01BB03) Vergelijk
  • prilocaïne (N01BB04) Vergelijk
  • prilocaïne/felypressine (N01BB54) Vergelijk
  • ropivacaïne (N01BB09) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anesthetica, lokaal, parenteraal

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anesthetica, lokaal, parenteraal

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".