Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

avapritinib

proteïnekinaseremmers L01EX18

Sluiten

osimertinib

proteïnekinaseremmers L01EB04

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Ayvakyt XGVS Aanvullende monitoring Blueprint Medicines bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
100 mg, 200 mg, 300 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Tagrisso (als mesilaat) XGVS AstraZeneca bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
40 mg, 80 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.

Advies

Voor osimertinib als eerstelijnsbehandeling bij EGFR-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) (2018) en als tweedelijnsbehandeling bij NSCLC met EGFR-T790M-mutatie (2017) staan de adviezen van commissie BOM op NVMO.org.

Zie voor de behandeling van niet-kleincellig longcarcinoom de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.

  • ZIN-rapport 2021 osimertinib Tagrisso® als adjuvante behandeling na volledige tumorresectie bij volwassenen met stadium IB-IIIA NSCLC met EGF

Indicaties

  • Niet-reseceerbare of gemetastaseerde gastro-intestinale stromale tumoren (GIST) met ‘platelet-derived growth factor’ receptor α (PDGFRα) D842V-mutatie bij volwassenen, als monotherapie.

Indicaties

Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) bij volwassenen, als monotherapie

  • Adjuvante behandeling na volledige tumorresectie bij stadium IB-IIIA NSCLC met tumoren met epidermale groeifactorreceptor (EGFR) exon 19-deleties of exon-21 (L858R)-substitutiemutaties;
  • Eerstelijnsbehandeling van lokaal gevorderd of gemetastaseerd NSCLC met activerende EGFR-mutaties;
  • Behandeling van lokaal gevorderd of gemetastaseerd NSCLC met een EGFR-T790M-mutatie.

Dosering

Voorafgaand aan de behandeling de PDGFRA D842V mutatiestatus bepalen op basis van een gevalideerde test.

Klap alles open Klap alles dicht

Niet-reseceerbare of gemetastaseerde gastro-intestinale stromale tumoren (GIST)

Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 jaar)

Begindosis: 300 mg 1×/dag. Pas de dosis aan op geleide van tolerantie; de minimale dosis is 100 mg 1×/dag. De behandeling voortzetten totdat ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.

In combinatie met matige CYP3A4-remmer: indien vermijden niet mogelijk is, is de aanbevolen dosis 100 mg 1×/dag.

Verminderde nierfunctie: bij een licht en matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring 30-89 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Avapritinib is niet onderzocht bij een ernstig verminderde nierfunctie of terminaal nierfalen (creatinineklaring < 30 ml/min); er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.

Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie (totaal bilirubine ≤ ULN en ASAT > ULN óf totaal bilirubine > 1-1,5× ULN en elke ASAT) of matig verminderde leverfunctie (totaal bilirubine > 1,5-3× ULN en elke ASAT) is geen dosisaanpassing nodig. Avapritinib is niet onderzocht bij een ernstig verminderde leverfunctie (totaal bilirubine > 3× ULN en elke ASAT); er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (intracraniële bloeding, cognitieve stoornis of overige bijwerkingen) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2 tabel 1 en rubriek 4.4).

Gemiste dosis: een gemiste dosis alsnog innemen, tenzij de volgende binnen 8 uur is gepland.

Toediening: de tabletten innemen met water op een lege maag; ten minste 1 uur voor óf 2 uur na een maaltijd. Na braken geen nieuwe dosis innemen en de volgende dag het gebruikelijke schema aanhouden.

Dosering

Vóóraf de status van de EGFR-mutatie (exon-19-deletie of exon-21 L858R-substitutie mutaties bij adjuvante behandeling, activerende EGFR-mutatie bij eerstelijnsbehandeling óf T790M-mutatie bij progressie tijdens of na behandeling met een EGFR-TKI) in tumor- en/of plasmamonster vaststellen met een gevalideerde testmethode.

Klap alles open Klap alles dicht

Niet-kleincellig longcarcinoom

Volwassenen (incl. ouderen)

1×/dag 80 mg. In de adjuvante setting de behandeling voortzetten totdat de ziekte terugkeert of tot onaanvaardbare toxiciteit (een behandelduur > 3 jaar is niet onderzocht). Bij lokaal gevorderde of gemetastaseerde ziekte de behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Verminderde nierfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig. Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie, zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen achter Onderzoeksgegevens.

Verminderde leverfunctie: bij een licht of matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) is een aanpassing van de dosis niet nodig. Gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) wordt afgeraden, zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen achter Onderzoeksgegevens.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (interstitiële longaandoening/pneumonitis, verlenging QT-interval, overige bijwerkingen) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1), zie hiervoor de link onder 'Zie ook'.

Een vergeten dosis binnen 12 uur alsnog innemen, als het langer dan 12 uur geleden is de dosis overslaan en doorgaan met het gebruikelijke schema.

Toediening: de tablet in zijn geheel (zonder kauwen, breken of fijnmalen) innemen met water. Eventueel kan de tablet worden opgelost in 50 ml niet-koolzuurhoudend water; hierbij de tablet zonder breken of verpulveren toevoegen aan het water en roeren tot de tablet is opgelost. Hierna de oplossing onmiddellijk opdrinken en de tabletresten in het glas met nog eens een half glas water oplossen en opdrinken. Ditzelfde kan ook worden gedaan bij toediening via een sonde, dan met kleinere volumina.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust. Geheugenvermindering, cognitieve stoornis, duizeligheid, smaakstoornis. Tranenvloed. Misselijkheid, braken, buikpijn, gastro-oesofageale refluxziekte, diarree. Droogte van ogen, lippen, mond en huid. Verandering van haarkleur, huiduitslag. Oedeem (waaronder periorbitaal oedeem, gelaatsoedeem, perifeer oedeem), vermoeidheid. Stijging transaminasewaarden, hyperbilirubinemie. Anemie, leukopenie, neutropenie.

Vaak (1-10%): conjunctivitis. Verwardheid, depressie, angst, slapeloosheid. Intracraniale bloeding, psychische stoornis, perifere neuropathie, slaperigheid, afasie, hypokinesie, hoofdpijn, evenwichtsstoornis, spraakstoornis, tremor. Oogbloeding, wazig zien, netvliesbloeding, fotofobie. Vertigo. Hypertensie. Pleurale effusie, dyspneu, neusverstopping, hoesten. Gastro-intestinale bloeding, ascites, obstipatie, dysfagie, stomatitis, winderigheid, speekselvloed. Hand-voetsyndroom, fotosensibilisatie, hypopigmentatie van de huid, jeuk, alopecia. Spierpijn, gewrichtspijn, rugpijn, spierspasmen. Acute nierschade, stijging van de creatinineconcentratie, hematurie. Asthenie, koorts, malaise, koud gevoel. Verlenging QTc-interval, stijging creatinekinase (CK) in het bloed. Gewichtsverlies, gewichtstoename, stijging LDH in het bloed. Trombocytopenie, lymfopenie. Hypofosfatemie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, hyponatriëmie, dehydratie, hypoalbuminemie, hypocalciëmie.

Soms (0,1-1%): tumorbloeding. Encefalopathie. Pericardiale effusie. Leverbloeding.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): diarree (bij ca. 47%), stomatitis. Huiduitslag (bij ca. 45%; erythemateus, gegeneraliseerd, maculopapuleus, papuleus, pustuleus, folliculitis, acne, (acneïforme) dermatitis), droge huid (bij ca. 32%; incl. huidkloven, eczeem en xeroderma), paronychia (ca. 33%), jeuk. Verminderde eetlust. Verlaagd aantal leukocyten (bij ca. 65%), neutrofielen (bij ca. 33%), lymfocyten (bij ca. 62%) en trombocyten (ca. 53%).

Vaak (1–10%): interstitiële longaandoening (incl. pneumonitis), bloedneus. Alopecia, urticaria, hand-voetsyndroom. Stijging creatinine in het bloed.

Soms (0,1–1%): (concentratie-afhankelijke) verlenging van het QT-interval. Keratitis (incl. keratitis punctata, cornea-epitheeldefecten en cornea-erosie). Cutane vasculitis. Erythema multiforme.

Zelden (0,01-0,1%): Stevens-Johnsonsyndroom. Myositis.

Verder is gemeld: een afname van de linker ventriculaire ejectiefractie (LVEF) met ≥ 10% en een daling naar < 50%; een causaal verband met de therapie is echter nog niet vastgesteld.

Bij een laag lichaamsgewicht (< 50 kg) komt verlenging van het QT-intervaL vaker voor, evenals bijwerkingen ≥ graad 3.

Bij ouderen (≥ 65 j.) komen eveneens vaker bijwerkingen ≥ graad 3 voor.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Vermijd de combinatie met een sterke of matige CYP3A4-remmer, zoals claritromycine, erytromycine, ketoconazol, itraconazol, posaconazol, ritonavir, saquinavir, voriconazol, grapefruit- en pompelmoessap, omdat de blootstelling aan avapritinib kan stijgen. Indien vermijden van een matige CYP3A4-remmer niet mogelijk is, dient de dosis avapritinib te worden verlaagd, zie de rubriek Dosering.

Vermijd ook de combinatie met een matige of sterke CYP3A4-inductor, zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, rifampicine, sint-janskruid, omdat de blootstelling aan avapritinib kan afnemen.

Avapritinib is in vitro zowel een remmer als een inductor van CYP3A; in combinatie met substraten van CYP3A kan de plasmaconcentratie van deze middelen respectievelijk stijgen of afnemen.

Avapritinib is in vitro een remmer van Pgp, BCRP, MATE1, MATE2-K en BSEP; bij gelijktijdig gebruik met substraten van één van deze transporters kan de plasmaconcentratie van deze middelen afnemen.

Wees voorzichtig bij gelijktijdige toediening met anticoagulantia, vanwege de kans op bloedingen.

Wees voorzichtig bij gelijktijdige toediening van geneesmiddelen die het QTc-interval kunnen verlengen, zoals klasse Ia anti–aritmica, klasse III anti-aritmica, enkele antipsychotica, enkele antidepressiva, enkele macrolide antibiotica en fluorchinolonen.

Interacties

Sterke CYP3A4-inductoren (zoals rifampicine, fenytoïne, carbamazepine) verlagen klinisch relevant de blootstelling aan osimertinib; de combinatie vermijden. Combinatie met sint-janskruid is gecontra-indiceerd. Wees voorzichtig met matig sterke inductoren (zoals bosentan, efavirenz, etravirine, modafinil). Denk eraan dat het effect van inductoren langzaam intreedt en nog enkele weken na het staken van het gebruik ervan kan aanhouden.

Osimertinib remt competitief BCRP en P-glycoproteïne (Pgp). Wees voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen die een substraat zijn voor BCRP of Pgp en een relatief nauwe therapeutische breedte hebben, zoals de BCRP-substraten methotrexaat, rosuvastatine, sulfasalazine en topotecan en de Pgp-substraten digoxine, dabigatran en aliskiren.

Osimertinib kan het QT-interval verlengen. Wees daarom voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, kinidine, disopyramide, sotalol, domperidon, methadon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele antimycotica en selectieve serotonine 5HT3- receptorantagonisten (granisetron, ondansetron). Zie ook de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen gegevens, bij dieren schadelijk gebleken.

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptie te gebruiken gedurende én tot ten minste 1 maand na de therapie.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren bij therapeutische en supratherapeutische doseringen geen teratogene afwijkingen, maar wel verminderd foetaal gewicht en verminderde overleving van de jongen.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Vruchtbaarheid: Bij dieren heeft osimertinib in therapeutische doseringen nadelige effecten op de geslachtsorganen (degeneratieve veranderingen in de testikels, degeneratie van de corpora lutea, epitheelverlies in baarmoeder en vagina) en vermindert het de vruchtbaarheid.

Overig: Een vruchtbare vrouw of man wordt aangeraden anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en na de therapie; vrouwen tot ten minste 2 en mannen tot ten minste 4 maanden na de therapie. Een verminderde blootstelling aan hormonale anticonceptiva kan niet worden uitgesloten.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend, een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden gedurende én tot ten minste 2 weken na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Osimertinib en metabolieten zijn bij dieren wel aangetroffen in zogende jongen met als gevolg een verminderde groei en overleving van de jongen. Risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Contra-indicaties

Zie voor contra-indicaties de rubriek Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Bloedingen: vanwege de kans op (ernstige) bloedingen, waaronder intracraniële en gastro-intestinale bloedingen, de patiënt nauwgezet hierop controleren. Daarnaast het bloedbeeld en stollingsparameters controleren, in het bijzonder bij patiënten met een verhoogd bloedingsrisico, zoals bij gelijktijdig gebruik van anticoagulantia of andere medicatie die de kans op bloedingen vergroot. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met risicofactoren voor een intracraniële bloeding, zoals ernstige trombocytopenie, een vasculair aneurysma of intracraniële bloeding in het afgelopen jaar of een voorgeschiedenis van een CVA of TIA. Adviseer de patiënt direct contact op te nemen bij neurologische symptomen zoals ernstige hoofdpijn, zichtproblemen, slaperigheid of focale zwakte. Bij optreden van een intracraniële bloeding de behandeling definitief staken.

Cognitieve effecten: controleer de patiënt op tekenen van een cognitieve stoornis, zoals vergeetachtigheid, verwardheid of verminderde cognitieve functie. Adviseer de patiënt direct contact op te nemen bij dergelijke nieuwe of verergerende symptomen. Een dosisonderbreking of -verlaging kan nodig zijn. Bij een CTCAE graad 4 cognitieve bijwerking de behandeling definitief sstaken.

Vochtretentie: avapritinib verhoogt de kans op (ernstige) lokale en gegeneraliseerde vormen van oedeem. Een onverwachte gewichtstoename of respiratoire symptomen zijn tekenen van vochtretentie; controleer de patiënt hier regelmatig op en behandel indien nodig met ondersteunende therapie, zoals een diureticum.

Verlenging QTc-interval: voorzichtigheid is geboden bij patiënten met reeds bestaande verlenging van het QTc-interval of met risicofactoren voor QTc-verlenging, zoals gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het QTc-interval kunnen verlengen, reeds bestaande hartziekte en/of een elektrolytenstoornis.

Gastro-intestinale bijwerkingen: bij patiënten met gastro-intestinale bijwerkingen, zoals misselijkheid, braken en diarree, de hydratietoestand regelmatig controleren en indien nodig behandelen met ondersteunende therapie, zoals een anti-emeticum.

Fototoxiciteit: adviseer de patiënt overmatige blootstelling aan zonlicht en UV-straling te vermijden en adequate bescherming te gebruiken tegen de zon.

Monitoring: controleer regelmatig het volledige bloedbeeld en de leverfunctie gedurende de behandeling.

Onderzoeksgegevens: avapritinib is niet onderzocht bij:

  • kinderen < 18 jaar;
  • patiënten met hersenmetastasen;
  • een ernstig verminderde leverfunctie (totaal bilirubine > 3× ULN en elke ASAT);
  • een ernstig verminderde nierfunctie of terminaal nierfalen (creatinineklaring < 30 ml/min).

Waarschuwingen en voorzorgen

Een afname van de linker ventriculaire ejectiefractie (LVEF) met ≥ 10% en een daling naar < 50% is waargenomen tijdens de klinische onderzoeken (bij ca. 4%); een causaal verband is nog niet vastgesteld. Overweeg cardiale monitoring bij aanwezigheid van cardiale risicofactoren (incl. klinisch relevante cardiale ziekten), waaronder een meting van de LVEF voor aanvang van en regelmatig tijdens de behandeling, alsmede op indicatie indien zich klinisch relevante cardiale symptomen/verschijnselen ontwikkelen.

Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen en vermijd het gebruik bij een congenitale of verworven QT-verlenging; bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren regelmatig elektrolyten en ECG bepalen. Het gebruik van osimertinib definitief staken als 'torsade de pointes', polymorfe ventriculaire tachycardie en/of verschijnselen/symptomen van een andere ernstige ritmestoornis optreden.

In de klinische onderzoeken zijn ernstige, levensbedreigende of fatale interstitiële longaandoening (ILD) of ILD-achtige bijwerkingen (zoals pneumonitis) waargenomen. Bij een Japanse etniciteit is hierop meer kans (ca. 10,4%). Patiënten met een voorgeschiedenis van ILD, door geneesmiddelen geïnduceerde ILD, bestralingspneumonitis waarvoor een behandeling met corticosteroïden nodig was of patiënten met enig bewijs van actieve ILD waren uitgesloten van het klinisch onderzoek. Instrueer de patiënt zich direct te melden bij acuut ontstaan en/of onverklaarbare verergering van respiratoire symptomen zoals dyspneu, hoesten en koorts. Onderbreek de behandeling en sluit eerst ILD uit. Bij bevestiging van ILD de behandeling staken en alleen hervatten na een zorgvuldige risico-baten afweging.

Stevens-Johnsonsyndroom: er zijn zeldzame gevallen gemeld van het Stevens-Johnsonsyndroom (SJS). Laat de patiënt onmiddellijk contact opnemen bij eerste tekenen hiervan, zoals progressieve huiduitslag, vaak met blaas-, blaar- en schilfervorming. Staak of onderbreek de behandeling bij een vermoeden van SJS.

Bij ontstaan van verschijnselen of symptomen van keratitis (zoals een acute of verslechterende ooginfectie, een verhoogde traanproductie, fotosensibilisatie, wazig zien, oogpijn en/of roodheid van het oog) direct doorverwijzen naar een oogarts.

Onderzoeksgegevens: wees voorzichtig bij lichte leverinsufficiëntie (gedefinieerd als Child-Pughscore 5–6 óf gedefinieerd als totale bilirubinewaarde ≤ 'upper limit of normal' (ULN) én ASAT > ULN óf totale bilirubinewaarde 1–1,5× ULN en elke ASAT-waarde) en bij matig-ernstige leverinsufficiëntie (gedefinieerd als Child-Pughscore 7–9 óf gedefinieerd als totale bilirubinewaarde 1,5–3× ULN en elke ASAT-waarde). Het gebruik bij een ernstige leverinsufficiëntie wordt afgeraden omdat de werkzaamheid en veiligheid van osimertinib hierbij niet zijn vastgesteld. Wees ook voorzichtig bij een terminale nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 15 ml/min) en bij dialysepatiënten, omdat de werkzaamheid en veiligheid hierbij niet zijn vastgesteld. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij kinderen (< 18 j.).

Overdosering

De hoogst onderzochte dosis in klinisch onderzoek is 600 mg 1×/dag; het bijwerkingenprofiel is vergelijkbaar met dat van een dosis van 300 of 400 mg 1×/dag.

Neem voor informatie over een vergiftiging met avapritinib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

In klinisch onderzoek werd bij doses tot 240 mg per dag geen dosisbeperkende toxiciteit waargenomen.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met osimertinib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Proteïnekinaseremmer. Avapritinib is een type 1 kinaseremmer die gericht is op de actieve conformatie van de KIT-receptor (CD117) en de ‘platelet-derived growth factor’ receptor α (PDGFRα). De PDGFRα D842V-mutatie komt voor bij ca. 5% van de GIST-tumoren. Deze mutatie zorgt ervoor dat de PDGFα-receptor een actieve conformatie krijgt. Hierdoor wordt de receptor resistent tegen imatinib, sunitinib en regorafenib, die aangrijpen op de inactieve conformatie. Avapritinib kan hier wel op aangrijpen.

Kinetische gegevens

T max 2-4,1 uur.
Resorptie Een vetrijke maaltijd verhoogt de Cmax met ca. 59% en de AUC met ca. 27%.
V d 17 l/kg.
Eiwitbinding 98,8%.
Metabolisering in de lever voornamelijk door CYP3A4 en CYP3A5 en in mindere mate door CYP2C9. De meest gevormde metabolieten zijn de inactieve hydroxyglucuronide-metaboliet M690 (35%) en oxidatief gedeamineerde metaboliet M499 (14%).
Eliminatie voornamelijk via de feces (70%, waarvan 11% onveranderd) en voor een kleiner deel in de urine (18%, waarvan 0,23% onveranderd).
T 1/2el 32-57 uur.
Overig De 'steady state'-plasmaconcentratie wordt na 15 dagen bereikt.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Proteïnekinaseremmer (tyrosinekinaseremmer; TKI). Osimertinib remt irreversibel epidermale-groeifactorreceptoren (EGFR's) met sensibiliserende mutaties (EGFRm) en de TKI-resistente mutatie T790M. Dit leidt in vitro tot remming van de celgroei met tegelijkertijd significant minder activiteit tegen EGFR in wildtype (niet-gemuteerde) cellijnen.

Kinetische gegevens

T max mediaan ca. 6 uur.
F ca. 70%.
V d ca. 13,1 l/kg.
Eiwitbinding ca. 95%.
Metabolisering nog niet geheel opgehelderd. In de lever door vnl. CYP3A5 en in mindere mate door CYP3A4 tot o.a. twee actieve metabolieten, met een vergelijkbare (AZ7550) en een hogere werkzaamheid (AZ5104). AZ5104 is ook werkzaam bij wildtype EGFR.
Overig gemiddelde blootstelling aan de twee actieve metabolieten (AZ7550 en AZ5104) is voor beiden ca. 10% ten opzichte van osimertinib.
Eliminatie ca. 68% met de feces (ca. 1% onveranderd), ca. 14% met de urine (ca. 1% onveranderd).
T 1/2el ca. 44 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

avapritinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • abemaciclib (L01EF03) Vergelijk
  • acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
  • afatinib (L01EB03) Vergelijk
  • alectinib (L01ED03) Vergelijk
  • axitinib (L01EK01) Vergelijk
  • binimetinib (L01EE03) Vergelijk
  • bosutinib (L01EA04) Vergelijk
  • brigatinib (L01ED04) Vergelijk
  • cabozantinib (L01EX07) Vergelijk
  • ceritinib (L01ED02) Vergelijk
  • cobimetinib (L01EE02) Vergelijk
  • crizotinib (L01ED01) Vergelijk
  • dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
  • dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
  • dasatinib (L01XE06) Vergelijk
  • duvelisib (L01EM04) Vergelijk
  • encorafenib (L01EC03) Vergelijk
  • entrectinib (L01EX14) Vergelijk
  • erlotinib (L01EB02) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
  • fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
  • gefitinib (L01EB01) Vergelijk
  • gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
  • ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
  • idelalisib (L01EM01) Vergelijk
  • imatinib (L01EA01) Vergelijk
  • lapatinib (L01EH01) Vergelijk
  • larotrectinib (L01EX12) Vergelijk
  • lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
  • lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
  • midostaurine (L01EX10) Vergelijk
  • neratinib (L01EH02) Vergelijk
  • nilotinib (L01EA03) Vergelijk
  • nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
  • osimertinib (L01EB04) Vergelijk
  • palbociclib (L01EF01) Vergelijk
  • pazopanib (L01EX03) Vergelijk
  • ponatinib (L01EA05) Vergelijk
  • regorafenib (L01EX05) Vergelijk
  • ribociclib (L01EF02) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
  • selpercatinib (L01EX22) Vergelijk
  • sorafenib (L01EX02) Vergelijk
  • sunitinib (L01EX01) Vergelijk
  • temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
  • tepotinib (L01EX21) Vergelijk
  • tivozanib (L01EK03) Vergelijk
  • trametinib (L01EE01) Vergelijk
  • tucatinib (L01EH03) Vergelijk
  • vandetanib (L01EX04) Vergelijk
  • vemurafenib (L01EC01) Vergelijk

Groepsinformatie

osimertinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • abemaciclib (L01EF03) Vergelijk
  • acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
  • afatinib (L01EB03) Vergelijk
  • alectinib (L01ED03) Vergelijk
  • avapritinib (L01EX18) Vergelijk
  • axitinib (L01EK01) Vergelijk
  • binimetinib (L01EE03) Vergelijk
  • bosutinib (L01EA04) Vergelijk
  • brigatinib (L01ED04) Vergelijk
  • cabozantinib (L01EX07) Vergelijk
  • ceritinib (L01ED02) Vergelijk
  • cobimetinib (L01EE02) Vergelijk
  • crizotinib (L01ED01) Vergelijk
  • dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
  • dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
  • dasatinib (L01XE06) Vergelijk
  • duvelisib (L01EM04) Vergelijk
  • encorafenib (L01EC03) Vergelijk
  • entrectinib (L01EX14) Vergelijk
  • erlotinib (L01EB02) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
  • fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
  • gefitinib (L01EB01) Vergelijk
  • gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
  • ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
  • idelalisib (L01EM01) Vergelijk
  • imatinib (L01EA01) Vergelijk
  • lapatinib (L01EH01) Vergelijk
  • larotrectinib (L01EX12) Vergelijk
  • lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
  • lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
  • midostaurine (L01EX10) Vergelijk
  • neratinib (L01EH02) Vergelijk
  • nilotinib (L01EA03) Vergelijk
  • nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
  • palbociclib (L01EF01) Vergelijk
  • pazopanib (L01EX03) Vergelijk
  • ponatinib (L01EA05) Vergelijk
  • regorafenib (L01EX05) Vergelijk
  • ribociclib (L01EF02) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
  • selpercatinib (L01EX22) Vergelijk
  • sorafenib (L01EX02) Vergelijk
  • sunitinib (L01EX01) Vergelijk
  • temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
  • tepotinib (L01EX21) Vergelijk
  • tivozanib (L01EK03) Vergelijk
  • trametinib (L01EE01) Vergelijk
  • tucatinib (L01EH03) Vergelijk
  • vandetanib (L01EX04) Vergelijk
  • vemurafenib (L01EC01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".