Samenstelling
Sirturo (als fumaraat) XGVS Aanvullende monitoring Janssen-Cilag bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Pyrazinamide Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 500 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Myambutol (dihydrochloride) Teofarma Srl
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 400 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De behandeling van een latente tuberculose-infectie (LTBI) en de preventieve behandeling van personen die nauw contact hebben gehad met een open–longtuberculosepatiënt, maar bij wie geen infectie is aangetoond (primaire profylaxe), bestaat uit isoniazide, rifampicine of combinatietherapie. De standaardbehandeling van actieve tuberculose bestaat uit een behandelschema van minimaal 6 maanden met isoniazide, rifampicine, pyrazinamide en ethambutol. Laat ethambutol achterwege als, of zodra bekend is dat het om een goed gevoelige M. tuberculosis gaat.
Bedaquiline komt bij de behandeling van multidrug-resistente pulmonale tuberculose (MDR-tbc) i.c.m. ≥ 3 andere tuberculosemiddelen pas in aanmerking, als andere behandelcombinaties niet kunnen worden gebruikt vanwege resistentie of intolerantie. Het starten van bedaquiline is voorbehouden aan een tuberculosedeskundige.
Advies
De behandeling van een latente tuberculose-infectie (LTBI) en de preventieve behandeling van personen die nauw contact hebben gehad met een open–longtuberculosepatiënt, maar bij wie geen infectie is aangetoond (primaire profylaxe), bestaat uit isoniazide, rifampicine of combinatietherapie. De standaardbehandeling van actieve tuberculose bestaat uit een behandelschema van minimaal 6 maanden met isoniazide, rifampicine, pyrazinamide en ethambutol. Laat ethambutol achterwege als, of zodra bekend is dat het om een goed gevoelige M. tuberculosis gaat.
Advies
De behandeling van een latente tuberculose-infectie (LTBI) en de preventieve behandeling van personen die nauw contact hebben gehad met een open–longtuberculosepatiënt, maar bij wie geen infectie is aangetoond (primaire profylaxe), bestaat uit isoniazide, rifampicine of combinatietherapie. De standaardbehandeling van actieve tuberculose bestaat uit een behandelschema van minimaal 6 maanden met isoniazide, rifampicine, pyrazinamide en ethambutol. Laat ethambutol achterwege als, of zodra bekend is dat het om een goed gevoelige M. tuberculosis gaat.
Indicaties
- Als onderdeel van een geschikt combinatieregime voor multiresistente pulmonale tuberculose (MDR-TB) bij volwassenen, wanneer een doeltreffend behandelregime niet anders samengesteld kan worden omwille van resistentie of tolerantie.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van infecties veroorzaakt door Mycobacterium tuberculosis (waaronder longtuberculose en tuberculeuze meningitis), en in combinatie met andere tuberculosemiddelen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Initiële behandeling van infecties met Mycobacterium tuberculosis (longtuberculose of extrapulmonale tuberculose) in combinatie met andere tuberculosemiddelen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Een therapie met bedaquiline alleen uitvoeren onder directe supervisie.
Multiresistente pulmonale tuberculose (MDR-tbc)
Volwassenen
Bedaquiline geven in combinatie met ten minste drie geneesmiddelen waarvoor is aangetoond dat het isolaat van de patiënt in vitro gevoelig ís óf (als er geen resultaten zijn van in vitro testen) in combinatie met ten minste vier geneesmiddelen waarvoor het isolaat waarschijnlijk gevoelig zal zijn. Gelijktijdige toediening met geneesmiddelen uit de rifamycine-groep echter vermijden (zie ook de rubriek Interacties). Bij het selecteren van het behandelregime rekening houden met de behandelrichtlijn drug resistant tuberculosis treatment van de WHO.
Oraal: Week 1–2: 400 mg 1×/dag, week 3–24: 200 mg 3×/week met ten minste 48 uur tussen twee doses. Er zijn zeer weinig gegevens over een behandelduur langer dan 24 weken. Op individuele basis kan bij extensieve geneesmiddelenresistentie een langere behandelduur worden overwogen onder strikte controle op veiligheid. Na voltooien van de behandeling met bedaquiline de behandeling met de andere geneesmiddelen van het regime voortzetten.
Bij een lichte of matige leverinsufficiëntie: (Child-Pughscore 5-9) is geen dosisaanpassing nodig. Bedaquiline is niet onderzocht bij een ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore ≥ 10) en wordt niet aanbevolen bij deze patiëntencategorie.
Verminderde nierfunctie: Bij een creatinineklaring ≥ 30 ml/min is geen dosisaanpassing nodig. Voorzichtig toepassen bij een creatinineklaring < 30 ml/min, hemodialyse of peritoneale dialyse (al is significante uitscheiding van bedaquiline door dialyse onwaarschijnlijk door de sterke eiwitbinding).
Dosis gemist: Het innameschema exact volgen. Indien tijdens de eerste 2 weken een dosis wordt gemist, deze niet inhalen, maar doorgaan met het normale innameschema. Als een dosis wordt gemist vanaf week 3, deze zo snel mogelijk innemen en het regime van 3×/week daarna hervatten.
Toediening: De tablet in zijn geheel (zonder breken of fijnmalen) met water innemen tijdens een maaltijd, voor voldoende biologische beschikbaarheid.
Doseringen
Pyrazinamide wordt bij normale gevoeligheid van Mycobacterium tuberculosis gegeven in combinatie met isoniazide, rifampicine en zonodig ethambutol en wordt vooral ingezet tijdens de eerste fase van de behandeling (fase waarin de tuberkelbacillen worden gedood, symptomen verdwijnen en de besmettelijkheid van de patiënt verdwijnt). Naast een behandelschema met dagelijkse doses zijn eventueel ook nog schema's met intermitterende doses beschikbaar in het Handboek Tuberculose Nederland (2019, vanaf p. 42).
De tablet heeft een breukgleuf zodat gedoseerd kan worden per 250 mg.
Infecties met M. tuberculosis
Volwassenen en kinderen vanaf 1 maand
Initiële behandeling (dagelijkse dosis): 25–30 mg/kg lichaamsgewicht per dag, zo mogelijk in 1 dosis, max. 2 g/dag. Behandelduur: 2 maanden. Bij resistentie tegen of intolerantie voor één van de andere geneesmiddelen toegepast tegen de TBC of bij een onvoldoende respons kan een afwijkende behandelduur nodig zijn.
Bij tuberculeuze meningitis is de dosering volgens de fabrikant 50 mg/kg lichaamsgewicht per dag, max. 2 g/dag. Behandelduur: volgens het Tuberculose Handboek: overweeg de totale behandelduur te verlengen naar 9 maanden, en het toevoegen van corticosteroïden (Bron: Handboek p. 42).
Bij ouderen en patiënten met veel gastro-intestinale klachten kan pyrazinamide over 2 doses worden verdeeld.
Verminderde nierfunctie: bij een creatinineklaring < 10 ml/min het toedieningsinterval verlengen naar 48 uur (i.p.v. 24 uur).
Doseringen
Ethambutol wordt bij bekende, normale gevoeligheid van Mycobacterium tuberculosis alleen op strikte indicatie gegeven. Daarnaast in combinatie met isoniazide, rifampicine en pyrazinamide bij een (nog) onbekende gevoeligheid van M.tuberculosis en voorts in combinatie met rifampicine en pyrazinamide bij monoresistentie van M. tuberculosis voor isoniazide. Het wordt doorgaans ingezet zowel tijdens de eerste fase van de behandeling (fase waarin de tuberkelbacillen worden gedood, symptomen verdwijnen en de besmettelijkheid van de patiënt verdwijnt) als de vervolgfase. Naast een behandelschema met dagelijkse doses zijn eventueel ook nog schema's met intermitterende doses beschikbaar in het Handboek tuberculose Nederland (2018, rubriek 5.3.1).
Longtuberculose of extrapulmonale tuberculose:
Volwassenen:
Tijdens fase van intensieve behandeling: 15–20 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag, max. 1600 mg/dag; bij onbekende gevoeligheid van M. tuberculosis en bij monoresistentie voor isoniazide gedurende 6 maanden.
Kinderen 1 maand tot 18 jaar:
Volgens de richtlijn van de NVALT en conform het Kinderformularium van het NKFK: 15–25 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag; max. 1600 mg/dag; behandelduur 2 maanden.
Verminderde nierfunctie: Pas de dosering aan op geleide van bloedspiegels. De volgende dosering geldt als richtlijn: creatinineklaring 10–50 ml/min volgens de werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie van de KNMP: 50% van de normale dosis. De fabrikant geeft de volgende richtlijn voor dialysepatiënten: bij 1×/week dialyseren: 90 mg/kg lichaamsgewicht 1×/week; bij 2×/week dialyseren: 45 mg/kg lichaamsgewicht 1×/week en bij ≥ 3×/week dialyseren: 25 mg/kg lichaamsgewicht 1×/week. De dosis geven 4–6 uur vóór de dialyse.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, duizeligheid. Gewrichtspijn. Misselijkheid, braken.
Vaak (1–10%): diarree. Spierpijn. Stijging van leverenzymwaarden. Verlengd QT-interval.
Bijwerkingen
Vaak (1–10%): misselijkheid, braken, buikpijn, anorexie. Stijging levertransaminasewaarden (matig en voorbijgaand in de vroege fase van de behandeling). Spierpijn, gewrichtspijn. Hyperurikemie, jicht.
Zelden (0,01–0,1%): geelzucht, hepatomegalie, hepatotoxiciteit. Dysurie, interstitiële nefritis. Huiduitslag, urticaria, jeuk, fotosensibilisatie, koorts, acne. Trombocytopenie, sideroblastische anemie, purpura, splenomegalie.
Bijwerkingen
Gastro-intestinaal en algemeen: Misselijkheid, braken, buikpijn. Hoofdpijn, malaise, koorts.
Lever: Stijging van leverenzymwaarden, geelzucht, hepatotoxiciteit (incl. fatale afloop).
Neurologisch en oculair: Duizeligheid, paresthesieën, gevoelloosheid, verwardheid, desoriëntatie, hallucinaties. Verminderde gezichtsscherpte, gezichtsuitval, kleurenblindheid, scotoom, opticus neuritis, opticus neuritis retrobulbair, opticus neuropathie.
Huid en overgevoeligheid: Huiduitslag, jeuk, anafylactische of anafylactoïde reacties, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN).
Bloedbeeld: Leukopenie, neutropenie, trombocytopenie.
Bot- & spierstelsel: Hyperurikemie, jicht. Artralgie.
Interacties
Combinatie met matige tot sterke CYP3A4-inductoren (bv. efavirenz, etravirine, rifamycinen, carbamazepine, fenytoïne, sint-janskruid) kan leiden tot subtherapeutische blootstelling aan bedaquiline; de combinatie vermijden.
Langdurige gelijktijdige toediening (> 14 opeenvolgende dagen) met matig sterke tot krachtige CYP3A4-remmers (bv. ciprofloxacine, erytromycine, fluconazol, claritromycine, systemisch ketoconazol, ritonavir) vermijden vanwege verhoogde blootstelling aan bedaquiline met meer kans op bijwerkingen zoals een verlengd QT-interval; controleer bij gelijktijdige toediening frequenter het ECG en de leverenzymwaarden.
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT-interval kunnen verlengen (bv. amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macroliden, fluorchinolonen, enkele (azool-)antimycotica, clofazimine); bij combinatie frequenter het ECG controleren.
Vermijd combinatie met andere hepatotoxische geneesmiddelen en alcohol, vooral bij verminderde leverfunctie.
Er zijn geen klinische gegevens over combinatie met geneesmiddelen gericht tegen HIV.
Interacties
De interacties tussen probenecide en pyrazinamide zijn complex. Controleer bij gelijktijdig gebruik de bloed- en urineconcentraties van urinezuur en wees alert op het optreden van een jichtaanval; pyrazinamide remt de uitscheiding van urinezuur in de urine.
Interacties
Aluminiumbevattende antacida verminderen de absorptie van ethambutol; ethambutol ten minste 1 uur vóór deze antacida innemen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Bedaquiline alleen op strikte indicatie gebruiken. Het risico van het niet behandelen van actieve tuberculose tijdens de zwangerschap is groter voor moeder en kind dan het risico van wel behandelen. Tuberculose vergroot de kans op o.a. vroeggeboorte en een laag geboortegewicht. Congenitale tuberculose is beschreven. Bij afwezigheid van tekenen van een actieve tuberculose kan de behandeling worden uitgesteld tot na de zwangerschap. Bij een co-infectie met HIV of bij immunosuppressie is de kans op activatie van de tuberculose toegenomen. De behandeling dan niet uitstellen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens zijn er op basis van een relatief beperkte hoeveelheid gegevens geen aanwijzingen voor teratogene afwijkingen.
Farmacologisch effect: Pyrazinamide is hepatotoxisch voor de zwangere.
Adviezen: Niet behandelen van actieve tuberculose tijdens de zwangerschap is schadelijker voor moeder en kind (o.a. vroeggeboorte, laag geboortegewicht, ook congenitale tuberculose is beschreven) dan wel behandelen. Pyrazinamide kan bij de behandeling van actieve tuberculose gebruikt worden; controleer tijdens gebruik wel regelmatig de leverfuncties, gedurende de eerste 2 maanden van de behandeling elke 2 weken, daarna maandelijks.
Zwangerschap
Ethambutol passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid (ruime ervaring).
Advies: Kan worden gebruikt. Niet behandelen van tuberculose tijdens de zwangerschap is schadelijker voor moeder en kind (o.a. vroeggeboorte, laag geboortegewicht) dan wel behandelen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, met een hogere bedaquilineconcentratie in de moedermelk dan in het plasma van de moeder; systemische blootstelling van zuigelingen kan vergelijkbaar zijn met die van moeders die behandeld worden met bedaquiline. Het klinisch gevolg van deze blootstelling is onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding óf het gebruik van dit geneesmiddel ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. Pyrazinamide wordt oraal (vanuit de borstvoeding) goed geabsorbeerd.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden.
Farmacologisch effect: Nadelige gevolgen voor de zuigeling zijn niet waargenomen.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties.
Contra-indicaties
- Leverfunctiestoornis, leverziekte;
- Acute jicht;
- Acute porfyrie.
Contra-indicaties
- neuritis optica.
Waarschuwingen en voorzorgen
Resistentieontwikkeling is beschreven; zie voor meer informatie hierover rubriek 5.1, kopje Resistentiemechanismen, van de officiële productinformatie CBG/EMA via 'Zie ook'.
QT-verlenging: Vóór behandeling en ten minste elke maand tijdens de behandeling een ECG maken. Vóór de behandeling tevens kalium- , calcium- en magnesiumspiegel bepalen en deze zonodig corrigeren. Bedaquiline alleen na zorgvuldige afweging op strikte indicatie toepassen bij andere risicofactoren voor QT-verlenging: zoals relevante hartziekte, bradycardie, hypothyroïdie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging; bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren regelmatig elektrolyten en ECG bepalen. Als syncope optreedt een ECG maken om QT-verlenging uit te sluiten. De behandeling staken bij een klinisch significante ventriculaire aritmie of een QT-interval > 500 ms (bevestigd door een herhaald ECG).
Gedurende de behandeling treden afwijkingen in leverenzymwaarden langzaam op en kunnen geleidelijk groter worden. Daarom vóór de behandeling en elke maand tijdens de behandeling en indien nodig de leverenzymwaarden (ALAT, ASAT, alkalische fosfatase) en bilirubine bepalen. De behandeling opnieuw evalueren als de ASAT- en/of ALAT-waarde > 5× ULN ('upper limit of normal') bedraagt en eventuele andere hepatotoxische geneesmiddelen staken.
Wees voorzichtig bij ernstige nierinsufficiëntie en/of matige tot ernstige leverinsufficiëntie.
Onderzoeksgegevens en ervaring: De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar. Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij ouderen (≥ 65 jaar). Er zijn verder geen klinische gegevens over het gebruik:
- bij latente infectie met Mycobacterium tuberculosis, extrapulmonale tuberculose en infecties met andere mycobacteriële soorten;
- als onderdeel van combinatieregimes voor de behandeling van niet-resistente tuberculose.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer vóór en elke 2–4 weken tijdens de behandeling de serumurinezuurspiegel. Wees terughoudend bij verminderde nierfunctie, bij hyperurikemie of jicht in de anamnese (remming renale uraatexcretie) en bij diabetes mellitus (verlaging bloedsuiker).
Leverfunctie: controleer vóór en regelmatig tijdens de behandeling ook de leverfunctie. Deze kan in de eerste weken van de behandeling gestoord raken en in de derde maand weer normaliseren. De behandeling staken bij ASAT- en ALAT-waarden > 5× de ULN, bij tekenen van hepatocellulaire beschadiging en bij prodromale symptomen van hepatitis (anorexie, misselijkheid, braken, vermoeidheid en malaise). Wees terughoudend bij chronisch alcoholisme.
Waarschuwingen en voorzorgen
Visusveranderingen: Vóór de behandeling en regelmatig tijdens de behandeling oogonderzoek (beide ogen) uitvoeren. Instrueer de patiënt veranderingen in de visus direct te melden en de behandeling te staken tot de uitslag van het oogonderzoek bekend is. Ethambutol niet geven aan patiënten die visusveranderingen niet kunnen herkennen of rapporteren. Bij bestaande visuele afwijkingen is het lastiger wijzigingen in de visus op te merken en/of de oorzaak van verslechtering vast te stellen.
Bij kinderen en bij patiënten met HIV worden vaak lagere ethambutolspiegels gezien.
Ethambutol kan aanvallen van jicht uitlokken.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met bedaquiline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Diarylquinoline. Bedaquiline remt specifiek mycobacterieel ATP-synthetase, een essentieel enzym voor het opwekken van energie bij Mycobacterium tuberculosis.
De remming leidt tot bactericide effecten bij zowel replicerende als niet-replicerende tuberkelbacillen. Bedaquiline werkt bacteriostatisch bij veel andere mycobacteriële soorten.
Ongevoelig zijn: Mycobacterium xenopi, Mycobacterium novocastrense, Mycobacterium shimoidei en niet-mycobacteriële species.
Kinetische gegevens
F | een factor 2 hoger bij inname met voedsel. |
T max | ca. 5 uur. |
Eiwitbinding | > 99,9%. |
Metabolisering | vnl. via CYP3A4 tot o.a. het minder actieve N-monodesmethylbedaquiline. |
Eliminatie | vnl. met de feces. |
T 1/2el | ca. 5,5 maanden (bedaquiline, minder actieve metaboliet), waarschijnlijk zo lang door de langzame afgifte vanuit de perifere weefsels. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Tuberculosemiddel. Pyrazinamide werkt bacteriostatisch of bactericide, afhankelijk van de concentratie die wordt bereikt op de infectieplaats en de gevoeligheid van het micro-organisme. Het is alleen werkzaam in een zuur milieu (pH 5–6). Het precieze werkingsmechanisme is niet bekend. De bactericide werking is afhankelijk van de intrabacteriële omzetting van pyrazinamide in het actieve pyrazinezuur door het enzym pyrazinamidase.
Bij monotherapie treedt resistentie binnen 6–8 weken op.
Het werkingsspectrum is zeer smal.
Gevoelig is: Mycobacterium tuberculosis.
Ongevoelig zijn: Mycobacterium bovis, atypische mycobacteriën (M. fortuitum, M. scrofulaceum, M. xenopi, M. kansasii en M. avium) en andere micro-organismen.
Kinetische gegevens
Resorptie | vrijwel volledig. |
T max | 1–2 uur. |
V d | 0,57–0,84 l/kg. |
Overig | Pyrazinamide wordt uitgebreid verdeeld over de weefsels en passeert de bloed-liquorbarrière. De spiegels in de cerebrospinale vloeistof zijn binnen 5 uur gelijk aan die in het bloedplasma. |
Metabolisering | vnl. in de lever door hydrolyse tot m.n. actief pyrazinezuur en vervolgens tot andere metabolieten. |
Eliminatie | met de urine, vnl. als metabolieten (waarvan 30–40% pyrazinezuur). |
T 1/2el | ca. 10 uur (pyrazinamide), 10–20 uur (pyrazinezuur). Bij verminderde nierfunctie en/of verminderde leverfunctie langer. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Tuberculosemiddel. Ethambutol werkt bacteriostatisch of bactericide, afhankelijk van de concentratie die wordt bereikt op de infectieplaats en de gevoeligheid van het micro-organisme. Het werkingsmechanisme is niet volledig bekend. Het diffundeert in mycobacteriën en onderdrukt de vermenigvuldiging, waarschijnlijk door RNA-synthese te verhinderen. Ethambutol is alleen werkzaam tegen actief delende mycobacteriën. Het werkingsspectrum is smal. Bij monotherapie treedt snel resistentie op.
Gevoelig zijn: Mycobacterium tuberculosis, Mycobacterium bovis, Mycobacterium marinum en verder enkele stammen van Mycobacterium kansasii, Mycobacterium avium, Mycobacterium fortuitum en Mycobacterium intracellulare.
Kinetische gegevens
F | ca. 80%. |
T max | 2–4 uur. |
V d | 4–8 l/kg. |
Overig | er is vooral opname in de longen, nieren en erytrocyten. De penetratie in de liquor is slecht; bij tuberculeuze meningitis kan in sommige gevallen toch een therapeutische concentratie in de liquor worden bereikt. |
Metabolisering | een klein gedeelte (tot 15 %) in de lever. |
Eliminatie | ca. 80% met de urine (ca. 50% onveranderd) en ca. 20% via de lever (niet geresorbeerd ethambutol). |
T 1/2el | 3–4 uur, bij nierfunctiestoornis tot ca. 8 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
bedaquiline hoort bij de groep tuberculosemiddelen.
Groepsinformatie
pyrazinamide hoort bij de groep tuberculosemiddelen.
Groepsinformatie
ethambutol hoort bij de groep tuberculosemiddelen.