Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

betamethason in propyleenglycol

corticosteroïden, cutaan/oromucosaal D07AC01

Sluiten

betamethason (cutaan)

corticosteroïden, cutaan/oromucosaal D07AC01

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Diprolene (als dipropionaat) Organon Pharma BV

Toedieningsvorm
Zalf (0,05%)
Sterkte
0,5 mg/g
Verpakkingsvorm
50 g

Basis: propyleenglycol en vaseline.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Betamethason (als valeraat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Crème (0,1 %)
Sterkte
1 mg/g
Verpakkingsvorm
30 g
Toedieningsvorm
Oplossing voor cutaan gebruik (0,1%)
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
60 ml
Toedieningsvorm
Zalf (0,1%)
Sterkte
1 mg/g
Verpakkingsvorm
30 g

Betnelan (als valeraat) GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Huidemulsie (0,1%)
Sterkte
1 mg/g
Verpakkingsvorm
100 ml
Toedieningsvorm
Vloeistof voor cutaan gebruik (0,1%)
Sterkte
1 mg/g
Verpakkingsvorm
30 ml
Toedieningsvorm
Zalf (0,1%)
Sterkte
1 mg/g
Verpakkingsvorm
30 g

Diprosone (als dipropionaat) Organon Pharma BV

Toedieningsvorm
Crème (0,05%)
Sterkte
0,5 mg/g
Verpakkingsvorm
30 g, 100 g
Toedieningsvorm
Lotion (0,05%)
Sterkte
0,5 mg/ml
Verpakkingsvorm
30 ml, 100 ml
Toedieningsvorm
Zalf (0,05%)
Sterkte
0,5 mg/g
Verpakkingsvorm
30 g, 100 g

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Geef bij psoriasis altijd een indifferent middel als basisbehandeling. Overweeg een dikke schilferlaag te behandelen met een ontschilferingsmiddel vóór start van de lokale medicamenteuze behandeling. Start bij volwassenen bij laesies op de romp of extremiteiten met een klasse-3-corticosteroïd en bij laesies in lichaamsplooien of gelaat met een klasse-2-corticosteroïd. Combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal vitamine-D-analogon. Als een remissie of het maximaal haalbare behandeldoel is bereikt, blijft minder frequente of minder intensieve onderhoudsbehandeling vaak nodig. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.

De basisbehandeling van constitutioneel eczeem is het dagelijks gebruiken van indifferente middelen. Bij matig-ernstig eczeem daarnaast behandelen met klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden. Bij ernstig eczeem heeft kortdurend dagelijks gebruik (tot 2 à 3 weken) met klasse 3-corticosteroïden de voorkeur, in het gezicht of in huidplooien hebben klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden de voorkeur. Bij verbetering corticosteroïden afbouwen. Overweeg pulstherapie met klasse 2-corticosteroïden bij frequente recidieven van matig-ernstig of ernstig eczeem. Als lokale therapie onvoldoende effect heeft, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Constitutioneel eczeem.

Klasse 4-corticosteroïden hebben alleen een plaats in de behandeling van de acute fase van ernstig eczeem, in de tweedelijnszorg.

Klasse 4-corticosteroïden alleen kortdurend in de tweedelijnszorg gebruiken bij ernstig contacteczeem.

Volgens de NHG-Standaard Lichen sclerosus (2022) en de NVDV-Richtlijn Lichen sclerosus (2021) is naast gebruik van een indifferente zalf/vette crème, lokale behandeling met een klasse 3 of 4 dermatocorticosteroïd eerste keus in de behandeling. Bij anogenitale lichen sclerosus hebben zalven de sterke voorkeur boven crèmes.

Advies

Geef bij psoriasis altijd een indifferent middel als basisbehandeling. Overweeg een dikke schilferlaag te behandelen met een ontschilferingsmiddel vóór start van de lokale medicamenteuze behandeling. Start bij volwassenen bij laesies op de romp of extremiteiten met een klasse-3-corticosteroïd en bij laesies in lichaamsplooien of gelaat met een klasse-2-corticosteroïd. Combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal vitamine-D-analoog. Als een remissie of het maximaal haalbare behandeldoel is bereikt, blijft minder frequente of minder intensieve onderhoudsbehandeling vaak nodig. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.

De basisbehandeling van constitutioneel eczeem is het dagelijks gebruiken van indifferente middelen. Bij matig-ernstig eczeem daarnaast behandelen met klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden. Bij ernstig eczeem heeft kortdurend dagelijks gebruik (tot 2 à 3 weken) met klasse 3-corticosteroïden de voorkeur, in het gezicht of in huidplooien hebben klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden de voorkeur. Bij verbetering corticosteroïden afbouwen. Overweeg pulstherapie met klasse 2-corticosteroïden bij frequente recidieven van matig-ernstig of ernstig eczeem. Als lokale therapie onvoldoende effect heeft, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Constitutioneel eczeem.

Identificeer bij contacteczeem primair de betreffende contactstoffen (allergenen, irritantia) en adviseer deze zoveel mogelijk te vermijden. Dagelijks gebruik van een indifferente (vet)crème of zalf meerdere keren per dag, vormt de basis van de behandeling en werkt tevens preventief. Dermatocorticosteroïden zijn de eerste keus in de medicamenteuze behandeling van contacteczeem naast de basisbehandeling. Bij contacteczeem op locaties elders dan de handen kan in milde gevallen veelal een indifferente (vet)crème, en bij matig contacteczeem een klasse 1- of 2-corticosteroïd volstaan. Bij mild tot matig contacteczeem aan de handen altijd starten met een klasse 2-corticosteroïd. Bij ernstig contacteczeem heeft starten met een klasse 3- of (in de tweedelijnszorg) met klasse 4-corticosteroïd de voorkeur. Bij onvoldoende effect, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.

Indicaties

Steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen die onvoldoende reageren op lokale corticosteroïden uit klasse 2 en 3 zoals:

  • Psoriasis vulgaris;
  • Lichen planus;
  • Lichen sclerosus et atrophicus;
  • Granuloma annulare;
  • Pustulosus palmaris et plantaris.

Gerelateerde informatie

  • constitutioneel eczeem
  • contacteczeem
  • psoriasis

Indicaties

Steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen, zoals:

  • Psoriasis vulgaris;
  • Lichen planus;
  • Lichen sclerosus et atrophicus;
  • Granuloma annulare;
  • Pustulosis palmaris et plantaris;
  • Lupus erythematodes discoides;
  • Gelichenificeerd eczeem.

Gerelateerde informatie

  • constitutioneel eczeem
  • contacteczeem
  • psoriasis

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen

Volwassenen

's Morgens en 's avonds op het gehele aangetaste huidgebied aanbrengen. De behandelduur varieert van enkele dagen tot een langere periode, maar mag de duur van 4 opeenvolgende weken niet overschrijden zonder controle van de aandoening. De behandeling geleidelijk staken als de huidaandoening verbeterd is; zo nodig vervangen door een minder sterk werkend corticosteroïd. In het algemeen minder dan 30–60 g zalf per week gebruiken. Wees voorzichtig bij toepassing onder occlusie.

Kinderen

Toediening bij kinderen zo veel mogelijk vermijden.

Psoriasis

Volwassenen en kinderen > 10 jaar

Volgens de NHG-standaard Psoriasis: bij andere lokalisaties dan gelaat en/of lichaamsplooien: 1×/dag aanbrengen gedurende 4 weken. Bij voldoende resultaat na maximaal 4 weken dagelijkse behandeling, intermitterend behandelen tot het minimale aantal dagen waarbij het effect voldoende blijft. Max. 50 g/week gebruiken. Zie verder de NHG-standaard voor het basisafbouwschema voor corticosteroïden.

Toediening

  • Applicatiefrequentie en VTE:

    • De NVDV-Leidraad Dermatocorticosteroïden (2019) adviseert in principe éénmaal daags te appliceren; zie voor meer informatie Waarschuwingen en voorzorgen.
    • In de onderhoudsfase heeft een behandelschema waarbij enkele aaneengesloten dagen behandeling wordt afgewisseld met enkele stopdagen de voorkeur.
    • Doseer aan de hand van vingertopeenheden (VTE); zie de tabel in Psoriasis.
  • Niet toepassen op de huid van het gelaat, genitaliën en in lichaamsplooien.
  • Vermijd contact met de ogen en was de handen na gebruik. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
  • Breng een indifferent middel minimaal één uur na de corticosteroïdzalf aan.

Doseringen

De huidemulsie, lotion, oplossing en vloeistof voor cutaan gebruik zijn brandbaar; kom tijdens en direct na gebruik (tot de vloeistof is ingetrokken) niet in de nabijheid van open vuur (niet roken) en gebruik in die periode geen föhn.

Klap alles open Klap alles dicht

Steroïdgevoelige niet-infectieuze dermatosen in het algemeen

Volwassenen

betamethasondipropionaat: crème, zalf, lotion: 1–2×/dag aanbrengen op de aangedane huid, bij matige tot ernstige psoriasis 1× per dag. Maximaal 30-60 g per week gebruiken tot verbetering van de huidaandoening, niet langer dan 4 opeenvolgende weken.

betamethasonvaleraat: crème, zalf, huidemulsie: aanvankelijk 1–2×/dag aanbrengen op de aangedane huid, bij verbetering dosering verlagen tot enkele malen per week of voortzetten met een minder sterk werkend dermatocorticosteroïd. Als de conditie verergert of niet verbetert binnen 2-4 weken, de diagnose en behandeling evalueren. Max. 100 g per week gebruiken. Bij meer therapieresistente laesies, zoals verdikte psoriasisplaques op ellebogen en knieën, door (nachtelijke) occlusie het effect versterken; bij verbetering de behandeling eventueel zonder occlusie voortzetten.

Bij frequent recidiverende aandoeningen als periodieke onderhoudsdosering: betamethasonvaleraat: crème, zalf, huidemulsie: 2×/week 1×/dag aanbrengen, zonder occlusie, op alle eerder aangedane huidoppervlakken. Combineer met het dagelijks gebruik van een indifferent middel, evalueer en beoordeel regelmatig de voordelen en nadelen van continue behandeling.

Kinderen

betamethasondipropionaat: crème, zalf, lotion: 1–2×/dag aanbrengen op de aangedane huid, bij matige tot ernstige psoriasis 1× per dag. Bij verbetering dosering verlagen tot enkele malen per week en geleidelijk afbouwen. Bij kinderen < 2 jaar uitsluitend kortdurend gebruiken, kinderen > 2 jaar max. 50 g per week.

Kinderen > 1 jaar

betamethasonvaleraat: crème, zalf, huidemulsie: aanvankelijk 1–2×/dag aanbrengen op de aangedane huid, bij verbetering dosering verlagen tot enkele malen per week of voortzetten met een minder sterk werkend dermatocorticosteroïd. Als de conditie verergert of niet verbetert binnen 2-4 weken, de diagnose en behandeling evalueren. Kinderen > 2 jaar max. 50 g per week.

Bij frequent recidiverende aandoeningen als periodieke onderhoudsdosering: betamethasonvaleraat: crème, zalf, huidemulsie: 2×/week 1×/dag aanbrengen, zonder occlusie, op alle eerder aangedane huidoppervlakken. Combineer met het dagelijks gebruik van een indifferent middel, evalueer en beoordeel regelmatig de voordelen en nadelen van continue behandeling.

Steroïdgevoelige dermatosen van de hoofdhuid

Volwassenen

betamethasonvaleraat: Oplossing voor cutaan gebruik, vloeistof voor cutaan gebruik: aanvankelijk 2×/dag, bij verbetering 1×/dag of minder frequent aanbrengen. Maximaal twee opeenvolgende weken behandelen in de maximale dosering. Bij het aanbrengen de oplossing voorzichtig inwrijven op het aangedane huidgedeelte.

Kinderen > 1 jaar

betamethasonvaleraat: Vloeistof voor cutaan gebruik: aanvankelijk 2×/dag, bij verbetering 1×/dag of minder frequent aanbrengen. Maximaal twee opeenvolgende weken behandelen in de maximale dosering. Bij het aanbrengen de oplossing voorzichtig inwrijven op het aangedane huidgedeelte. Oplossing voor cutaan gebruik: volgens de fabrikant de minimale hoeveelheid aanbrengen die nodig is gedurende maximaal een week.

Eczeem

Volwassenen en kinderen

Volgens de NHG-Standaard Eczeem (2025) bij ernstig eczeem (niet in gezicht of lichaamsplooien): aanvankelijk 1–2×/dag aanbrengen, evalueer en verlaag na 1-2 weken naar 1×/dag. Bouw bij verbetering behandeling verder af door steeds meer opeenvolgende dagen te staken en evalueer regelmatig. Niet langer dan 2-3 weken dagelijks gebruiken. Bij kinderen < 2 jaar uitsluitend kortdurend, kinderen ≥ 2 jaar max. 50 g/week en volwassenen max. 100 g/week gebruiken.

Psoriasis

Volwassenen

Volgens de NHG-Standaard Psoriasis (2025): bij erupties op de behaarde hoofdhuid of andere locaties dan gezicht of lichaamsplooien: 1×/dag gedurende 4 weken, max. 100 g per week.

Toediening

  • Doseer aan de hand van vingertopeenheden (VTE) om zowel over- als onderdosering te voorkomen; zie tabel 9 op p. 23 van de NVDV-Leidraad Dermatocorticosteroïden (2019).
  • De crème is bestemd voor nattende, de zalf voor droge, verdikte of schilferige huidaandoeningen. De huidemulsie kan worden toegepast op gebieden die voor de crème of zalf moeilijk in te smeren zijn, met inbegrip van de behaarde huid, of indien een dunne laag voor een groot huidoppervlak moet worden aangebracht. De oplossing, lotion en vloeistof voor cutaan gebruik (allemaal oplossingen met dezelfde basissamenstelling) zijn bestemd voor de behaarde (hoofd)huid.
  • Vermijd contact met de ogen en was de handen na gebruik. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen;
  • Breng een indifferent middel één uur na het corticosteroïdpreparaat aan.

Bijwerkingen

Dunner worden van de huid, periorale dermatitis, striae atrophicae, teleangiëctasieën, neiging tot bloeden.

Verder: depigmentatie, overgaan van psoriasis in psoriasis pustularis, maskeren van bacteriële, schimmel- en parasitaire infecties.

Zelden (0,01-0,1 %): contactallergie, colloïdmilium, erythrosis interfollicularis colli, granuloma gluteale, hypertrichosis.

Verder zijn gemeld: wazig zien, verhoogde oculaire druk (het is niet bekend of dit een lokaal of systemisch effect betreft).

De kans op lokale effecten bij gebruik van dermatocorticosteroïden is het grootst bij gebruik op het gelaat, genitaliën, in huidplooien of gebruik onder occlusie.

De kans op systemische effecten bij gebruik van dermatocorticosteroïden is het grootst bij kinderen, gebruik onder occlusie, gebruik op grote huidoppervlakken of huidplooien en gelijktijdig gebruik van penetratiebevorderende geneesmiddelen (zoals salicylzuur, ureum, propyleenglycol).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Lokaal

Vaak (1-10%): huidklachten (jeuk, irritatie, branderigheid, pijn).

Zeer zelden (< 0,01%): lokale overgevoeligheid (roodheid, huiduitslag, urticaria, allergisch contacteczeem), rosacea en periorale dermatitis, dermatitis, verergering van onderliggende symptomen, psoriasis pustulosa, depigmentatie, huidatrofie, striae, droge huid, huidveroudering, teleangiëctasieën, purpura, hypertrichose, trichorrhexis, alopecia.

Systemisch

Zeer zelden (0,01%): groeihormooninsufficiëntie en vertraagde gewichtstoename bij kinderen, hypercortisolisme, bijnierschorsinsufficiëntie, osteoporose, hyperglykemie, hypertensie, obesitas. Wazig zien, glaucoom, cataract (het is niet bekend of dit een lokaal of systemisch effect betreft).

Verder is gemeld: opportunistische infectie.

De kans op lokale effecten bij gebruik van dermatocorticosteroïden is het grootst bij gebruik op het gelaat, genitaliën, in huidplooien of gebruik onder occlusie.

De kans op systemische effecten bij gebruik van dermatocorticosteroïden is het grootst bij gebruik bij kinderen, gebruik onder occlusie, gebruik op grote huidoppervlakken of huidplooien en gelijktijdig gebruik van penetratiebevorderende geneesmiddelen (zoals salicylzuur, ureum, propyleenglycol).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er zijn van dit middel geen interacties bekend.

Zwangerschap

Betamethason passeert de placenta; na systemische toediening is de foetale serumconcentratie ca. 30% van de maternale concentratie.

Teratogenese: Bij de mens is er geen duidelijk hoger risico op schadelijkheid gebleken bij gebruik van corticosteroïden. Bij dieren zijn corticosteroïden in hoge systemische doses schadelijk gebleken (schisis).

Farmacologisch effect: Bij cutane toediening van corticosteroïden is de te verwachten systemische blootstelling minimaal. Bij langdurig gebruik en bij gebruik op grote huidoppervlakken, op beschadigde huid of onder occlusie, neemt de systemische blootstelling toe. Bij uitgebreid gebruik van klasse 3 en 4 dermatocorticosteroïden bestaat er kans op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de neonaat.

Advies: Gebruik op strikte indicatie, vermijd langdurig gebruik of gebruik op grote oppervlakken. Controleer indien uitgebreid gebruik onvermijdelijk is tijdens de zwangerschap de groei van het ongeboren kind en na de geboorte de bijnierschorsfunctie van de baby.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Corticosteroïden passeren de placenta.

Teratogenese: Bij de mens geen duidelijke aanwijzingen voor schadelijkheid. Bij dieren zijn corticosteroïden in hoge systemische doses schadelijk gebleken (schisis).

Farmacologisch effect: Bij cutane toediening van corticosteroïden is de te verwachten systemische blootstelling minimaal. Bij langdurig gebruik en bij gebruik op grote huidoppervlakken, op beschadigde huid of onder occlusie, neemt de systemische blootstelling toe. Bij uitgebreid gebruik van klasse 3 en 4 dermatocorticosteroïden bestaat er kans op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de neonaat.

Advies: Gebruik op strikte indicatie, vermijd langdurig gebruik of gebruik op grote oppervlakken. Controleer indien uitgebreid gebruik onvermijdelijk is tijdens de zwangerschap de groei van het ongeboren kind en na de geboorte de bijnierschorsfunctie van de baby.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja. Bij langdurig gebruik en bij gebruik op grote huidoppervlakken, op beschadigde huid of onder occlusie, neemt de systemische blootstelling bij de moeder toe. Bij uitgebreid gebruik van klasse 3 en 4 dermatocorticosteroïden zijn effecten op de zuigeling via de moedermelk niet uit te sluiten.

Advies: Kan bij beperkt en kortdurend gebruik waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Vermijd langdurig gebruik of gebruik op grote oppervlakken.

Overig: Bij toepassing op de borst, het gebied rond de tepel vóór het voeden goed schoon maken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja. Bij langdurig gebruik en bij gebruik op grote huidoppervlakken, op beschadigde huid of onder occlusie, neemt de systemische blootstelling bij de moeder toe. Bij uitgebreid gebruik van klasse 3 en 4 dermatocorticosteroïden zijn effecten op de zuigeling via de moedermelk niet uit te sluiten.

Advies: Kan bij kortdurend en beperkt gebruik waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Vermijd langdurig gebruik of gebruik op grote oppervlakken.

Overig: Bij toepassing op de borst, het gebied rond de tepel vóór het voeden goed schoon maken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • huidinfecties primair veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, gist of parasiet;
  • ulcereuze huidaandoeningen, wonden;
  • ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten;
  • bijwerkingen door eerder gebruik van corticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
  • overgevoeligheid voor corticosteroïden.

Contra-indicaties

  • huidinfecties primair veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, gist of parasiet;
  • ulcereuze huidaandoeningen en wonden;
  • bijwerkingen door corticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
  • ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten;
  • perianale- en genitale jeuk;
  • overgevoeligheid voor corticosteroïden.

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Toediening niet toepassen op de (dunne en gevoelige) huid van het gelaat, genitaliën en in lichaamsplooien. Niet toepassen op de oogleden, vanwege risico van contaminatie van de conjunctiva met kans op het ontstaan van glaucoom of cataract. Vermijd contact met de ogen en was de handen na gebruik. Wees voorzichtig bij langdurig gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken en gebruik onder occlusie (niet gebruiken onder luiers), vanwege de toegenomen kans op zowel lokale als systemische bijwerkingen. Zeer sterk werkende corticosteroïden hoofdzakelijk kortdurend toepassen.

Applicatiefrequentie: De NVDV-Leidraad Dermatocorticosteroïden (2019) adviseert éénmaal daags te appliceren om het risico op bijwerkingen te minimaliseren. Er zijn geen aanwijzingen dat tweemaal daags smeren effectiever is dan éénmaal daags. Om suppressie van de bijnierschorsfunctie, lokale bijwerkingen en tachyfylaxie te voorkomen heeft in de onderhoudsfase een behandelschema waarbij enkele aaneengesloten dagen behandeling wordt afgewisseld met enkele stopdagen de voorkeur boven een schema waarbij om de dag wordt gepauzeerd.

Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling.

Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk afbouwen.

Huidinfecties: het (onjuist ) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie de behandeling met corticosteroïden staken.

De behandeling van psoriasis met dermatocorticosteroïden zorgvuldig controleren vanwege kans op recidieven (tolerantie), het ontstaan van gegeneraliseerde pustuleuze psoriasis en de ontwikkeling van lokale en/of systemische toxiciteit (a.g.v. verminderde huidbarrière).

Systemische bijwerkingen: wees bedacht op systemische bijwerkingen en (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as mogelijk gepaard gaande met corticosteroïd-geïnduceerde bijnierschorsinsufficiëntie na het (abrupt) stopzetten van langdurige behandeling van grote oppervlakken met vooral (zeer) sterk werkende dermatocorticosteroïden. Langdurige behandeling met (zeer) sterk werkzame dermatocorticosteroïden geleidelijk staken of overstappen op een minder sterk werkend corticosteroïd.

Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.

Kinderen: het gebruik van zeer sterk werkende corticosteroïden bij kinderen zoveel mogelijk vermijden. Kinderen hebben een relatief groot huidoppervlak en dunne huid. Gebruik bij hen kan sneller leiden tot systemische bijwerkingen, bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig gebruik wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen.

Wees ook voorzichtig bij het gebruik bij ouderen (dunne huid en verhoogd risico op huidatrofie) vanwege de toegenomen kans op lokale en systemische bijwerkingen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Toediening: vermijd contact met en rond de ogen en was de handen na gebruik, vanwege het risico van contaminatie van de conjunctiva met kans op het ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract. De lotion, huidemulsie, oplossing en vloeistof voor cutaan gebruik bevatten isopropylalcohol dat oogirritatie kan veroorzaken; bij contact met de ogen, direct spoelen met een ruime hoeveelheid water. Wees voorzichtig bij gebruik in huidplooien, op het gelaat en op de genitaliën vanwege de toegenomen kans op lokale bijwerkingen; het wordt aanbevolen voor deze toepassingen zwak tot matig sterk werkende corticosteroïden te gebruiken. Niet gebruiken onder occlusie bij behandeling van de behaarde hoofdhuid. Wees voorzichtig bij het gebruik onder occlusie elders op het lichaam (niet gebruiken onder luiers), in huidplooien en op grote en beschadigde huidoppervlakken vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen.

Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op de symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. De behandeling staken als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.

Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk afbouwen.

Huidinfecties: het (onjuist) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren. Bacteriële infecties worden bevorderd door warme, vochtige condities (zoals in huidplooien of onder occlusie); zorg voor een gereinigde huid voordat een nieuw verband wordt aangebracht. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie de behandeling met corticosteroïden staken.

De behandeling van psoriasis met dermatocorticosteroïden zorgvuldig controleren vanwege kans op recidieven (tolerantie), het ontstaan van gegeneraliseerde pustuleuze psoriasis en de ontwikkeling van lokale en/of systemische toxiciteit (a.g.v. verminderde huidbarrière).

Systemische bijwerkingen: wees bedacht op systemische bijwerkingen en (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as mogelijk gepaard gaande met glucocorticosteroïde-insufficiëntie na het (abrupt) stopzetten van langdurige behandeling van met name (zeer) sterk werkende dermatocorticosteroïden. Langdurige behandeling met (zeer) sterk werkzame dermatocorticosteroïden geleidelijk staken of overstappen op een minder sterk werkend corticosteroïd.

Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden, om door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR) die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.

Bij ouderen en een verminderde nier- en/of leverfunctie minimale hoeveelheden gebruiken en niet gedurende een lange periode vanwege een groter risico op systemische effecten.

Kinderen hebben een relatief groot huidoppervlak en dunne huid. Langdurig gebruik op grote oppervlakken kan bij hen sneller leiden tot systemische bijwerkingen, bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie. Gebruik minimale hoeveelheden en vermijd indien mogelijk langdurige continue behandeling. Controleer indien langdurig gebruik op grote oppervlakken noodzakelijk is, regelmatig lengte en gewicht en de plasmacortisolspiegel. Betamethasonvaleraat niet gebruiken bij dermatosen bij kinderen < 1 jaar.

Eigenschappen

Betamethasondipropionaat in een propyleenglycolhoudende zalfbasis heeft de werking van een zeer sterkwerkend corticosteroïd; klasse 4. Dermatocorticosteroïden hebben een anti-inflammatoire, antiproliferatieve en vasoconstrictieve werking. Ze onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende, vaak met jeuk gepaard gaande, aandoeningen. Verder remmen ze de celdelingen in de epidermis en de aanmaak van bindweefselcomponenten. Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt als gevolg van een verhoogde penetratie (met ca. factor 10) van het stratum corneum.

Kinetische gegevens

Resorptie kan systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane absorptie.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Betamethason (als valeraat en als dipropionaat) voor cutane toepassing is een sterk werkend corticosteroïd, klasse 3. Dermatocorticosteroïden hebben een anti-inflammatoire, antiproliferatieve en vasoconstrictieve werking. Ze onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – huidaandoeningen. Verder remmen ze de celdelingen van de epidermis en de aanmaak van bindweefselcomponenten. Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt als gevolg van een verhoogde penetratie (met ca. factor 10) van het stratum corneum.

Kinetische gegevens

Resorptie kan systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane absorptie.
Eliminatie vnl. via urine.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

betamethason in propyleenglycol hoort bij de groep corticosteroïden, cutaan/oromucosaal.

  • betamethason (cutaan) (D07AC01) Vergelijk
  • clobetasol (cutaan) (D07AD01) Vergelijk
  • clobetasol (oromucosaal) (A01AC) Vergelijk
  • clobetason (D07AB01) Vergelijk
  • desoximetason (D07AC03) Vergelijk
  • flumetason (D07AB03) Vergelijk
  • fluticason (cutaan) (D07AC17) Vergelijk
  • hydrocortison (cutaan) (D07AA02) Vergelijk
  • hydrocortisonbutyraat (D07AB02) Vergelijk
  • mometason (cutaan) (D07AC13) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide (cutaan) (D07AB09) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide (oromucosaal) (A01AC01) Vergelijk

Groepsinformatie

betamethason (cutaan) hoort bij de groep corticosteroïden, cutaan/oromucosaal.

  • betamethason in propyleenglycol (D07AC01) Vergelijk
  • clobetasol (cutaan) (D07AD01) Vergelijk
  • clobetasol (oromucosaal) (A01AC) Vergelijk
  • clobetason (D07AB01) Vergelijk
  • desoximetason (D07AC03) Vergelijk
  • flumetason (D07AB03) Vergelijk
  • fluticason (cutaan) (D07AC17) Vergelijk
  • hydrocortison (cutaan) (D07AA02) Vergelijk
  • hydrocortisonbutyraat (D07AB02) Vergelijk
  • mometason (cutaan) (D07AC13) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide (cutaan) (D07AB09) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide (oromucosaal) (A01AC01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • corticosteroïden, cutaan/oromucosaal

Indicaties

  • constitutioneel eczeem
  • contacteczeem
  • psoriasis

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • corticosteroïden, cutaan/oromucosaal

Indicaties

  • constitutioneel eczeem
  • contacteczeem
  • psoriasis

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".