Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

blinatumomab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01XC19

Sluiten

elotuzumab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01XC23

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Blincyto XGVS Aanvullende monitoring Amgen bv

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
38,5 microg
Verpakkingsvorm
met solvens 10 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Empliciti XGVS Aanvullende monitoring Bristol-Myers Squibb

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
300 mg, 400 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor ALL staat op hovon.nl de geldende behandelrichtlijn (concept, 2017).

Advies

Zie voor de behandeling van multipel myeloom de geldende behandelrichtlijnen via Hovon.nl.

Indicaties

Als monotherapie bij Philadelphia-chromosoom-negatieve, CD19-positieve precursor-B acute lymfoblastenleukemie (ALL) bij:

  • volwassenen met recidiverende of refractaire ziekte;
  • volwassenen met precursor-B ALL in de eerste of tweede complete remissie, met minimale restziekte (MRD) ≥ 0,1%;
  • kinderen ≥ 1 jaar met recidiverende of refractaire precursor-B ALL na minimaal twee behandelingen óf met recidiverende ziekte na een allogene hematopoëtische stamceltransplantatie.

Indicaties

  • In combinatie met lenalidomide en dexamethason voor multipel myeloom bij volwassenen, die ten minste één eerdere behandeling hebben ondergaan.
  • In combinatie met pomalidomide en dexamethason voor recidief en refractair multipel myeloom bij volwassenen, die ten minste twee eerdere behandelingen hebben ondergaan, met inbegrip van lenalidomide en een proteaseremmer, en ziekteprogressie vertoonden bij de laatste behandeling.

Dosering

Voorafgaand aan en tijdens de behandeling wordt profylactisch intrathecale chemotherapie aanbevolen ter preventie van recidief ALL in het centraal zenuwstelsel (CZS).

Ziekenhuisopname wordt aanbevolen bij de behandeling van recidiverende of refractaire precursor-B acute lymfoblastenleukemie (ALL) gedurende minimaal de eerste 9 dagen van de 1e cyclus en minimaal de eerste 2 dagen van de 2e cyclus, en bij behandeling van precursor-B ALL met minimale restziekte gedurende minimaal de eerste 3 dagen van de 1e cyclus en minimaal de eerste 2 dagen van de daaropvolgende cycli. Bij (een voorgeschiedenis van) pathologie van het CZS wordt ziekenhuisopname aanbevolen gedurende minimaal de eerste 14 dagen van de 1e cyclus en ten minste de eerste 2 dagen van de 2e cyclus. Let op: er is laat optreden van eerste neurologische bijwerkingen waargenomen. Bij alle eventueel daaropvolgende cycli is medisch toezicht tijdens toediening nodig.

Premedicatie:

  • Indicatiespecifiek:
    • Bij recidiverend of refractair precursor-B ALL (dat Philadelphia-chromosoom negatief (Ph-) én CD19-positief is): bij volwassenen: 1 uur voorafgaand aan elke cyclus i.v. dexamethason 20 mg. Premedicatie bij kinderen: 6-12 uur voorafgaand aan cyclus 1 oraal of i.v. dexamethason 10 mg/m2 (max 20 mg), gevolgd door 30 minuten voorafgaand aan cyclus 1 oraal of i.v. dexamethason 5 mg/m2.
    • Bij Ph-, CD19-positief precursor-B ALL met minimale restziekte (MRD-positief): bij volwassenen: geef 1 uur voorafgaand aan elke cyclus i.v. prednison 100 mg of equivalent (bv. dexamethason 16 mg).
  • In het algemeen: Tevens wordt voor volwassenen en kinderen een antipyreticum (zoals paracetamol) aanbevolen gedurende de eerste 48 uur van elke cyclus. Vooral bij een hoge tumorlast maatregelen nemen in verband met het mogelijk optreden van het tumorlysissyndroom, zoals vóór en tijdens de therapie zorgen voor voldoende hydratie, alkalisatie van de urine en toediening van allopurinol of rasburicase en indien sprake is van ≥ 50% leukemische blasten in het beenmerg óf > 15.000 leukemische blasten/microliter perifeer bloed, tevens aanvullend dexamethason (bij volwassenen max. 24 mg/dag).

Klap alles open Klap alles dicht

Recidiverend of refractair precursor-B ALL (dat Philadelphia-chromosoom-negatief én CD19-positief is):

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen met een lichaamsgewicht ≥ 45 kg:

In eerste instantie bestaat de behandeling uit 2 cycli. Eén afzonderlijke behandelcyclus bestaat uit een continue infusie gedurende 28 dagen (4 weken). Tussen opeenvolgende cycli is er een behandelvrij interval van 14 dagen (2 weken). Aanbevolen dosering: cyclus 1: dag 1 t/m 7: 9 microg/dag, dag 8 t/m 28: 28 microg/dag. Na een behandelvrij interval van 2 weken begint cyclus 2: dag 1 t/m 28: 28 microg/dag. Indien na deze 2 cycli een complete remissie is bereikt, kunnen nog 3 extra cycli als consolidatiebehandeling gegeven worden, steeds voorafgegaan door een behandelvrij interval van 2 weken. De dosering hierbij is dezelfde als van cyclus 2.

Volwassen (incl. ouderen) en kinderen met een lichaamsgewicht < 45 kg.

In eerste instantie bestaat de behandeling uit 2 cycli. Eén afzonderlijke behandelcyclus bestaat uit een continue infusie gedurende 28 dagen (4 weken). Tussen opeenvolgende cycli is er een behandelvrij interval van 14 dagen (2 weken). Er wordt gedoseerd aan de hand van het lichaamsoppervlak: cyclus 1: dag 1 t/m 7: 5 microg/m 2/dag, max. 9 microg/dag, dag 8 t/m 28: 15 microg/m 2/dag, max. 28 microg/dag. Na een behandelvrij interval van 2 weken begint cyclus 2: dag 1 t/m 28: 15 microg/m 2/dag, max. 28 microg/dag. Indien na deze 2 cycli een complete remissie is bereikt, kunnen nog 3 extra cycli als consolidatiebehandeling gegeven worden, steeds voorafgegaan door een behandelvrij interval van 2 weken. De dosering hierbij is dezelfde als van cyclus 2.

Precursor-B ALL in eerste of tweede remissie met minimale restziekte (en die Philadelphia-chromosoom-negatief én CD19-positief is):

Volwassenen (incl. ouderen) met een lichaamsgewicht ≥ 45 kg:

1 cyclus inductiebehandeling en max. 3 cycli consolidatiebehandeling, Eén afzonderlijke behandelcyclus bestaat uit een continue infusie gedurende 28 dagen (4 weken). Tussen opeenvolgende cycli is er een behandelvrij interval van 14 dagen (2 weken). Aanbevolen dosering voor zowel inductiecyclus 1 als consolidatiecycli 2-4: dag 1 t/m 28: 28 microg/dag.

Nier- of leverfunctiestoornis: bij een lichte of matige stoornis is een dosisaanpassing niet nodig. Vanwege het ontbreken van gegevens kan er geen doseeradvies worden gegeven bij een ernstige stoornis.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of stopzetting van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (cytokineafgiftesyndroom, tumorlysissyndroom, neurologische toxiciteit, verhoogde leverenzymwaarden, overige klinisch significante bijwerkingen) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 2).

Toedieningsinformatie: na reconstitutie en verdunning de oplossing met een infuuspomp (met steriel, niet-pyrogeen inline-filter met lage eiwitbinding (poriegrootte 0,2 microm) als continue i.v. infusie toedienen met een constante infusiesnelheid gedurende 24, 48, 72 of (max.) 96 uur per zak; deze infusieduur wordt bepaald door de behandelend arts. Om redenen van steriliteit de infuuszak ten minste elke 96 uur verwisselen. Zie voor de verschillende opties de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2). De blinatumomab-infusielijn of intraveneuze katheter niet spoelen, dit geldt met name bij het wisselen van de infuuszakken of voltooiing van de infusie, ter voorkoming van overmatige dosering. Bij toediening via een multilumen-veneuze katheter, blinatumomab infunderen via een apart lumen.

Dosering

Premedicatie: 45–90 min vóór de infusie met elotuzumab de premedicatie toedienen. Deze bestaat uit: i.v. dexamethason 8 mg, oraal of i.v. een H1-blokker, oraal ranitidine 150 mg óf i.v ranitidine 50 mg (of equivalente H2-blokker) én oraal paracetamol 650–1000 mg.

Klap alles open Klap alles dicht

Multipel myeloom:

Volwassenen (incl. ouderen > 65 j.):

elotuzumab: i.v. infusie 10 mg/kg lichaamsgewicht op dag 1, 8, 15 en 22 van de eerste twee cycli van 28 dagen; daarna elke 2 weken op dag 1 en 15. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit. Zie voor de toedieningsschema's van lenalidomide en dexamethason (dat naast i.v. als premedicatie, óók oraal gegeven dient te worden) de officiële productinformatie CBG/EMA van elotuzumab (rubriek 4.2).

Recidief of refractair multipel myeloom:

Volwassenen (inl. ouderen > 65 jaar):

elotuzumab: i.v. infusie 10 mg/kg lichaamsgewicht op dag 1, 8, 15 en 22 van de eerste twee cycli van 28 dagen; daarna 20 mg/kg op dag 1 van elke cyclus. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit. Zie voor de toedieningsschema's van pomalidomide en dexamethason (dat naast i.v. als premedicatie, óók oraal gegeven dient te worden) de officiële productinformatie CBG/EMA van elotuzumab (rubriek 4.2).

Bij lever- of nierfunctiestoornissen: er is geen dosisaanpassing nodig bij nierfunctiestoornissen (incl. eindstadium nierfalen) óf bij een lichte leverfunctiestoornis (gedefinieerd in klinisch onderzoek als totaalbilirubine (TB) > 'upper limit of normal' (ULN) én ASAT > ULN óf TB tot 1,5× ULN en welke ASAT-waarde ook). Elotuzumab is niet bestudeerd bij een matige of ernstige leverfunctiestoornis (TB > 1,5× ULN en welke ASAT-waarde ook).

Zie voor de maatregelen bij het optreden infusiereacties (aanpassen infusiesnelheid of (tijdelijk of permanent) staken van de behandeling) de officiële productinformatie CBG/EMA van elotuzumab (rubriek 4.2).

Zie voor dosisaanbevelingen van lenalidomide en pomalidomide bij verminderde nier- of leverfunctie, interacties met CYP-enzymen en de dosisaanpassingen en richtlijnen bij toxiciteit de officiële productinformatie CBG/EMA van lenalidomide en pomalidomide (rubriek 4.2); zie hiervoor de Geneesmiddeleninformatiebank.

Indien de dosis van één van de geneesmiddelen uit het regime uitgesteld, onderbroken of stopgezet wordt, kan de behandeling met de andere geneesmiddelen zoals gepland verder gaan. Indien echter orale of i.v. toediening van dexamethason wordt uitgesteld of stopgezet, dan in verband met de kans op overgevoeligheid evalueren of elotuzumab nog toegediend kan worden.

Toedieningsinformatie: na oplossing en verdunning van het poeder is de concentratie van de infusievloeistof 25 mg/ml. Zie voor het schema van de infusiesnelheden tijdens de eerste cyclus en de daaropvolgende cycli én de aanpassing van de infusiesnelheden of het staken van de infusie bij het optreden van infusiereacties, de officiële productinformatie CBG/EMA van elotuzumab (rubriek 4.2).

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): infecties, niet gespecificeerd (bij ca. 42%; de verwekker kan een bacterie, virus, schimmel, of ander pathogeen zijn; fataal verloop is mogelijk). Infusiegerelateerde reacties (bij ca. 43%, met symptomen als (erythemateuze) huiduitslag, gezichtsoedeem, myalgie, tachypneu, acute nierbeschadiging, hypo- en hypertensie, cytokineafgiftesyndroom en koorts). Cytokineafgiftesyndroom (met symptomen als koorts, koude rillingen, tachycardie, bloeddrukdaling, bronchospasmen, hoofdpijn, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, verhoogd totaal bilirubine). Hypotensie. Hoest. Hoofdpijn (ca. 33%), tremor. Slapeloosheid. Tachycardie. Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, buikpijn. Huiduitslag (erythemateus, maculeus, maculopapuleus). Rugpijn, pijn in extremiteit. Koorts (ca. 69%), koude rillingen, vermoeidheid, oedeem. Stijging leverenzymwaarden. (Febriele) neutropenie, leukopenie, anemie, trombocytopenie, verlaagde immunoglobulinen (incl. hypogammaglobulinemie).

Vaak (1–10%): pneumonie, sepsis. Overgevoeligheid. Tumorlysissyndroom. Hypertensie, blozen. Encefalopathie (fataal verloop mogelijk), convulsie, paresthesie, afasie, ataxie, hersenzenuwaandoening, hypo-esthesie, cognitieve stoornis, geheugenstoornis, duizeligheid, slaperigheid. Verwardheid, desoriëntatie. Dyspneu, piepende ademhaling, productieve hoest, respiratoir falen. Botpijn. Pijn en ongemak ter hoogte van de borst. Hyperbilirubinemie. Lymfopenie, leukocytose.

Soms (0,1–1%): capillaire-leksyndroom. Cytokinestorm. Inspanningsdyspneu, acuut respiratoir falen. Pancreatitis (mogelijk fataal). Spraakstoornis. Hemofagocytaire histiocytose, lymfadenopathie.

Verder zijn gemeld: leuko-encefalopathie (progressieve multifocale leuko-encefalopathie is nog niet gemeld).

Bij kinderen komen de volgende bijwerkingen vaker voor: infusiegerelateerde reacties, hypertensie, koorts, gewichtstoename, anemie, trombocytopenie en leukopenie.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Combinatietherapie: Zeer vaak (> 10%): infectie van de bovenste luchtwegen (waaronder voornamelijk nasofaryngitis), hoesten, pneumonie (soms fataal) . Vermoeidheid, koorts. Hoofdpijn. Diarree. Gewichtsvermindering. Lymfopenie.

Vaak (1-10%): overgevoeligheid, infusiegerelateerde reacties. Diepveneuze trombose. Pijn op de borst. Herpes zoster. Nachtzweten. Hypo-esthesie. Stemmingsveranderingen. Keelpijn. Leukopenie.

Soms (0,1-1%): anafylactische reactie.

Verder zijn gemeld: tweede primaire maligniteiten (vaste tumoren en niet-melanome huidkanker; voornamelijk bij gecombineerd gebruik met lenalidomide en dexamethason).

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Immunisatie met levendvirusvaccins wordt niet aanbevolen gedurende ten minste 2 weken voorafgaand aan de start van de behandeling, tijdens de behandeling en nog voordat het aantal B-lymfocyten na de laatste behandelcyclus is gestabiliseerd binnen het normale bereik.

Blinatumomab lijkt zelf geen invloed te hebben op de activiteit van CYP450-enzymen. Mogelijk veroorzaakt de voorbijgaande afgifte van cytokinen in de beginfase van de behandeling een remming van de activiteit van CYP450-enzymen. Monitor bijwerkingen en/of bloedspiegels van geneesmiddelen die voor hun klaring sterk afhankelijk zijn van deze enzymsystemen en tevens een smalle therapeutische breedte hebben.

Interacties

Van elotuzumab zijn geen geneesmiddelinteracties bekend. Zie voor de interacties:

  • lenalidomide#interacties
  • pomalidomide#interacties
  • dexamethason#interacties

Zwangerschap

Blinatumomab passeert bij dieren in beperkte mate de placenta (foetale/maternale serumconcentratie ratio < 1%).

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Een depletie van B-cellen bij de pasgeborene kan niet worden uitgesloten.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. De pasgeborene controleren op B-celdepletie en vaccinaties met levendvirusvaccins uitstellen totdat het aantal B-cellen is hersteld.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 48 uur na de therapie.

Zwangerschap

Teratogenese: Onbekend.

Advies: Elotuzumab wordt gegeven in combinatie met lenalidomide of pomalidomide, dat gecontra-indiceerd is tijdens de zwangerschap. Zie voor de extra maatregelen voor het gebruik van lenalidomide of pomalidomide bij vruchtbare vrouwen én bij mannen lenalidomide#zwangerschap of pomalidomide#zwangerschap.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is mogelijk dat het eiwitcomplex overgaat in de moedermelk. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd gedurende én tot 48 uur na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Vanwege de molecuulgrootte wordt geen passieve overgang van elotuzumab in de moedermelk verwacht. Het is onbekend of een actieve overgang plaatsvindt. Een nadelig effect, ook van lenalidomide en pomalidomide, bij de zuigeling is niet uit te sluiten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Zie voor contra-indicaties de rubriek Lactatie.

Contra-indicaties

Zie voor contra-indicaties (in verband met het gebruik van lenalidomide of pomalidomide binnen de combinatietherapie) de rubriek Zwangerschap.

Waarschuwingen en voorzorgen

Voorafgaand aan en tijdens de behandeling leverenzymwaarden (ALAT, ASAT, γGT) en totaal bilirubine in het bloed controleren, vooral tijdens de eerste 3 dagen van de eerste 2 cycli. Verhogingen van de enzymwaarden worden meestal in de eerste week van de behandeling waargenomen en zijn meestal voorbijgaand zonder onderbreking of stoppen van de behandeling. Soms is echter onderbreken of definitief staken van de behandeling noodzakelijk.

De kans op het tumorlysissyndroom is groter bij een hoge tumorlast en bij een verminderde nierfunctie. Naast het toepassen van premedicatie is bij iedere patiënt intensieve controle van de nierfunctie en vochtbalans noodzakelijk. Premedicatie wordt ook aangewend ter preventie van ernstige infusiereacties (zie rubriek Dosering).

Infusiereacties en het cytokineafgiftesyndroom zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden en treden doorgaans op binnen 2 dagen na de start van de behandeling; soms komen uitgestelde infusiereacties voor of infusiereacties in latere cycli. Het cytokineafgiftesyndroom gaat vaak gepaard met gedissemineerde intravasale stolling (DIC) en het capillaire-leksyndroom; tevens is melding gemaakt van hemofagocytaire lymfohistiocytose/macrofaagactivatiesyndroom (MAS). Controleer de patiënt goed op symptomen van infusiereacties en het cytokineafgiftesyndroom, vooral in het begin van de eerste en tweede cyclus. Om de kans op het cytokineafgiftesyndroom zo klein mogelijk te houden, de aanbevolen startdosering (cyclus 1, dag 1-7) nauwkeurig opvolgen.

Neurologische bijwerkingen kunnen ernstig zijn en zelfs fataal verlopen. De mediane tijd tussen de start van de behandeling en het optreden van deze bijwerkingen is 2 tot 4 weken. Het merendeel van deze bijwerkingen is reversibel na staken van de behandeling. Ouderen en patiënten met een voorgeschiedenis van neurologische klachten hebben meer kans op neurologische bijwerkingen. Vanwege de exclusiecriteria van de klinische onderzoeken is er beperkte ervaring bij een eerder doorgemaakte of bestaande klinisch significante aandoening van het CZS zoals epilepsie, parese, CVA, afasie, ziekte van Parkinson en psychose. In verband met de verwachte grotere kans op neurologische bijwerkingen zeer voorzichtig zijn met het toedienen van blinatumomab bij aanwezigheid van deze aandoeningen. Het wordt aanbevolen vóór de start van de behandeling bij elke patiënt neurologisch onderzoek uit te voeren en tijdens de behandeling elke patiënt te monitoren op klachten en verschijnselen; onderbreking of definitief staken van de behandeling kan nodig zijn. Bij optreden van convulsies wordt secundaire profylaxe met een geschikt anti-epilepticum (bv. levetiracetam) aanbevolen.

Het optreden van ernstige infecties, waarvan sommige levensbedreigend of fataal, komt vaker voor bij een baseline ECOG (Eastern Cooperative Oncology Group performance status)-score ≥ 2 dan bij < 2. Controleer nauwkeurig op klachten en verschijnselen van infectie; onderbreken of definitief staken van de behandeling kan nodig zijn. Ook reactivatie van latente virussen (bv. polyoomvirus (BK-virus)) is waargenomen. Neutropenie (met of zonder koorts) kan levensbedreigend zijn. Controleer gedurende de infusieperiode regelmatig het bloedbeeld, vooral tijdens de eerste 9 dagen van de eerste cyclus.

De kans op hypogammaglobulinemie is groter bij oudere patiënten met MRD-positieve ALL; monitor de immunoglobulineniveaus bij oudere patiënten tijdens de behandeling.

Levensbedreigende pancreatitis is gemeld. Mogelijk dat een hoge dosis corticosteroïden hierbij een rol heeft gespeeld. De mediane tijd tot optreden van pancreatitis is 7,5 dagen. Controleer nauwgezet op klachten en verschijnselen van pancreatitis; lichamelijk onderzoek, bepalingen van serumamylase en -lipase en beeldvormend onderzoek (bv. echografie) van de buik kunnen nodig zijn. Onderbreek of staak zonodig de behandeling.

Risicofactoren voor optreden van leuko-encefalopathie zijn craniale bestraling en antileukemische chemotherapie (waaronder systemisch methotrexaat in hoge doses of intrathecaal cytarabine). Controleer op klachten en verschijnselen en overweeg bij verdachte verschijnselen een neuroloog te raadplegen.

Onderzoeksgegevens: Er is beperkte ervaring bij ouderen ≥ 75 jaar. De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij:

  • ernstige nierfunctiestoornis;
  • ernstige leverfunctiestoornis;
  • kinderen < 1 jaar.

Waarschuwingen en voorzorgen

Ernstige infusiereacties kunnen ondanks premedicatie optreden, met name tijdens de eerste infusie. Zie voor de maatregelen bij het optreden infusiereacties (aanpassen infusiesnelheid of (tijdelijk of permanent) staken van de behandeling) de officiële productinformatie CBG/EMA van elotuzumab (rubriek 4.2).

Wees bij gecombineerd gebruik met lenalidomide en dexamethason alert op het ontstaan van diepveneuze trombose. Profylaxe kan nodig zijn.

Weesalert op de ontwikkeling van tweede primaire maligniteiten: vaste tumoren en niet-melanome huidkanker, in het bijzonder bij gecombineerd gebruik met lenalidomide en dexamethason.

Onderzoeksgegevens: de werkzaamheid en veiligheid bij een matige of ernstige leverfunctiestoornis (TB > 1,5× ULN en welke ASAT-waarde ook) zijn niet onderzocht. Er zijn relatief weinig gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij ouderen ≥ 85 jaar.

Zie voor aanvullende waarschuwingen en voorzorgen:

  • lenalidomide#waarschuwingen
  • pomalidomide#waarschuwingen
  • dexamethason#waarschuwingen

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met blinatumomab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een overdosering met elotuzumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Bispecifieke T-celkoppelaar (BiTE; antilichaamconstructie). Blinatumomab bindt specifiek aan CD19 op het oppervlak van B-cellen en aan CD3 op het oppervlak van T-cellen. Het activeert T-cellen door CD3 in het T-celreceptorcomplex (TCR) te binden aan CD19 op zowel goedaardige als kwaadaardige B-cellen. Blinatumomab medieert zo de vorming van een cytolytische synaps tussen de T-cel en de tumorcel, waarbij proteolytische enzymen vrijkomen om delende en rustende CD19-positieve cellen te doden. Dit gaat gepaard met een tijdelijke up-regulatie van celadhesiemoleculen, productie van cytolytische eiwitten, afgifte van inflammatoire cytokinen en proliferatie van T-cellen.

Kinetische gegevens

V d ca. 0,06 l/kg. Voor kinderen: ca. 3,91 l/m2.
Metabolisering waarschijnlijk zoals andere eiwitten; via katabole routes tot kleinere peptiden en aminozuren.
T 1/2el ca. 2 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Recombinant humaan IgG1 monoklonaal antilichaam, dat wordt geproduceerd in muriene (NS0) cellen. Elotuzumab bindt specifiek aan het eiwit SLAMF7 (signalerend lymfocytactivatiemolecuul familielid 7). Dit wordt tot expressie gebracht op natural killer (NK-)cellen, normale plasmacellen en andere immuuncellen én in hoge mate op multipel myeloom-cellen, onafhankelijk van cytogenetische afwijkingen. Elotuzumab heeft een dubbele werking. Het activeert door de binding aan SLAMF7 op een directe manier de NK-cellen (immunostimulatie). Door de binding aan SLAMF7 op de multipel myeloom-cellen kan het Fc-gedeelte van het monoklonale antilichaam elotuzumab binden aan de inmiddels gestimuleerde NK-cellen, gevolgd door de release van cytotoxische granules, met als resultaat vernietiging van de multipel myeloom-cellen (antilichaamafhankelijke cellulaire cytotoxiciteit). In niet-klinische modellen is synergistische activiteit met lenalidomide, pomalidomide of bortezomib aangetoond.

Kinetische gegevens

V d ca. 0,086 l/kg.
Metabolisering zoals andere antilichamen, vnl. via eiwitkatabolisme tot peptiden en aminozuren.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

blinatumomab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • atezolizumab (L01XC32) Vergelijk
  • avelumab (L01XC31) Vergelijk
  • bevacizumab (L01XC07) Vergelijk
  • brentuximab vedotine (L01XC12) Vergelijk
  • cemiplimab (L01XC33) Vergelijk
  • cetuximab (L01XC06) Vergelijk
  • daratumumab (L01XC24) Vergelijk
  • durvalumab (L01XC28) Vergelijk
  • elotuzumab (L01XC23) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01XC05) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01XC26) Vergelijk
  • ipilimumab (L01XC11) Vergelijk
  • isatuximab (L01XC38) Vergelijk
  • nivolumab (L01XC17) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01XC15) Vergelijk
  • panitumumab (L01XC08) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01XC18) Vergelijk
  • pertuzumab (L01XC13) Vergelijk
  • ramucirumab (L01XC21) Vergelijk
  • rituximab (L01XC02) Vergelijk
  • trastuzumab (L01XC03) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01XC14) Vergelijk

Groepsinformatie

elotuzumab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • atezolizumab (L01XC32) Vergelijk
  • avelumab (L01XC31) Vergelijk
  • bevacizumab (L01XC07) Vergelijk
  • blinatumomab (L01XC19) Vergelijk
  • brentuximab vedotine (L01XC12) Vergelijk
  • cemiplimab (L01XC33) Vergelijk
  • cetuximab (L01XC06) Vergelijk
  • daratumumab (L01XC24) Vergelijk
  • durvalumab (L01XC28) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01XC05) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01XC26) Vergelijk
  • ipilimumab (L01XC11) Vergelijk
  • isatuximab (L01XC38) Vergelijk
  • nivolumab (L01XC17) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01XC15) Vergelijk
  • panitumumab (L01XC08) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01XC18) Vergelijk
  • pertuzumab (L01XC13) Vergelijk
  • ramucirumab (L01XC21) Vergelijk
  • rituximab (L01XC02) Vergelijk
  • trastuzumab (L01XC03) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01XC14) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".