Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

cabozantinib

proteïnekinaseremmers L01EX07

Sluiten

duvelisib

proteïnekinaseremmers L01EM04

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Cabometyx (als malaat) XGVS Ipsen Farmaceutica bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
20 mg, 40 mg, 60 mg

Cometriq (als malaat) XGVS Ipsen Farmaceutica bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
20 mg
Toedieningsvorm
Capsule, hard '20 + 80 mg'
Verpakkingsvorm
combinatieverpakking

Bevat per verpakking: 7 capsules van 20 mg en 7 capsules van 80 mg.

Toedieningsvorm
Capsule, hard '20 + 80 mg'
Verpakkingsvorm
combinatieverpakking

Bevat per verpakking: 21 capsules van 20 mg en 7 capsules van 80 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Copiktra XGVS Aanvullende monitoring Verastem Europe GmbH

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
15 mg, 25 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de behandeling van niercelcarcinoom, hepatocellulair carcinoom en schildkliercarcinoom de geldende behandelrichtlijnen op richtlijnendatabase.nl.

Voor de adviezen van de commissie BOM (NVMO.org) zie: Cabozantinib als eerstelijnsbehandeling van gevorderd of gemetastaseerd heldercellig niercelcarcinoom (2019) en Cabozantinib als tweedelijns of laterelijns behandeling van gevorderd of gemetastaseerd heldercellig niercelcarcinoom (2016).

  • ZIN-rapport 2022 cabozantinib Cabometyx icm Opdivo® bij eerstelijnsbehandeling van volwassen patienten met gevorderd niercelcarcinoom

Advies

Zie voor de behandeling van chronische lymfatische leukemie (CLL) of folliculair lymfoom de geldende behandelrichtlijn op hovon.nl.

Indicaties

Cabometyx

  • Gevorderd niercelcarcinoom (RCC)

    • als eerstelijnsbehandeling bij volwassenen met een middelmatig of groot risico, als monotherapie;
    • als eerstelijnsbehandeling bij volwassenen, in combinatie met nivolumab;
    • bij volwassenen volgend op een behandeling die gericht was op de vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF), als monotherapie.

    Hepatocellulair carcinoom (HCC)

    • als monotherapie bij volwassenen die eerder werden behandeld met sorafenib.

Cometriq

  • volwassenen met een progressief, niet-reseceerbaar, lokaal gevorderd of gemetastaseerd medullair schildkliercarcinoom.

Indicaties

  • Recidiverende of refractaire chronische lymfatische leukemie (CLL) bij volwassenen, na ten minste twee eerdere behandelingen, als monotherapie.
  • Refractair folliculair lymfoom (FL) bij volwassenen, na ten minste twee eerdere systemische behandelingen, als monotherapie.

Dosering

Monitor de patiënt met name tijdens de eerste acht weken van de behandeling zorgvuldig vanwege de kans op bijwerkingen als gevolg waarvan dosisverlaging óf -onderbreking nodig kán zijn (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).

Let op: de tablet en de capsule zijn niet onderling uitwisselbaar door een verschil in biologische beschikbaarheid.

Klap alles open Klap alles dicht

Gevorderd niercelcarcinoom of hepatocellulair carcinoom, als monotherapie

Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 j.)

Cabometyx tablet: Als monotherapie (bij RCC of HCC): 60 mg 1×/dag. De behandeling voortzetten zolang er klinisch voordeel is of totdat onacceptabele bijwerkingen optreden.

In combinatie met nivolumab (alléén bij RCC): 40 mg 1×/dag. De behandeling met cabozanitnib voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit. Zie ook nivolumab#doseringen.

Bestaande verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–6) is geen dosisaanpassing nodig; controleer wel extra op het optreden van bijwerkingen. Bij een matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 7–9) kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens; controleer extra op bijwerkingen. Gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore ≥ 10) wordt afgeraden.

Verminderde nierfunctie: wees voorzichtig bij een licht tot matig verminderde nierfunctie; gebruik bij een ernstige nierfunctiestoornis wordt afgeraden.

Bij (ernstige) bijwerkingen (incl. op de lever) kan bij monotherapie de dosering worden verlaagd tot 40 mg 1×/dag en daarna tot 20 mg 1×/dag. Bij combinatietherapie wordt aanbevolen om de dosering van cabozantinib te verlagen tot 20 mg 1×/dag en daarna tot 20 mg 1×/2 dagen. Onderbreek de behandeling bij bijwerkingen CTCAE-graad ≥ 3 of ondraaglijke graad 2 toxiciteit tot deze vermindert tot ≤ graad 1, hervat na een graad 3 of 4 bijwerking nadien in een verlaagde dosis, overweeg dit ook bij een graad 2 toxiciteit. Indien een graad 4 bijwerking niet vermindert, cabozantinib definitief staken.

Indien bij combinatietherapie stijging van de leverenzymwaarden optreedt, cabozantinib en nivolumab onderbreken bij ALAT of ASAT > 3 × ULN maar ≤ 10 × ULN zonder gelijktijdig totaal bilirubine ≥ 2 × ULN, tot deze vermindert tot ≤ graad 1. Overweeg na herstel opnieuw starten met één geneesmiddel of opeenvolgend opnieuw starten met beide geneesmiddelen. Staak cabozantinib en nivolumab definitief bij ALAT of ASAT > 10 × ULN óf > 3 × ULN met gelijktijdige totaal bilirubine ≥ 2 × ULN,

Lokaal gevorderd of gemetastaseerd medullair schildkliercarcinoom

Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 j.)

Cometriq capsule: 140 mg 1×/dag, in te nemen als 80 mg plus drie capsules van 20 mg. De behandeling voortzetten zolang er klinisch voordeel is of totdat onacceptabele bijwerkingen optreden.

Ouderen (≥ 75 j.): er is meer kans op ernstige bijwerkingen.

Verminderde leverfunctie: bij licht tot matig verminderde leverfunctie: 60 mg 1×/dag, in te nemen als drie capsules van 20 mg. Monitor extra op bijwerkingen. Gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie wordt afgeraden.

Verminderde nierfunctie: wees voorzichtig bij een licht tot matig verminderde nierfunctie; gebruik bij een ernstigverminderde nierfuncties wordt afgeraden.

Bij (ernstige) bijwerkingen kan de dosering worden verlaagd tot 100 mg 1×/dag, in te nemen als 80 mg plus 20 mg. Als opnieuw dosisverlaging nodig is: 60 mg 1×/dag, in te nemen als drie capsules van 20 mg. Onderbreek de behandeling bij bijwerkingen CTCAE-klasse ≥ 3 of ondraaglijke klasse 2 toxiciteit.

Een gemiste dosis alsnog innemen als het langer dan 12 uur duurt tot de volgende dosis in het schema.

Toediening: de tabletten en capsules (deze niet openen) heel innemen op een lege maag, dat wil zeggen ten minste 2 uur vóór tot 1 uur na inname niets eten. De tabletten dus niet breken of verkruimelen. De capsules en tabletten zijn niet bio-equivalent en zijn daarom niet onderling uitwisselbaar.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Chronisch lymfatische leukemie of folliculair lymfoom

Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 jaar)

25 mg 2×/dag bij een cyclusduur van 28 dagen. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie of terminaal nierlijden met of zonder dialyse.

Verminderde leverfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.

In combinatie met een sterke CYP3A4-remmer: verlaag de dosis tot 15 mg 2×/dag.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (infecties, niet-infectieuze colitis of diarree, huidreacties, niet-infectieuze pneumonitis, stijging transaminasen, neutropenie, trombocytopenie) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubrieken 4.2, tabel 1).

Gemiste dosis: een vergeten of uitgestelde dosis mag binnen 6 uur alsnog worden ingenomen, daarna niet meer.

Toediening: de capsules in hun geheel (dus niet openen, breken of kauwen) innemen, met of zonder voedsel.

Bijwerkingen

Cabometyx als monotherapie bij RCC of HCC

Zeer vaak (> 10%): hypertensie, bloeding (vaakst bloedneus) Dyspneu, hoesten, dysfonie. Smaakstoornis, hoofdpijn, duizeligheid. Stomatitis, misselijkheid, braken, dyspepsie, diarree, obstipatie, (boven)buikpijn. Verminderde eetlust, gewichtsverlies, vermoeidheid, asthenie, mucositis. Hand-voetsyndroom, huiduitslag. Pijn in extremiteit. Hypothyroïdie. Anemie, trombocytopenie. Perifeer oedeem. Stijging in bloedspiegels van ALAT, ASAT. Hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, hypoalbuminemie.

Vaak (1-10%): (diep)veneuze/arteriële trombose, longembolie. Perifere (sensorische) neuropathie. Abces. Oorsuizen. Gastro-intestinale perforatie (in enkele gevallen met fataal verloop), fistel (soms fataal), gastro-oesofageale refluxziekte, droge mond, pijn in de mond, dysfagie, glossodynie, hemorroïden. Hepatische encefalopathie. Jeuk, acneïforme dermatitis, droge huid, hyperkeratose, alopecia, verandering van haarkleur. Artralgie, spierspasmen. Neutropenie, lymfopenie. Proteïnurie. Stijging in bloedspiegels van creatinine, AF, γ-GT, amylase, lipase, cholesterol, triglyceriden. Hypoalbuminemie. Hyper- of hypoglykemie. Dehydratie. Hyperkaliëmie, hyponatriëmie, hypocalciëmie, hypofosfatemie, hyperbilirubinemie.

Soms (0,1-1%): convulsie. Cholestatische hepatitis. Pancreatitis, glossodynie. Osteonecrose van de kaak. Wondcomplicatie.

Verder zijn gemeld: CVA, myocardinfarct, aneurysma, arteriële dissectie. Posterieur reversibel encefalopathiesyndroom (PRES):.

Cabometyx in combinatie met nivolumab bij RCC

Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfectie. Hypertensie. Dysfonie, dyspneu, hoesten. Verminderde eetlust. Misselijkheid, braken, obstipatie, buikpijn, dyspepsie, diarree. Dysgeusie, duizeligheid, hoofdpijn. Hand-voetsyndroom, huiduitslag, jeuk. Spierpijn, artralgie, spierspasmen. Gewichtsverlies. Vermoeidheid, koorts, oedeem. Hypothyroïdie, hyperthyroïdie. Proteïnurie. Trombocytopenie, anemie, leukopenie, neutropenie, lymfopenie. Hypofosfatemie, hyper- en hypocalciëmie, hyper- en hypomagnesiëmie, hyper- en hyponatriëmie, hyper- en hypoglykemie, hyper- en hypokaliëmie. Stijging ALAT, ASAT, alkalische fosfatase, lipase, amylase, creatinine en totaal bilirubine in het bloed.

Vaak (1-10%): longontsteking. Overgevoeligheid, incl. anafylactische reactie. Trombose. Atriumfibrilleren, tachycardie. Bijnierinsufficiëntie. Uitdroging. Perifere neuropathie. Tinnitus. Droge ogen, wazig zien. Eosinofilie. Pneumonitis, longembolie, bloedneus, pleurale effusie. Colitis, gastritis, orale pijn, droge mond, aambeien. Hepatitis. Alopecia, droge huid, erytheem, haarkleurverandering. Artritis. Nierfalen, acuut nierletsel. Pijn, pijn op de borst. Hypercholesterolemie, hypertriglyceridemie.

Soms (0,1-1%): infusiegerelateerde reactie. hypofysitis, thyroïditis. Auto-immuun encefalitis, syndroom van Guillain-Barré, myasthenisch syndroom. Uveïtis, Myocarditis, Pancreatitis, perforatie van de dunne darm, glossodynie. Psoriasis, urticaria. Myopathie, osteonecrose van de kaak, fistel. Nefritis.

Cometriq bij schildkliercarcinoom

Zeer vaak (> 10%): hypertensie. Smaakstoornis, hoofdpijn, duizeligheid. Dysfonie, keelpijn. Stomatitis, glossodynie, dysfagie, misselijkheid, dyspepsie, braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Hand-voetsyndroom, veranderde haarkleur, alopecia, huiduitslag, droge huid, erytheem. Artralgie, spierspasmen. Vermoeidheid, mucositis, asthenie. Trombocytopenie, lymfopenie, neutropenie. Verminderde eetlust, gewichtsverlies. Stijging van leverenzymwaarden, LDH en TSH. Stijging in bloedspiegel van ALAT, ASAT, AF. Hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie.

Vaak (1-10%): atriumfibrilleren. Hypotensie, veneuze trombose, arteriële trombose (soms fataal), bleek gelaat, perifere koudheid. Fistels in ademhalingsstelsel, longembolie, bloeding van de luchtwegen, pneumonie, aspiratie. Gastro-intestinale perforatie of bloeding; cheilitis, aambeien, anale fissuur, anale ontsteking. Cholelithiase, pancreatitis. Abces, schimmelinfectie. Angst, depressie, verwardheid. Cerebrovasculair accident (CVA), perifere neuropathie, paresthesie, ageusie, tremor. Wazig zien. Oorpijn, tinnitus. Folliculitis, acne, hyperkeratose, blaarvorming, abnormale haargroei, huidschilfering, hypopigmentatie van de huid. Skeletspierpijn van de borstkas, osteonecrose van de kaak. Hypothyroïdie. Dehydratie. Proteïnurie, dysurie, hematurie. Verminderde wondgenezing, koude rillingen, gezichtsoedeem. Hypofosfatemie, hypoalbuminemie, hyperbilirubinemie, verhoogde creatinekinasewaarde.

Soms (0,1-1%): angina pectoris, supraventriculaire tachycardie. Atelectase, keeloedeem, pneumonitis. Aspergilloom. Delier, abnormaal dromen. Ataxie, aandachtsstoornis, hepatische encefalopathie, bewustzijnsverlies, spraakstoornis, posterieur reversibel encefalopathiesyndroom (PRES). Cataract, conjunctivitis. Hypoacusie. Gastro-intestinale fistels, oesofagitis. Teleangiëctasieën, huidzweer. Rabdomyolyse. Acuut nierfalen. Amenorroe, vaginale bloeding. Gelokaliseerd oedeem, cyste, gezichtspijn. Verkorte aPTT, verhoogd aantal eosinofielen en/of trombocyten.

Verder zijn gemeld: myocardinfarct, QT-verlenging. Aneurysma, arteriële dissectie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): onderste- of bovensteluchtweginfectie. Dyspneu, hoesten. Misselijkheid, braken, buikpijn, obstipatie, diarree, colitis. Huiduitslag. Spierpijn, gewrichtspijn. Koorts, vermoeidheid. Verminderde eetlust. Hoofdpijn. Neutropenie, anemie, trombocytopenie. Verhoogde waarden van de transaminasen.

Vaak (1-10%): sepsis. Pneumonitis, incl. interstitiële longziekte, longinfiltratie. Jeuk. Verhoogde waarde van lipase. Ernstige huidreacties, zoals Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrose (TEN) en geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS).

Verder is gemeld: CMV-reactivering/infectie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-remmers (zoals claritromycine, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, voriconazol, ritonavir, saquinavir en grapefruit-/pompelmoessap) omdat de plasmaconcentratie van cabozantinib kan worden verhoogd. Gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, rifampicine, sint-janskruid) vermijden omdat deze de plasmaconcentratie van cabozantinib kunnen verlagen. Overweeg een alternatief geneesmiddel zonder of met minimaal potentieel voor het remmen of induceren van CYP3A4.

Cabozantinib is, in vitro, tevens een substraat voor 'resistance-associated protein' 2 (MRP2); mogelijk verhogen remmers hiervan (zoals ciclosporine, emtricitabine en efavirenz) de plasmaspiegel van cabozantinib.

Cabozantinib remt Pgp; wees daarom voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van Pgp-substraten met een smalle therapeutische breedte (bv. digoxine of dabigatran).

Wees voorzichtig bij comedicatie van middelen geassocieerd met osteonecrose van de kaak zoals bisfosfonaten.

Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, kinidine, disopyramide, sotalol, domperidon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, methadon, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele antimycotica, selectieve serotonine 5HT3- receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).

Het is onbekend of cabozantinib de werking van hormonale anticonceptiva negatief beïnvloedt; daarom wordt een aanvullende anticonceptiemethode aanbevolen. Zie voor de behandeling van vruchtbare mannen (en vrouwen) ook de rubriek Zwangerschap.

Interacties

Duvelisib wordt voornamelijk door CYP4A4 gemetaboliseerd. Vermijd gelijktijdig gebruik met een sterke CYP3A4-inductor, zoals apalutamide, carbamazepine, enzalutamide, fenytoïne, mitotaan, rifampicine en sint-janskruid, omdat de blootstelling van duvelisib kan afnemen. In combinatie met een matige CYP3A4-inductor, de patiënt nauwlettend controleren op een mogelijk verminderde werkzaamheid van duvelisib.

Bij gelijktijdig gebruik met een sterke CYP3A4-remmer, zoals claritromycine, cobicistat, ketoconazol, posaconazol, ritonavir, saquinavir, voriconazol en grapefruit-/pompelmoessap, de dosering van duvelisib verlagen, zie de rubriek Dosering. In combinatie met een matige CYP3A4-remmer is een dosisverlaging van duvelisib niet nodig.

Duvelisib en de belangrijkste metaboliet zijn sterke CYP3A4-remmers. In combinatie met een gevoelig CYP3A4-substraat, zoals alfentanil, budesonide, buspiron, darunavir, dasatinib, darifenacine, ebastine, eletriptan, eplerenon, everolimus, felodipine, ibrutinib, lomitapide, maraviroc, midazolam, naloxegol quetiapine, saquinavir, sildenafil, simvastatine, sirolimus, tacrolimus, ticagrelor, tolvaptan, vardenafil, een dosisverlaging van het CYP3A4-substraat overwegen, in het bijzonder bij geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte. Controleer de patiënt op tekenen van toxiciteit.

Het is niet bekend of duvelisib de effectiviteit van hormonale anticonceptiemiddelen vermindert. Adviseer vrouwen die hormonale anticonceptiemiddelen gebruiken een barrièremiddel toe te voegen als tweede anticonceptiemethode.

Bij optreden van door duvelisib veroorzaakte huidreacties, de gelijktijdig gebruikte geneesmiddelen beoordelen. Staak de geneesmiddelen die mogelijk bijdragen aan de huidreactie.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren bij subtherapeutische doseringen schadelijk gebleken (gespleten verhemelte/lip, dermale aplasie, veranderingen in zachte weefsels (zoals kleinere milt, kleine of ontbrekende tussenlongkwab), totale misvormingen. Tevens embryo-foetale toxiciteit zoals foetaal oedeem en postimplantatieverlies.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Vruchtbaarheid: Cabozantinib vermindert bij dieren de mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid. Raad voorafgaand aan de behandeling aan, om advies over behoud van vruchtbaarheid in te winnen, bij patiënten met een kinderwens.

Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste vier maanden na de therapie. Het is onbekend of cabozantinib de werking van hormonale anticonceptiva negatief beïnvloedt; daarom wordt een aanvullende anticonceptiemethode (bv. barrièremiddel) aanbevolen.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen tot schadelijkheid bij klinische doses.

Advies: Uit voorzorg gebruik ontraden.

Overig: Het is niet bekend of duvelisib de effectiviteit van hormonale anticonceptiemiddelen vermindert. Adviseer vrouwen die hormonale anticonceptiemiddelen gebruiken een barrièremiddel toe te voegen als tweede anticonceptiemethode.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden tijdens én tot ten minste 4 maanden na stoppen met de behandeling.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden gedurende en tot ten minste 1 maand na de therapie.

Contra-indicaties

Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

De werkzaamheid bij patiënten met tumoren met een onbekende of negatieve RET-mutatiestatus en RAS-mutatiestatus is niet overtuigend vastgesteld.

Bijwerkingen algemeen: monitor de patiënt met name tijdens de eerste acht weken van de behandeling zorgvuldig vanwege de kans op bijwerkingen als gevolg waarvan dosisverlaging óf -onderbreking nodig kan zijn. Bijwerkingen die zich doorgaans gedurende deze weken voordoen zijn hypertensie, gastro-intestinale bijwerkingen (diarree, misselijkheid/braken, verminderde eetlust, stomatitis, soms ook perforatie), hand-voetsyndroom, proteïnurie, trombocytopenie, hypokaliëmie en hypocalciëmie.

Osteonecrose van de kaak is gemeld. Controleer daarom vóór en periodiek tijdens de behandeling de toestand van het gebit. Tijdens de behandeling een goede mondhygiëne adviseren. Voorzichtig bij comedicatie van middelen geassocieerd met osteonecrose van de kaak zoals bisfosfonaten, HIV-medicatie. Cabozantinib ten minste 28 dagen vóór een geplande invasieve gebitsprocedure staken.

Controleer alle patiënten op hypertensie en behandel deze zo nodig; bij aanhoudende hypertensie de cabozantinib-dosis verlagen (zie rubriek Dosering). Staak de behandeling bij ernstige en hardnekkige hypertensie ondanks dosisverlaging.

Aneurysma en arteriële dissectie: de kans hierop is groter bij gebruik van remmers van de VEGF-route, ook indien geen sprake is van hypertensie. Weeg voor aanvang van de behandeling af of bij aanwezigheid van risicofactoren (bv. hypertensie, een voorgeschiedenis van aneurysma) een behandeling met cabozantinib is geïndiceerd.

Hepatotoxiciteit: controleer voor de start van de behandeling de leverfunctie (ALAT, ASAT, bilirubine) en monitor deze tijdens de behandeling. Pas de dosering van cabozantinib aan of onderbreek de behandeling als de leverfunctie verslechtert tijdens de behandeling en het waarschijnlijk is dat dit wordt veroorzaakt door de behandeling (zie hiervoor rubriek Dosering). In combinatie met nivolumab is de kans op graad 3 en 4 stijging van ALAT/ASAT groter dan bij monotherapie.

Controleer op symptomen van hepatische encefalopathie (diarree, braken, verminderde eetlust, elektrolytenstoornis). Er is meer kans op hepatische encefalopathie bij een verminderde leverfunctie passend bij Child-Pughscore 7-9. In klinisch onderzoek was de mediane tijd tot optreden van hepatische encefalopathie ca. 6 weken.

Controleer de patiënt op elektrolytenstoornissen (hypo- en hyperkaliëmie, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, hyponatriëmie) en start eventueel substitutietherapie. Bij persisterende of recidiverende significante afwijkingen de dosis verlagen of de toediening (permanent) staken.

Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging. Controleer bij deze patiënten regelmatig het ECG en de serumelektrolyten (calcium, kalium, magnesium).

Wees voorzichtig bij risicofactoren voor óf een voorgeschiedenis van trombose, aangezien gevallen van veneuze trombo-embolie, waaronder longembolie, en arteriële trombo-embolie (soms fataal) zijn gemeld. Bij de indicatie hepatocellulair carcinoom is ook vena-porta trombose waargenomen (tumor-ingroei in de vena porta predisponeert hiertoe). Bij optreden van een klinisch significante trombo-embolische complicatie (incl. myocardinfarct) de behandeling staken.

Verminderde schildklierwerking: controleer bij alle patiënten voorafgaand aan en periodiek tijdens de behandeling de schildklierfunctie. Bij een reeds bestaande hypo- of hyperthyroïdie deze behandelen voordat met cabozantinib wordt gestart. Controleer tijdens de behandeling nauwlettend op tekenen of symptomen van een verminderde schildklierwerking en behandel deze indien nodig.

Vanwege de kans op (fatale) bloedingen cabozantinib niet geven bij ernstige hemorragie of recente hemoptoë. Bij aanwijzingen voor infiltratie van de trachea of bronchi door de tumor is er meer kans op hemoptoë. Bij tumorinvasie van grote bloedvaten en de aanwezigheid van onderliggende levercirrose bij patiënten met HCC is er meer kans op ernstige hemorragie; toepassing in dit geval vermijden. In het klinisch onderzoek waren uitgesloten: patiënten die anticoagulantia of plaatjesaggregatieremmers gebruiken en personen met on(volledig)behandelde slokdarmvarices met een groot risico op bloeding.

Controleer op trombocytopenie tijdens de behandeling en pas zo nodig de dosering aan (zie rubriek Dosering).

Controleer regelmatig op eiwit in de urine en staak de behandeling bij optreden van het nefrotisch syndroom.

Gastro-intestinale toxiciteit: er zijn ernstige gastro-intestinale (GI) fistels, intra-abdominale abcessen en perforaties (met kans op sepsis) gemeld; wees daarom extra voorzichtig bij recente radiotherapie, inflammatoire darmziekte, tumorinfiltratie van trachea/bronchi/oesofagus of bij complicaties van eerdere gastro-intestinale operatie of thorax-radiotherapie. Bij ontstaan van mucositis niet-GI fistels uitsluiten. Persisterende of recidiverende diarree kan een risicofactor zijn voor de ontwikkeling van een anale fistel. Staak de behandeling bij ontstaan van een fistel (GI of niet-GI) óf een perforatie.

Wondcomplicaties komen voor. Cabozantinib ten minste 28 dagen vóór een geplande operatieve ingreep (incl. een tandheelkundige operatie of invasieve gebitsprocedure) staken. Hervat eventueel de behandeling bij adequate wondgenezing.

Posterieur reversibel encefalopathiesyndroom (PRES): symptomen als convulsies, hypertensie, hoofdpijn, lethargie, veranderde geestesgesteldheid, verwardheid en visuele stoornissen kunnen passen bij de bijwerking PRES. Bij de eerste tekenen van PRES de behandeling tijdelijk staken; bij bevestiging van de diagnose de behandeling niet meer hervatten.

Zie voor de behandeling van vruchtbare mannen (en vrouwen) de rubriek Zwangerschap.

Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid bij een ernstig verminderde leverfunctie, een ernstig verminderde nierfunctie en bij kinderen (< 18 j.) zijn niet vastgesteld. Gebruik bij deze aandoeningen of leeftijdscategorie wordt niet aanbevolen. Wees voorzichtig bij een licht tot matig verminderde nierfunctie. Bij een licht tot matig verminderde leverfunctie de dosering van Cometriq verlagen (zie rubriek Dosering). Er is weinig ervaring bij patiënten met een hartfunctiestoornis.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Infecties, algemeen: ernstige, waaronder fatale, infecties, zoals sepsis en pneumonie zijn gemeld. Controleer de patiënt gedurende de gehele behandeling op infecties, met inbegrip van respiratoire symptomen. Adviseer de patiënt een nieuwe of verergerende infectie onmiddellijk te melden. Behandel een infectie voordat wordt gestart met duvelisib. Indien een infectie zich voordoet tijdens de behandeling met duvelisib, de behandeling staken totdat de infectie is verdwenen. Na hervatten van duvelisib kan een dosisverlaging nodig zijn.

Pneumocystis jiroveci-pneumonie (PJP): gevallen van ernstige PJP-pneumonie, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld. Geef daarom altijd profylaxe tegen PJP. Na voltooiing van de behandeling met duvelisib de PJP-profylaxe voortzetten tot het absolute aantal CD4-positieve T-cellen hoger is dan 200 cellen/µl. Onderbreek duvelisib bij een vermoeden van PJP. Indien PJP wordt bevestigd duvelisib definitief staken.

CMV-reactivering/infectie: overweeg tijdens de behandeling met duvelisib profylactische behandeling met antivirale middelen.

Diarree/colitis: ernstige, waaronder fatale, diarree of colitis is gemeld. Adviseer de patiënt iedere nieuwe of verergerende diarree te melden. Bij optreden van diarree deze volgens protocol behandelen. Bij ernstige diarree of licht/matige diarree die niet op anti-diarreemiddelen reageert, de behandeling met duvelisib onderbreken en wekelijks controleren totdat de diarree is verdwenen. Hervat duvelisib met een lagere dosis. Bij recidiverende diarree graad 3 of recidiverende colitis, ongeacht de graad, de behandeling met duvelisib definitief staken. Bij levensbedreigende diarree of colitis de behandeling met duvelisib direct definitief staken.

Huidreacties: ernstige, waaronder fatale, huidreacties zijn gemeld. Adviseer de patiënt nieuwe of verergerende huidreacties te melden. Bij ernstige huidreacties graad 3 de behandeling onderbreken, en de huidreacties behandelen volgens protocol. Controleer ten minste wekelijks tot de bijwerking is verdwenen. Hervat duvelisib in een lagere dosis. Indien de huidreactie niet afneemt of als deze verergert of terugkomt, duvelisib definitief staken. Staak duvelisib direct definitief bij levensbedreigende huidreacties of bij optreden van SJS, TEN of DRESS.

Pneumonitis: ernstige, waaronder fatale, niet-infectieuze pneumonitis is gemeld. Bij pneumonitis graad 2 de behandeling onderbreken en de pneumonitis behandelen volgens protocol. Indien de pneumonitis herstelt tot graad 0 of 1, duvelisib hervatten in een lagere dosis. Staak duvelisib definitief indien de pneumonitis recidiveert of niet op behandeling reageert. Bij pneumonitis ≥ graad 3 duvelisib direct definitief staken en de pneumonitis behandelen volgens protocol.

Hepatotoxiciteit: stijging van ALAT en/of ASAT graad ≥ 3 is gemeld. Controleer gedurende de eerste drie maanden van de behandeling maandelijks de leverfunctie, en daarna periodiek. Indien een ALAT/ASAT-stijging graad 3 zich voordoet, de behandeling onderbreken totdat deze zich herstelt tot ≤ graad 1. Bij hervatten van de behandeling kan een lagere dosis nodig zijn. Bij een ALAT/ASAT-stijging graad 4 de behandeling definitief staken.

Neutropenie: graad ≥ 3 is gemeld. Controleer gedurende de eerste 2 maanden van de behandeling elke 2 weken het neutrofielenaantal. Bij een neutrofielen aantal < 0,5 × 109/l de behandeling onderbreken totdat deze is hersteld. Geef bij hervatten van de behandeling de eerste keer een normale dosis en volgende keren een lagere dosis.

Onderzoeksgegevens: de werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie of terminaal nierlijden met of zonder dialyse.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met cabozantinib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met duvelisib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Tyrosinekinaseremmer. Cabozantinib remt de tyrosinekinase-activiteit van MET (hepatocyt groeifactorreceptor), VEGFR (vasculaire endotheliale groeifactorreceptoren), RET ('rearranged during transfection'), GAS6-receptor (AXL), KIT (stamcelfactorreceptor) en FLT3 (FMS-achtige tyrosinekinase-3). Vermindert daardoor de angiogenese die door de tumorcel geïnduceerd wordt, waardoor tumorgroei en metastatische progressie geremd worden.

Kinetische gegevens

T max 2–5 uur.
Eiwitbinding ≥ 99,7%.
V d 3–5 l/kg.
Overig er is een verschil in de Cmax en AUC tussen de tablet en de capsule.
Overig mogelijk doorloopt cabozantinib een enterohepatische kringloop.
Metabolisering vnl. door CYP3A4.
Eliminatie met de feces ca. 54%, met de urine 27%.
T 1/2el 110–120 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Proteïnekinaseremmer. Duvelisib remt fosfatidylinositol 3-kinase p110-δ (PI3K-δ) en (mogelijk in mindere mate bij klinische dosis) PI3K-γ. Remming van PI3K-δ vermindert proliferatie en overleving van maligne B-cellijnen en CLL-tumorcellen. PI3K-γ-remming vermindert de activiteit van CD4+-T-cellen en macrofagen die de maligne B-cellen ondersteunen.

Kinetische gegevens

T max 1–2 uur.
F ca. 42%.
Eiwitbinding > 95%.
Metabolisering voornamelijk in de lever door CYP3A4 tot voornamelijk de inactieve metaboliet IPI-656.
Eliminatie wordt voor ca. 79% met de feces uitgescheiden (waarvan ca. 11% in onveranderde vorm) en voor ca. 14% met de urine (waarvan ca. 1% in onveranderde vorm).
T 1/2el ca. 4,7 uur.
Overig vetrijk voedsel verlaagt de Cmax met ca. 37% en de AUC met ca. 6% ten opzichte van inname op een lege maag.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

cabozantinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • abemaciclib (L01EF03) Vergelijk
  • acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
  • afatinib (L01EB03) Vergelijk
  • alectinib (L01ED03) Vergelijk
  • avapritinib (L01EX18) Vergelijk
  • axitinib (L01EK01) Vergelijk
  • binimetinib (L01EE03) Vergelijk
  • bosutinib (L01EA04) Vergelijk
  • brigatinib (L01ED04) Vergelijk
  • ceritinib (L01ED02) Vergelijk
  • cobimetinib (L01EE02) Vergelijk
  • crizotinib (L01ED01) Vergelijk
  • dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
  • dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
  • dasatinib (L01XE06) Vergelijk
  • duvelisib (L01EM04) Vergelijk
  • encorafenib (L01EC03) Vergelijk
  • entrectinib (L01EX14) Vergelijk
  • erlotinib (L01EB02) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
  • fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
  • gefitinib (L01EB01) Vergelijk
  • gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
  • ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
  • idelalisib (L01EM01) Vergelijk
  • imatinib (L01EA01) Vergelijk
  • lapatinib (L01EH01) Vergelijk
  • larotrectinib (L01EX12) Vergelijk
  • lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
  • lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
  • midostaurine (L01EX10) Vergelijk
  • neratinib (L01EH02) Vergelijk
  • nilotinib (L01EA03) Vergelijk
  • nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
  • osimertinib (L01EB04) Vergelijk
  • palbociclib (L01EF01) Vergelijk
  • pazopanib (L01EX03) Vergelijk
  • ponatinib (L01EA05) Vergelijk
  • regorafenib (L01EX05) Vergelijk
  • ribociclib (L01EF02) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
  • selpercatinib (L01EX22) Vergelijk
  • sorafenib (L01EX02) Vergelijk
  • sunitinib (L01EX01) Vergelijk
  • temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
  • tepotinib (L01EX21) Vergelijk
  • tivozanib (L01EK03) Vergelijk
  • trametinib (L01EE01) Vergelijk
  • tucatinib (L01EH03) Vergelijk
  • vandetanib (L01EX04) Vergelijk
  • vemurafenib (L01EC01) Vergelijk

Groepsinformatie

duvelisib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • abemaciclib (L01EF03) Vergelijk
  • acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
  • afatinib (L01EB03) Vergelijk
  • alectinib (L01ED03) Vergelijk
  • avapritinib (L01EX18) Vergelijk
  • axitinib (L01EK01) Vergelijk
  • binimetinib (L01EE03) Vergelijk
  • bosutinib (L01EA04) Vergelijk
  • brigatinib (L01ED04) Vergelijk
  • cabozantinib (L01EX07) Vergelijk
  • ceritinib (L01ED02) Vergelijk
  • cobimetinib (L01EE02) Vergelijk
  • crizotinib (L01ED01) Vergelijk
  • dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
  • dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
  • dasatinib (L01XE06) Vergelijk
  • encorafenib (L01EC03) Vergelijk
  • entrectinib (L01EX14) Vergelijk
  • erlotinib (L01EB02) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
  • fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
  • gefitinib (L01EB01) Vergelijk
  • gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
  • ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
  • idelalisib (L01EM01) Vergelijk
  • imatinib (L01EA01) Vergelijk
  • lapatinib (L01EH01) Vergelijk
  • larotrectinib (L01EX12) Vergelijk
  • lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
  • lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
  • midostaurine (L01EX10) Vergelijk
  • neratinib (L01EH02) Vergelijk
  • nilotinib (L01EA03) Vergelijk
  • nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
  • osimertinib (L01EB04) Vergelijk
  • palbociclib (L01EF01) Vergelijk
  • pazopanib (L01EX03) Vergelijk
  • ponatinib (L01EA05) Vergelijk
  • regorafenib (L01EX05) Vergelijk
  • ribociclib (L01EF02) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
  • selpercatinib (L01EX22) Vergelijk
  • sorafenib (L01EX02) Vergelijk
  • sunitinib (L01EX01) Vergelijk
  • temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
  • tepotinib (L01EX21) Vergelijk
  • tivozanib (L01EK03) Vergelijk
  • trametinib (L01EE01) Vergelijk
  • tucatinib (L01EH03) Vergelijk
  • vandetanib (L01EX04) Vergelijk
  • vemurafenib (L01EC01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".