Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Protamine Leo Pharma (sulfaat) Leo Pharma bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof voor i.v.-toediening
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 5 ml

Prosulf (sulfaat) Wockhardt UK Ltd

Toedieningsvorm
Injectievloeistof voor i.v.-toediening
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 5 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de aanbeveling bij een Bloeding/ingreep bij parenterale antistolling de NIV-Richtlijn Antitrombotisch beleid 2020 op richtlijnendatabase.nl.

Indicaties

  • Overdosering van heparine of een bloeding door heparine;
  • Overdosering van een LMWH (laagmoleculairgewicht heparine) of een bloeding door een LMWH;
  • Inactivering van heparine of een LMWH voor een operatieve spoedingreep;
  • Inactivering van heparine tijdens cardiopulmonaire bypass-ingrepen (Leo Pharma), na openhartchirurgie (Prosulf);
  • Na nierdialyse (Prosulf).

Doseringen

Langzaam intraveneus toedienen, de max. bolusinjectie is 50 mg per 10 min; zie onder Toediening.

De dosering is afhankelijk van de hoeveelheid en het type heparine in de circulatie, de manier van toediening en de verstreken tijd sinds de laatste dosis.

Idealiter wordt de dosering geleid door geschikte bloedstollingstesten zoals de geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT), de geactiveerde stollingstijd (ACT), antifactor Xa activiteitsmeting en protamine neutralisatietesten.

Voer de bloedstollingstesten uit 5–15 min na de toediening van protamine.

Herhaaldelijke toediening kan nodig zijn omdat protamine sneller uit het bloed verdwijnt dan heparine en LMWH's in het bijzonder, of vanwege de verlengde absorptie na subcutane toediening van heparine of een LMWH.

Klap alles open Klap alles dicht

Neutralisatie van heparine

Volwassenen.

LEO Pharma: Intraveneus, als injectie of infusie: afhankelijk van de dosis en tijd van de laatste toediening van heparine, idealiter op geleide van bloedstollingstesten; 10 mg ofwel 1 ml protaminesulfaat per 1400 IE heparine, met een max. van 50 mg ofwel 5 ml toedienen in 10 min. De dosis protaminesulfaat, die in verhouding staat tot de toegediende hoeveelheid heparine, verlagen indien > 15 min verstreken zijn sinds de laatste i.v.-toediening van heparine, vanwege de relatief korte halfwaardetijd van heparine na i.v.-toediening (½–2 uur).

Prosulf: Intraveneus, als injectie of infusie: 1 mg protaminesulfaat per 100 IE muceus heparine of 80 IE long heparine. De dosis verlagen indien > 15 min verstreken zijn sinds de laatste i.v.-toediening van heparine: bv. als 30–60 min verstreken zijn, 0,5–0,75 mg protaminesulfaat per 100 IE muceus heparine. Als ≥ 2 uur zijn verstreken, 0,25–0,375 mg protaminesulfaat per 100 IE muceus heparine. Bij een intraveneus infuus van heparine, het infuus stoppen en 25–50 mg protaminesulfaat langzaam i.v. toedienen. Als heparine subcutaan is toegediend, 1 mg protaminesulfaat per 100 IE muceus heparine toedienen; 25–50 mg langzaam als i.v.-injectie en de rest met een i.v.-infuus in 8–16 uur.

Neutralisatie van LMWH

Volwassenen

LEO Pharma: Intraveneus, als injectie of infusie: volgens de fabrikant is de gebruikelijke aanbevolen dosis 1 mg ofwel 0,1 ml protaminesulfaat per 100 anti-factor Xa-eenheden van het LMWH. Raadpleeg in geval van overdosering de officiële productinformatie CBG/EMA van het betreffende LMWH, omdat protaminesulfaat de verschillende LMWH’s op een verschillende manier neutraliseert. Houd bij de neutralisatie van de LMWH’s rekening met onvolledige neutralisatie, omdat protaminesulfaat slechts gedeeltelijk de anti-factor Xa activiteit neutraliseert (of raadpleeg de rubriek Eigenschappen). De neutralisatie wordt niet versterkt indien een hogere dan de aanbevolen dosis protaminesulfaat wordt toegediend. Na de subcutane toediening van LMWH’s kan een depot achter blijven, waardoor herhaaldelijk toedienen van protaminesulfaat noodzakelijk kan zijn. Protaminesulfaat kan in dit geval ook via een continu, langzaam intraveneus infuus worden gegeven.

Prosulf: Intraveneus, als injectie of infusie:1 mg (0,1 ml) protaminesulfaat per 100 IE LMWH. Raadpleeg ook de richtlijn van de fabrikant van het LMWH. Neem de langere halfwaardetijd van LMWH's (ca. 2× die van ongefractioneerd heparine) in overweging bij het inschatten van de benodigde dosis protaminesulfaat gerelateerd aan de verstreken tijd sinds de laatste dosis heparine. Grofweg moet de dosis protaminesulfaat gehalveerd worden, zodra één halfwaardetijd verstreken is na de laatste dosis LMWH. Na de subcutane toediening van LMWH’s worden injecties, of een continu, langzaam intraveneus infuus aanbevolen, omdat er absorptie uit een gevormd depot kan optreden.

Inactivering heparine tijdens cardiopulmonale bypass ingrepen.

Volwassenen

LEO Pharma: Intraveneus, als injectie of infusie: op geleide van bloedstollingstesten, meestal 1–2 mg protaminesulfaat (0,1–0,2 ml) per 100 IE toegediend heparine.

Prosulf: zoals bij 'Neutralisatie van heparine' of titreer aan de hand van de aPTT.

Toediening

  • Toedienen als langzame intraveneuze injectie in ca. 10 minuten of als een continu, langzaam intraveneus infuus (in natriumchloride 0,9%-oplossing).
  • Protaminesulfaat injectievloeistof niet mengen met andere geneesmiddelen, waaronder bepaalde antibiotica zoals verschillende cefalosporinen en penicillinen, omdat ze onverenigbaar zijn in oplossing (dit kan neerslagvorming veroorzaken).

Bijwerkingen

Gemeld zijn (frequentie van optreden onbekend):

  • overgevoeligheids- en anafylactische reacties zoals urticaria of andere huiduitslag, perifere vasodilatatie, dyspneu of angio-oedeem;
  • ernstigere reacties: bronchospasmen, hypotensie met cardiale en circulatiestoornissen, bewustzijnsverlies, krampen, (fatale) anafylactische shock; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen voor de risicofactoren voor een anafylactische reactie;
  • pulmonale hypertensie, pulmonaal oedeem. Rechterventrikelfalen (door pulmonale hypertensie). Verlengde hypotensie, geassocieerd met bradycardie, cyanose, stupor, syncope, verlies van bewustzijn of kortstondige hartstilstand. Ernstige acute pulmonale vasoconstrictie met cardiovasculaire collaps. Bloeding. Misselijkheid en braken. Rugpijn.

Bij te snelle intraveneuze toediening kunnen optreden: hypotensie (ernstig of voorbijgaand), hypertensie, bradycardie, dyspneu, misselijkheid, braken, warmtegevoel, plotselinge roodheid van de huid.

Interacties

Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.

Zwangerschap

Het is onwaarschijnlijk dat protamine de placenta passeert vanwege het hoge molecuulgewicht (4300 Dalton).

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Volgens Lareb kan protamine als heparine-antagonist worden toegepast.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Vanwege ontbrekende gegevens veiligheidshalve borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Protamine is niet geschikt om het effect van vitamine K-antagonisten tegen te gaan.

De anti-Xa activiteit van LMWH's kan niet compleet reversibel zijn met protaminesulfaat en kan tot 24 uur na toediening aanhouden. Zie ook de rubriek Eigenschappen.

Te snelle toediening kan o.a. ernstige hypotensie, bradycardie en een verhoogde kans op anafylactische reacties veroorzaken; zie ook de rubriek Bijwerkingen.

Omdat het (te snel) toedienen een anafylactische reactie kan veroorzaken moet reanimatie-apparatuur en shockbehandeling onmiddellijk beschikbaar zijn. Wees vooral zeer voorzichtig bij patiënten met een verhoogd risico op de ontwikkeling van antiprotamine-antilichamen en overgevoeligheidsreacties, extra medisch toezicht is dan vereist, zoals bij:

  • eerder ondergane procedures zoals coronairangioplastiek waarbij protamine kan worden gebruikt;
  • (kruis)allergie voor viseiwit (zie ook Eigenschappen);
  • na eerdere toediening van protamine of een protaminebevattende insuline (bij diabetespatiënten);
  • mannen die een vasectomie hebben ondergaan of onvruchtbaar zijn.

Een rebound anticoagulatie-effect van heparine of een LMWH dat gepaard gaat met bloedingen is in enkele gevallen gemeld, ondanks initiële toereikende heparineneutralisatie door protamine. Dit komt vaker voor bij toepassing van extracorporale circulatie tijdens cardiovasculaire ingrepen, binnen 0,5-18 uur na het toedienen van protamine. Deze bloedingen zijn te behandelen met aanvullende doses protamine. Reboundbloedingen kunnen ook optreden als protamine is gebruikt voor het neutraliseren van subcutaan toegediend heparine of een LMWH, ten gevolge van de continue afgifte van heparine of het LMWH uit de subcutane injectieplaats, die werkt als een depot.

Bij langdurige behandeling waarbij protamine herhaaldelijk moet worden toegediend, de stollingsparameters zoals de ACT nauwlettend controleren. Omdat trombocytopenie als gevolg van extracorporale circulatie (ECLS) kan worden verergerd door protamine, na toepassing van ECLS ook het trombocytenaantal controleren.

In geval van overdosering van heparine én afwezigheid van een duidelijke bloeding, de toepassing van protamine zorgvuldig overwegen. Bepaal hierbij de risico/voordelen-ratio voor de patiënt en weeg de relatief korte halfwaardetijd van heparine (vooral bij i.v.-toediening) en de potentiële risico’s van het gebruik van protamine af.

Overdosering van protamine of toediening in afwezigheid van heparine of een LMWH kan de coagulatietijd verlengen, omdat protamine zelf een anticoagulerende werking heeft (zie Eigenschappen).

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen (< 18 jaar) zijn niet vastgesteld, daarom wordt protaminesulfaat niet aangeraden bij kinderen door de fabrikant van Prosulf. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij ouderen of bij een verminderde nier- of leverfunctie.

Overdosering

Symptomen

Verlenging van de stollingstijd, bloedingen (zie Eigenschappen). Hypotensie, bradycardie, dyspneu. Tevens zijn bij zeer hoge dosis protaminesulfaat (800 mg/70 kg) histaminerge effecten waargenomen: jeuk, perifere vasodilatatie, vermoeidheid, gevoel van onbehagen, misselijkheid/braken, hoofdpijn, hyperventilatie en verhoging van de lichaamstemperatuur.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met protamine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Protamine(sulfaat) is een polypeptide afkomstig uit hom (sperma) van de zalm. Protamine werkt als antagonist doordat het als sterke base met zuur heparine of LMWH een stabiel inactief (zout)complex vormt. Dit complex heeft geen anticoagulerende activiteit. Daarnaast heeft protamine zelf (ook) een zwak anticoagulerend effect. Hierdoor kunnen, bij toediening van meer protamine dan nodig is voor de neutralisatie van heparine, bloedingen optreden.

Protamine is minder effectief bij overdosering van een LMWH; volgens de fabrikant van Leo Pharma neutraliseert protaminesulfaat bijna volledig de antifactor-IIa-activiteit (voor elke LMWH > 87%), maar neutraliseert slechts gedeeltelijk de anti-factor-Xa-activiteit. De neutralisatiegraad met betrekking tot de hoeveelheid anti-Xa geneutraliseerd in vitro is:

  • dalteparine: 59%;
  • enoxaparine: 46%;
  • nadroparine: 51%;
  • tinzaparine: 81%.

Werking: na i.v.-toediening treedt heparine-neutralisatie op na < 1–15 min.

Kinetische gegevens

Metabolisering wordt geïnactiveerd in het plasma door enzymen, waarbij het protamine-heparinecomplex waarschijnlijk gedeeltelijk wordt afgebroken en heparine vrijkomt.
Eliminatie voornamelijk met de urine en in mindere mate via de lever en de gal met de feces.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd