Samenstelling
Mucodyne XGVS OTC Cooper Consumer Health International
- Toedieningsvorm
- Drank 'Adult'
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 200 ml
Bevat: saccharose 400 mg/ml en methylhydroxybenzoaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Acetylcysteïne Oogdruppels FNA XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (5%)
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml
(Oculoguttae acetylcysteini 5%) Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij acute hoest ten gevolge van ongecompliceerde luchtweginfecties heeft een afwachtend beleid de voorkeur. De effectiviteit van symptomatische of antimicrobiële therapie is niet aangetoond.
Acute bronchitis: Er zijn geen aanwijzingen dat de toepassing van mucolytica bij incidentele acute bronchitis klinisch nut heeft.
Exacarbaties van chronische luchtwegaandoeningen: Van de toepassing van een mucolyticum bij een acute exacerbatie bij een ernstige chronische luchtwegaandoening, die gepaard gaat met de productie van taai, moeilijk te verwijderen slijm, kan hoogstens een verbetering van de subjectieve symptomen worden verwacht.
Advies
Keratoconjunctivitis sicca op dezelfde manier behandelen als droge ogen; indifferente middelen/kunsttranen geven veelal verlichting van de klachten. ’s Nachts altijd een indifferente oogzalf geven; zie voor meer informatie de NHG-standaard Rood oog en oogtrauma (2017).
Indicaties
- Om bij volwassenen het ophoesten te vergemakkelijken indien dit door taai slijm wordt bemoeilijkt, zoals bij vastzittende hoest.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Keratoconjunctivitis sicca
Doseringen
Hoest:
Volwassenen:
750 mg 3×/dag.
Doseringen
Keratoconjunctivitis sicca:
Volwassenen en kinderen:
1 druppel in het aangedane oog 3–4×/dag.
Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die het minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
Bijwerkingen
Gemeld is: incidenteel maagklachten.
Bijwerkingen
Wazig zien, irritatie, brandend gevoel en tranende ogen na het druppelen. Overgevoeligheidsreacties zoals roodheid en huiduitslag.
Interacties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante interacties bekend.
Interacties
In vitro is inactivering van antibiotica geconstateerd bij mengen met acetylcysteïne; hiermee rekening houden indien ook oogdruppels met antibiotica worden gegeven.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onbekend. Er is echter ruime ervaring met het gebruik tijdens zwangerschap.
Advies: Kan overeenkomstig het voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Beperkte hoeveelheid gegevens van oraal gebruik bij mensen wijst niet op een risico voor het kind. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Bij de mens onbekend. Er is weinig ervaring met het gebruik tijdens de lactatie.
Farmacologisch effect: Nadelige effecten op de zuigeling zijn niet gemeld.
Advies: Kan overeenkomstig het voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Met het gebruik van acetylcysteïne als mucolyticum tijdens lactatie bestaat veel ervaring, nadelige effecten op de zuigeling zijn niet gemeld.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
- kinderen jonger dan 2 jaar (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).
Waarschuwingen en voorzorgen
Ulcus pepticum: Carbocisteïne kan de consistentie van de maagmucosa aantasten, door verbreken van de zwavelbruggen van de mucopolysacchariden. Wees daarom voorzichtig bij (een voorgeschiedenis van) ulcus pepticum vanwege mogelijke irritatie van het slijmvlies in het maag-darmkanaal.
Onderzoeksgegevens: Bij kinderen jonger dan 2 jaar kan het vermogen om slijm op te hoesten beperkt zijn met als gevolg luchtwegobstructie (vol lopen); gebruik bij kinderen jonger dan 2 jaar is daarom gecontra-indiceerd. Niet geschikt voor kinderen < 18 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij droge ogen of een beschadigde cornea is nauwlettend toezicht vereist, omdat het conserveermiddel benzalkoniumchloride bij langdurig gebruik keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie kan veroorzaken.
Contactlenzen: benzalkoniumchloride kan zachte contactlenzen doen verkleuren en vanuit de traanfilm worden opgenomen in de zachte contactlens. Geen zachte contactlenzen dragen tijdens behandeling met acetylcysteïne oogdruppels.
Eigenschappen
Mucolyticum. Carbocisteïne kan de viscositeit van het bronchiaalslijm verminderen door depolymerisatie, waarbij de in het slijm aanwezige disulfidebruggen tussen de macromoleculen worden geopend.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
T max | na ca. 1 uur. |
Eliminatie | met de urine, vnl. onveranderd (80%). |
T 1/2el | ca. 2 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Acetylcysteïne verdunt taaie en ingedroogde traanvloeistof en vangt bepaalde schadelijke stoffen (radicalen) weg. Het kan de viscositeit van slijm verminderen door depolymerisatie, waarbij de in het slijm aanwezige disulfidebruggen tussen de macromoleculen worden geopend.
Groepsinformatie
carbocisteïne hoort bij de groep mucolytica.
Groepsinformatie
acetylcysteïne (bij oogaandoening) hoort bij de groep Middelen voor oculair gebruik, overige.
- bibrocathol (S01AX05) Vergelijk
- ciclosporine (bij oogaandoening) (S01XA18) Vergelijk
- idebenon (N06BX13) Vergelijk
- mercaptamine (bij oogaandoening) (S01XA21) Vergelijk
- natriumchloride (oogwassing) (S01XA20) Vergelijk
- natriumchloride hypertoon (S01XA03) Vergelijk
- natriumedetaat (S01XA05) Vergelijk
- ocriplasmine (S01XA22) Vergelijk
- voretigeen neparvovec (S01XA27) Vergelijk