Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

chloralhydraat

anti-epileptica N05CC01

Sluiten

lamotrigine

anti-epileptica N03AX09

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd.

Chloralhydraat Drank/Klysma/Zetpillen FNA Formularium der Nederlandse Apothekers

Toedieningsvorm
Drank
Sterkte
100 mg/ml

De drank bevat saccharose 700 mg/ml. Conserveermiddel: methylparahydroxybenzoaat. (Mixtura chlorali hydratis FNA)

Toedieningsvorm
Klysma
Sterkte
50 mg/ml
Verpakkingsvorm
100 ml
Toedieningsvorm
Klysma
Sterkte
150 mg/ml
Verpakkingsvorm
100 ml

(Klysma chlorali hydratis FNA) In arachideolie.

Toedieningsvorm
Zetpil
Sterkte
300 mg, 500 mg, 750 mg, 1000 mg

In macrogolbasis. (Suppositoria chlorali hydratis FNA)

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Lamictal GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Tablet 'Dispers'
Sterkte
2 mg, 5 mg, 25 mg, 50 mg, 100 mg, 200 mg

Lamotrigine Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet 'Dispers'
Sterkte
5 mg, 25 mg, 50 mg, 100 mg, 200 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

(Dreigende) status epilepticus: Geef bij een epileptisch insult dat langer dan vijf minuten duurt midazolam nasaal, buccaal of intramusculair. Herhaal dit wanneer er vijf minuten na toediening nog symptomen zijn en verwijs met spoed naar de tweedelijnszorg. Diazepam rectiole is tweede keus, maar kan in de thuissituatie eerste keus zijn als noodmedicatie.

Chloralhydraat heeft geen plaats bij status epilepticus.

Bij slapeloosheid is er geen plaats voor chloralhydraat, vanwege het risico van toxiciteit bij overdosering en de beschikbaarheid van voldoende alternatieven.

Advies

Bij alle vormen van focale (voorheen partiële) epilepsie zijn carbamazepine, lacosamide, lamotrigine, levetiracetam, oxcarbazepine en valproïnezuur middelen van eerste keus als onderhoudsbehandeling. Middelen van tweede keus zijn brivaracetam, clobazam (alleen als ‘add-on’), gabapentine, perampanel, pregabaline, topiramaat en zonisamide.

Bij gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen zonder myoklonieën zijn lamotrigine, levetiracetam en valproïnezuur middelen van eerste keus als onderhoudsbehandeling. Levetiracetam en valproïnezuur zijn middelen van eerste keus bij gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen met myoklonieën. Clobazam (alleen als ‘add-on’), perampanel en topiramaat zijn bij gegeneraliseerde epilepsie alternatieven bij contra-indicaties voor de eerstekeusmiddelen of als deze onvoldoende effectief zijn.

Bij kinderen met absences is ethosuximide het middel van eerste keus als onderhoudsbehandeling. Bij een toegenomen kans op gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen bij kinderen of als ethosuximide niet wordt verdragen heeft valproïnezuur de voorkeur. Indien bij absences bij kinderen ethosuximide en valproïnezuur niet worden verdragen heeft lamotrigine monotherapie de voorkeur.

Lamotrigine kan gebruikt worden als adjuvans bij Lennox-Gastautsyndroom.

Een bipolaire stoornis wordt behandeld door of in overleg met een specialistisch team. Bij een ernstige manische episode zijn haloperidol, olanzapine, quetiapine of risperidon de middelen van eerste keus. Bij een ernstige depressieve episode zijn quetiapine óf de combinatie van olanzapine met fluoxetine (SSRI) de middelen van eerste keus. Overweeg lithium of valproïnezuur als monotherapie bij beide soorten episoden.

Als onderhoudsbehandeling van een bipolaire stoornis is lithium het middel van eerste keus, omdat lithium behalve de kans op recidieven van manie en depressie, ook de kans op suïcide vermindert. Overweeg valproïnezuur, quetiapine of olanzapine als tweede keus voor de onderhoudsbehandeling, bij gebleken effectiviteit tijdens de acute behandelfase, of bij onvoldoende effect en/of onverdraagbare bijwerkingen van lithium.

Lamotrigine is alleen effectief bevonden ter preventie van depressieve episoden bij een bipolaire stoornis en is minder geschikt wanneer snel resultaat gewenst is.

Indicaties

  • Offlabel: Status epilepticus bij kinderen.
  • Offlabel: Als sedativum of premedicatie, bijvoorbeeld bij diagnostisch onderzoek of niet-pijnlijke ingrepen.

De offlabel-toepassing bij slaapstoornissen wordt afgeraden.

Gerelateerde informatie

  • slapeloosheid

Indicaties

  • Epilepsie: Volwassenen en kinderen > 12 jaar: Adjuvans of monotherapie bij focale (voorheen partiële) en gegeneraliseerde epilepsie waaronder tonisch-klonische epilepsie; adjuvans of initiële therapie bij Lennox-Gastautsyndroom. Kinderen 2–12 jaar: Adjuvans bij focale en gegeneraliseerde epilepsie waaronder tonisch-klonische epilepsie; adjuvans bij Lennox-Gastautsyndroom; monotherapie bij absence epilepsie.
  • Bipolaire stoornis: Volwassenen: Preventie van depressieve episode bij bipolaire I stoornis met voornamelijk depressieve episoden.

Gerelateerde informatie

  • bipolaire stoornis
  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Offlabel: Status epilepticus:

Kinderen

Volgens het Kinderformularium van het NKFK: Neonaten, aterme: Oraal: 30 mg/kg lichaamsgewicht eenmalig. Indien nodig na 30 min herhalen met 15–30 mg/kg/dosis. Rectaal: 50 mg/kg éénmalig.

Kinderen van 1–12 maanden: Oraal/rectaal: 50 mg/kg per keer. Zo nodig na 30 min herhalen met 25 mg/kg per keer, max. 1000 mg per keer;

Kinderen vanaf 1 jaar: Oraal/rectaal: 50 mg/kg lichaamsgewicht per keer. Zo nodig na 30 min herhalen met 25–50 mg/kg per keer, max. 2000 mg per keer.

Offlabel: Als sedativum of premedicatie, bijvoorbeeld bij diagnostisch onderzoek of niet-pijnlijke ingrepen:

Volwassenen

Oraal: 250 mg 3×/dag.

Kinderen:

Volgens het Kinderformularium van het NKFK: Neonaten, aterme: Oraal: 30 mg/kg lichaamsgewicht eenmalig. Indien nodig na 30 min herhalen met 15–30 mg/kg/dosis. Rectaal: 50 mg/kg éénmalig.

Kinderen van 1–12 maanden: Oraal/rectaal: 50 mg/kg per keer. Zo nodig na 30 min herhalen met 25 mg/kg per keer, max. 1000 mg per keer;

Kinderen vanaf 1 jaar: Oraal/rectaal: 50 mg/kg lichaamsgewicht per keer. Zo nodig na 30 min herhalen met 25–50 mg/kg per keer, max. 2000 mg per keer.

Kinderen > 3 maanden (volgens het NKFK) en volwassenen:

Bij verminderde nierfunctie (creatinineklaring <50 ml/min): voorzichtigheidshalve niet gebruiken.

De drank, klysma en zetpillen toedienen een kwartier vóór het slapen gaan. De drank verdund met water of melk innemen. De drank heeft een vieze smaak.

Dosering

Bij dit geneesmiddel wordt (tevens) gedoseerd op geleide van de bloedspiegel; zie voor meer informatie hierover op Lamotrigine van tdm-monografie.org.

Bij herstarten van de behandeling ter vermindering van het risico op ernstige huiduitslag opnieuw titreren volgens het aanbevolen insluipschema als het tijdsinterval sinds het stoppen groter is dan vijf halfwaardetijden. Als de berekende hoeveelheid niet uitkomt in hele tabletten het lagere aantal hele tabletten innemen. Indien de berekende dagdosis tussen de 1 en 2 mg ligt, kan de disperstablet gedurende de eerste twee weken om de dag worden ingenomen; bij lagere dagdosis niet toepassen. Bij matige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore 7–9) de doseringen met de helft verlagen; bij ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore 10–15) met 75%. Bij een verminderde nierfunctie kunnen lagere onderhoudsdoseringen effectief zijn.

Klap alles open Klap alles dicht

epilepsie:

Volwassenen en kinderen > 12 jaar:

Monotherapie of als adjuvans zonder combinatie met valproïnezuur en zonder lamotrigine-glucuronideringsinduceerders: begindosering 25 mg 1×/dag gedurende 2 weken, daarna 50 mg 1×/dag gedurende 2 weken. Verder per 1–2 weken met max. 50–100 mg verhogen tot een onderhoudsdosering van 100–200 mg per dag in 1 of 2 giften, zo nodig tot 500 mg per dag.

In combinatie met valproïnezuur: begindosering 25 mg om de dag gedurende 2 weken, daarna 25 mg 1×/dag gedurende 2 weken. Vervolgens per 1–2 weken met max. 25–50 mg verhogen tot een onderhoudsdosering van 100–200 mg per dag in 1–2 giften.

Combinatietherapie zonder valproïnezuur en mét fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital, primidon, rifampicine of lopinavir/ritonavir: begindosering 50 mg 1×/dag gedurende 2 weken, daarna 50 mg 2×/dag gedurende 2 weken. Verder per 1–2 weken met max. 100 mg verhogen tot een onderhoudsdosering van 200–400 mg per dag in 2 giften; zonodig tot 700 mg per dag. Bij onbekende interactie doseerschema gebruiken zoals met valproïnezuur.

Kinderen 2–12 jaar:

Monotherapie bij typische absence epilepsie; of als adjuvans zonder combinatie met valproïnezuur en zonder lamotrigine-glucuronideringsinduceerders: 0,3 mg/kg per dag in 1–2 giften gedurende 2 weken, daarna 0,6 mg/kg per dag in 1–2 giften gedurende 2 weken. Vervolgens iedere 1–2 weken opbouwen met max. 0,6 mg/kg per dag tot optimale respons: gebruikelijke onderhoudsdosering als adjuvans zonder combinatie met valproïnezuur en zonder lamotrigine-glucuronideringsinduceerders: 1–15 mg/kg per dag in 1–2 giften; onderhoudsdosering als monotherapie bij typische absence epilepsie: 1–15 mg/kg per dag in 1–2 giften; (ook als adjuvans) max. 200 mg per dag.

Combinatie therapie met valproïnezuur: 0,15 mg/kg 1×/dag gedurende 2 weken, daarna 0,3 mg/kg 1×/dag gedurende 2 weken. Daarna iedere 1–2 weken opbouwen met max. 0,3 mg/kg tot optimale respons. Gebruikelijke onderhoudsdosering: 1–5 mg/kg per dag in 1 gift of verdeeld over 2 giften; max. 200 mg per dag.

Combinatietherapie zonder valproïnezuur en mét fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital, primidon, rifampicine of lopinavir/ritonavir: 0,6 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2 giften gedurende 2 weken, daarna 1,2 mg/kg per dag in 2 giften gedurende 2 weken. Daarna iedere 1–2 weken opbouwen met max. 1,2 mg/kg tot optimale respons; gebruikelijke onderhoudsdosering: 5–15 mg/kg in 1–2 giften; max. 400 mg per dag. Bij onbekende interactie doseerschema gebruiken zoals met valproïnezuur.

Bipolaire I stoornis, ter preventie van depressieve episode:

Volwassenen ≥ 18 jaar:

Monotherapie of als adjuvans zonder combinatie met valproïnezuur en zonder lamotrigine-glucuronideringsinduceerders: week 1–2: 25 mg 1×/dag; week 3–4: 50 mg/dag in 1–2 giften; week 5: 100 mg per dag in 1–2 giften; vanaf week 6: 200 mg/dag in 1–2 giften; dosisbereik 100–400 mg per dag. Indien vervolgens valproïnezuur wordt toegevoegd de lamotriginedosering halveren vanaf week 1. Indien een lamotrigine-glucuronideringsinduceerder en geen valproïnezuur wordt toegevoegd: afhankelijk van de dosering over een periode van 3 weken de lamotriginedosis geleidelijk verdubbelen tot max. 400 mg/dag.

In combinatie met valproïnezuur: week 1–2: 25 mg om de dag; week 3–4: 25 mg 1×/dag; week 5: 50 mg per dag in 1–2 giften; vanaf week 6: 100 mg/dag in 1–2 giften; max. 200 mg per dag. Indien vervolgens met valproïnezuur wordt gestopt, de lamotriginedosering verhogen naar 100 mg 2×/dag; als vóór het stoppen van valproïnezuur de lamotriginedosis al 200 mg per dag bedroeg, de dosering in week 1 verhogen naar 300 mg per dag en in week 2 verder naar 400 mg per dag.

Combinatietherapie zonder valproïnezuur en mét fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital, primidon, rifampicine of lopinavir/ritonavir: week 1–2: 50 mg 1×/dag; week 3–4: 50 mg 2×/dag; week 5: 100 mg 2×/dag; week 6: 150 mg 2×/dag; week 7 en verder: 200 mg 2×/dag. Indien vervolgens met de lamotrigine-glucuronideringsinduceerder wordt gestopt, de lamotriginedosering verlagen naar 300 mg per dag in week 2 en naar 200 mg per dag in week 3 en verder. Bij een lamotriginedosis voor staken van 300 mg per dag: de dosis verlagen naar 225 mg per dag in week 2 en 150 mg /dag in week 3 en verder. Bij een lamotriginedosering vóór staken van 200 mg per dag: de dosering verlagen naar 150 mg per dag in week 2 en 100 mg per dag in week 3 en verder.

Bij ouderen: een dosisaanpassing is niet nodig.

Nierfunctiestoornis: bij een verminderde nierfunctie kunnen lagere onderhoudsdoseringen effectief zijn. Bij eindstatium van nierfalen de startdosering lamotrigine afstemmen op de comedicatie.

Leverfunctiestoornis: bij matige leverfunctiestoornis (Child-Pugh graad B) de start-, titreer- en onderhoudsdoseringen met ongeveer 50% verlagen; bij ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh graad C) met 75%. Het titreren van (onderhouds)dosering aanpassen op geleide van de klinische respons.

Gebruik van hormonale anticonceptie: Tijdens onderhoudsdosering zonder gebruik van additionele induceerders van de lamotrigine glucuronidering: bij starten met orale anticonceptie (continu anticonceptivum) zal op geleide van plasmaspiegels en/of klinische respons de onderhoudsdosering van lamotrigine meestal moeten verdubbelen; de dagdosis geleidelijk verhogen met 50–100 mg per week. Bij stoppen met orale anticonceptie de onderhoudsdosering halveren; de dagdosis geleidelijk verlagen met 50–100 mg per week over een periode van 3 weken. Monsters voor de bepaling van het lamotriginegehalte niet nemen tijdens de eerste week na het definitief staken met de anticonceptiepil.

Toedieningsinformatie: Disperstabletten mag men kauwen of innemen met water of oplossen in water.

Bijwerkingen

Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken, diarree en een nare smaak. Paradoxale reacties met opwinding en verwardheid, delirium, nachtmerries. (Allergische) huidreacties.

Verlenging van het QTc-interval, eosinofilie, leukopenie en ''hang over' kunnen voorkomen.

Chronisch gebruik van hoge doses kan leiden tot hypotensie, ademhalingsdepressie, ademhalingsstilstand, aritmie, depressie van het myocard en beschadiging van de nieren.

Bij chronisch gebruik kan vanaf de tweede week tolerantie en lichamelijke en psychische afhankelijkheid ontstaan. Plotseling staken kan delirium en convulsies veroorzaken.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): huiduitslag, hoofdpijn.

Vaak (1-10%): irritatie, agressie, slaperigheid, slapeloosheid, agitatie, duizeligheid, tremor, misselijkheid, maag-darmklachten (incl. braken en diarree), droge mond, artralgie, (rug)pijn, vermoeidheid.

Soms (0,1-1%): ataxie, dubbelzien, wazig zien, alopecia.

Zelden (0,01-0,1%): Stevens-Johnsonsyndroom, onvaste gang, nystagmus, aseptische meningitis, conjunctivitis.

Zeer zelden (< 0,01%): bloedafwijkingen waaronder neutropenie, leukopenie, anemie, trombocytopenie, pancytopenie, aplastische anemie, agranulocytose. Hemofagocytaire lymfohistiocytose (HLH). Overgevoeligheidsreacties (waaronder koorts, lymfadenopathie, gezichtsoedeem, bloed- en leverafwijkingen, intravasculaire stolling en multipel orgaanfalen); ook huiduitslag is gemeld als onderdeel van een overgevoeligheidssyndroom. Toxische epidermale necrolyse, DRESS (Drug Reaction with Eosinophilia and Systemic Symptoms). Tics, hallucinaties, verwarring, extrapiramidale symptomen, choreoathetose, toegenomen aanvalsfrequentie, verhoogde leverfunctietest, leverfalen, lupus-achtige reacties.

Verder is gemeld: hypogammaglobulinemie, verergering van parkinsonisme. Na langdurige behandeling: afgenomen botmineraaldichtheid, osteopenie, osteoporose en botfracturen. Ernstige convulsies, soms leidend tot rabdomyolyse zijn in samenhang met lamotrigine voorgekomen.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

De werking van orale anticoagulantia kan aanvankelijk worden versterkt door verdringing uit de eiwitbinding; na enkele dagen vermindert het effect door enzyminductie.

Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken de centrale werking van chloralhydraat.

Interacties

De glucuronidering (via UGTs) van lamotrigine wordt significant geïnduceerd door fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital, primidon, rifampicine, atazanavir/ritonavir, lopinavir/ritonavir; zie de aangepaste dosering bij combinatie onder de rubriek Dosering. Bij toevoeging van resp. staken van atazanavir/ritonavir of lopinavir/ritonavir is eerst controle van de lamotrigine plasmaspiegel aangewezen om na te gaan of verhoging resp. verlaging van de lamotrigine dosering nodig is.

De glucuronidering van lamotrigine wordt significant geremd door valproïnezuur; deze vertraagt het metabolisme en verdubbelt bijna de halfwaardetijd. Lamotrigine kan in enkele gevallen plasmaconcentraties van andere anti-epileptica verhogen (oxcarbazepine, topiramaat). Gebruik van orale anticonceptiva kan de plasmaspiegel met 50% verlagen (door inductie van glucuronyltransferase); daarom is dosisaanpassing nodig en komt als orale anticonceptie alleen een continu anticonceptivum (zonder pilvrije week) in aanmerking.

Omdat lamotrigine een remmer is van Organic Transporter 2 (OCT2), kan het de plasmaspiegel verhogen van renaal geklaarde middelen die een substraat zijn van OCT2 (zoals metformine, gabapentine en varenicline).

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens.

Farmacologisch effect: Onthoudingsverschijnselen kunnen optreden bij de pasgeborene.

Advies: Gebruik ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens zijn er geen aanwijzingen voor een substantiële toename in de kans op aangeboren afwijkingen. Er lijkt meer kans op schade bij combinatie met andere anti-epileptica.

Farmacologisch effect: Bij dieren is ontwikkelingstoxiciteit gebleken. Lamotrigine heeft zwakke foliumzuurantagonerende eigenschappen. Gedurende de zwangerschap variëren de plasmaspiegels van lamotrigine aanzienlijk; na de geboorte kan een snelle stijging optreden.

Advies: Kan worden gebruikt in lage dosering. Indien mogelijk monotherapie geven. De plasmaspiegel voor, tijdens en na de zwangerschap vervolgen en zonodig de dosering aanpassen.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, de metaboliet trichloorethanol in kleine hoeveelheden.

Farmacologisch effect: Sedatie bij de zuigeling is mogelijk.

Advies:Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Overig: Bij gelijktijdig gebruik, de zuigeling controleren op bijwerkingen.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja; meldingen van een lamotrigineconcentratie bij de zuigeling van max. 50% van die van de moeder.

Farmacologisch effect: Mogelijk.

Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af. Zuigeling controleren op bijwerkingen.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • aangeboren lang-QT-intervalsyndroom;
  • ernstige leverfunctiestoornis;
  • ernstige cardiovasculaire stoornissen;
  • ulcus pepticum, oesofagitis, gastritis bij orale toediening.

Waarschuwingen en voorzorgen

Reeds na enkele weken kan psychische en lichamelijke afhankelijkheid optreden.

Bij chronisch gebruik kunnen zich nierbeschadigingen voordoen.

In verband met mogelijke onthoudingsverschijnselen, gelijkend op delirium tremens, de toediening geleidelijk staken.

Chloralhydraat kan bij de Benedict-suikerreactie op glucose in de urine fout-positieve reacties veroorzaken.

Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

(Ernstige) huiduitslag treedt vaker op bij gelijktijdig gebruik van valproïnezuur, bij allergie of huiduitslag in reactie op andere anti-epileptica in de anamnese, bij hoge begindoseringen en bij overschrijding van het aanbevolen insluipschema. De huiduitslag kan een onderdeel zijn van een overgevoeligheidssyndroom, met als vroege symptomen koorts en lymfadenopathie en later oedeem in het gelaat, bloed- en leverafwijkingen en aseptische meningitis. In zeldzame gevallen leidt het tot uitgebreide intravasculaire stolling (DIC) en multipel orgaanfalen. Bij kinderen kunnen de eerste tekenen van huiduitslag worden aangezien voor een infectie. Indien binnen acht weken na begin van de behandeling koorts of huidreacties optreden, kan die worden veroorzaakt door lamotrigine. Bij huiduitslag de patiënt direct evalueren en de behandeling onmiddellijk staken en later niet opnieuw starten. Bij staken van de behandeling door optreden van Stevens-Johnsonsyndroom, DRESS, toxische epidermale necrolyse of aseptische meningitis, de behandeling nooit opnieuw beginnen.

Bij HLA-B*1502-positieve polymorfismen lijkt het risico op levensbedreigende cutane bijwerkingen verhoogd.

Bij optreden van Hemofagocytaire lymfohistiocytose (HLH) de behandeling direct staken; HLH kan levensbedreigend zijn. Patiënten moeten bij symptomen van HLH ( koorts, uitslag, neurologische symptomen, hepatosplenomegalie, lymfadenopathie, cytopenie, hoge serum-ferritine, hypertriglyceridemie en afwijkingen van leverfunctie en coagulatie), die meestal binnen 4 weken na start van de behandeling optreden, direct medische hulp zoeken.

Myoklonische epilepsie kan verergeren.

Tijdens behandeling is controle op tekenen van suïcidale gedachten en gedrag aangewezen.

Houdt bij bipolaire stoornis rekening met een verergering van depressieve symptomen en zelfmoordneiging, met name bij een voorgeschiedenis van suïcidale gedachten of gedrag en bij jong volwassenen.

Wees voorzichtig bij nierstoornissen en het Brugada-syndroom. Aritmogene ST-T-afwijkingen en Brugada-ECG zijn bij behandelde patiënten gemeld.

Bij epilepsie kan abrupt staken van lamotrigine leiden tot onttrekkingsinsulten; daarom de dosering in twee weken stapsgewijs verlagen.

Onderzoeksgegevens: Het effect op de ontwikkeling van kinderen is onbekend. Vanwege onvoldoende gegevens wordt toepassing bij kinderen jonger dan 2 jaar bij epilepsie afgeraden. Bij bipolaire stoornis wordt toepassing bij kinderen jonger dan 18 jaar afgeraden omdat in een RCT lamotrigine niet werkzaam was en er een toegenomen aantal zelfmoordneigingen te zien was.

Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Overdosering

Symptomen

gastritis, concentratiegebrek; in ernstige gevallen: coma, hypotonie, hartfunctiestoornissen en ademhalingsdepressie. Chloralhydraat heeft een smalle therapeutische breedte. De letale dosis chloralhydraat voor een volwassenen is 10 g.

Therapie

hemoperfusie bij een serumtrichloorethanolspiegel > 80 microg/ml.

Zie verder voor symptomen en behandeling de monografie op vergiftigingen.info.

Overdosering

Symptomen

verminderd bewustzijn, status epilepticus, coma. Inname van 10–20× de maximale therapeutische dosering heeft fatale gevolgen gehad. Verbreding van de QRS-piek tot meer dan 100 ms is in verband gebracht met ernstigere toxiciteit.

Therapie

symptomatisch. Er is bij overdosering geen ervaring met hemodialyse.

Zie verder voor symptomen en behandeling op vergiftigingen.info bij lamotrigine.

Eigenschappen

Dempende werking op het centrale zenuwstelsel. De sederende werking begint binnen 30–60 minuten en houdt 4–8 uur aan.

Kinetische gegevens

Resorptie snel en goed.
F van klysma is 60% van die van de macrogolzetpil.
Metabolisering in de lever en erytrocyten tot actief trichloorethanol. Beide actieve verbindingen worden in de lever en de nieren omgezet in het inactieve trichloorazijnzuur
Eliminatie via de nieren als metabolieten.
T 1/2el 8–11 uur (trichloorethanol). Deze is bij kinderen < 2 jaar verlengd en met name bij neonaten in sterke mate (tot 66 uur is gemeld).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Anti-epilepticum dat door blokkade van spanningsgevoelige natriumkanalen de neuronale membranen stabiliseert en zo met name vrijzetting van glutamaat verhindert. Ook bij bipolaire stoornis speelt beïnvloeding van spanningsgevoelige natriumkanalen waarschijnlijk een belangrijke rol.

Kinetische gegevens

Resorptie snel en volledig.
T max 2½ uur, met voedsel langer.
V d 1 l/kg.
Metabolisering in de lever 65% via glucuronidering.
Eliminatie via de nieren; < 10% onveranderd.
T 1/2el ca. 33 (14–103) uur, korter bij oudere kinderen; 14 uur (gem. 7 uur bij kinderen) in combinatie met enzyminducerende middelen zoals carbamazepine en fenytoïne, 70 uur (gem. 45–50 uur bij kinderen) met valproïnezuur. Bij jonge kinderen van 2–26 mnd. is de halfwaardetijd gem. langer namelijk 38 uur, deze is 23 uur in combinatie met enzyminducerende middelen zoals carbamazepine en fenytoïne, 136 uur met valproïnezuur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

chloralhydraat hoort bij de groep anti-epileptica.

  • brivaracetam (N03AX23) Vergelijk
  • carbamazepine (N03AF01) Vergelijk
  • clonazepam (N03AE01) Vergelijk
  • ethosuximide (N03AD01) Vergelijk
  • felbamaat (N03AX10) Vergelijk
  • fenobarbital (N03AA02) Vergelijk
  • fenytoïne (N03AB02) Vergelijk
  • gabapentine (N03AX12) Vergelijk
  • lacosamide (N03AX18) Vergelijk
  • lamotrigine (N03AX09) Vergelijk
  • levetiracetam (N03AX14) Vergelijk
  • oxcarbazepine (N03AF02) Vergelijk
  • perampanel (N03AX22) Vergelijk
  • pregabaline (N03AX16) Vergelijk
  • primidon (N03AA03) Vergelijk
  • rufinamide (N03AF03) Vergelijk
  • stiripentol (N03AX17) Vergelijk
  • topiramaat (N03AX11) Vergelijk
  • valproïnezuur (N03AG01) Vergelijk
  • vigabatrine (N03AG04) Vergelijk
  • zonisamide (N03AX15) Vergelijk

Groepsinformatie

lamotrigine hoort bij de groep anti-epileptica.

  • brivaracetam (N03AX23) Vergelijk
  • carbamazepine (N03AF01) Vergelijk
  • chloralhydraat (N05CC01) Vergelijk
  • clonazepam (N03AE01) Vergelijk
  • ethosuximide (N03AD01) Vergelijk
  • felbamaat (N03AX10) Vergelijk
  • fenobarbital (N03AA02) Vergelijk
  • fenytoïne (N03AB02) Vergelijk
  • gabapentine (N03AX12) Vergelijk
  • lacosamide (N03AX18) Vergelijk
  • levetiracetam (N03AX14) Vergelijk
  • oxcarbazepine (N03AF02) Vergelijk
  • perampanel (N03AX22) Vergelijk
  • pregabaline (N03AX16) Vergelijk
  • primidon (N03AA03) Vergelijk
  • rufinamide (N03AF03) Vergelijk
  • stiripentol (N03AX17) Vergelijk
  • topiramaat (N03AX11) Vergelijk
  • valproïnezuur (N03AG01) Vergelijk
  • vigabatrine (N03AG04) Vergelijk
  • zonisamide (N03AX15) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anti-epileptica

Indicaties

  • slapeloosheid

Externe links

  • Medicijnkosten.nl
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anti-epileptica

Indicaties

  • bipolaire stoornis
  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".