Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

clobazam

benzodiazepine agonisten N05BA09

Sluiten

diazepam

benzodiazepine agonisten N05BA01

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Clobazam Bijlage 2 Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
10 mg

Clobazam Bijlage 2 Doorgeleverde bereiding

Toedieningsvorm
Orale suspensie
Sterkte
1 mg/ml
Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
5 mg

Clobazam XGVS Bijlage 2 Doorgeleverde bereiding

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
1 mg, 2,5 mg

Frisium Bijlage 2 Sanofi SA

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
10 mg, 20 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Diazepam Bijlage 2 Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
5 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 2 ml

Bevat tevens: benzylalcohol, ethanol.

Toedieningsvorm
Rectiole
Sterkte
2 mg/ml
Verpakkingsvorm
2,5 ml

Bevat tevens: benzylalcohol, ethanol.

Toedieningsvorm
Rectiole
Sterkte
4 mg/ml
Verpakkingsvorm
2,5 ml

Bevat tevens: benzylalcohol, ethanol.

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
2 mg, 5 mg, 10 mg

Stesolid Bijlage 2 Aurobindo Pharma bv

Toedieningsvorm
Rectiole
Sterkte
2 mg/ml
Verpakkingsvorm
2,5 ml

Bevat tevens: benzylalcohol, ethanol.

Toedieningsvorm
Rectiole
Sterkte
4 mg/ml
Verpakkingsvorm
2,5 ml

Bevat tevens: benzylalcohol, ethanol.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij alle vormen van focale (voorheen partiële) epilepsie zijn carbamazepine, lacosamide, lamotrigine, levetiracetam, oxcarbazepine en valproïnezuur middelen van eerste keus als onderhoudsbehandeling. Middelen van tweede keus zijn brivaracetam, clobazam (alleen als ‘add-on’), gabapentine, perampanel, pregabaline, topiramaat en zonisamide.

Bij gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen zonder myoklonieën zijn lamotrigine, levetiracetam en valproïnezuur middelen van eerste keus als onderhoudsbehandeling. Levetiracetam en valproïnezuur zijn middelen van eerste keus bij gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen met myoklonieën. Clobazam (alleen als ‘add-on’), perampanel en topiramaat zijn bij gegeneraliseerde epilepsie alternatieven bij contra-indicaties voor de eerstekeusmiddelen of als deze onvoldoende effectief zijn.

Clobazam heeft als adjuvans een plaats bij de behandeling van focale (voorheen partiële) epilepsie en bij primair gegeneraliseerde aanvallen en absences indien de middelen van eerste keus onvoldoende werkzaam zijn of vanwege bijwerkingen niet worden verdragen.

Bij een angststoornis met een geringe ziektelast volstaan voorlichting en zelfhulpadviezen. Bij onvoldoende effect daarvan of bij ernstige ziektelast zijn cognitieve gedragstherapie, een antidepressivum of beide aangewezen. Er is een lichte voorkeur voor SSRI’s boven serotonerge TCA’s vanwege een geringere kans op ernstige bijwerkingen. Bij sociale fobie komen TCA’s niet in aanmerking. Na herstel van de angststoornis is begeleiding bij het stoppen van het antidepressivum en terugvalpreventie belangrijk. Bij examenangst/plankenkoorts kan incidenteel propranolol gegeven worden.

Indien de antidepressiva en cognitieve gedragstherapie niet voldoende effectief zijn, hebben benzodiazepinen een beperkte plaats in de onderhoudsbehandeling van sociale angststoornissen en paniekstoornissen. Daarnaast kunnen benzodiazepinen bij de start van een behandeling met antidepressiva kortdurend worden toegevoegd (maximaal 2–4 weken) om de initieel toenemende angst op te vangen.

Aan de vergoeding van clobazam zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Advies

Bij een angststoornis met een geringe ziektelast volstaan voorlichting en zelfhulpadviezen. Bij onvoldoende effect daarvan of bij ernstige ziektelast zijn cognitieve gedragstherapie, een antidepressivum of beide aangewezen. Er is een lichte voorkeur voor SSRI’s boven serotonerge TCA’s vanwege een geringere kans op ernstige bijwerkingen. Bij sociale fobie komen TCA’s niet in aanmerking. Na herstel van de angststoornis is begeleiding bij het stoppen van het antidepressivum en terugvalpreventie belangrijk. Bij examenangst/plankenkoorts kan incidenteel propranolol gegeven worden.

Indien de antidepressiva en cognitieve gedragstherapie niet voldoende effectief zijn, hebben benzodiazepinen een beperkte plaats in de onderhoudsbehandeling van sociale angststoornissen en paniekstoornissen. Daarnaast kunnen benzodiazepinen bij de start van een behandeling met antidepressiva kortdurend worden toegevoegd (maximaal 2–4 weken) om de initieel toenemende angst op te vangen.

Slapeloosheid vooral niet-medicamenteus behandelen. Voor een geneesmiddel is alleen plaats in uitzonderingsgevallen, zoals bij acute ernstige slapeloosheid of ernstig disfunctioneren overdag, en dan alleen kortdurend gedurende enkele nachten. De voorkeur gaat dan uit naar een kortwerkende benzodiazepine-agonist: lormetazepam, temazepam, zolpidem of zopiclon. Met deze middelen bestaat ruime ervaring en bij gebruik in lage dosering is er weinig kans op nawerking de volgende dag.

Bij de medicamenteuze behandeling van spierspasmen gaat de voorkeur uit naar baclofen of tizanidine. De plaats van diazepam is beperkt tot therapieresistente spierspasmen bij niet-ambulante patiënten met neurologische aandoeningen zoals MS, CVA, ruggenmergletsel of cerebrale parese. Bij lage rugpijn is er geen plaats voor diazepam.

Geef bij een epileptisch insult dat langer dan vijf minuten duurt midazolam nasaal, buccaal of intramusculair. Herhaal dit wanneer er vijf minuten na toediening nog symptomen zijn en verwijs met spoed naar de tweedelijnszorg. Diazepam rectiole is tweede keus, maar kan in de thuissituatie eerste keus zijn als noodmedicatie.

De meeste koortsconvulsies zijn goedaardig en stoppen vanzelf. Coupeer een koortsconvulsie met diazepam rectiole of midazolam oromucosaal/nasaal/intramusculair. Een recept voor diazepam rectiole kan ter geruststelling als noodmedicatie worden meegegeven voor behandeling van een recidief koortsconvulsie. Preventief gebruik van antipyretica of diazepam is niet effectief in het voorkomen van een koortsconvulsie en wordt afgeraden.

Behandeling van een alcoholonthoudingsdelier bestaat vooral uit het creëren en waarborgen van een veilige omgeving en het behandelen van de oorzaak (uitlokkende factor). Behandel een alcoholonthoudingsdelier met een benzodiazepine, bij voorkeur lorazepam. Voeg haloperidol toe indien het delier persisteert.

Geef thiaminesuppletie bij langdurig overmatig alcoholgebruik en behandel matig tot ernstige alcoholonthoudingsverschijnselen met een benzodiazepine, bij voorkeur lorazepam. Voeg bij een alcoholonthoudingsdelier (ook bij ouderen) haloperidol toe. Terugvalpreventie bestaat uit psychosociale begeleiding, eventueel medicamenteus ondersteund met acamprosaat, disulfiram, nalmefeen of naltrexon. Behandel een acute alcoholintoxicatie volgens het ziekenhuisprotocol.

Offlabel: Geef bij een psychose zonder agitatie een antipsychoticum op basis van oorzaak van de psychose, effectiviteit, bijwerkingen en toedieningsvorm (voorkeur olanzapine bij schizofreniespectrum).

Geef een benzodiazepine als agitatie de overhand heeft. Indien dit niet mogelijk is, geef (als noodmedicatie) de combinatie haloperidol en promethazine.

Therapieresistente psychose kan, na gebruik van achtereenvolgens twee verschillende antipsychotica, met clozapine worden behandeld. Hierbij zijn intensieve controles geïndiceerd, zoals leukocytencontrole vanwege de kans op agranulocytose. Zie voor meer informatie het NHG-Standpunt Herhalen gespecialiseerde ggz-medicatie en de bijlage Voorzorgen bij patiënten die clozapine gebruiken (pdf 0,2 MB).

Aan de vergoeding van diazepam zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Indicaties

  • Pathologische angst en spanning die ernstig of invaliderend is of waaraan de patiënt extreem lijdt.
  • Als adjuvans bij epilepsie bij volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar, indien de patiënt met andere anti-epileptica alleen, niet voldoende kan worden gestabiliseerd.
  • Offlabel: Als adjuvans bij epilepsie bij kinderen vanaf 1 maand tot 6 jaar, indien de patiënt met andere anti-epileptica alleen, niet voldoende kan worden gestabiliseerd.

Gerelateerde informatie

  • angststoornissen
  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Indicaties

Algemeen:

  • Pathologische angst en spanning, die het normale functioneren verstoort of waaronder ernstig geleden wordt;
  • Kortdurende behandeling van ernstige slaapstoornissen, die het normale functioneren verstoren of waaronder ernstig geleden wordt;
  • Adjuvans bij epilepsie, status epilepticus;
  • Spierspasmen (waaronder cerebrale parese);
  • Koortsconvulsies bij kinderen;
  • Acute onthoudingsverschijnselen na staken van alcoholgebruik;
  • Tetanus.

Obstetrie:

  • Pre-eclampsie en eclampsie.

Anesthesie:

  • Premedicatie, sedatie voor kleinere therapeutische ingrepen en onderzoeken.

Gerelateerde informatie

  • (dreigende) status epilepticus
  • angststoornissen
  • delier bij alcoholonthouding
  • koortsconvulsies
  • psychose
  • slapeloosheid
  • stoornissen bij het gebruik van alcohol

Dosering

Bij dit geneesmiddel wordt (tevens) gedoseerd op geleide van de bloedspiegel; zie voor meer informatie hierover op clobazam en clonazepam van tdm-monografie.org.

Klap alles open Klap alles dicht

Anxiolyse:

Volwassenen:

10 mg 2 à 3×/dag òf 20 mg 1×/dag bij voorkeur 's avonds; bij behandeling van psychiatrische patiënten: max. 60 mg/dag. De behandeling is zo kort mogelijk, in het algemeen korter dan 8–12 weken, inclusief de periode van afbouwen. De patiënt na een behandelperiode van max. 4 weken en regelmatig daarna onderzoeken om de noodzaak van verdere behandeling vast te stellen.

Bij epilepsie als adjuvans:

Volwassenen:

begindosering 5–15 mg per dag, indien nodig langzaam verhogen; max. 80 mg per dag. De patiënt na een behandelperiode van max. 4 weken en regelmatig daarna onderzoeken om de noodzaak van verdere behandeling vast te stellen. Als de werkzaamheid na verloop van tijd vermindert kan (tijdelijk) stopzetten van de behandeling nuttig zijn.

Kinderen ≥ 6 jaar:

begindosering 5 mg/dag; gebruikelijke onderhoudsdosering 0,3–1,0 mg/kg lichaamsgewicht/dag. De patiënt na een behandelperiode van max. 4 weken en regelmatig daarna onderzoeken om de noodzaak van verdere behandeling vast te stellen. Dosisverhogingen geleidelijk uitvoeren onder toezicht.

Kinderen vanaf 1 maand tot 16 jaar:

Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens: begindosering: 0,25 mg/kg/dag in 1- 2 doses. Onderhoudsdosering: Elke 5 dagen ophogen tot een onderhoudsdosering van 0,5- 1 mg/kg/dag in 1- 2 doses, max.: 40 mg/dag. Doseringen tot 25 mg kunnen als éénmaal daagse dosering in de avond worden gegeven om sufheid overdag te voorkomen.

Kinderen vanaf 16 jaar:

Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens: Startdosering: 0,25 mg/kg/dag in 1- 2doses. Onderhoudsdosering: Elke 5 dagen ophogen tot een onderhoudsdosering van 0,5- 1 mg/kg/dag in 1- 2 doses, max.: 80 mg/dag. Doseringen tot 25 mg kunnen als éénmaal daagse dosering in de avond worden gegeven om sufheid overdag te voorkomen.

De tabletten zijn niet geschikt voor een veilige en nauwkeurige dosering bij kinderen < 6 jaar.

Bij ouderen of bij lever- of nierfunctiestoornis: geef een lagere begindosering, met geleidelijke dosisverhogingen onder toezicht.

Toedieningsinformatie: de Frisium-tabletten kunnen worden gemalen en gemengd in appelmoes. De tabletten van 10 mg kunnen in gelijke helften van 5 mg worden verdeeld.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Anxiolyse:

Volwassenen:

Oraal: gebruikelijk 2–5 mg 2–3×/dag, max. 30 mg/dag verdeeld over 2–4 doses; de maximale dosering niet langer toepassen dan 4 weken.

I.m./i.v.: bij acute toestanden 0,1–0,2 mg/kg, elke 8 uur herhalen totdat de acute symptomen afnemen.

Rectaal: 5–10 mg 2–3×/dag; max. 60 mg per dag.

Bij ouderen en patiënten met een leverfunctiestoornis: Oraal: beginnen met 2–2,5 mg 1–2×/dag.

Slaapstoornissen:

Volwassenen:

Oraal: 2,5–20 mg 's avonds.

Ouderen en patiënten met een leverfunctiestoornis: oraal 2,5–5 mg.

Bij coupering epilepsie-aanval > 5 min, status epilepticus:

Rectaal: volwassenen bij voorkeur 10 mg/keer, bij onvoldoende werking 20 mg/keer. Zo nodig na 10 min herhalen.

Kinderen > 3 jaar:

Rectaal: 10 mg/keer. Zo nodig na 10 min herhalen.

Kinderen 1–3 jaar

Rectaal: 5 mg/keer. Zo nodig na 10 min herhalen.

Kinderen < 1 jaar:

Rectaal: 0,5 mg/kg lichaamsgewicht/keer. Zo nodig na 10 min herhalen.

Volwassenen:

I.v.: 0,15–0,25 mg/kg, indien nodig na 10–15 min herhalen of als druppelinfuus (max. 30 mg).

Kinderen:

I.v.: 0,1–1 mg/kg.

Spierspasmen:

Volwassenen:

Oraal tot 15 mg/dag verdeeld over 2–4 doses.

I.m./i.v.: 2–20 mg.

Rectaal: 10–20 mg 2–3×/dag.

Kinderen:

I.m/i.v. 0,04–0,2 mg/kg lichaamsgewicht, max. 0,6 mg/kg per 8 uur.

Aandoeningen van de bovenste motorische zenuwcellen (als cerebrale parese):

Volwassenen:

Oraal: Begindosering: 15 mg/dag verdeeld over 2–4 doses, zonodig de dosering verhogen tot max. 60 mg/dag verdeeld over 3–4 doses.

Koortsconvulsie:

Volwassenen:

Rectaal: 0,25–0,5 mg/kg lichaamsgewicht.

20 mg per keer; zonodig na 10 min nog 10 mg; bij ouderen dosering halveren. Vervolgens kan de dosering iedere 12 uur worden herhaald.

I.v.: 0,15–0,25 mg/kg lichaamsgewicht. Indien nodig na 10–15 minuten herhalen of als druppelinfuus.

Kinderen 1–3 jaar:

Rectaal: lichaamsgewicht 10–15 kg: 5 mg (tube tot halverwege inbrengen!). Zonodig na 10 min dosis herhalen. Vervolgens kan de dosering iedere 12 uur worden herhaald.

Kinderen > 3 jaar:

Rectaal: lichaamsgewicht > 15 kg: 10 mg; zonodig na 10 min dosis herhalen. Vervolgens kan de dosering iedere 12 uur worden herhaald.

Kinderen:

I.v.: 0,1–1,0 mg/kg lichaamsgewicht. Indien nodig na 10–15 minuten herhalen of als druppelinfuus.

Alcoholabstinentieverschijnselen:

Oraal: 5–20 mg zo nodig eenmaal herhaald binnen 2–4 uur; of 10 mg 3–4×/dag gedurende de eerste 24 uur, daarna verminderen tot 5 mg 3–4×/dag zolang het nodig is. In ernstiger gevallen: oraal: in een ziekenhuisomgeving: 10 mg elk uur totdat de patiënt enigszins gesedeerd en asymptomatisch is, meestal tot totaal 50–80 mg.

I.v.: bij acute toestanden 0,1–0,2 mg/kg, elke 8 uur herhalen totdat de acute symptomen afnemen.

Rectaal: 20 mg 3×/dag gedurende de eerste 24 uur; daarna 10 mg 3×/dag zolang het nodig is.

Tetanus:

Volwassenen.

Rectaal: 0,25–0,5 mg/kg.

20 mg per keer; zonodig na 10 min nog 10 mg; bij ouderen dosering halveren. Vervolgens kan de dosering iedere 12 uur worden herhaald.

I.v.: 0,1–0,3 mg/kg iedere 1–4 uur of als continu infuus of oraal per sonde; max. 4 mg/kg/dag.

Kinderen:

Rectaal: lichaamsgewicht 10–15 kg: 5 mg (tube tot halverwege inbrengen!); > 15 kg: 10 mg; zonodig na 10 min dosis herhalen. Vervolgens kan de dosering iedere 12 uur worden herhaald.

(Pre-)eclampsie:

Volwassenen:

Initieel 10–20 mg i.v.; verdere toediening naar behoefte i.v. of per continu infuus (tot 100 mg per 24 uur).

Post partum:

Volwassenen:

10–20 mg i.v.

Premedicatie anesthesie:

Volwassenen:

Oraal: 5–20 mg. Rectaal als rectiole: 0,25–0,5 mg/kg.

Bij ouderen de dosering halveren.

I.m./i.v.: 10–20 mg.

Kinderen:

Rectaal: 10–15 kg: 5 mg (tube tot halverwege inbrengen!); > 15 kg: 10 mg; zonodig na 10 min dosis herhalen.

I.m/i.v.: 0,1–0,2 mg/kg.

De tabletten alleen om dwingende medische redenen toepassen bij kinderen > 6 jaar. Gebruikelijke dosering: oraal: 0,1–0,3 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 2–4 doses.

Bij ouderen de dosering terugbrengen tot 50% van de gebruikelijke dosering. Startdosering: oraal: 2–2,5 mg 1–2×/dag.

Verlaag de dosering bij patiënten met lichte tot matige leverinsufficiëntie of een chronische respiratoire insufficiëntie (vanwege de kans op ademhalingsdepressie). Bij verminderde nierfunctie is een dosisaanpassing doorgaans niet nodig.

Patiënten met overgewicht hebben een langere behandeltijd nodig voordat de maximale werking van het middel optreedt.

I.v.-injecties langzaam (0,5–1 ml/min) toedienen vanwege de kans op apneu.

Toediening rectiole: Breng het spuitstuk volledig in het rectum (bij kinderen < 15 kg slechts halverwege) en knijp de tube geheel uit. Om terugzuigen te voorkomen, in de tube blijven knijpen tot deze uit het rectum teruggetrokken is. Druk de billen korte tijd tegen elkaar.

Bijwerkingen

Zeer vaak (≥ 10%): somnolentie, vermoeidheid.

Vaak (1-10%): rusteloosheid, prikkelbaarheid, agitatie en agressie (paradoxale reacties die vaker bij kinderen en ouderen voorkomen), depressie, rusteloosheid. Tolerantie. Duizeligheid, hoofdpijn, concentratiestoornis, tremor, ataxie, dysartrie. droge mond, misselijkheid, verminderde eetlust (vooral bij hoge doseringen en langdurig gebruik), obstipatie.

Soms (0,1-1%): angst, waan, nachtmerrie en abnormaal gedrag (paradoxale reacties die vaker bij kinderen en ouderen voorkomen), verwarde toestand, emotionele armoede, libidoverlies. (Anterograde) amnesie. Gewichtstoename (vooral bij hoge doseringen en langdurig gebruik). (Reversibele) diplopie (vooral bij hoge doseringen en langdurig gebruik). Huiduitslag. Neiging tot vallen.

Verder zijn gemeld: woede, hallucinaties, psychotische stoornis en zelfmoordgedachten (paradoxale reacties die vaker bij kinderen en ouderen voorkomen), afhankelijkheid, slaapstoornis, traagheid. Veranderd bewustzijn, cognitieve aandoening, loopstoornis. Toegenomen eetlust (vooral bij hoge doseringen en langdurig gebruik). (Reversibele) nystagmus (vooral bij hoge doseringen en langdurig gebruik). Onderdrukte ademhaling en respiratoir falen (vooral bij hoge doseringen bij patiënten met gestoorde ademhalingsfunctie en hersenletsel). Dysfagie, braken, diarree. Urticaria. Spierzwakte, spierspasmen. Hypothermie. Stevens-Johnsonsyndroom, erythema multiforme, toxische epidermale necrolyse.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): sufheid. Met name in het begin afvlakking van de emoties, verminderde waakzaamheid.

Vaak (1-10%): vermoeidheid, verwardheid, ataxie, verminderde motorische vaardigheid, tremor, onthoudingsverschijnselen.

Soms (0,1-1%): hoofdpijn, duizeligheid, concentratieproblemen, slaperigheid overdag, anterograde amnesie, evenwichtsstoornissen, onduidelijk spreken. Ademhalingsdepressie. Verhoogde speekselvloed, maag-darmstoornissen (misselijkheid, braken, diarree). Allergische huidveranderingen (jeuk, roodheid, uitslag). Myasthenia.

Zelden (0,01-0,1%): psychiatrische en paradoxale reacties (zoals excitatie, rusteloosheid, agitatie, prikkelbaarheid, agressie, woedeaanvallen, waandenkbeelden, hallucinaties, psychosen, geheugenverlies, nachtmerries, gedragsstoornissen), depressie. Dysartrie, insomnia, bewusteloosheid. Droge mond, verhoogde eetlust. Hypotensie, bradycardie, syncope, hartfalen inclusief hartstilstand. Verhoogde bronchiale secretie, ademstilstand. Gynaecomastie. Veranderingen in hepatische parameters (verhoging van ALAT, ASAT, alkalische fosfatase), geelzucht. Urineretentie, incontinentie. Toe- en afname libido, erectiestoornis. Vooral voor bij kinderen en ouderen: paradoxale reacties.

Zeer zelden (< 0,01%): anafylaxie. Leukopenie. Verhoogde transaminasespiegels.

Verder zijn gemeld: reversibele zichtstoornissen: wazig zien, diplopie, nystagmus. Psychische afhankelijkheid kan ontstaan. Na injectie: pijnlijkheid en tromboflebitis op de injectieplaats. In het begin van de behandeling neemt de kans toe op verwondingen door vallen.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centrale effect van benzodiazepinen; gelijktijdig gebruik met alcohol kan de biologische beschikbaarheid van clobazam met 50% verhogen. Gelijktijdig gebruik met opioïden is niet aanbevolen, vanwege het risico op sedatie, respiratoire depressie, coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend en geef uitleg over de symptomen (ook aan de directe omgeving). Daarnaast kan euforie en daarmee de psychische afhankelijkheid van opioïden worden versterkt.

Bij gebruik voor epilepsie is interactie met andere anti-epileptica mogelijk; clobazam kan de bloedspiegels van valproïnezuur doen toenemen en de toxiciteit van fenytoïne versterken. Stiripentol (een CYP3A- en CYP2C19-remmer) verhoogt de plasmaspiegel van clobazam en het actieve N-desmethylclobazam; controle van serumspiegels wordt aanbevolen vóór starten met stiripentol en 2 weken later, wanneer de nieuwe steady-state-concentratie is bereikt. Clobazam is een zwakke CYP2D6-remmer, dosisaanpassingen van geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door CYP2D6 (zoals dextromethorfan, pimozide, paroxetine, nebivolol) kan noodzakelijk zijn. Sterke en matige CYP2C19-remmers (zoals fluconazol, fluvoxamine, omeprazol) kunnen leiden tot een verhoogde blootstelling aan de actieve metaboliet N-desmethylclobazam.

Interacties

Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centrale effect van benzodiazepinen. Gelijktijdig gebruik met opioïden is niet aanbevolen, vanwege het risico op sedatie, respiratoire depressie, coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend en geef uitleg over de symptomen (ook aan de directe omgeving). Daarnaast kan euforie en daarmee de psychische afhankelijkheid van opioïden worden versterkt.

Niet gelijktijdig gebruiken met clozapine, vanwege meer kans op ernstige hypotensie, ademhalingsdepressie, bewusteloosheid en hartstilstand.

Bij gelijktijdig gebruik van disulfiram, orale anticonceptiva en stoffen met een remmende invloed op leverenzymen (m.n. CYP3A4, CYP2C19) zoals grapefruitsap, cimetidine, ketoconazol, fluconazol, itraconazol, voriconazol, claritromycine, ciprofloxacine, isoniazide, fluvoxamine, fluoxetine, (es)omeprazol, en antivirale middelen (zoals HIV-proteaseremmers ritonavir, efavirenz) rekening houden met een verlengde en versterkte sedatie.

Rifampicine, corticosteroïden, fenytoïne, carbamazepine en fenobarbital kunnen door enzyminductie (CYP3A4) de werking van diazepam verminderen. Laaggedoseerd theofylline kan het metabolisme van diazepam versnellen.

Valproïnezuur kan de concentratie diazepam verhogen.

Bij gelijktijdig gebruik van lithium, bedacht zijn op hypothermie.

Diazepam kan het effect van spierverslappers versterken.

Er zijn aanwijzingen dat de werking van levodopa kan verminderen.

Zwangerschap

Clobazam passeert de placenta.

Teratogenese: Bij de mens, relatief weinig gegevens. In het 1e trimester zijn meldingen geweest van gespleten lip en gehemelte. In het 2e en 3e trimester zijn verminderde foetale beweging en verminderde variabiliteit in foetale hartslag beschreven.

Farmacologisch effect: Hypothermie, hypotonie, ademhalingsdepressie en voedingsproblemen bij pasgeborenen (floppy-infant-syndroom) kunnen optreden, vooral na langdurig gebruik tijdens het laatste trimester. Bovendien kan bij de pasgeborene afhankelijkheid zijn opgetreden en bestaat het risico van onthoudingsverschijnselen in de postnatale periode.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Passeert gemakkelijk de placenta en kan bij de foetus stapelen door de lange halfwaardetijd.

Teratogenese: Geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen.

Farmacologisch effect: Bij gebruik van benzodiazepines aan het eind van de zwangerschap kan de pasgeborene last krijgen van ademhalingsdepressie, voedingsproblemen ("floppy-infant-syndrome") en onthoudingsverschijnselen (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, onregelmatige ademhaling, braken, diarree, convulsies en hard huilen).

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Benzodiazepinen kunnen tijdens de zwangerschap kortdurend worden gebruikt om een aanval te couperen. Probeer in alle gevallen zo kort mogelijk te behandelen met een lage dosis. Controleer de pasgeborene bij langdurig gebruik in het derde trimester voor de zekerheid op tekenen van ademhalingsdepressie, voedingsproblemen en onthouding.

Overig: Benzylalcohol passeert de placenta en kan daardoor toxiciteit bij prematuren veroorzaken na toediening vlak voor of tijdens een bevalling.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Farmacologisch effect: De halfwaardetijd van benzodiazepinen is bij zuigelingen en jonge kinderen veel langer dan bij volwassenen. Jonge kinderen en zuigelingen zijn extra gevoelig voor benzodiazepinen. Clobazam geeft bij langdurig gebruik meer kans op accumulatie bij de zuigeling en dus meer kans op het optreden van bijwerkingen.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden. Bij gelijktijdige borstvoeding de pasgeborene controleren op ongewenste sedatie, braken en slecht drinken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Farmacologisch effect: De halfwaardetijd van benzodiazepinen is bij zuigelingen en jonge kinderen veel langer dan bij volwassenen. Jonge kinderen en zuigelingen zijn extra gevoelig voor benzodiazepinen. Diazepam geeft bij langdurig gebruik meer kans op accumulatie bij de zuigeling en dus meer kans op het optreden van bijwerkingen.

Advies: Kan incidenteel waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Wees alert op eventuele bijwerkingen zoals sufheid, slecht drinken en het niet toenemen van gewicht. Let na langdurig gebruik op het optreden van onthoudingsverschijnselen bij het staken van het middel of de borstvoeding.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • myasthenia gravis;
  • slaapapneusyndroom;
  • ernstige respiratoire insufficiëntie;
  • ernstige leverinsufficiëntie;
  • overgevoeligheid voor benzodiazepinen.

Contra-indicaties

  • myasthenia gravis;
  • ernstige respiratoire insufficiëntie;
  • slaap-apneusyndroom;
  • ernstige leverinsufficiëntie;
  • overgevoeligheid voor benzodiazepinen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Indien clobazam wordt gebruikt als anti-epilepticum, dient de dosering nauwkeurig te worden vastgesteld (onder andere met serumspiegelbepaling en EEG) aangezien interactie met andere anti-epileptica mogelijk is.

Controles: Bij langdurig gebruik de nier- en leverfunctie regelmatig controleren.

Sedatie: Ouderen zijn gevoeliger voor de sedatieve effecten van benzodiazepinen, bovendien is bij hen het gevaar van cumulatie groter. Vooral bij ouderen, bij hoge dosering en bij bestaande ademhalingsfunctiestoornissen of hersenletsel kan na langdurig gebruik in zeldzame gevallen bewustzijnsvermindering, soms met ademhalingsstoornis optreden. Ouderen hebben als gevolg van de sederende effecten meer kans op vallen.

Ademhalingsdepressie: Bij chronische of acute respiratoire insufficiëntie de respiratoire functie controleren en lager doseren wegens de kans op ademhalingsdepressie.

Tolerantie: Na herhaald gebruik gedurende enkele weken kan tolerantie voor de hypnotische werking optreden. Ook is tolerantie voor het anti-epileptisch effect waargenomen; dosisverhoging of overgaan op intermitterend doseren kan dan van nut zijn.

Afhankelijkheid: Bij langdurig gebruik kan afhankelijkheid optreden; daarom het gebruik bij voorkeur beperken. Wees terughoudend bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de anamnese.

Onthouding en rebound: Om mogelijke onthoudings- en/of rebound-verschijnselen te voorkomen dient men bij staken van de behandeling en bij overschakeling van een lang- op een kortwerkend benzodiazepine het oorspronkelijke middel af te bouwen in de loop van enkele weken.

Rijvaardigheid: Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen; vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Benzodiazepinen niet gebruiken als primaire behandeling van psychotische aandoeningen. Bij de behandeling van depressieve aandoeningen moeten benzodiazepinen worden gecombineerd met antidepressiva.

Amnesie: Indien minder dan 7–8 uur beschikbaar is om te slapen, is er meer kans op anterograde amnesie gedurende enige tijd.

Valneiging: Vanwege de spierverslappende werking hebben ouderen een verhoogde neiging tot vallen en meer kans op heupfracturen.

Afhankelijkheid, tolerantie en ebound: De kans op afhankelijkheid neemt toe bij hogere doseringen, een langere gebruiksduur en bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis. Bij herhaald gebruik gedurende enkele weken kan het hypnotisch effect van benzodiazepinen minder worden (tolerantie). In verband met de kans op afhankelijkheid, tolerantie en centrale bijwerkingen dient het gebruik als anxiolyticum en slaapmiddel zo kort mogelijk te zijn, max. 8–12 weken (incl. afbouwperiode); herbeoordeling dient maximaal na 4 weken plaats te vinden. Om mogelijke onthoudingsverschijnselen (zoals hoofdpijn, spierpijn, angst, prikkelbaarheid, rusteloosheid, doof gevoel in ledematen, overgevoeligheid voor licht, geluid en aanraking, verwardheid, derealisatie, depersonalisatie, hyperacusis, hallucinaties, convulsies) en/of rebound-verschijnselen te voorkomen dient men bij staken van de behandeling en bij overschakeling van een lang op een kortwerkend benzodiazepine het oorspronkelijke middel uit te sluipen.

Insult: Bij epilepsie of andere vormen van convulsies en bij alcohol- of drugsverslaving kan abrupt staken leiden tot een insult.

Overgewicht: Patiënten met overgewicht hebben een langere behandeltijd nodig voordat de maximale werking van het middel optreedt. Patiënten met overgewicht kunnen na staken gedurende een langere periode last hebben van bijwerkingen, waaronder onthoudingsverschijnselen.

Hulpstoffen: De rectiolen en injectievloeistof bevatten alcohol, wees daarom voorzichtig bij alcoholisme, zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en groepen met een groter risico (zoals leveraandoeningen, epilepsie).

Onderzoeksgegevens: Wees voorzichtig bij kinderen; de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 6 maanden is niet vastgesteld. Benzylalcohol kan toxische en anafylactoïde reacties veroorzaken bij zuigelingen en kinderen < 3 jaar.

Rijvaardigheid: Het gebruik heeft een aanzienlijke invloed op het reactie- en concentratievermogen direct na het begin van de behandeling tot enkele dagen na het staken; vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden. Bij onvoldoende slaapduur is hier meer kans op.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Overdosering

Overdosering is alleen levensbedreigend in combinatie met andere centraal dempende middelen.

Therapie

symptomatisch; antidotum: flumazenil.

Overdosering

Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info en toxicologie.org/benzodiazepinen.

Eigenschappen

Benzodiazepine, toegepast als anxiolyticum en als anti-epilepticum.

Kinetische gegevens

Resorptie snel en uitgebreid.
T max 0,5–4 uur.
V d 1,46 l/kg
Metabolisering in de lever vnl. via CYP3A4 en in mindere mate door CYP2C19 tot o.a. zwak actief N-desmethylclobazam. Kan cumuleren.
T 1/2el clobazam: 18–30 uur, metaboliet: ca. 50 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Benzodiazepine, toegepast als hypnoticum, anxiolyticum, spierrelaxans en anticonvulsivum. Klysma's zijn geïndiceerd indien een acute werking is vereist en de i.v. toediening ongewenst of onmogelijk is.

Kinetische gegevens

T max tablet: ½–1½ uur.
V d 1–2 l/kg.
Overig voedsel vertraagt de resorptie.
Overig Stabiele plasmaspiegel na 7–14 dagen.
Eiwitbinding 98% (diazepam).
Metabolisering in de lever via CYP3A4 en CYP2C19 tot actief desmethyldiazepam, temazepam en oxazepam.
Eliminatie hoofdzakelijk in de urine in geconjugeerde vorm; 10% met de feces.
T 1/2el 20–48 uur, 42–100 uur (desmethyldiazepam).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

clobazam hoort bij de groep benzodiazepine agonisten.

  • alprazolam (N05BA12) Vergelijk
  • bromazepam (N05BA08) Vergelijk
  • brotizolam (N05CD09) Vergelijk
  • clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
  • diazepam (N05BA01) Vergelijk
  • flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
  • flurazepam (N05CD01) Vergelijk
  • loprazolam (N05CD11) Vergelijk
  • lorazepam (N05BA06) Vergelijk
  • lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
  • midazolam (N05CD08) Vergelijk
  • nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
  • oxazepam (N05BA04) Vergelijk
  • prazepam (N05BA11) Vergelijk
  • temazepam (N05CD07) Vergelijk
  • zolpidem (N05CF02) Vergelijk
  • zopiclon (N05CF01) Vergelijk

Groepsinformatie

diazepam hoort bij de groep benzodiazepine agonisten.

  • alprazolam (N05BA12) Vergelijk
  • bromazepam (N05BA08) Vergelijk
  • brotizolam (N05CD09) Vergelijk
  • clobazam (N05BA09) Vergelijk
  • clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
  • flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
  • flurazepam (N05CD01) Vergelijk
  • loprazolam (N05CD11) Vergelijk
  • lorazepam (N05BA06) Vergelijk
  • lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
  • midazolam (N05CD08) Vergelijk
  • nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
  • oxazepam (N05BA04) Vergelijk
  • prazepam (N05BA11) Vergelijk
  • temazepam (N05CD07) Vergelijk
  • zolpidem (N05CF02) Vergelijk
  • zopiclon (N05CF01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • benzodiazepine agonisten

Indicaties

  • angststoornissen
  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • benzodiazepine agonisten

Indicaties

  • (dreigende) status epilepticus
  • angststoornissen
  • delier bij alcoholonthouding
  • koortsconvulsies
  • psychose
  • slapeloosheid
  • stoornissen bij het gebruik van alcohol

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".