Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Comirnaty Omicron XBB.1.5 XGVS Aanvullende monitoring Pfizer bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor dispersie voor injectie
Sterkte
3 microg/dosis
Verpakkingsvorm
flacon voor meervoudige dosering

Bevat per flacon (0,4 ml) na verdunning: 10 doses à 0,2 ml. Eén dosis bevat 3 microg raxtozinameran.

Toedieningsvorm
Dispersie voor injectie
Sterkte
10 microg/dosis
Verpakkingsvorm
flacon voor meervoudige dosering

Bevat per flacon (2,25 ml): 6 doses à 0,3 ml. Eén dosis bevat 10 microg raxtozinameran.

Toedieningsvorm
Dispersie voor injectie
Sterkte
30 microg/dosis
Verpakkingsvorm
flacon voor meervoudige dosering

Bevat per flacon (2,25 ml): 6 doses à 0,3 ml. Eén dosis bevat 30 microg raxtozinameran.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

De Gezondheidsraad adviseert om risicogroepen periodiek (jaarlijks) een vaccinatie aan te bieden om de bescherming tegen ernstige ziekte en ziekenhuisopname op peil te houden. Dit zijn: mensen van 60 jaar en ouder, volwassenen uit medische risicogroepen die jaarlijks de griepprik krijgen aangeboden (inclusief zwangeren), volwassenen en kinderen uit medische hoogrisicogroepen (onder meer ernstig immuungecompromitteerden). Voor het vaccinatieprogramma wordt gevaccineerd met het XBB.1.5 vaccin mRNA-vaccin Comirnaty.

Indicaties

  • Actieve immunisatie ter preventie van 'coronavirus disease 2019' (COVID-19), veroorzaakt door SARS-CoV-2, bij volwassenen en kinderen ≥ 6 maanden.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Ter preventie van COVID-19

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar

I.m. één dosis van 30 microg, ongeacht de voorafgaande COVID-19-vaccinatiestatus, bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste vorige dosis van een COVID-19-vaccin. In individuele gevallen kan de behandelend specialist adviseren een (primaire) serie van meerdere vaccinaties te geven, bijvoorbeeld bij hervaccinatie na een stamceltransplantatie. Primaire serie: 2 doses van 30 microg met 3 weken tussentijd, eventueel gevolgd door een derde dosis ten minste 4 weken na de tweede dosis, en vervolgens revaccinatie met 1 dosis van 30 microg bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste dosis. Zie voor meer informatie COVID-19 vaccinatie en de Handleiding COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten op lci.rivm.nl voor gedetailleerdere informatie over vaccinatie bij ernstige immunosuppressie.

Kinderen 5–11 jaar

I.m. één dosis van 10 microg, ongeacht de voorafgaande COVID-19-vaccinatiestatus, bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste vorige dosis van een COVID-19-vaccin. In individuele gevallen kan de behandelend specialist adviseren een (primaire) serie van meerdere vaccinaties te geven, bijvoorbeeld bij hervaccinatie na een stamceltransplantatie. Primaire serie: 2 doses van 10 microg met 4 weken tussentijd (maximaal 8 weken), vervolgens revaccinatie met 1 dosis van 10 microg bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste dosis. Zie voor meer informatie COVID-19 vaccinatie en de Handleiding COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten op lci.rivm.nl voor gedetailleerdere informatie over vaccinatie bij ernstige immunosuppressie.

Kinderen 6 maanden - 4 jaar

Medisch hoog risico met een voorgeschiedenis van voltooiing van een primaire serie COVID-19-vaccinatie en/of een actuele of doorgemaakte infectie met SARS-CoV-2: i.m. één dosis van 3 microg, bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste COVID-19-vaccinatie. In individuele gevallen kan de behandelend specialist adviseren een (primaire) serie van meerdere vaccinaties te geven, bijvoorbeeld bij hervaccinatie na een stamceltransplantatie. Primaire serie: 3 doses van 3 microg, de eerste 2 doses bij voorkeur met 4 weken (ten minste 3 weken) tussentijd en de derde dosis ten minste 8 weken na de tweede dosis; vervolgens revaccinatie met 1 dosis van 3 microg bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste dosis. Zie voor meer informatie COVID-19 vaccinatie en de Handleiding COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten op lci.rivm.nl voor gedetailleerdere informatie over vaccinatie bij ernstige immunosuppressie.

Medisch hoog risico zonder voorgeschiedenis van voltooiing van een primaire serie COVID-19-vaccinatie of een eerdere infectie met SARS-CoV-2: i.m. 3 doses van 3 microg, de eerste 2 doses bij voorkeur met 4 weken (ten minste 3 weken) tussentijd en de derde dosis ten minste 8 weken na de tweede dosis; vervolgens revaccinatie met 1 dosis van 3 microg bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste dosis. Zie voor meer informatie COVID-19 vaccinatie en de Handleiding COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten op lci.rivm.nl voor gedetailleerdere informatie over vaccinatie bij ernstige immunosuppressie.

Geen medisch hoog risico: i.m. één dosis van 3 microg, ongeacht de voorafgaande COVID-19-vaccinatiestatus, bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste vorige dosis van een COVID-19-vaccin.

Toediening

  • Intramusculair toedienen, bij voorkeur in de deltaspier van de bovenarm of bij baby's en jonge kinderen in het anterolaterale deel van het bovenbeen. Als er niet in de bovenarm gevaccineerd kan worden, kan het vaccin in het bovenbeen worden toegediend.
  • Wees voorzichtig bij mensen met trombocytopenie, bloedstollingsstoornissen (zoals hemofilie) of personen die met anticoagulantia worden behandeld; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.

Bijwerkingen

De meeste bijwerkingen zijn mild tot matig-ernstig van aard, en verdwijnen binnen een paar dagen na vaccinatie. Bijwerkingen zijn afkomstig van onderzoek en ervaring met Comirnaty en Comirnaty Original/Omicron BA.4-5 vaccins.

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Diarree. Spierpijn, gewrichtspijn. Vermoeidheid. Koude rillingen, koorts (meestal na de 2e dosis). Pijn, zwelling op de injectieplaats. Bij kinderen van 6-23 maanden: prikkelbaarheid, gevoeligheid van de injectieplaats, verminderde eetlust en sufheid.

Vaak (1-10%): roodheid op de injectieplaats (zeer vaak bij kinderen 5-11 jaar). Misselijkheid, braken. Lymfadenopathie.

Soms (0,1-1%): jeuk op de injectieplaats. Slapeloosheid. Pijn in de gevaccineerde arm. Malaise, asthenie. Overgevoeligheidsreacties (zoals huiduitslag, jeuk, urticaria, zelden angio-oedeem). Verminderde eetlust. Hyperhidrose, nachtzweten. Lethargie, duizeligheid.

Zelden (0,01-0,1%): acute perifere faciale paralyse; bij meldingen gezien na dag 3 tot dag 48 na vaccinatie.

Zeer zelden (0,001-0,01%): myocarditis, pericarditis.

Verder zijn gemeld: anafylaxie. Erythema multiforme. Paresthesie, hypo-esthesie. Uitgebreide zwelling van gevaccineerde ledemaat, zwelling van het gezicht bij eerder gebruik van huidvullers ('fillers'). Hevige menstruatie.

Interacties

Er is geen onderzoek uitgevoerd naar interacties, ook niet naar gelijktijdige toediening van andere vaccins.

Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva kan, zoals bij andere vaccins, mogelijk resulteren in onvoldoende respons op de vaccinatie.

Zwangerschap

Teratogenese: Ruime ervaring met de mRNA-vaccins laat geen nadelige gevolgen zien voor de zwangerschap en het ongeboren kind.

Advies: Kan tijdens de hele zwangerschap worden gebruikt. Zwangeren hebben meer kans dat COVID-19 ernstig verloopt dan niet-zwangeren. Een coronavirus infectie (COVID-19) tijdens de zwangerschap geeft een hoger risico op vroeggeboorte en een laag geboortegewicht. Ook kan de infectie zorgen voor schade aan de placenta en is er meer kans op een doodgeboorte. Zie ook Coronavaccin tijdens de zwangerschap op lareb.nl.

Vruchtbaarheid: Ook bij een kinderwens mag de coronavaccinatie gegeven worden. Er worden geen negatieve gevolgen van de coronavaccins op de vruchtbaarheid gezien.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Er worden geen nadelige gevolgen van coronavaccins gezien. Sommige vrouwen meldden dat ze meer of minder melk gingen produceren na vaccinatie. Mogelijk hangt het samen met systemische bijwerkingen bij de moeder zoals vermoeidheid, koorts en braken. Vaak herstelde dit binnen enkele dagen. Antistoffen die de moeder aanmaakt na vaccinatie, zijn aangetoond in de moedermelk en kunnen bijdragen aan de bescherming van het kind. Zie ook Coronavaccin tijdens de borstvoedingsperiode op lareb.nl.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • een ernstige en/of onmiddellijke allergische reactie (binnen 4 uur) na eerdere toediening van het COVID-19 vaccin.

Waarschuwingen en voorzorgen

Anafylaxie is gemeld; observeer nauwlettend direct na vaccinatie gedurende ten minste 15 minuten. Zorg zo nodig voor adequate behandeling. Niet toedienen bij optreden van een ernstige anafylaxie en/of onmiddellijke reactie (binnen 4 uur) na een eerdere dosis.

Stel vaccinatie uit bij acute ernstige ziekte gepaard gaande met koorts of een acute infectie. Bij aanwezigheid van een lichte infectie en/of laaggradige koorts hoeft de vaccinatie niet uitgesteld te worden.

Myocarditis en pericarditis zijn in zeer zeldzame gevallen gemeld, voornamelijk binnen 14 dagen na vaccinatie, vaker na de tweede dosis, en vaker bij jongens en jongere mannen. De meeste gevallen herstellen. Instrueer gevaccineerde personen om onmiddellijk medisch hulp in te schakelen bij symptomen die op myocarditis of pericarditis wijzen, zoals (acute en aanhoudende) pijn op de borst, dyspneu of palpitaties.

Bij immuungecompromitteerde personen (gebruik van systemische immunosuppressiva of immunodeficiëntie) zijn de werkzaamheid en veiligheid van het vaccin niet onderzocht; de immunologische respons kan verminderd zijn.

Bij kinderen < 6 maanden zijn de werkzaamheid en veiligheid niet vastgesteld.

Overdosering

Overdosering kan plaatsvinden door onjuiste verdunning van het vaccin. In geval van overdosering; monitor de vitale functies en behandel op basis van symptomen.

Eigenschappen

Raxtozinameran is een enkelstrengs 5'-capped 'boodschapper'-RNA (mRNA), geproduceerd door middel van een celvrije in vitro-transcriptie van de corresponderende DNA-templates. Deze codeert voor het virale spike-eiwit (S-eiwit) van SARS-CoV-2 (Omicron XBB.1.5).

Het nucleoside-gemodificeerde mRNA in dit COVID-19-vaccin is geformuleerd in lipide-nanodeeltjes, waardoor afgifte van het niet-replicerende RNA in gastcellen mogelijk is om het S-antigeen van SARS-CoV-2 tot transiënte expressie te brengen. Het mRNA codeert voor het in de membraan verankerde S-eiwit over de volledige lengte met tweepuntsmutaties binnen de centrale helix. Mutatie van deze twee aminozuren tot proline vergrendelt het antigeen S in een prefusieconformatie die nodig is om een juiste immuunrespons op te wekken. Het vaccin leidt tot zowel neutraliserende antistoffen als cellulaire immuunresponsen op het spike-(S)-antigeen, wat mogelijk bijdraagt tot de bescherming tegen COVID-19.

Zoals met alle vaccins is het mogelijk dat vaccinatie met dit COVID-19-vaccin niet bij alle gevaccineerden bescherming biedt. De beschermingsduur is onbekend; deze wordt met de lopende onderzoeken bepaald.

Groepsinformatie

COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) hoort bij de groep vaccins.

Zie ook

Geneesmiddelgroep

Indicaties

Externe links