Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Poliomyelitisvaccin (trivalent, geïnactiveerd) Bijlage 2 Bilthoven Biologicals

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Verpakkingsvorm
flacon 0,5 ml

Bevat per ml: gezuiverd poliomyelitisvaccin type 1: 80 DE, type 2: 16 DE, type 3: 64 DE. Conserveermiddel: 2-fenoxyethanol en formaldehyde.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Aan de vergoeding van poliomyelitisvaccin zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Indicaties

  • Actieve immunisatie tegen poliomyelitis bij volwassenen en kinderen ≥ 2 maanden.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Primaire immunisatie

Volwassenen en kinderen ≥ 2 maanden

Driemaal 1 dosis à 0,5 ml s.c. of i.m., met een interval van ten minste 4 weken tussen de doses. Bij kinderen primaire immunisatie afronden voor de 7e levensmaand.

Een boosterdosis kan worden toegediend minimaal 6 maanden na de afronding van de primaire immunisatie. Indien de eerste dosis is toegediend voor de leeftijd van 2 maanden en/of indien het interval tussen 2 doses minder dan 8 weken is, een boosterdosis toedienen vanaf de leeftijd van 9 maanden.

Revaccinatie van volledig gevaccineerde reizigers naar een gebied met een groter expositiegevaar, vooral als de laatste inenting tegen poliomyelitis ≥ 15 jaar geleden is

Eenmaal 0,5 ml s.c. of i.m. ca. 1 maand voor vertrek.

Het vaccin zwenken voor gebruik. Intramusculair of subcutaan toedienen. Het vaccin mag niet i.v. worden toegediend. Bij toediening samen met andere vaccins, op verschillende injectieplaatsen toedienen.

In Nederland worden kinderen bij voorkeur gevaccineerd met het DaKTP-Hib-HepB-vaccin volgens het Rijksvaccinatieprogramma.

Bijwerkingen

Zelden (0,01–0,1%): lokale reacties (pijn en zwelling op de injectieplaats), malaise en koorts.

Zeer zelden (< 0,01%) (poly)neuropathie, verlammingsverschijnselen, gevoelloosheid, tintelingen.

Verder zijn gemeld: bij zeer premature kinderen (≤ 28 weken) ademhalingsproblemen (apneu).

Interacties

Gelijktijdig gebruik met immunosuppressiva kan een verminderde immunologische respons veroorzaken.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Kan worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Polioantistoffen gaan over in de moedermelk en geven het kind de eerste weken bescherming.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • ernstige infectieziekte met koorts;
  • ernstige reactie op eerdere vaccinatie met hetzelfde vaccin.

Waarschuwingen en voorzorgen

Patiënten met een aangeboren of verworven immunodeficiëntie, vertonen mogelijk een verminderde immunologische respons.

Bij zeer premature kinderen (≤ 28 weken zwangerschap) monitoren op apneu en de respiratoire functies gedurende 48–72 uur na toediening van een vaccin.

De kleur van het vaccin wordt veroorzaakt door fenolrood en mag variëren van oranjegeel tot oranjerood. Indien de kleur duidelijk geel of violet is, mag het vaccin niet worden gebruikt.

Eigenschappen

Het poliomyelitisvaccin resulteert na één- of tweemalige toediening in de vorming van antistoffen en/of het ontstaan van immunologisch geheugen. Een antilichaamtiter van ≥ 8 IU/l is beschermend.

Groepsinformatie

poliomyelitisvaccin hoort bij de groep vaccins.