Samenstelling
Boostrix Polio
Bijlage 2
GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml: difterietoxoïd ≥ 2 IE, pertussistoxoïde 8 microgram, pertussis filamenteus hemagglutinine (FHA) 8 microgram, pertussispertactine 2,5 microgram, tetanustoxoïd ≥ 20 IE, geïnactiveerd gezuiverd poliovirus type 1: 40 DE (= D-antigeen eenheden), type 2: 8 DE, type 3: 32 DE.
Triaxis Polio
Bijlage 2
Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml gezuiverd difterietoxoïd ≥ 2 IE, gezuiverd pertussistoxoïde 2,5 microgram, gezuiverd pertussis filamenteus hemagglutinine (FHA) 5 microgram, gezuiverde pertussis fimbriae agglutinogenen 2 + 3 (FIM) 5 microgram, gezuiverd pertussispertactine 3 microgram, gezuiverd tetanustoxoïd ≥ 20 IE, geïnactiveerd gezuiverd poliovirus type 1: 40 DE (= D-antigeen eenheden), type 2: 8 DE, type 3: 32 DE.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Vaxzevria (voorheen COVID-19 vaccin AstraZeneca) XGVS Aanvullende monitoring AstraZeneca bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- flacon voor meervoudige dosering, 5 ml
Bevat per flacon: 8 à 10 doses. Een dosis à 0,5 ml bevat ≥ 2,5 × 10 8 infectieuze units (Inf.U) chimpansee adenovirus.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
DaKTP-vaccin maakt onderdeel uit van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Baby’s worden in Nederland ingeënt tegen kinkhoest wanneer ze 2 maanden oud zijn. De eerste maanden zijn ze dus nog niet beschermd tegen kinkhoest. Veel baby’s die de ziekte krijgen, krijgen deze dan ook de eerste maanden na de geboorte.
Vanaf eind 2019 krijgen vrouwen tijdens de zwangerschap een kinkhoestvaccinatie aangeboden. Hierdoor zijn baby's meteen vanaf de geboorte beschermd tegen kinkhoest. Zie Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen op RIVM.nl.
Aan de vergoeding van difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Dit vaccin is geregistreerd in het kader van 'voorwaardelijke toelating' om het versneld beschikbaar te maken. Voor meer informatie over COVID-19-vaccinatie zie de LCI-richtlijn COVID-19-vaccinatie op lci.rivm.nl, waaronder specifieke informatie over Vaxzevria.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen difterie, kinkhoest, tetanus én poliomyelitis bij personen ≥ 3 jaar, als booster volgend op een primaire immunisatie.
- Passieve immunisatie tegen kinkhoest bij jonge zuigelingen na immunisatie van de moeder tijdens de zwangerschap.
Indicaties
- Actieve immunisatie ter preventie van 'coronavirus disease 2019' (COVID-19), veroorzaakt door SARS-CoV-2, bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Dosering
Boostervaccinatie
Kinderen ≥ 3 jaar en volwassenen
1 dosis à 0,5 ml diep i.m. ten minste 6 maanden na de laatste injectie van de primaire vaccinatie.
Triaxis Polio kan worden gebruikt voor revaccinatie tegen difterie, tetanus en kinkhoest met intervallen van 5 en 10 jaar.
Passieve immunisatie zuigeling tegen kinkhoest
Zwangere vrouwen
1 dosis à 0,5 ml diep i.m. tijdens 2 e of 3 e trimester zwangerschap.
Toediening
- Voor gebruik goed schudden.
- Vaccin i.m. toedienen, bij voorkeur in de deltaspier. In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij kans op bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend.
- Als de toediening van het DaKTP-vaccin gelijktijdig met een hepatitis B-vaccin wordt toegediend, de vaccins in verschillende ledematen inspuiten.
Dosering
Ter preventie van COVID-19
Volwassenen (incl. ouderen)
Intramusculair: één dosis van 0,5 ml en na 4 tot 12 weken (28–84 dagen) nogmaals één dosis van 0,5 ml.
Volwassenen kunnen een boosterdosis met een mRNA-vaccin krijgen, bij voorkeur ten minste 6 maanden na de laatste vaccinatie van de basisserie (incl. eventuele additionele derde vaccinatie bij immuungecompromitteerde patiënten). Volgens de LCI-richtlijn COVID-19 vaccinatie heeft dit interval immunologisch gezien de voorkeur. Op basis van de huidige data (over 'waning immunity' en de circulerende virusvarianten) kan een boostervaccinatie vanaf 3 maanden na de laatste vaccinatie van de basisserie worden toegediend.
Toediening
- Intramusculair toedienen, bij voorkeur in de deltaspier van de bovenarm. Als er niet in de bovenarm gevaccineerd kan worden, kan het vaccin in het bovenbeen worden toegediend (in de m. vastus lateralis).
- Wees voorzichtig bij personen met trombocytopenie, bloedstollingsstoornissen (zoals hemofilie) of personen die met anticoagulantia worden behandeld; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): lokale reacties zoals pijn, roodheid en zwelling op de injectieplaats. Hoofdpijn. Suf voelen, vermoeidheid somnolentie. Nervositeit, abnormaal huilen, prikkelbaarheid. Verminderde eetlust.
Vaak (1-10%): anorexie. Koorts. Huiduitslag. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Bloeduitstorting, jeuk op injectieplaats.
Soms (0,1-1%): hoest, bronchitis, astma. Orale herpesinfectie. Jeuk. Droge keel. Artralgie, myalgie. Rillingen. Allergische dermatitis. Slaapstoornis, apathie, paresthesie, duizeligheid. Lymfadenopathie. Zwelling van het geïnjecteerde ledemaat (vooral bij eerdere behandeling met een acellulair pertussisvaccin).
Zelden (0,01-0,1%): urticaria, huiduitslag.
Verder zijn gemeld: anafylactische en anafylactoïde reacties, angio-oedeem. Apneu, bij zeer premature kinderen (≤ 28 weken zwangerschapsduur). Collaps, een shock-achtige toestand, convulsies (met of zonder koorts) binnen 2–3 dagen na vaccinatie, syncope, Guillain-Barrésyndroom, aangezichtsverlamming, myelitis, brachiale neuritis. Cellulitis. Malaise, bleekheid. Trombocytopenie.
Bijwerkingen
De meeste bijwerkingen zijn licht tot matig in intensiteit, en verdwijnen binnen een paar dagen na vaccinatie. Lokale en systemische bijwerkingen zijn milder en werden minder vaak gemeld na dosis 2, dan na dosis 1.
Zeer vaak (> 10%): gevoeligheid, pijn, warmte, jeuk of blauwe plek (waaronder soms hematoom) op de injectieplaats. Hoofdpijn (waaronder soms migraine). Misselijkheid. Spierpijn, gewrichtspijn. Vermoeidheid, malaise, koude rillingen, koortsigheid.
Vaak (1-10%): zwelling of erytheem op de injectieplaats. Pijn in extremiteit. (Voorbijgaande milde) trombocytopenie. Koorts, influenza-achtige klachten, asthenie. Braken, diarree.
Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Verminderde eetlust, buikpijn. Hyperhidrose, jeuk, huiduitslag, urticaria. Duizeligheid, slaperigheid, lethargie. Spierspasmen.
Zelden (0,01%-0,1%): aangezichtsverlamming.
Zeer zelden (< 0,01%): trombose met trombocytopenie-syndroom (TTS), waaronder gevallen van veneuze trombose zoals cerebrale veneuze sinustrombose, splanchnische veneuze trombose, evenals arteriële trombose. Guillain Barré-syndroom.
Verder zijn gemeld: anafylaxie, angio-oedeem, (andere) overgevoeligheid. Systemisch capillair leksyndroom (SLCS). Immuungemedieerde trombocytopenie (ITP). Cerebrale veneuze en sinustrombose. Myelitis transversa.
Interacties
Bij gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.
Interacties
Er is geen onderzoek uitgevoerd naar interacties, ook niet naar gelijktijdige toediening van andere vaccins.
Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva kan, zoals bij andere vaccins, mogelijk resulteren in onvoldoende respons op de vaccinatie.
Zwangerschap
Teratogenese: Met DKTP-vaccin is ruime ervaring opgedaan tijdens de zwangerschap. Er zijn geen aanwijzingen voor een toegenomen kans op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Vanaf 22 weken van de zwangerschap wordt een kinkhoestvaccinatie (DKT of DKTP, ook wel de 22-wekenprik) aangeboden vanuit het Rijksvaccinatieprogramma aan alle zwangere vrouwen. Hierdoor is de baby vanaf de geboorte beschermd tegen een kinkhoestinfectie. Vaccinatie tijdens de zwangerschap geldt als aanvulling op de bestaande vaccinatie van zuigelingen in het RVP. Zie Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen op RIVM.nl.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Zwangere vrouwen met COVID-19 hebben een groter risico op het ontwikkelen van een ernstig verloop van de ziekte. De multidisciplinaire werkgroep COVID-19 en Zwangerschap adviseert alle zwangere vrouwen om zich te laten vaccineren, bij voorkeur met een mRNA-vaccin. Over het vaccin van AstraZeneca is op dit moment nog onvoldoende bekend wat betreft veiligheid bij zwangere vrouwen. Zie Update standpunt ‘Vaccinatie tegen COVID-19 rondom zwangerschap en kraambed’ op NVOG.nl.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Wel kunnen antistoffen van de moeder via de moedermelk bij de zuigeling terecht komen. Dit is aangetoond voor polioantistoffen.
Overig: Polioantistoffen geven de zuigeling in de eerste weken bescherming.
Advies: Vaccins met gedode/geïnactiveerde antigenen kunnen worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Nadelige gevolgen voor het kind worden niet verwacht. Volgens de werkgroep COVID-19 en Zwangerschap kan vaccinatie plaatsvinden bij vrouwen die borstvoeding geven. Toekomstige studies moeten de veiligheid definitief bevestigen. Zie Update standpunt ‘Vaccinatie tegen COVID-19 rondom zwangerschap en kraambed’ op NVOG.nl.
Contra-indicaties
- acute, ernstige en met koorts gepaard gaande ziekte;
- encefalopathie met onbekende oorzaak binnen zeven dagen na eerdere inenting met een pertussis (kinkhoest) bevattend vaccin;
- overgevoeligheid voor neomycine, streptomycine of polymyxine B. Het vaccin kan sporen hiervan bevatten; zie voor een volledig overzicht van hulpstoffen de officiële productinformatie.
Contra-indicaties
- trombose met trombocytopenie syndroom (TTS) na eerdere vaccinatie met dit vaccin;
- (voorgeschiedenis van) systemisch capillairleksyndroom (SLCS).
Waarschuwingen en voorzorgen
De toediening van vaccins die pertussis (kinkhoest) bevatten zorgvuldig overwegen indien één van de volgende verschijnselen zijn opgetreden bij eerdere toediening ervan:
- hoge koorts (> 40 °C) binnen 48 uur na vaccinatie, die niet toe te schrijven is aan een andere oorzaak;
- collaps of een op shock gelijkende toestand binnen 48 uur na vaccinatie;
- aanhoudend (≥ 3 uur) en ontroostbaar huilen binnen 48 uur na vaccinatie;
- convulsies met of zonder koorts binnen drie dagen na vaccinatie.
Bij Guillain-Barrésyndroom in de voorgeschiedenis na eerdere vaccinatie met tetanustoxoïd, zorgvuldig afwegen om te vaccineren.
Wees voorzichtig bij recent ontstane of progressieve neurologische aandoeningen; echter aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen de vaccinatie níet onthouden of uitstellen. Een familiegeschiedenis van convulsies die mét koorts gepaard gaan vraagt speciale aandacht. Een familiegeschiedenis welke convulsies of wiegendood meldt of febriele convulsies vormen geen contra-indicatie.
De immunogeniciteit van het vaccin kan worden verminderd door een immunosuppressieve behandeling of immunodeficiëntie.
Triaxis Polio niet toedienen aan personen met een onvolledige/afwezige voorgeschiedenis van primaire vaccinatie tegen difterie, tetanus of polio, vanwege onvoldoende werkzaamheid.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld voor kinderen < 3 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Anafylaxie: observeer nauwlettend direct na vaccinatie gedurende ten minste 15 minuten. Zorg zo nodig voor adequate behandeling. Bij optreden van anafylaxie na de eerste dosis, geen tweede dosis toedienen.
Stel vaccinatie uit bij acute ernstige ziekte gepaard gaande met koorts of een acute infectie. Bij aanwezigheid van een lichte infectie en/of laaggradige koorts hoeft de vaccinatie niet uitgesteld te worden.
Zeer zeldzame gevallen van systemisch capillairleksyndroom (SCLS) zijn gemeld in de eerste dagen na vaccinatie, soms met een bekende voorgeschiedenis van SCLS. Fatale afloop is gemeld. CLS wordt gekenmerkt door acute episoden van oedeem (vooral in armen en benen) met hypotensie, hemoconcentratie en hypoalbuminemie. Gebruik van dit vaccin bij een voorgeschiedenis van CLS is gecontra-indiceerd.
Een combinatie van trombose en trombocytopenie (TTS), in sommige gevallen met bloedingen, is zeer zelden gemeld, het merendeel binnen 3 weken na vaccinatie. Sommige gevallen hadden een fatale afloop. Wees alert op symptomen van trombo-embolie en/of trombocytopenie en instrueer gevaccineerde personen om onmiddellijk medische hulp te zoeken bij klachten zoals kortademigheid, zwelling van de benen, aanhoudende buikpijn, ernstige hoofdpijn, wazig zien, verwardheid, convulsies of, na een paar dagen, het krijgen van blauwe plekken en petechiën op de huid buiten de plaats van vaccinatie. Een relatie met het vaccin is waarschijnlijk. Onderzoek actief op tekenen van trombose dan wel trombocytopenie, bij mensen bij wie binnen drie weken na de vaccinatie één van beide voorvallen is vastgesteld.
Gevallen van cerebrale veneuze en sinustrombose zonder trombocytopenie zijn zeer zelden gemeld, soms fataal, meestal binnen 4 weken na vaccinatie. Neem dit risico in overweging bij personen met een verhoogd risico op cerebrale veneuze en sinustrombose. Deze voorvallen kunnen een andere behandeling nodig hebben dan TTS.
Gevallen van trombocytopenie, waaronder immuungemedieerde trombocytopenie (ITP) zijn gemeld, doorgaans binnen de eerste vier weken na vaccinatie. In zeer zeldzame gevallen trad hierbij een sterke daling van het aantal bloedplaatjes op (< 20.000/microl.) en/of gingen ze gepaard met bloedingen, en soms was er een voorgeschiedenis van immuungemedieerde trombocytopenie. Gevallen met fatale afloop zijn gemeld. Bij een voorgeschiedenis van een trombocytopenische aandoening, zoals ITP, het risico van een sterke daling van het aantal bloedplaatjes overwegen vóór toediening van het vaccin en bloedplaatjes na vaccinatie controleren. Instrueer gevaccineerde personen om onmiddellijk medische hulp te zoeken bij symptomen van trombocytopenie zoals spontane bloedingen, blauwe plekken of rood/paars puntvormige bloedinkjes op de huid buiten de prikplek.
Het Guillain-Barré-syndroom en myelitis transversa is zeer zelden gemeld na vaccinatie. Een causaal verband met het vaccin wordt nog onderzocht. Instrueer ontvangers van dit vaccin direct medische hulp te zoeken als een van de volgende klachten zich voordoet: dubbel zien of moeilijk de ogen kunnen bewegen, moeite met slikken, kauwen, spreken of lopen, coördinatie- of evenwichtsproblemen, tintelend gevoel in handen en voeten, spierzwakte in de armen, benen, borst of het gezicht, blaas of -darmproblemen.
De werkzaamheid, veiligheid en immunogeniciteit van het vaccin zijn niet onderzocht bij immuungecompromitteerde personen of bij gelijktijdige immunosuppressieve behandeling; de immunologische respons kan verminderd zijn.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld; er zijn geen gegevens.
Eigenschappen
Gecombineerd vaccin tegen difterie, (acellulair) kinkhoest, tetanus en poliomyelitis (D(a)KTP). Aard van het antigenenmateriaal: dood, bacterieel (difterie, kinkhoest, tetanus); geïnactiveerd, viraal (poliomyelitis).
Eigenschappen
COVID-19 vaccin Vaxzevria (‘Oxfordvaccin’, AZD1222) is op basis van recombinant DNA techniek geproduceerd in genetisch gemodificeerde humane embryonale nier-(HEK)-293-cellen.
Een dragervirus (replicatie-deficiënt chimpansee adenovirus) is genetisch gemodificeerd en bevat het gen dat codeert voor het SARS-CoV-2 spike (S)-eiwit. Na vaccinatie draagt het dragervirus dit gen over aan lichaamscellen die vervolgens het S-eiwit gaan produceren. Tegen dit lichaamsvreemde S-eiwit worden vervolgens neutraliserende antistoffen geproduceerd en cellulaire immuunresponsen opgewekt.
Zoals met alle vaccins is het mogelijk dat vaccinatie met dit COVID-19-vaccin niet bij alle gevaccineerden bescherming biedt. Personen zijn mogelijk pas 15 dagen na hun tweede dosis van dit vaccin volledig beschermd. De beschermingsduur is onbekend; deze wordt met de lopende onderzoeken bepaald. Zie voor meer informatie over het vaccin, de officiële productinformatie Vaxzevria, voorheen bekend als COVID-19 vaccin AstraZeneca van de fabrikant op de officiële website van de Europese Unie.
Groepsinformatie
difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- cholera, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Spikevax) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 vectorvaccin (Jcovden) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 vectorvaccin (Vaxzevria) (J07BX03) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (hbvax) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02)) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
COVID-19 vectorvaccin (Vaxzevria) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- cholera, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Spikevax) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 vectorvaccin (Jcovden) (J07BX03) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (hbvax) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02)) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (zostavax) (J07BK02) Vergelijk