Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Dexdor (als hydrochloride) XGVS Orion Corporation

Toedieningsvorm
Concentraat voor oplossing voor infusie
Sterkte
100 microg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 2 ml, flacon 4 ml, 10 ml

Kan worden opgelost tot een concentratie van 4 microg/ml of 8 microg/ml.

Dexmedetomidine (als hydrochloride) XGVS Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Concentraat voor oplossing voor infusie
Sterkte
100 microg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 2 ml, flacon 2ml, 4 ml, 10 ml

Het concentraat kan worden opgelost tot een concentratie van 4 microg/ml of 8 microg/ml.

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
4 microg/ml
Verpakkingsvorm
zak 100 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor de toepassing van dexmedetomidine is nog geen advies vastgesteld.

Indicaties

  • Sedatie van volwassen intensivecare-patiënten bij wie het noodzakelijk is dat de diepte van het sedatieniveau het nog mogelijk maakt de patiënt met een verbale prikkel te wekken (overeenkomend met Richmond Agitation-Sedation Scale (RASS) 0 tot –3).
  • Sedatie van niet-geïntubeerde volwassen patiënten voor en/of tijdens diagnostische of operatieve procedures die sedatie vereisen, dus procedurele en bewuste sedatie.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Sedatie van IC-patiënten

Volwassenen

Bij patiënten die al geïntubeerd en gesedeerd zijn, starten met 0,7 microg/kg lichaamsgewicht/uur; bij tengere patiënten een lagere startdosis overwegen. Daarna afhankelijk van de respons de dosis aanpassen binnen een bereik van 0,2–1,4 microg/kg/uur. Maximaal 1,4 microg/kg/uur. Na aanpassing van de dosis kan het tot 1 uur duren voordat een nieuw stabiel sedatieniveau bereikt wordt. Een oplaaddosis wordt niet aanbevolen vanwege bijwerkingen. Zo nodig propofol of midazolam toedienen totdat het effect van dexmedetomidine is vastgesteld. In klinisch onderzoek is geen ervaring opgedaan met het gebruik van dexmedetomidine gedurende een periode langer dan 14 dagen.

Bij ouderen of patiënten met een verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Overweeg bij verminderde leverfunctie een lagere dosering, afhankelijk van de stoornis en de respons.

Niet-geïntubeerde patiënten voor en/of tijdens diagnostische of operatieve procedures

Volwassenen

Algemeen: oplaadinfuus van 1 microg/kg lichaamsgewicht gedurende 10 min. Bij minder invasieve procedures, zoals oogchirurgie, kan 0,5 microg/kg in 10 min voldoende zijn. Onderhoudsinfuus: 0,6–0,7 microg/kg/uur, stapsgewijs aanpassen op basis van het klinische effect binnen een bereik van 0,2–1 microg/kg/uur. Pas de snelheid van het infuus aan om het gewenste niveau van sedatie te bereiken. Voor wakkere fiberoptische intubatie: onderhoudsinfuus van 0,7 microg/kg/uur tot de endotracheale tube geplaatst is. Aanvullende sedatie en/of analgesie wordt aanbevolen tijdens pijnlijke procedures of als (tijdelijk) diepere sedatie vereist is.

Overweeg bij patiënten met een verminderde leverfunctie een lagere (start)dosering. Bij een verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een leeftijd > 65 jaar is gewoonlijk geen dosisaanpassing nodig; wel zijn ouderen gevoeliger voor het optreden van hypotensie.

Toediening

  • Het concentraat kan verdund worden in glucose 5% oplossing, Ringer-lactaatoplossing, mannitol 20% of natriumchloride 0,9% oplossing voor injectie, voor het bereiken van de vereiste concentratie van hetzij 4 microg/ml of 8 microg/ml.
  • De infusievloeistof niet verdunnen of mengen met andere geneesmiddelen.
  • Dexmedetomidine kan adsorberen aan natuurlijk rubber. Raadpleeg de officiële productinformatie voor informatie over onverenigbaarheden met andere vloeistoffen en geneesmiddelen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): bradycardie, soms leidend tot sinusarrest. Hypotensie, hypertensie (met name bij te snel/te veel toedienen). Ademhalingsdepressie.

Vaak (1-10%): hyperglykemie, hypoglykemie. Agitatie. Myocardiale ischemie, myocardinfarct, tachycardie. Misselijkheid, braken, droge mond. Abstinentiesyndroom, hyperthermie.

Soms (0,1-1%): eerstegraads AV-blok, verminderd hartminuutvolume, hartstilstand, vaak voorafgegaan door bradycardie of AV-blok. Dyspneu, apneu. Opgezette buik. Dorst. Metabole acidose. Hypoalbuminemie. Hallucinatie.

Verder zijn gemeld: polyurie, diabetes insipidus. In geïsoleerde gevallen bij met bradycardie bekende patiënten: perioden van asystolie. Hypothermische bradycardie bij een neonaat.

Interacties

Versterkte sedatieve, anesthetische en cardiorespiratoire effecten zijn vastgesteld bij combinatie met isofluraan, propofol, alfentanil en midazolam; dergelijke effecten zijn waarschijnlijk bij combinatie met (andere) anesthetica, sedativa, hypnotica en opioïden. Verlaging van de dosering van dexmedetomidine of het gecombineerd toegediende middel kan nodig zijn.

Bij combinatie met spinale of epidurale anesthesie neemt de kans op hypotensie of bradycardie toe.

Inhibitie van CYP2B6 en inductie van andere CYP-enzymen is in vitro waargenomen; de klinische relevantie is niet duidelijk.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren is reproductietoxiciteit waargenomen (verlaagd foetaal lichaamsgewicht, vertraagde ossificatie).

Advies: Gebruik ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Advies: Gebruik van dit middel niet initiëren óf de borstvoeding staken tot ten minste 24 uur na stopzetten van de behandeling.

Contra-indicaties

  • gevorderd AV-blok (graad 2 of 3), tenzij een pacemaker aanwezig is;
  • ongecontroleerde hypotensie;
  • acute cerebrovasculaire aandoeningen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Tijdens infusie met dexmedetomidine moet continue hartbewaking plaatsvinden.

Bij niet-geïntubeerde patiënten de ademhaling bewaken.

Bij procedurele en bewuste sedatie bij niet-geïntubeerde patiënten: bewaak de patiënt continu op tekenen van hypotensie, hypertensie, bradycardie, ademhalingsdepressie, apneu, dyspneu en/of zuurstofdesaturatie.

Omdat geen oplaaddosis of bolusdosis gegeven mag worden, andere sedativa paraat houden.

Niet toepassen als algemeen anesthetisch inductiemiddel bij intubatie of voor sedatie tijdens gebruik van spierrelaxantia.

Niet geschikt voor patiënten die continue diepe sedatie nodig hebben.

Niet geschikt voor patiënten met ernstige cardiovasculaire instabiliteit, wegens het mogelijk optreden van daling van de hartslag, en daling en/of stijging van de bloeddruk. Voorzichtig toedienen bij bestaande bradycardie (hartslag < 60/min), ischemische hartziekte, hartfalen, hypotensie en/of hypovolemie. Overweeg bij aanwijzingen voor een myocardinfarct dosisreductie of het staken van de behandeling.

Ernstig zieke, volwassen patiënten tot 65 jaar op de Intensive Care hebben een verhoogd risico om te overlijden bij behandeling met dexmedetomidine.

Bij patiënten met een zeer goede lichamelijke conditie en een langzame hartslag in rust, is een tijdelijke sinusstilstand gemeld. Ook zijn gevallen van hartstilstand, vaak voorafgegaan door bradycardie of AV-blok, gemeld.

Voorzichtig toedienen bij patiënten met disfunctie van het perifere autonome zenuwstelsel, zoals na ruggenmergletsel.

Dexmedetomidine kan de cerebrale bloedstroom en de intracraniële druk verminderen; bij aanwijzingen voor cerebrale ischemie dosisreductie of het staken van de behandeling overwegen. Na neurochirurgische ingrepen en bij ernstige neurologische aandoeningen, zoals hoofdletsel, voorzichtig toepassen.

Bij een gestoorde leverfunctie kunnen bijwerkingen en sedatie plaatsvinden.

Onthoudingsverschijnselen (agitatie, hypertensie) kunnen optreden, met name na abrupt staken van langdurig gebruik.

Hyperthermie kan optreden, die resistent is voor traditionele afkoelingsmethoden. Staak in geval van onverklaarde, aanhoudende koorts; niet aanbevolen bij patiënten die gevoelig zijn voor maligne hyperthermie.

Diabetes insipidus is gemeld; als polyurie optreedt de behandeling staken en de natriumspiegel in het bloed en de urine-osmolaliteit controleren.

De tijd tot herstel is ca. 1 uur. Houd medisch toezicht gedurende ten minste nog een uur.

Niet aanbevolen voor patiënt-gecontroleerde sedatie.

Dexmedetomidine heeft geen anticonvulsief effect.

De veiligheid en effectiviteit bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.

Hulpstoffen: wees voorzichtig met glucose in de infusievloeistof (niet in het concentraat), vanwege het suikergehalte (5,5 g/ 100 ml).

Overdosering

Symptomen

bradycardie, hypotensie, hypertensie, oversedatie, ademhalingsdepressie en hartstilstand.

Therapie

Bij sinusarrest is in onderzoek atropine of glycopyrronium toegepast.

Eigenschappen

Dexmedetomidine is een selectieve α2-receptoragonist. Remming van de locus caeruleus, een overwegend noradrenerge nucleus in de hersenstam geeft een sedatief effect. Activering van de presynaptische α2-adrenerge receptor remt het vrijkomen van noradrenaline, wat de transmissie van pijnsignalen blokkeert. De activering van postsynaptische α2-adrenerge receptoren in het centrale zenuwstelsel remt de sympathische activiteit, waardoor de bloeddruk en de hartfrequentie dalen. Bij lage dosering heeft dexmedetomidine vooral centrale effecten (daling van de hartslagfrequentie en bloeddruk); bij hogere dosering vooral een perifeer vasoconstrictief effect (stijging van de bloeddruk en versterkte bradycardie).

Kinetische gegevens

V d ca. 1,3 l/kg.
Eiwitbinding 94%.
Metabolisering in de lever door glucuronidering, N-methylering en door CYP gekatalyseerde oxidatie, tot inactieve metabolieten.
Eliminatie voornamelijk (95%) via de urine, als metabolieten.
T 1/2el ca. 1,5 uur, bij lichte, matige en ernstige leverfunctiestoornis tot resp. ca. 3,9 uur, ca. 5,4 uur en ca. 7,4 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd