Samenstelling
Fenistil (waterstofmaleaat) GlaxoSmithKline Consumer Healthcare bv
- Toedieningsvorm
- Druppelvloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 20 ml
Conserveermiddel: benzoëzuur. Bevat tevens: propyleenglycol (100 mg/ml).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Toplexil XGVS Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Stroop
- Sterkte
- 0,33 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 150 ml
Bevat tevens saccharose 730 mg/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Bij gebruik van geneesmiddelen is bij incidentele klachten een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) eerste keus vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig ernstige tot ernstige klachten gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke, subcutane immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Vanwege meer kans op sedatie en interacties bij gebruik van een sederend antihistaminicum, gaat de voorkeur uit naar een niet-sederend antihistaminicum. Het gebruik van een sederend antihistaminicum wordt afgeraden.
Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica (zoals dimetindeen) worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.
Op basis van de ernst kan gekozen worden voor een sterker, dan wel zwakker sederend middel. Houd bij de keuze van het antihistaminicum rekening met de halfwaardetijd.
Advies
Het gebruik van oxomemazine bij hoesten wordt niet aangeraden, vanwege onvoldoende effectiviteit en de sedatieve werking. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling van Acuut hoesten zie de indicatietekst Acuut hoesten. Oxomemazine mag niet aan kinderen jonger dan twee jaar worden gegeven vanwege een mogelijk verband met het 'sudden infant death syndrome' (wiegendood) of aan ouderen vanwege de anticholinerge bijwerkingen.
Indicaties
- Behandeling van allergische aandoeningen die berusten op het vrijkomen van histamine (allergie van het directe type), zoals hooikoorts, niet–seizoengebonden allergische rinitis, urticaria.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Hoest.
Gerelateerde informatie
Dosering
1 ml = ca. 20 druppels = 1 mg.
Allergische aandoeningen
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar
20–40 druppels 3×/dag. Bij neiging tot slaperigheid 40 druppels 's avonds en 20 druppels 's morgens.
Kinderen van 1 tot 12 jaar
2 druppels per kilogram lichaamsgewicht per dag in 3 doses.
De druppelvloeistof mag niet worden blootgesteld aan hoge temperaturen: de druppels toevoegen aan lauwe voeding onmiddelijk vóór het voeden of geef ze onverdund op een theelepel.
Dosering
Hoest:
Volwassenen:
15–30 ml per dag in 2–3 doses.
Kinderen 4–10 jaar:
15–25 ml per dag in 2–3 doses.
Kinderen 2–4 jaar:
10–20 ml per dag in 2–3 doses;
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): vermoeidheid.
Vaak (1-10%): slaperigheid, zenuwachtigheid.
Zelden (0,01-0,1%): prikkelbaarheid, hoofdpijn, duizeligheid. Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, droge mond of keel.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactoïde reacties inclusief gezichtsoedeem, farynxoedeem, huiduitslag, spierspasmen, dyspneu.
Verder zijn gemeld: jeuk, urticaria, exsudatieve multiforme erytheem.
Bijwerkingen
Frequent: sedatie, slaperigheid, duizeligheid, slecht coördinatievermogen.
Verder: maag-darmstoornissen (o.a. obstipatie, diarree), droge mond, anorexie, spierslapte, accommodatiestoornissen, mydriase, palpitaties, hypotensie, urineretentie, geelzucht, erytheem, eczeem, jeuk, purpura, urticaria, oedeem en fotosensibilisatie. Rustelozebenen-syndroom. Langdurig gebruik kan, vooral in hoge doses en bij ouderen, leiden tot extrapiramidale stoornissen, zoals tardieve dyskinesie. Paradoxale stimulering van het centraal zenuwstelsel kan ook voorkomen, zoals nervositeit, verwardheid, hallucinaties, prikkelbaarheid, slapeloosheid, tremoren, tachycardie en verhoogde neiging tot convulsies, vooral bij kinderen en ouderen.
Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock.
Zeer zelden: leukopenie, hemolytische anemie, agranulocytose en trombocytopenische purpura.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende stoffen kunnen de centrale werking van dimetindeen versterken.
Combinatie met stoffen met anticholinerge werking zoals tricyclische antidepressiva, parasympathicolytische antiparkinsonmiddelen of sommige antipsychotica geeft een versterkt anticholinerg effect.
Antihistaminica beïnvloeden immuuntherapie bij allergie.
Interacties
Combinatie met stoffen met een anticholinerge werking zoals tricyclische antidepressiva, sommige antiparkinsonmiddelen of sommige antipsychotica geeft een versterkt anticholinerg effect.
Het bloeddrukverlagende effect van perifere α-blokkerende sympathicolytica zoals labetalol en van centraal werkende antihypertensiva zoals methyldopa kan worden versterkt.
Alcohol en andere centraal dempende stoffen kunnen de centrale werking van antihistaminica versterken.
Antihistaminica kunnen de resultaten van allergietesten beïnvloeden en kunnen interfereren met immunotherapie bij allergie.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend. Ja, in geringe mate (bij dieren).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (fenothiazinen). Gebruik door jonge kinderen zelf is gecontra-indiceerd vanwege het risico van sedatie, ademhalingsdepressie en de associatie met 'Sudden Infant Death Syndrome' (SIDS ofwel wiegendood); er is geen ervaring met het gebruik tijdens de borstvoeding.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- prostaathyperplasie met urineretentie;
- acuut glaucoom;
- gebruik bij kinderen jonger dan één jaar.
Contra-indicaties
- acute astma-aanval;
- kinderen jonger dan 2 jaar;
- overgevoeligheid voor fenothiazinen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Gebruik is gecontra-indiceerd bij kinderen jonger dan een jaar, omdat het sedatief effect kan leiden tot perioden met ademhalingsstilstand tijdens de slaap.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Voorzichtig zijn bij ouderen die meer kans hebben op bijwerkingen zoals agitatie en vermoeidheid.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet gebruiken bij kinderen jonger dan 2 jaar vanwege de kans op sedering en ademhalingsdepressie; er is een samenhang met het 'Sudden Infant Death Syndrome'. Wees voorzichtig bij kinderen met slaapapneu in de anamnese, bij het vóórkomen van 'Sudden Infant Death Syndrome' in het gezin, wanneer kinderen minder makkelijk dan normaal spontaan wakker worden en bij erg zieke of gedehydrateerde kinderen. Wees voorzichtig bij kinderen jonger dan 6 jaar vanwege meer kans op neuropsychiatrische bijwerkingen.
Wees ook voorzichtig bij epilepsie (focale cerebrale corticale laesies), cardiovasculaire aandoeningen en hypertensie, hepatische aandoeningen, urineretentie en prostaathypertrofie.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogboldruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.
Blootstelling aan direct zonlicht vermijden wegens kans op fotosensibilisatie.
Omdat de drank 7,3 gram saccharose per 10 ml bevat, is deze niet geschikt voor gebruik door patiënten met diabetes mellitus.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
Slaperigheid, voornamelijk bij volwassenen. Vooral bij kinderen en ouderen, stimulatie van het CZS en antimuscarinische effecten waaronder excitatie, ataxie, hallicunaties, tremoren, convulsies, urineretentie en koorts. Verder kunnen hypotensie, coma en cardiorespiratoire collapsen optreden.
Zie voor meer symptomen en de behandeling vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
depressie van het centrale zenuwstelsel (lethargie, dysartrie, ataxie, stupor, bewustzijnsdaling tot coma), convulsies, mydriase, cardiovasculaire symptomen (hypotensie, ventriculaire tachycardie, aritmie), respiratoire depressie en hypothermie.
Therapie
opname op een intensivecare-afdeling is noodzakelijk. De behandeling bestaat in het algemeen uit maagspoelen gedurende de eerste uren na de inname (vertraagde darmperistaltiek) en verder herhaalde toediening van actieve kool vanwege enterohepatische kringloop. Aritmieën behandelen met behulp van cardioversie. Kinidine is gecontra-indiceerd. Toediening van fysostigmine wordt afgeraden.
Eigenschappen
H1-receptorantagonist met een centraal aangrijpingspunt en een sederende en anticholinerge werking.
Kinetische gegevens
F | 70%. |
T max | 2 uur. |
Metabolisering | in de lever, gedeeltelijk. |
Eliminatie | via gal- en urinewegen. |
T 1/2el | circa 6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Fenothiazinederivaat. Antihistaminicum met sederende en zwak anticholinerge en α1-adrenerge eigenschappen. Heeft tevens antiserotonerge en anti-emetische eigenschappen.
Groepsinformatie
dimetindeen hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- oxomemazine (R06AD08) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
oxomemazine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk