Samenstelling
Xtandi XGVS Astellas Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, zacht
- Sterkte
- 40 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 40 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Erleada XGVS Janssen-Cilag bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 60 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Abirateron (acetaat) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 500 mg, 1000 mg
Zytiga (acetaat) XGVS Janssen-Cilag bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 250 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 500 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de behandeling van prostaatcarcinoom staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn met de plaats van enzalutamide daarbij.
Advies
Zie voor de adviezen van de commissie BOM nvmo.org/bom (onder apalutamide).
Voor de behandeling van prostaatcarcinoom staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.
Advies
Zie voor de adviezen van abirateron de Commissie BOM (onder abirateron).
Voor de behandeling van prostaatcarcinoom (incl. hormoongevoelig prostaatcarcinoom) de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.
Indicaties
Prostaatcarcinoom
- gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC) bij volwassenen, in combinatie met androgeendeprivatietherapie;
- niet-gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom (CRPC) bij volwassenen, bij wie er een groot risico is van metastasering;
- gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom (CRPC) bij volwassenen, die asymptomatisch of licht symptomatisch zijn na falen van androgeendeprivatietherapie en voor wie behandeling met chemotherapie nog niet klinisch geïndiceerd is; of bij wie de ziekte progressief was tijdens of na behandeling met docetaxel.
Indicaties
Prostaatcarcinoom
- Niet-gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom (nm-CRPC) bij volwassenen, waarbij er een groot risico is van metastasering;
- Gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC) bij volwassenen, in combinatie met androgeendeprivatietherapie (ADT).
Indicaties
- Gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) in combinatie met prednison of prednisolon, bij volwassen mannen:
- die asymptomatisch of licht symptomatisch zijn na falen van androgeendeprivatietherapie en voor wie chemotherapie nog niet klinisch geïndiceerd is;
- bij wie de ziekte progressief was tijdens of na behandeling met een schema dat docetaxel bevat.
- Nieuw gediagnosticeerde hoog-risico gemetastaseerde hormoongevoelige prostaatkanker (mHSPC) bij volwassen mannen, in combinatie met androgeendeprivatietherapie (ADT).
Doseringen
HSCP of CRCP
Volwassenen (incl. ouderen)
160 mg (4 capsules of 4 tabletten) 1×/dag. Indien géén operatieve castratie heeft plaatsgevonden, dan tijdens de behandeling een LHRH-analoog voortzetten (chemische castratie).
Verminderde nierfunctie: op basis van een farmacokinetische populatieanalyse is bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) een dosisaanpassing niet nodig. Er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min); zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen/Onderzoeksgegevens.
Verminderde leverfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig. Wees voorzichtig bij ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15); zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen/Onderzoeksgegevens.
Bij combinatie met sterke CYP2C8–remmers (gemfibrozil): 80 mg 1×/dag.
Ernstige bijwerkingen: bij ≥ CTCAE graad 3 toxiciteit: onderbreek de behandeling gedurende 1 week of tot de symptomen verbeteren tot ≤ graad 2. Hervat de behandeling met dezelfde of een lagere dosis (120 of 80 mg 1×/dag).
Een vergeten dosis binnen 12 uur innemen, anders deze overslaan.
Toediening: de capsules en tabletten iedere dag op hetzelfde tijdstip innemen. Geheel doorslikken met water, de capsules niet openen en tabletten niet kauwen of oplossen.
Doseringen
Prostaatcarcinoom
Volwassenen (incl. ouderen)
240 mg (4 tabletten) 1×/dag. Indien géén operatieve castratie heeft plaatsgevonden, dan tijdens de behandeling een LHRH-analoog voortzetten (chemische castratie).
Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matige verminderde nierfunctie (creatinineklaring 30–89 ml/min) is een dosisaanpassing niet nodig. Er kan geen doseeradvies worden gegeven bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) vanwege onvoldoende gegevens; gebruik apalutamide voorzichtig en pas dosis aan indien (ernstige) bijwerkingen optreden (zie hieronder).
Verminderde leverfunctie: bij een licht tot matige verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) is een dosisaanpassing niet nodig. Gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) wordt niet aanbevolen vanwege onvoldoende gegevens.
Ernstige bijwerkingen: bij CTCAE-graad ≥ 3 of niet te verdragen bijwerkingen de behandeling onderbreken tot de symptomen verbeteren tot ≤ graad 1 of de oorspronkelijke graad. Hervat de behandeling met dezelfde of een lagere dosis (180 of 120 mg 1×/dag).
Gemiste dosis: neem zo snel mogelijk de dosis alsnog in en ga de volgende dag verder met het oorspronkelijke innameschema. Géén 2 doses op één dag innemen.
Toediening: de tabletten iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip in hun geheel (zonder kauwen, breken of oplossen) innemen met of zonder voedsel.
Doseringen
Abirateron wordt gegeven in combinatie met predniso(lo)n; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom
Volwassenen
Oraal: 1000 mg 1×/dag, in combinatie met 10 mg/dag predniso(lo)n. In stress–situaties kan tijdelijk een hogere dosis predniso(lo)n nodig zijn. Indien géén operatieve castratie heeft plaatsgevonden, tijdens de behandeling een LHRH-analoog voortzetten (chemische castratie).
Hoog-risico gemetastaseerde hormoongevoelige prostaatkanker
Volwassenen
Oraal: 1000 mg 1×/dag, in combinatie met 5 mg/dag predniso(lo)n. In stress–situaties kan tijdelijk een hogere dosis predniso(lo)n nodig zijn. Indien géén operatieve castratie heeft plaatsgevonden, dan tijdens de behandeling een LHRH-analoog voortzetten (chemische castratie).
Bij nierinsufficiëntie: is geen dosisaanpassing nodig. Er is geen klinische ervaring bij patiënten met prostaatkanker en een ernstige nierinsufficiëntie; wees voorzichtig met de toepassing.
Bij leverinsufficiëntie: er is geen dosisaanpassing nodig bij een milde leverinsufficiëntie (Child-Pughscore 5–6). Er zijn geen gegevens over de klinische veiligheid en werkzaamheid bij matige of ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore 7–15). De toepassing bij matige leverinsufficiëntie zorgvuldig afwegen tegen de risico's. Het gebruik is gecontra-indiceerd bij een ernstige leverinsufficiëntie.
Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (cardiovasculaire toxiciteit, hypokaliëmie, levertoxiciteit) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2 en 4.4).
Gemiste dosis: hervat na een gemiste dosis abirateron of predniso(lo)n de volgende dag met de gebruikelijke dagdosis.
Toediening: de tablet(ten) ten minste 1 uur vóór óf 2 uur na een maaltijd innemen met water. De tabletten van 250 en 500 mg in hun geheel innemen. De tablet van 1000 mg kan worden gedeeld om de inname makkelijker te maken.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypertensie. Opvliegers. Asthenie, vermoeidheid. Vallen, fracturen.
Vaak (1-10%): ischemische hartziekte (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen). Angst. Cognitieve stoornis (o.a. geheugenstoornis), aandachtsstoornis, smaakstoornis, rustelozebenen-syndroom. Hoofdpijn. Gynaecomastie. Droge huid, jeuk.
Soms (0,1-1%): andere cognitieve aandoeningen, insult. Visuele hallucinaties. Leukopenie, neutropenie.
Verder zijn gemeld: oedeem van gelaat, tong, lippen en farynx, Huiduitslag, erythema multiforme. Spierpijn, spierzwakte, spierspasmen, rugpijn. Misselijkheid, braken, diarree. Posterieure leuko-encefalopathiesyndroom (PRES). QT-verlenging.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypertensie, opvliegers. Huiduitslag/huidreacties (bij ca. 26%; CTCAE-graad 3 bij ca. 6%) zoals erythemateus, maculeus, papuleus, pustuleus, vesiculeus, exfoliatief en verder urticaria, pemfigoïd en erythema multiforme. Diarree. Vermoeidheid, verminderde eetlust. Artralgie. Afname lichaamsgewicht. Vallen, fractuur.
Vaak (1-10%): ischemische hartziekte (mogelijk fataal), zoals (instabiele) angina pectoris, (acuut) myocardinfarct, coronaire hartziekte (kransslagaderstenose, -occlusie of -atherosclerose), ischemische cerebrovasculaire aandoeningen, zoals CVA. Spierspasme. Jeuk, alopecia. Dysgeusie. Hypothyroïdie. Hypercholesterolemie, hypertriglyceridemie.
Soms (0,1-1%): convulsie, restless legssyndroom.
Verder is gemeld: QT-verlenging. Toxische epidermale necrolyse, geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS), Stevens-Johnsonsyndroom. Interstitiële longziekte.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypertensie. Perifeer oedeem. Diarree. Urineweginfectie. Hypokaliëmie. Stijging ALAT en/of ASAT.
Vaak (1-10%): Hartfalen, angina pectoris, atriumfibrilleren, tachycardie. Sepsis. Dyspepsie. Huiduitslag. Botbreuken. Hematurie.Verhoogde waarden van ALAT en/of ASAT, hypertriglyceridemie.
Soms (0,1-1%): andere aritmieën. Bijnierinsufficiëntie. Myopathie, rabdomyolyse.
Zelden (0,01–0,1%): allergische alveolitis. Fulminante hepatitis, acuut leverfalen.
Verder zijn gemeld: myocardinfarct. QT-verlenging. Verhoogd totaal bilirubine. Fulminante hepatitis, acuut leverfalen. Anafylactische reactie.
Bij hormoongevoelige prostaatcarcinoom werden de volgende bijwerkingen vaker gezien: hypertensie, hypokaliëmie.
Interacties
Let op: houd bij de interacties rekening met de lange eliminatiehalfwaardetijd van enzalutamide (ca. 6 dagen).
Bij comedicatie met sterke CYP2C8-remmers (zoals gemfibrozil) kan de blootstelling aan enzalutamide sterk toenemen, de combinatie bij voorkeur vermijden; eventueel de dosering aanpassen (zie rubriek Dosering).
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele azoolantimycotica, domperidon, metoclopramide, en selectieve serotonine 5HT3- receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).
Wees voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen (bv. de meeste antidepressiva, antipsychotica (fenothiazinen en butyrofenonen), mefloquine, bupropion en tramadol).
Enzalutamide is een sterke inductor van vooral CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4, CYP3A5, CYP3A7, ook is inducerende activiteit gevonden bij CYP2B6 en UGT's. Houd rekening met verlaagde plasmaspiegels van geneesmiddelen die substraten zijn van de genoemde CYP-enzymsystemen of houd rekening met de toename van plasmaspiegels van actieve metabolieten bij vorming ervan. Het inducerend effect treedt geleidelijk in en houdt gezien de lange eliminatiehalfwaardetijd (ca. 6 dagen) na staken van de therapie gedurende één maand of langer aan. Beïnvloed kunnen worden o.a.: ciclosporine, sirolimus, tacrolimus, everolimus, dexamethason, sommige statinen, fentanyl, alfentanil, methadon, carbamazepine, fenytoïne, alprazolam, midazolam, zolpidem, sommige HIV–proteaseremmers, ergotamine, pimozide, quetiapine, sulfonylureumderivaten, sommige NSAID's, sommige calciumantagonisten (waaronder verapamil), levothyroxine, vitamine K-antagonisten, clopidogrel (let op: prodrug), protonpompremmers (bv. omeprazol).
Op basis van in vitro gegevens is enzalutamide mogelijk een lichte remmer van Pgp. Wees voorzichtig bij combinatie met substraten van Pgp met een smalle therapeutische breedte zoals digoxine, dabigatran en colchicine.
Mogelijk is er meer kans op leverschade door paracetamol.
Interacties
(Mogelijke) klinisch relevante interacties beperken zich vooral tot het effect van apalutamide (en de actieve metaboliet) op de farmacokinetiek van andere geneesmiddelen.
Apalutamide is een sterke inductor van vooral CYP3A4 en CYP2C19 en een lichte inductor van CYP2C9. Mogelijk heeft apalutamide ook inducerende activiteit bij UGT's. Houd rekening met verlaagde plasmaspiegels van geneesmiddelen die substraten zijn van de genoemde CYP-enzymsystemen of houd rekening met de toename van plasmaspiegels van actieve metabolieten bij vorming ervan. Het inducerend effect treedt geleidelijk in en houdt gezien de lange eliminatiehalfwaardetijd (ca. 3 dagen) na staken van de therapie gedurende twee weken of langer aan. Wees vooral alert bij de combinatie met geneesmiddelen die voornamelijk door deze enzymsystemen worden gemetaboliseerd en tevens een smalle therapeutische breedte hebben zoals voor CYP3A4 alfuzosine, domperidon, kinidine, ciclosporine, sirolimus, tacrolimus, everolimus, sommige statinen, alfentanil, fentanyl, methadon, carbamazepine, alprazolam, oraal midazolam, pimozide, quetiapine, ergotamine, vinca-alkaloïden, PDE-5-remmers, sommige calciumantagonisten en sommige HIV–proteaseremmers, voor CYP2C19 clopidogrel (let op: prodrug), fenytoïne, amitriptyline, clomipramine, imipramine, citalopram, en voor CYP2C9 sulfonylureumderivaten (bv. glibenclamide, glipizide, tolbutamide), vitamine K-antagonisten, fenytoïne en valproïnezuur.
Apalutamide heeft enige inducerende eigenschappen op de transporters Pgp, BCRP en OATP1B1; mogelijk dat de blootstelling aan substraten van deze transporters vermindert bij gelijktijdig gebruik met apalutamide.
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele azoolantimycotica, domperidon, metoclopramide, en selectieve serotonine 5HT₃-receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).
Wees voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen (bv. de meeste antidepressiva, antipsychotica (fenothiazinen en butyrofenonen), mefloquine, bupropion en tramadol).
Interacties
De combinatie abirateron + prednis(sol)on met radium-223 dichloride (Xofigo) is gecontra-indiceerd vanwege meer kans op overlijden en fracturen.
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, chinolonen, enkele antimycotica, selectieve serotonine 5HT3- receptorantagonisten (granisetron, ondansetron) en methadon.
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die spiertoxiciteit kunnen veroorzaken zoals statinen, fibraten, ciclosporine en daptomycine.
Gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, rifampicine, sint-janskruid) vermijden omdat deze de plasmaconcentratie van abirateron met ca. 55% kunnen verlagen. Houd er rekening mee dat het enzyminducerende effect nog enkele weken na het staken kan aanhouden. Gelijktijdige toediening van sterke CYP3A4-remmers hebben geen klinisch relevant effect op de farmacokinetiek van abirateron.
Abirateron remt CYP2D6 en CYP2C8. Wees daarom voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen die voor hun metabole omzetting sterk afhankelijk zijn van CYP2D6 en tevens een nauwe therapeutische breedte hebben, zoals sommige β–blokkers (o.a. metoprolol, propranolol), antidepressiva, antipsychotica (o.a. haloperidol, risperidon), propafenon, flecaïnide en pijnstillers (codeïne, oxycodon en tramadol); of met geneesmiddelen die voor hun metabole omzetting sterk afhankelijk zijn van CYP2C8 en tevens een nauwe therapeutische breedte hebben (zoals pioglitazon en repaglinide).
Hypokaliëmie (intra- en extracellulair) treedt bij de behandeling zeer vaak op en versterkt de toxiciteit van digoxine.
De belangrijkste metaboliet van abirateron remt in vitro het transporteiwit OATP1B1; mogelijk verhoogt dit de plasmaspiegel van geneesmiddelen die voor een belangrijk deel van dit transporteiwit gebruik maken zoals statinen, valsartan. repaglinide en bosentan.
Prednis(ol)on kan hyperglykemie verergeren; een aanpassing van de therapie tegen diabetes mellitus kan nodig zijn
In combinatie met prednis(ol)on is hypoglykemie gemeld bij patiënten met reeds bestaande diabetes mellitus die hiervoor pioglitazon of repaglinide krijgen; bij patiënten met diabetes mellitus de bloedsuikerspiegel monitoren.
De werkzaamheid en veiligheid van gelijktijdig gebruik met cytotoxische chemotherapie zijn niet vastgesteld.
Spironolacton verhoogt mogelijk de prostaatspecifiek antigeen (PSA)-niveau's.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie is zwangerschap niet van toepassing.
Teratogenese: Onbekend. Bij dieren schadelijk gebleken (skeletveranderingen, toename incidentie embryofoetale sterfte).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Vruchtbaarheid: Bij dieren is een nadelig effect op de vruchtbaarheid geconstateerd zoals atrofie, hypertrofie of hyperplasie van de voortplantingsorganen, en aspermie/hypospermie; de veranderingen waren geheel of gedeeltelijk reversibel.
Overig: Het is onbekend of enzalutamide of de actieve metaboliet aanwezig is in sperma. Bij geslachtsgemeenschap met een zwangere vrouw een condoom gebruiken gedurende én tot 3 maanden na de therapie. Bij geslachtsgemeenschap met een vruchtbare vrouw een condoom én een andere vorm van anticonceptie gebruiken gedurende én tot 3 maanden na de therapie.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie is zwangerschap niet van toepassing.
Teratogenese: Zowel bij mens als dier onbekend. Gezien het werkingsmechanisme zou apalutamide nadelige effecten bij de embryo/foetus kunnen bewerkstelligen.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Vruchtbaarheid: Bij dieren zijn bij therapeutische doseringen nadelig effecten op de vruchtbaarheid geconstateerd zoals atrofie, hypertrofie of hyperplasie van de voortplantingsorganen, en aspermie/hypospermie; de veranderingen waren reversibel.
Overig: Het is onbekend of apalutamide of de actieve metaboliet aanwezig is in sperma. Bij geslachtsgemeenschap met een zwangere vrouw een condoom gebruiken gedurende én tot 3 maanden na de therapie. Bij geslachtsgemeenschap met een vruchtbare vrouw een condoom én een andere vorm van anticonceptie gebruiken gedurende én tot 3 maanden na de therapie.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.
Teratogenese: Onbekend. Bij dieren effecten op de uitwendige genitaliën en vermindering foetaal gewicht en foetale overleving.
Advies: Gebruik is zowel niet geïndiceerd als gecontra-indiceerd.
Vruchtbaarheid: Bij dieren heeft abirateron een negatieve invloed op de vruchtbaarheid van de man en vrouw; deze effecten zijn reversibel.
Overig: Het is niet bekend of abirateron aanwezig is in sperma; als de patiënt seksueel verkeer heeft met een vruchtbare vrouw, dient hij een condoom te gebruiken naast andere effectieve anticonceptiemethoden voor de vrouw.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie is borstvoeding niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Bij dieren gaan enzalutamide en metabolieten over in de moedermelk; de maximale concentratie werd bereikt 4 uur na toediening, deze was ca. 3,5× hoger dan in het plasma van het moederdier.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie is borstvoeding niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Contra-indicaties
Zie voor contra-indicaties de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
Zie de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
- ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15).
Zie voor (meer) contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Centraal zenuwstelsel: wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van insulten of andere predisponerende factoren zoals hersenletsel, beroerte, hersenmetastasen, alcoholisme of het gebruik van geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen. Bij optreden van insulten voortzetting van de behandeling per individueel geval afwegen. Er zijn gevallen van het posterieur reversibel leuko-encefalopathiesyndroom (PRES) gemeld. PRES kan zich manifesteren met snel ontwikkelende symptomen zoals insulten, verwardheid, hoofdpijn, blindheid en andere visuele en neurologische stoornissen, met óf zonder hypertensie. Staak de behandeling bij vermoeden van PRES en wacht bevestiging van de diagnose (met behulp van beeldvorming van de hersenen) af.
Hart- en vaatziekten: er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik bij een recent myocardinfarct (in de voorgaande 6 maanden), instabiele angina pectoris (in de voorgaande 3 maanden), hartfalen met LVEF < 45%, bradycardie of ongecontroleerde hypertensie. Androgeendeprivatie in combinatie met enzalutamide vergroot de kans op een ischemische hartziekte ten opzichte van alleen androgeendeprivatie. Androgeendeprivatie gaat gepaard met QT-verlenging. Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging; bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren voorafgaand aan en regelmatig tijdens de therapie elektrolyten en ECG controleren.
Overgevoeligheidsreacties zijn gemeld, met symptomen als (ernstige) huiduitslag, gelaats-, tong-, lip-, of farynxoedeem. Informeer de patiënt over de tekenen en symptomen van overgevoeligheid en controleer hier tijdens de behandeling nauwlettend op.
Gevallen van een tweede primaire maligniteit zijn gemeld; o.a. blaaskanker, adenocarcinoom van het colon, urotheelcelcarcinoom en blaascarcinoom. Adviseer de patiënt direct contact op te nemen als zij tekenen van een gastro-intestinale bloeding of macroscopische hematurie, of andere symptomen zoals dysurie of urine-aandrang ontwikkelen tijdens de behandeling.
Voor vruchtbare mannen: zie informatie met betrekking tot de vruchtbaarheid in de rubriek Zwangerschap.
Er is geen relevante toepassing bij kinderen.
Onderzoeksgegevens: enzalutamide is niet onderzocht bij een verminderde nierfunctie. Op basis van een farmacokinetische populatieanalyse is bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) een dosisaanpassing niet nodig. Wees voorzichtig bij een ernstig verminderde nierfunctie en terminale nierziekte (creatinineklaring < 30 ml/min). Het is niet waarschijnlijk dat enzalutamide significant wordt verwijderd door hemodialyse of peritoneale dialyse. Een verminderde leverfunctie heeft geen uitgesproken effect op de totale blootstelling aan enzalutamide of de actieve metaboliet. Bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) is de halfwaardetijd echter verdubbeld; wees daarom voorzichtig bij deze patiënten. De veiligheid en werkzaamheid van gelijktijdig gebruik met cytostatica zijn onbekend. Zie verder nog Hart-en vaatziekten hierboven in deze rubriek.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van insulten of andere predisponerende factoren hiervoor, zoals hersenletsel, beroerte (< 1 jaar), primaire hersentumoren of -metastasen, alcoholisme of het gebruik van geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen. Bij optreden van een insult de behandeling definitief staken.
Controleer nauwlettend op klachten of symptomen van hart- en vaatziekten. Gevallen van Ischemische hartziekte en ischemische cerebrovasculaire aandoeningen, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld. Bij de meeste gevallen was sprake van cardiovasculaire risicofactoren. Bij toepassing van apalutamide bij klinisch relevante cardiovasculaire risicofactoren deze zorgvuldig monitoren en zo mogelijk behandelen. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik bij recente (in de afgelopen 6 maanden) cardiovasculaire ziekte, zoals bij een myocardinfarct, ernstige of instabiele angina pectoris, hartfalen, arteriële of veneuze trombo-embolische voorvallen en klinisch relevante ventriculaire aritmieën.
Androgeendeprivatie kan gepaard gaan met QT-verlenging. Wees daarom voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging; bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren voorafgaand aan en regelmatig tijdens de therapie elektrolyten en ECG controleren.
Vanwege de kans op (mogelijk fatale gevallen van) ernstige huidreacties de patiënt onmiddellijk contact laten opnemen bij eerste tekenen van ernstige overgevoeligheidsreacties zoals progressieve huiduitslag, vaak met blaas-, blaar- en schilfervorming. Bij symptomen die wijzen op ernstige huidreacties zoals toxische epidermale necrolyse, DRESS of Stevens-Johnsonsyndroom de behandeling onmiddellijk en definitief staken.
Interstitiële longziekte (ILD), waaronder fatale gevallen, is gemeld. Bij acute en/of onverklaarbare verergering van longsymptomen de behandeling onderbreken en de patiënt onderzoeken. Bij bevestiging van ILD de behandeling met apalutamide staken.
Controleer regelmatig de schildklierfunctie; substitutie met levothyroxine kan nodig zijn.
Apalutamide kan osteoporose veroorzaken; toepassing van geneesmiddelen hiervoor kan nodig zijn. Evalueer vóór aanvang van de behandeling de kans op fracturen of vallen bij de patiënt.
Voor vruchtbare mannen: zie de informatie in de rubriek Zwangerschap.
Er is geen relevante toepassing bij kinderen.
Onderzoeksgegevens: apalutamide is niet onderzocht bij een verminderde nier- of leverfunctie. Op basis van een farmacokinetische populatieanalyse is bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) een dosisaanpassing niet nodig. Er zijn geen gegevens voor een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min). Een klein klinisch onderzoek gaf aan dat bij een licht tot matige verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) een dosisaanpassing niet nodig is. Apalutamide wordt vooral gemetaboliseerd in de lever en er zijn geen gegevens over het gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15); toepassing van apalutamide wordt niet aanbevolen. De veiligheid en werkzaamheid bij bestaande hart-en vaatziekten zijn niet vastgesteld; zie hierboven in deze rubriek.
Waarschuwingen en voorzorgen
Door remming van CYP17 veroorzaakt abirateron een overmaat aan mineralocorticoïden met als (mogelijk) gevolg hypokaliëmie, natrium- en vochtretentie, hypertensie en hartfalen. Dit effect wordt verminderd door de comedicatie met predniso(lo)n. Wees echter voorzichtig bij een voorgeschiedenis van of bestaande hart- en vaatziekten en bij ernstig verminderde nierfunctie. In de klinische onderzoeken waren patiënten met ongecontroleerde hypertensie en/of klinisch relevante hartziekte uitgesloten van deelname. De veiligheid bij een linkerventrikelejectiefractie (LVEF) van < 50% of hartfalen NYHA-klasse II-IV zijn niet vastgesteld. Overweeg vóór de (her)behandeling de hartfunctie te evalueren; vóór de behandeling zonodig de hartfunctie optimaliseren en hypertensie, hypokaliëmie en vochtretentie corrigeren. Tijdens de behandeling deze onder controle houden: in de eerste 3 maanden veertiendaags en daarna maandelijks. Hypokaliëmie is tevens een risicofactor voor QT-verlenging. Staak de behandeling als de hartfunctie klinisch significant afneemt.
Combinatie van predniso(lo)n en Ra-223 is gecontra-indiceerd vanwege meer kans op fracturen en een tendens tot verhoogde mortaliteit. Een volgende behandeling met Ra-223 niet instellen binnen 5 dagen na de laatste toediening van abirateron + predniso(lo)n.
Vanwege kans op levertoxiciteit, controleer vóór en tijdens de (her)behandeling (in de eerste 3 maanden veertiendaags en daarna maandelijks) de serumaminotransferasen en wanneer geïndiceerd. Bij optreden van levertoxiciteit (ALAT of ASAT > 5× ULN) de behandeling onderbreken tot herstel en eventueel de behandeling hervatten met een lagere dosis. Bij optreden van ernstige levertoxiciteit (ALAT of ASAT > 20× ULN) de behandeling definitief staken. Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij matige tot ernstige leverinsufficiëntie. Wees zeer voorzichtig bij matige leverinsufficiëntie en volg de patiënt nauwgezet tijdens de therapie. Gebruik bij ernstige leverinsufficiëntie is gecontra-indiceerd.
Abirateron kan aanleiding geven tot spiertoxiciteit, zoals myopathie en rabdomyolyse. Meestal ontstaat deze gedurende de eerste 6 behandelmaanden en herstelt na stoppen van abirateron. Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die bekend staan om hun spiertoxiciteit. Adviseer iedere patiënt om bij onverklaarde spierpijn, -gevoeligheid of -zwakte onmiddellijk een arts te waarschuwen.
Een bestaande verlaagde botdichtheid kan door predni(sol)on toenemen door de behandeling.
Bij seksueel verkeer met een vruchtbare vrouw moet een condoom worden gebruikt naast een andere effectieve anticonceptiemethode, omdat onbekend is of (metabolieten van) abirateron in sperma aanwezig zijn.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met apalutamide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met abirateron contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Androgeenreceptorantagonist met niet-steroïde structuur. Enzalutamide remt de werking van testosteron door competitieve binding aan androgeenreceptoren. Remt tevens de nucleaire translocatie van geactiveerde androgeenreceptoren en de binding van geactiveerde androgeenreceptoren aan DNA, zelfs bij resistentie voor anti–androgenen. Door deze effecten vermindert de groei van prostaatkankercellen en kan regressie van prostaattumoren optreden.
Kinetische gegevens
Resorptie | ca. 84%. |
T max | 1–2 uur. |
Overig | steady-state na ca. 1 maand. |
V d | ca. 1,6 l/kg. |
Eiwitbinding | 97–98% (met name aan albumine), 95% (actieve metaboliet). |
Overig | passeert de bloed–hersenbarrière (enzalutamide, actieve metaboliet). |
Metabolisering | uitgebreid in de lever, voornamelijk door CYP2C8 en in mindere mate CYP3A4/5 tot N-desmethyl-enzalutamide (even actief als enzalutamide) en carboxylzuurderivaat (niet actief). De actieve metaboliet wordt verder gemetaboliseerd door carboxylesterase tot niet-werkzame metabolieten; hierbij speelt het CYP-enzymsysteem dus geen rol. |
Eliminatie | voornamelijk als niet-actieve metaboliet, met de urine ca. 71%, met de feces ca. 13,6%. Het is niet waarschijnlijk dat enzalutamide significant wordt verwijderd door hemodialyse of peritoneale dialyse. |
T 1/2el | ca. 6 dagen (range 3–10 dagen). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Androgeenreceptorantagonist met niet-steroïde structuur. Apalutamide remt de werking van testosteron door binding aan androgeenreceptoren (AR). Remt tevens de nucleaire translocatie van geactiveerde AR, de binding van geactiveerde AR aan DNA en de AR-gemedieerde transcriptie. Door deze effecten vermindert de groei van prostaatkankercellen en kan regressie van prostaattumoren optreden. Apalutamide heeft zelf geen AR-agonistische activiteit.
Kinetische gegevens
F | ca. 100% |
T max | ca. 2 uur. |
V d | ca. 3,9 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 96% (apalutamide), 95% (actieve metaboliet). |
Metabolisering | In grote mate. Via CYP2C8 en CYP3A4 tot het werkzame N-desmethylapalutamide. Deze actieve metaboliet heeft in vitro ca. de helft van de werkzaamheid van apalutamide. Apalutamide en de actieve metaboliet worden verder gemetaboliseerd door carboxylesterasen tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | Voornamelijk in de vorm van inactieve metabolieten: ca. 65% met de urine en 24% met de feces. |
T 1/2el | ca. 3 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
CYP17-remmer. Abirateron remt selectief het enzym CYP17 dat in de testes, bijnieren en prostaattumoren nodig is voor de synthese van androgenen, zoals testosteron. De celgroei van het prostaatcarcinoom is afhankelijk van androgenen. Behandeling met luteïniserend hormoon 'releasing'-hormoon (LHRH)-agonisten of met orchidectomie verlaagt de androgeenproductie in de testes, maar niet in de bijnieren of de tumor. Toevoeging van abirateron resulteert in een serumtestosteronwaarde onder het detecteerbare niveau. Remming van CYP17 leidt ook tot verhoogde productie van mineralocorticoïden door de bijnieren.
Kinetische gegevens
Overig | Abirateronacetaat wordt na inname door hydrolasen snel omgezet in het werkzame abirateron. |
Overig | Abirateron: |
F | bij inname met voedsel verhoogd met een factor 10–17 en zeer variabel. Bij matig gestoorde leverfunctie verhoogd tot 260%. |
T max | ca. 2 uur. |
V d | ca. 80,4 l/kg. |
Eiwitbinding | 99,8% |
Metabolisering | voornamelijk in de lever via verschillende routes. |
Eliminatie | met de feces 88% en met de urine 5%. |
T 1/2el | ca. 15 uur, bij mild tot matig gestoorde leverfunctie 18–19 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
enzalutamide hoort bij de groep anti-androgenen.
Groepsinformatie
apalutamide hoort bij de groep anti-androgenen.
Groepsinformatie
abirateron hoort bij de groep anti-androgenen.