Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

flumetason/​clioquinol (bij secundaire huidinfectie)

corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan D07BB01

Sluiten

betamethason/​salicylzuur

corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan D07XC01

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Locacorten-Vioform crème XGVS Amdipharm Ltd

Toedieningsvorm
Crème
Verpakkingsvorm
15 g

Bevat per g: flumetason(pivalaat) 0,2 mg, clioquinol 30 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Diprosalic Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Zalf
Verpakkingsvorm
30 g, 50 g

Bevat per g: betamethasondipropionaat 0,64 mg (= 0,5 mg betamethason (0,05%)), salicylzuur 30 mg (3%).

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij secundair geïnfecteerd eczeem kan bij lokaal beperkte impetiginisatie de behandeling met dermatocorticosteroïden worden geïntensiveerd, zo nodig na een week in combinatie met lokaal fusidinezuur gedurende een week. Overweeg alleen orale antibiotica bij uitgebreide impetiginisatie of persisterende afwijkingen ondanks lokale behandeling, naast behandeling met indifferente middelen en corticosteroïden. Zie voor meer informatie de NHG-standaard Eczeem (2014).

Advies

Behandel psoriasis in eerste instantie lokaal met indifferente middelen, zo nodig gecombineerd met een klasse 3-corticosteroïd. Voeg bij onvoldoende effect een lokaal vitamine D-analoog toe. Stap bij onvoldoende effect hiervan over op een klasse 4-corticosteroïd. Bouw na max. 4 weken het dagelijks gebruik van corticosteroïden en vitamine D-analoga af tot een intermitterende behandeling. Continueer de indifferente middelen dagelijks. Om een schilferlaag te verwijderen kan een ontschilferingsmiddel worden toegepast. Bij kinderen en bij toepassing in het gezicht of in huidplooien heeft een klasse 2-corticosteroïd de voorkeur. De keuze voor een applicatievorm is afhankelijk van de locatie van de huidafwijkingen (o.a. wel of niet behaarde hoofdhuid) en in belangrijke mate ook van de voorkeur van de patiënt. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.

Indicaties

Behandeling van ontstekingsverschijnselen en jeuk van steroïdgevoelige dermatosen, secundair geïnfecteerd door micro-organismen die gevoelig zijn voor clioquinol, zoals:

  • seborroïsch eczeem;
  • constitutioneel eczeem;
  • contacteczeem;
  • gelokaliseerde neurodermatitis.

Indicaties

Steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen die onvoldoende reageren op lokale corticosteroïden uit klasse 2 en 3 zoals:

  • Psoriasis vulgaris;
  • Lichen planus;
  • Lichen sclerosus et atrophicus;
  • Granuloma annulare;
  • Pustulosus palmaris et plantaris.

Gerelateerde informatie

  • psoriasis

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Secundair geïnfecteerde steroïdgevoelige dermatosen:

Volwassenen en kinderen > 2 jaar:

Afhankelijk van de ernst van de aandoening 1–2×/dag dun aanbrengen en licht inwrijven. Behandeling staken indien < 1 week geen verbetering optreedt. Niet toepassen onder een occlusief verband en op grote en beschadigde huidoppervlakken, zeker niet bij kinderen; zie ook de rubriek Waarschuwingen/Voorzorgen.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Steroïdgevoelige dermatosen:

Volwassenen:

1-2×/dag dun aanbrengen en voorzichtig inwrijven, bij verbetering dosering verlagen naar 1×/dag of minder (afbouwen). Hierbij de algemene richtlijnen voor het aanbrengen van corticosteroïdpreparaten in acht nemen en doseren aan de hand van vingertopeenheden (VTE). In het algemeen minder dan 30-60 g zalf per week gebruiken. Nadat de aandoening is onderdrukt met dit preparaat, zo mogelijk vervangen door een minder sterk werkend middel.

Breng een indifferent middel één uur na het corticosteroïdpreparaat aan.

Bijwerkingen

Lokaal: huidatrofie (dikwijls irreversibel) met dunner worden van de huid, striae atrophicae, teleangiëctasieën, periorale dermatitis, purpura, depigmentatie, contactallergie, rosacea-achtige eczeem, hypertrichosis, reboundeffecten en vertraagde wondgenezing. Verder is gemeld: verhoging van de intra-oculaire druk en cataract.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Lokaal: huidatrofie (dikwijls irreversibel) met dunner worden van de huid, periorale dermatitis, striae atrophicae, teleangiëctasieën, neiging tot bloeden.

Verder: Depigmentatie, overgaan van psoriasis in psoriasis pustularis, maskeren van parasitaire, schimmel- en bacteriële infecties.

Zelden (0,01-0,1 %): verhoging intra-oculaire druk, colloïd-milia, erythrosis interfollicularis colli, granuloma gluteale, contactallergie, hypertrichosis.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Zwangerschap

Corticosteroïden passeren de placenta.

Teratogenese: Flumetason: ruime ervaring bij de mens heeft laten zien dat lokaal gebruik van klasse 1 en 2 corticosteroïden geen nadelige effecten laat zien. De resorptie vanuit de huid is laag. Systemische blootstelling is echter mogelijk bij langdurig lokaal gebruik en gebruik op grote of beschadigde huidoppervlakken. Clioquinol: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Farmacologisch effect: Theoretisch bestaat er kans op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de neonaat, met name bij langdurig lokaal gebruik en gebruik op grote huidoppervlakken (flumetason). Hoewel bij lokaal gebruik van clioquinol de resorptie via de huid gering is zijn effecten op de foetus niet uit te sluiten.

Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens bij lokaal gebruik van clioquinol.

Zwangerschap

Corticosteroïden passeren de placenta.

Teratogenese: Betamethason: zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gedocumenteerde gegevens (lokaal gebruik). Bij de mens is bij lokaal gebruik van met name klasse 1 en 2 corticosteroïden op de huid geen toegenomen kans op congenitale afwijkingen aangetoond. De resorptie vanuit de huid is laag. Systemische blootstelling is echter mogelijk bij langdurig lokaal gebruik en gebruik op grote of beschadigde huidoppervlakken (betamethason, salicylzuur). Ook door de combinatie met salicylzuur kan de resorptie van betamethason toenemen. Salicylzuur: ruime ervaring bij de mens heeft geen nadelige effecten laten zien.

Farmacologisch effect: Theoretisch bestaat er kans op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de pasgeborene, met name bij sterk en zeer sterk werkende corticosteroïden, langdurig lokaal gebruik en gebruik op grote huidoppervlakken (betamethason).

Advies: gebruik op strikte indicatie, vermijd langdurig gebruik, gebruik onder occlusie en gebruik op grote en beschadigde oppervlakken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend (flumetason, clioquinol). Hoewel bij lokaal gebruik van clioquinol de resorptie via de huid gering is zijn ongewenste effecten bij de zuigeling niet uit te sluiten.

Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens bij lokaal gebruik van clioquinol.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja (betamethason, salicylzuur). Bij uitgebreid gebruik (langdurig, op een groot huidoppervlak) kan het optreden van relevante bloedspiegels bij de moeder en het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling niet worden uitgesloten (betamethason, salicylzuur).

Advies: Bij langdurig gebruik of gebruik op grote huidoppervlakken wordt het geven van borstvoeding ontraden.

Overig: Vermijd toepassing op of rondom de tepels om orale opname door de zuigeling te voorkomen. Indien behandeling noodzakelijk is, moeten de tepels goed worden schoongemaakt vóór het voeden.

Contra-indicaties

  • huidinfecties die primair worden veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel of parasiet;
  • ongenezen wonden, ulcereuze huidaandoeningen;
  • therapieresistente secundaire infecties;
  • bijwerkingen door dermatocorticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
  • overgevoeligheid voor corticosteroïden of jodium;

Contra-indicaties

  • huidinfecties primair veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, gist of parasiet;
  • ulcereuze huidaandoeningen, wonden;
  • ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten;
  • bijwerkingen door eerder gebruik van corticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
  • overgevoeligheid voor corticosteroïden.

Waarschuwingen en voorzorgen

Toedieningsinformatie: niet toepassen op de oogleden, vanwege kans op het ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract bij chronische toediening. Vermijd contact met de ogen. Wees voorzichtig bij gebruik in huidplooien, op het gelaat en op de genitaliën vanwege de toegenomen kans op lokale bijwerkingen. Niet gebruiken onder occlusie en op grote en beschadigde huidoppervlakken vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen van zowel flumetason als clioquinol.

Systemische bijwerkingen: wees bedacht op mogelijke systemische bijwerkingen en (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as, (op langere termijn) mogelijk gepaard gaande met glucocorticosteroïde-insufficiëntie na het stopzetten van langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden. Langdurige behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk staken of overstappen op een minder sterk werkend corticosteroïd.

Kinderen hebben een relatief groot huidoppervlak en dunne huid. Langdurig gebruik op grote oppervlakken kan bij hen mogelijk leiden tot bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig gebruik op grote oppervlakken wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen.

Om reboundeffecten te voorkómen, langdurige lokale behandeling met corticosteroïden geleidelijk afbouwen.

Overgevoeligheidsreacties: niet gebruiken bij overgevoeligheid voor jodium. Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het veroorzakende corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreacties indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. De behandeling staken als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.

Schildklierfunctietesten: clioquinolbevattende preparaten kunnen de eiwitgebonden jodiumspiegel verhogen en zo schildklierfunctietesten (waarin enigerlei vorm van jodium betrokken is) verstoren. Deze testen daarom pas 1 maand na staken van de therapie uitvoeren.

Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.

Clioquinol kan kleding, linnengoed en haar verkleuren.

Waarschuwingen en voorzorgen

Toedieningsinformatie: niet toepassen op de (gevoelige) huid van het gelaat, genitaliën en in lichaamsplooien. Vermijd contact met en rond de ogen, vanwege risico van contaminatie van de conjunctiva met kans op het ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract; was de handen na gebruik. Wees voorzichtig bij langdurig gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken en gebruik onder occlusie (niet gebruiken onder luiers), vanwege de toegenomen kans op zowel lokale als systemische bijwerkingen. Excessief langdurig gebruik kan symptomen van salicylisme veroorzaken.

Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling.

De behandeling staken als ernstige irritatie en/of droogheid optreedt.

Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk afbouwen.

Huidinfecties: het (onjuist ) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie de behandeling met corticosteroïden staken.

De behandeling van psoriasis met dermatocorticosteroïden zorgvuldig controleren vanwege kans op recidieven (tolerantie), het ontstaan van gegeneraliseerde pustuleuze psoriasis en de ontwikkeling van lokale en/of systemische toxiciteit (a.g.v. verminderde huidbarrière).

Systemische bijwerkingen: wees bedacht op systemische bijwerkingen en (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as mogelijk gepaard gaande met glucocorticosteroïd-insufficiëntie na het (abrupt) stopzetten van langdurige behandeling van grote oppervlakken met vooral (zeer) sterk werkende dermatocorticosteroïden. Langdurige behandeling met (zeer) sterk werkzame dermatocorticosteroïden geleidelijk staken of overstappen op een minder sterk werkend corticosteroïd.

Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.

Kinderen: het gebruik van (zeer) sterk werkende corticosteroïden bij kinderen zoveel mogelijk vermijden. Kinderen hebben een relatief groot huidoppervlak en dunne huid. Gebruik bij hen kan sneller leiden tot systemische bijwerkingen, bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig gebruik wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen.

Wees ook voorzichtig bij het gebruik bij ouderen (dunne huid en verhoogd risico op huidatrofie) vanwege de toegenomen kans op lokale en systemische bijwerkingen.

Overdosering

Excessief of langdurig gebruik kan leiden tot systemische toxiciteit van salicylzuur en betamethason. Zie voor symptomen en behandeling toxicologie.org/salicylaten en onder de rubriek Waarschuwingen/Voorzorgen (betamethason).

Eigenschappen

Matig sterk werkend corticosteroïd; klasse 2. Corticosteroïden uit klasse 2 en 3 (matig sterk resp. sterk werkend) hebben een anti-inflammatoire, vasoconstrictieve en antimitotische werking. Zij onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – huidaandoeningen. Clioquinol is werkzaam tegen schimmels en Gram-positieve bacteriën en slechts zwak werkzaam tegen Gram-negatieve bacteriën. Het werkt meer bacteriostatisch dan bactericide. Clioquinol bevat jodium.

Kinetische gegevens

Resorptie Flumetason: nauwelijks. Clioquinol: ca. 1,5–4 %.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Sterk werkend corticosteroïd, klasse 3. Betamethason heeft in combinatie met salicylzuur een werking op de huid die vergelijkbaar is met de werking van zeer sterk werkende corticosteroïden (klasse 4). Het heeft een anti-inflammatoire, vasoconstrictieve en antimitotische werking. Verder remt het de celdelingen van de epidermis en de aanmaak van bindweefselcomponenten. Salicylzuur werkt keratolytisch waardoor de onderliggende lagen toegankelijker worden voor betamethason.

Kinetische gegevens

Resorptie Betamethason kan systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Resorptie van salicylzuur is zeer gering. Occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane resorptie van betamethason en salicylzuur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

flumetason/clioquinol (bij secundaire huidinfectie) hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.

  • betamethason/salicylzuur (D07XC01) Vergelijk
  • calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
  • flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
  • hydrocortison/cinchocaïne/framycetine (C05AA01) Vergelijk
  • hydrocortison/ureum (D07XA01) Vergelijk
  • miconazol/hydrocortison (D01AC20) Vergelijk
  • triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
  • triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk

Groepsinformatie

betamethason/salicylzuur hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.

  • calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
  • flumetason/clioquinol (bij secundaire huidinfectie) (D07BB01) Vergelijk
  • flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
  • hydrocortison/cinchocaïne/framycetine (C05AA01) Vergelijk
  • hydrocortison/ureum (D07XA01) Vergelijk
  • miconazol/hydrocortison (D01AC20) Vergelijk
  • triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
  • triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan

Indicaties

  • psoriasis

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".