Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

gentamicine (implantatie)

aminoglycosiden J01GB03

Sluiten

tobramycine (inhalatie)

aminoglycosiden J01GB01

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Garacol (als sulfaat) XGVS SERB SA

Toedieningsvorm
Implantatiespons
Sterkte
32,5 mg

Bevat per implantatiespons van 5×5 cm: gentamicine 32,5 mg. De implantatiespons bevat paardencollageen als draagsubstantie.

Toedieningsvorm
Implantatiespons
Sterkte
130 mg

Bevat per implantatiespons van 10×10 cm: gentamicine 130 mg. De implantatiespons bevat paardencollageen als draagsubstantie.

Septopal (als sulfaat) XGVS Zimmer Biomet Nederland bv

Toedieningsvorm
Kraal
Sterkte
4,5 mg
Verpakkingsvorm
ketting met 60 kralen

Bevat per kraal: 4,5 mg gentamicine en 20 mg zirkoniumdioxide als röntgencontrastmiddel. De kralen zijn met soepel polyfil staalband geregen tot ketting.

Toedieningsvorm
Ovale minikraal
Sterkte
1,7 mg
Verpakkingsvorm
miniketting met 20 kralen

Bevat per ovale minikraal: 1,7 mg gentamicine en 3,9 mg zirkoniumdioxide als röntgencontrastmiddel. De kralen zijn met soepel polyfil staalband geregen tot (mini)ketting.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Bramitob Chiesi Pharmaceuticals bv

Toedieningsvorm
Verneveloplossing
Sterkte
75 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 4 ml

Tobi Mylan bv

Toedieningsvorm
Inhalatiepoeder in patroon 'Podhaler'
Sterkte
28 mg
Verpakkingsvorm
Multiverpakking: capsules met voor iedere week een inhalator (podhaler)
Toedieningsvorm
Verneveloplossing
Sterkte
60 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 5 ml

Tobramycine Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Verneveloplossing
Sterkte
60 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 5 ml

Vantobra Cresco Pharma bv

Toedieningsvorm
Verneveloplossing
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 1,7 ml

Wordt geleverd met Tolero-vernevelaar.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

De toepassing van gentamicine-implantatiesponzen of -kralen is beperkt tot de kliniek.

Advies

Bij de behandeling van kolonisatie en chronische infecties van de long door gevoelige Pseudomonas aeruginosa bij cystische fibrose patiënten kan tobramycine per inhalatie worden toegepast.

Indicaties

Implantatiekralen bij botinfecties zoals:

  • posttraumatische en postoperatieve osteomyelitis;
  • geïnfecteerde endoprothese, osteosynthese en pseudo-artrose.
  • Verder:
    • als profylaxe in combinatie met andere antibiotica;
    • is de miniketting te gebruiken, als door anatomische verhoudingen het aanbrengen van de grote kralenketting niet mogelijk is (bv. kaak-, handchirurgie).

Implantatiespons als adjuvante behandeling:

  • van residuele (vermoede) infecties van het bot (zoals osteomyelitis en osteïtis).
  • Verder:
    • als profylaxe van lokale infecties na rectumamputatie en excisie van sinus pilonidalis;
    • een aanbeveling om tevens geschikte systemische antibiotica toe te dienen.

Indicaties

  • Onderhoudsbehandeling van chronische longinfectie met Pseudomonas aeruginosa bij cystische fibrose patiënten van 6 jaar en ouder.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

(Als adjuvante behandeling van) botinfecties óf om botinfecties te voorkomen:

Lokaal: implantatiekralen: na operatief verwijderen van het geïnfecteerde bot– of bindweefsel 10–90 kralen om het botdefect volledig op te vullen; implanteer zo nodig meer kralenkettingen. In het algemeen de grote kralenketting binnen 7–10 dagen na operatie verwijderen (max. 14 dagen), de miniketting binnen 5–7 dagen (max. 7 dagen). Geleidelijke verwijdering is mogelijk door de ketting met 1–2 kralen per dag in te korten vanaf dag 2 (miniketting) of dag 3 (grote ketting). Bij de implantatie rekening houden met de – voor de latere verwijdering vereiste – trekrichting en de laatste kraal boven het huidniveau laten uitsteken. Let er op dat bij het wegtrekken van de ketting de kralen niet losraken van de draad of de draad zelf afbreekt; achterblijvende kralen moeten in principe alsnog worden verwijderd. In uitzonderlijke gevallen (bij operatieve implantaties) kan vóór een autologe bottransplantatie de grote ketting langer op locatie gehouden worden en na 1–3 maanden operatief worden verwijderd.

(Als adjuvante behandeling van) botinfecties, of om lokale infecties na rectumamputatie of na excisie van sinus pilonidalis te voorkomen:

Volwassenen:

Lokaal: implantatiespons: na heelkundig debridement van de infectiehaard één implantatiespons van 130 mg in de wondholte plaatsen; na rectumamputatie en excisie van sinus pilonidalis max. 3 sponzen van 130 mg en bij osteomyelitis en osteïtis max. 5 sponzen van 130 mg. Bij gebruik van meer dan één implantatiespons een overloopdrain plaatsen. De spons kan vlak worden aangebracht, opgerold of opgevouwen (en los samengeduwd) in de wondholte en vermengd met spongiosa voor implantatie in een botholte. De spons wordt geabsorbeerd en is biologisch afbreekbaar. De spons niet van tevoren nat maken, omdat dit kan leiden tot verlies van effectiviteit door een voortijdig uitwassen van het wateroplosbare gentamicinesulfaat.

Dosering

Bij dit geneesmiddel wordt (tevens) gedoseerd op geleide van de bloedspiegel; zie voor meer informatie hierover op Tobramycine van tdm-monografie.org.

Klap alles open Klap alles dicht

Chronische longinfectie met Pseudomonas aeruginosa bij cystische fibrose:

Volwassenen en kinderen ≥ 6 jaar:

1 ampul verneveloplossing (= 300 mg, óf 170 mg bij Vantobra) of 4 capsules inhalatiepoeder (= 112 mg) 2×/dag gedurende 28 dagen. De tijd tussen de doses dient ca. 12 uur te zijn en moet > 6 uur bedragen. Indien een dosis is gemist, kan deze tot (minimaal) 6 uur vóór de volgende geplande dosis alsnog worden geïnhaleerd. Cycli van afwisselend 28 dagen actieve therapie gevolgd door 28 dagen zonder therapie aanhouden. Een aanvullende behandeling tegen P. aeruginosa kan nodig zijn. Behandelduur: zo lang er klinisch voordeel van de intermitterende therapie is. Van Vantobra zijn geen veiligheidsgegevens op de lange termijn (behandeling > 1 jaar) beschikbaar.

Verminderde nierfunctie: er zijn geen gegevens die een eventuele dosisaanpassing onderbouwen. Volgens het Kinderformularium van het NKFK (tobramycine): bij een creatinineklaring ≥ 10 ml/min/1,73 m² is geen dosisaanpassing nodig, bij een creatinineklaring < 10 ml/min kan een algemeen advies niet worden gegeven.

Kinderen < 6 jaar:

Volgens het Kinderformularium van het NKFK (tobramycine): kan de verneveloplossing offlabel in dezelfde dosering (als hierboven) worden gebruikt vanaf de leeftijd van 6 maanden. Aanvullende gegevens: na de eerste cyclus sputumkweek ter controle of de eradicatie succesvol is geweest. Zo niet, dan cyclus herhalen.

Verminderde nierfunctie: Volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij een creatinineklaring ≥ 10 ml/min/1,73 m² is geen dosisaanpassing nodig, bij een creatinineklaring < 10 ml/min kan een algemeen advies niet worden gegeven.

Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Toedieningsinformatie: inhaleren in zittende of staande positie, terwijl normaal wordt geademd via het mondstuk van de vernevelaar of de Podhaler. Bij gebruik van de vernevelvloeistof inademen gedurende ca. 15 minuten (via PARI LC PLUS vernevelaar bij Tobi, Bramitop en de generieke verneveloplossing) en ca. 4 minuten (via de Tolero-vernevelaar bij gebruik van Vantobra). Bij gebruik van het inhalatiepoeder de inhoud van iedere capsule inhaleren met twee inhalaties. Gooi na elke week de gebruikte podhaler met bewaarkoker weg en neem een nieuwe in gebruik.

Bij meerdere respiratoire behandelingen deze in de volgende volgorde uitvoeren:

  1. bronchodilatator;
  2. mucolyticum;
  3. thoraxfysiotherapie;
  4. andere inhalatiegeneesmiddelen;
  5. als laatste tobramycine verneveloplossing of inhalatiepoeder.

Bijwerkingen

Bij gebruik van de spons of de ketting is er minder kans op systemische bijwerkingen dan bij gebruik van de injecties, tenzij er sprake is van verminderde nierfunctie of van een andere nieraandoening.

Lokaal: roodheid, contacteczeem, jeuk en toename van de wondsecretie kunnen voorkomen als gevolg van resorptie van het in de spons voorkomende collageen. Overgevoeligheid voor de bestanddelen van de staaldraad kan bij gebruik van de kralenketting lokale huidirritatie geven.

Systemisch: mogelijk zijn: neurotoxiciteit: een beschadiging van zowel de vestibulaire als de auditieve tak van de achtste hersenzenuw met (draai)duizeligheid, oorsuizen en doofheid, vooral bij nierinsufficiëntie en bij langdurige behandeling met hogere doseringen. Tevens zijn paresthesieën gemeld, gevoelloosheid, spierkrampen, een gedaalde bewustzijnsgraad en convulsies. Nefrotoxiciteit blijkt uit oligurie, een stijging van het serumcreatininegehalte, het serumureumgehalte, de NPN-waarde en uit de aanwezigheid van cilinders, cellen of eiwit in de urine. Systemische overgevoeligheidsreacties: huiduitslag, urticaria, jeuk, anafylactische shock.

Verder zijn gemeld: hoofdpijn, afwijkend aantal reticulocyten, voorbijgaande granulocytopenie, verhoogde waarden van serumbilirubine en serumtransaminasen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): (productieve) hoest, haemoptysis, dyspneu, dysfonie, orofaryngeale pijn. Koorts.

Vaak (1-10%): tinnitus. Bloedneus, neusverstopping, rhonchi, piepen, bronchospasme, afonie, keelirritatie, smaakstoornis. Beklemmend gevoel of skeletspierpijn op de borst. Misselijkheid, braken, diarree. (Huid)uitslag.

Soms (0,1-1%): schimmelinfecties, waaronder orale candidiasis. Hoofdpijn. Draaiduizeligheid, hypoacusie, neurosensorische doofheid. Daling van FEV1. Speekselvloed, glossitis, droge slijmvliezen, faryngitis. Pijn in de (boven)buik. Asthenie. Klachten op de borst. Verhoogde transaminasewaarden.

Zelden (0,01-0,1%): rinitis, laryngitis, astma. Duizeligheid. Gehoorverlies. Mondulcera. Anorexie. Pijn op de borst.

Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheid, urticaria. Hypoxie, hyperventilatie, sinusitis. Lymfadenopathie. Somnolentie. Oorpijn. Malaise. Rugpijn.

Verder zijn gemeld: sputumverkleuring, spierpijn, luchtweginfectie, neuspoliepen en otitis media.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Alhoewel de systemische blootstelling aan gentamicine bij gebruik van de kralen of de spons doorgaans laag is, moet toch rekening worden gehouden met de volgende interacties, vooral als er tevens sprake is van een verminderde nierfunctie of een andere nieraandoening. De kans op nefro-, neuro- en/of ototoxiciteit neemt toe bij gelijktijdig gebruik met systemische/andere aminoglycosiden, met ciclosporine, cisplatine, amfotericine B, colistine, polymyxine, cefalosporinen, vancomycine en sterk werkende diuretica zoals furosemide.

Bij gelijktijdig gebruik met neuromusculair werkende spierrelaxantia (zoals atracurium, suxamethonium en vecuronium), anesthetica of massale transfusies van met citraat ontstold bloed, rekening houden met een (verlengde) neuromusculaire blokkade en ademhalingsverlamming; indien dit gebeurt de blokkade antagoneren met calciumchloride.

Combinatie met bacteriostatische geneesmiddelen vermindert de werking van gentamicine.

Gelijktijdig lokaal gebruik van β-lactamantibiotica en de implantatiespons kan resulteren in wederzijdse inactivering.

Interacties

Bij een eerdere langdurige systemische behandeling met aminoglycosiden controle van de nierfunctie en het gehoor overwegen, vóórdat de behandeling wordt ingesteld. Combinatie met parenterale aminoglycosiden of diuretische stoffen (o.a. furosemide, ureum of intraveneus en oraal mannitol) vermijden in verband met het risico van nefro- en/of ototoxiciteit. Indien dit niet mogelijk is de patiënt nauwgezet controleren en bij parenterale toediening van aminoglycosiden rekening houden met cumulatieve toxiciteit; controleer in dit geval de tobramycine serumconcentratie. Wees om dezelfde reden voorzichtig bij de combinatie met andere geneesmiddelen met een nefro- en/of ototoxisch effect zoals amfotericine B, sommige cefalosporinen, polymyxinen, ciclosporine, tacrolimus en platinaverbindingen (bv. cisplatine).

Bij combinatie met botulinetoxine of cholinesteraseremmers is verlenging van neuromusculaire blokkade mogelijk.

Zwangerschap

Gentamicine passeert de placenta.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.

Farmacologisch effect: Bij systemisch gebruik van andere aminoglycosiden is gehoorschade gemeld. Gentamicine accumuleert in de foetale nier; er zijn aanwijzingen dat gentamicine de foetale nieren kan beschadigen. De systemische blootstelling aan gentamicine bij de lokale toepassing van de kralen of spons is echter minimaal; waarschijnlijk te laag om effecten bij de foetus te veroorzaken.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor teratogene effecten.

Farmacologisch effect: Hoge systemische serumconcentraties van aminoglycosiden kunnen leiden tot oto- en/of nefrotoxiciteit bij de foetus.

Advies: De systemische blootstelling na inhalatie is zeer laag, echter uit voorzorg alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Farmacologisch effect: Prematuren en neonaten hebben een verhoogde darmdoorlaatbaarheid; toxische effecten zijn theoretisch niet uitgesloten evenals sensibilisatie en verstoring van de darmflora. De systemische blootstelling aan gentamicine bij gebruik van de kralen of spons is echter laag.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, na systemische toediening in kleine hoeveelheden. De hoeveelheid tobramycine uitgescheiden in de moedermelk na inhalatie is niet bekend maar wordt zeer laag geschat, gezien de geringe biologische beschikbaarheid. De orale absorptie van aminoglycosiden is mogelijk groter bij prematuren en jonge zuigelingen, door een minder goed ontwikkelde darmwand. Daarnaast wordt het antibioticum door hen langzamer uit het lichaam verwijderd.

Farmacologisch effect: In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed. Dit leidt hooguit tot diarree.

Advies: Het gebruik óf het geven van borstvoeding ontraden bij prematuren en jonge zuigelingen, vanwege mogelijke oto- of nefrotoxiciteit bij het kind. Kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden tijdens de borstvoeding aan de wat oudere zuigeling.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor aminoglycosiden of collageen (implantatiespons).

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor aminoglycosiden.

Waarschuwingen en voorzorgen

Kruisresistentie en kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden kunnen optreden.

Ondanks de doorgaans lage serumconcentraties bij gebruik van de kralen of de spons, bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie de voordelen van de behandeling zorgvuldig afwegen tegen de nadelen. Houdt de nierfunctie nauwlettend in de gaten en meet de serumconcentratie van gentamicine. Wees voorzichtig bij neuromusculaire aandoeningen zoals myasthenia gravis of parkinsonisme. Hoewel bijwerkingen op de vestibulaire en auditieve takken van de achtste hersenzenuw eerder optreden bij systemisch gebruik en bij een pre-existente verminderde nierfunctie, toch rekening houden met de mogelijkheid ervan. Beschadiging van de evenwichtsorganen kan irreversibel zijn. Gelijktijdig gebruik van systemische aminoglycosiden en de spons of kralen vermijden.

Wees bij gebruik van de spons vanwege de aanwezigheid van dierlijk collageen voorzichtig bij immuun- en/of bindweefselziekten zoals lupus erythematodes, sclerodermie en chronische polyarthritis.

Een langere verblijfsduur van de kralenketting bevordert de fixatie van de ketting aan bindweefsel en maakt het eruit trekken van de ketting moeilijker en pijnlijker.

Bij optreden van lokale overgevoeligheidsreacties bij gebruik van de spons of kralen de behandeling staken.

De veiligheid van de (mini)ketting en de spons bij kinderen is niet beoordeeld.

Kettingen/kralen die na een operatie overblijven, afvoeren.

Waarschuwingen en voorzorgen

Ototoxiciteit (=auditieve én vestibulaire toxiciteit) en nefrotoxiciteit zijn gemeld bij parenterale toediening van aminoglycosiden; wees voorzichtig bij bestaande nier-, gehoor-, of evenwichtsstoornissen. Overweeg bij auditieve disfunctie of bij meer kans hierop (bv. de eerdere parenterale toediening van aminoglycosiden), een audiologische beoordeling vóór aanvang van de behandeling. Bij optreden of verergering van klachten als oorsuizen of gehoorverlies eveneens auditief onderzoek laten verrichten. De ureum- en creatinine concentraties bepalen vóór de start van de therapie en na iedere 6 volledige cycli van tobramycine-inhalatietherapie. Regelmatige controle van de nierfunctie is vooral van belang bij ouderen. Bij bekende of vermoede gehoor- of nierdisfunctie de tobramycinespiegel controleren (via venapunctie, géén vingerprik vanwege mogelijke besmetting van het monster) na twee of drie toedieningen en ook om de 3–4 dagen tijdens de verdere behandeling. Bij een veranderende nierfunctie de serumconcentratie van tobramycine vaker controleren en zo nodig de dosering of toedieningsintervallen aanpassen. Indien nodig de behandeling tijdelijk staken tot de serumconcentratie is gedaald < 2 microg/ml. Patiënten met een ernstig gestoorde nierfunctie (serumcreatinine ≥ 177 micromol/l en ureum ≥ 14,3 mmol/l) waren niet geïncludeerd in het klinisch onderzoek.

De eerste dosis onder toezicht toedienen, na het gebruik van een bronchodilatator indien dat onderdeel is van het huidige behandelschema van de patiënt, in verband met het risico van bronchospasmen. Meet de FEV1 vóór en na inhalatie; bij een klinische achteruitgang van de longfunctie additionele of een andere anti-pseudomonas behandeling overwegen. Maak een baten/risico-analyse bij bronchospasmen die door behandeling zijn geïnduceerd; bij een gebleken allergische reactie de behandeling staken. Het inhalatiepoeder geeft vaker aanleiding tot hoesten dan de vernevelvloeistof, vooral bij kinderen < 13 jaar; in geval van hoesten gebruik van de vernevelvloeistof overwegen. Bij patiënten met ernstige actieve haemoptysis de voordelen van (het continueren van) de behandeling afwegen tegen risico's van het opwekken van verdere hemorragie.

Bij neuromusculaire stoornissen (zoals Parkinsonisme, myasthenia gravis) voorzichtig zijn vanwege de kans op verergering van spierzwakte als gevolg van een mogelijk curare-achtige werking op de neuromusculaire functie.

De ontwikkeling van antibiotica-resistente Pseudomonas aeruginosa en superinfecties met andere pathogenen zijn een potentieel risico, in klinische studies werden toenamen gezien in de aminoglycoside minimale inhibitoire concentraties (MIC) voor geteste P. aeruginosa-isolaten. Deze MIC-toenamen waren grotendeels reversibel ten tijde van perioden zonder behandeling.

Onderzoeksgegevens: de veiligheid en effectiviteit zijn vastgesteld voor de langetermijnbehandeling van chronische pulmonale infectie door Pseudomonas aeruginosa tot een duur van 96 weken (12 cycli). Er zijn echter geen gegevens over de effectiviteit en veiligheid bij:

  • kinderen jonger dan 6 jaar;
  • een FEV1 < 25% of > 75% van de voorspelde waarde;
  • kolonisatie met Burkholderia cepacia;
  • na een orgaantransplantatie.

Overdosering

Symptomen

bij toediening via aerosol ernstige heesheid. Bij accidenteel inslikken is toxiciteit onwaarschijnlijk (geringe absorptie in geval van een intact maag-darmstelsel). Bij abusievelijke intraveneuze toediening zijn oto- en nefrotoxiciteit en neuromusculaire blokkade waargenomen.

Voor meer informatie over een vergiftiging na de inhalatie van tobramycine neem contact om met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Gentamicine is een aminoglycoside met een sterk bactericide werking. Remt de eiwitsynthese in bacteriën door binding aan de 30S-subunit van het ribosoom. De implantatiespons wordt geabsorbeerd (is biologisch afbreekbaar).

Doorgaans gevoelig voor gentamicine zijn: Staphylococcus aureus (meticilline–gevoelig), Enterobacter spp., Escherichia coli, Klebsiella spp., Salmonella enterica, Serratia spp. en sommige species van Proteus (indol–positief) zoals Proteus vulgaris.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus (excl. meticilline–gevoelig), Staphylococcus epidermidis, Citrobacter spp., Pseudomonas aeruginosa en sommige species van Proteus (indol–negatief) zoals Proteus mirabilis.

Ongevoelig zijn species van: Enterococcus, Streptococcus, Bacteroides en Clostridium.

Kinetische gegevens

Overig Uit de implantatiekralen komt gentamicine geleidelijk vrij en worden gewoonlijk alleen lokaal hoge concentraties bereikt. De hoogte van de lokale concentraties is afhankelijk van het aantal geïmplanteerde kralen, de verblijftijd van de kralen en de hoeveelheid geproduceerd wondvocht. Bij de implantatiespons worden na 1–2 uur hoge lokale concentraties bereikt. De afgifte van gentamicine is afhankelijk van de wijze van implanteren en locatie van de spons: de lokale piekconcentraties zijn hoger bij gebruik in weke delen dan in bot. De concentraties in het exsudaat blijven hoog gedurende circa 3 dagen na de operatie. De plasmaconcentraties zijn bij gebruik van de kralen laag (< 0,5 mg/l); bij gebruik van de spons kunnen hogere plasmaconcentraties voorkomen.
Eliminatie vnl. via de nieren door glomerulaire filtratie, 30–100% onveranderd binnen 24 uur.
T 1/2el van parenteraal toegediend gentamicine: 2–3 uur (bij volwassenen). Bij ernstige nierfunctiestoornissen aanzienlijk langer.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Semisynthetisch aminoglycoside. Tobramycine verstoort de eiwitsynthese in de bacterie wat leidt tot een veranderde cel-permeabiliteit, progressieve disruptie van het celmembraan en uiteindelijk tot celdood. Het heeft een sterk bactericide werking.

Doorgaans gevoelig zijn: Pseudomonas aeruginosa, Haemophilus influenzae en Staphylococcus aureus.

Gedurende chronische therapie kan de gevoeligheid van Pseudomonas aeruginosa afnemen via verschillende resistentiemechanismen. Kruisresistentie voor andere aminoglycosiden kan voorkomen.

Ongevoelig zijn: Burkholderia cepacia, Stenotrophomonas maltophilia en Alcaligenes xylosoxidans.

Kinetische gegevens

Resorptie eventueel ingeslikt tobramycine wordt nauwelijks geabsorbeerd. Tobramycine is een kationisch polair molecuul dat niet gemakkelijk de epitheelmembranen passeert.
F tracheaal 6–10%.
T max ca. 1 uur (podhaler en vernevelvloeistof).
Overig na toediening blijft tobramycine voornamelijk geconcentreerd in de luchtwegen. De sputum Cmax blijkt sterk uiteen te lopen, maar is veel hoger dan in het serum. Tobramycine hoopt zich niet op in het sputum. Twee uur na inhalatie zijn de sputumconcentraties gedaald tot ca. 14% van het niveau 10 minuten na toediening. Ook na 20 weken behandeling is de sputumconcentratie niet significant anders dan na de eerste dosis.
Metabolisering niet.
Eliminatie onveranderd, met de urine door glomerulaire filtratie (systemisch geabsorbeerd tobramycine), en waarschijnlijk via opgehoest sputum (niet geabsorbeerd tobramycine).
T 1/2el ca. 2–3 uur (systemisch tobramycine).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

gentamicine (implantatie) hoort bij de groep aminoglycosiden.

  • amikacine (inhalatie) (J01GB06) Vergelijk
  • amikacine (intraveneus) (J01GB06) Vergelijk
  • gentamicine (parenteraal) (J01GB03) Vergelijk
  • tobramycine (inhalatie) (J01GB01) Vergelijk
  • tobramycine (systemisch) (J01GB01) Vergelijk

Groepsinformatie

tobramycine (inhalatie) hoort bij de groep aminoglycosiden.

  • amikacine (inhalatie) (J01GB06) Vergelijk
  • amikacine (intraveneus) (J01GB06) Vergelijk
  • gentamicine (implantatie) (J01GB03) Vergelijk
  • gentamicine (parenteraal) (J01GB03) Vergelijk
  • tobramycine (systemisch) (J01GB01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • aminoglycosiden

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • aminoglycosiden

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".