lidocaïne (bij ooraandoening)
pramocaïne/zinkoxide
chloorhexidine/lidocaïne
lidocaïne (bij aambeien, koortslip)
lidocaïne (neuropathische pijn)
Samenstelling
Otalgan (hydrochloride) XGVS OTC Vemedia bv
- Toedieningsvorm
- Oordruppels
- Sterkte
- 5 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 12 g
Bevat tevens: glycerol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Nestosyl XGVS OTC Remark Pharma
- Toedieningsvorm
- Hydrofobe crème
- Verpakkingsvorm
- 15 g, 30 g
Bevat per g: pramocaïne(hydrochloride) 10 mg, zinkoxide 100 mg. Bevat tevens: arachideolie (pinda-olie), soja-lecithine en wolvet. Conserveermiddelen: 8-hydroxychinoline en benzalkoniumbromide.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cathejell Montavit Pharma
- Toedieningsvorm
- Gel
- Verpakkingsvorm
- harmonica-ampul 8,5 g, 12,5 g
Bevat per g: chloorhexidine(dihydrochloride) 0,5 mg en lidocaïne(hydrochloride) 20 mg.
Instillagel Farco-Pharma GmbH
- Toedieningsvorm
- Gel
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 6 ml, 11 ml
Bevat per g: chloorhexidine(digluconaat) 0,5 mg, lidocaïne(hydrochloride) 20 mg. Conserveermiddelen: methyl- en propylparahydroxybenzoaat. Bevat tevens: propyleenglycol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Lidocaïne Vaselinecrème FNA XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Vaselinecrème (3%)
- Sterkte
- 30 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 30 g
Basis: Vaselinecetomacrogolzalf FNA. Conserveermiddel: propyleenglycol.
Xylocaïne zalf XGVS OTC Aspen Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Zalf (5%), hydrofiel
- Sterkte
- 50 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 35 g
Basis: polyethyleenglycolzalf. Conserveermiddel: propyleenglycol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Versatis XGVS Grünenthal bv
- Toedieningsvorm
- Pleister
- Sterkte
- 50 mg/g
De hydrogelpleister (10×14 cm) bevat: lidocaïne 700 mg (5% w/w). Dit is 50 mg lidocaïne per gram kleeflaag. Conserveermiddelen: methylparahydroxybenzoaat 14 mg, propylparahydroxybenzoaat 7 mg. Bevat tevens: propyleenglycol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij de behandeling van otitis externa gaat de voorkeur uit naar zure oordruppels met een corticosteroïd. In geval van een trommelvliesperforatie komen aluminiumacetotartraat 1,2% oordruppels als eerste in aanmerking. Als na 3 weken het effect uitblijft, behandel dan op geleide van een kweek en resistentiebepaling.
Bij de behandeling van otitis media acuta gaat de voorkeur uit naar een afwachtend beleid met adequate pijnbestrijding. Is na drie dagen het effect op pijn en/of koorts onvoldoende dan beginnen met een antimicrobiële behandeling met amoxicilline. Bij risicogroepen en bij forse algemene ziekteverschijnselen direct beginnen met een antimicrobiële behandeling.
Oordruppels met lidocaïne zijn niet effectief bij de behandeling van oorpijn en worden daarom niet aanbevolen.
Advies
De Commissie wijst erop dat pramocaïne, evenals lidocaïne, praktisch geen aanleiding geeft tot (kruis)overgevoeligheid.
Advies
Voor de toepassing van Chloorhexidine/lidocaïne gel is geen advies vastgesteld.
Advies
Voor de symptomatische behandeling van hemorroïden volstaan bij de meeste patiënten conservatieve maatregelen, zoals het vermijden van persen, het niet uitstellen van toiletgang bij aandrang, eten van vezelrijke voeding en innemen van 1,5–2 liter vocht per dag. Pas eventueel lokale therapie toe ter verlichting van klachten als pijn, zwelling en jeuk. Daarbij hebben indifferente middelen, zoals vaselinecetomacrogol of zinksulfaatvaselinecrème of zinkoxidezetpillen, de voorkeur omdat er minder kans is op bijwerkingen. Pas bij onvoldoende verlichting hiermee als tweede keus eventueel kortdurend hydrocortison- of lidocaïnevaselinecrème toe.
Bij acute anale fissuren is lokaal lidocaïnevaselinecrème een goede keus.
Advies
Bij trigeminusneuralgie is carbamazepine de eerste keus als proefbehandeling. Bij neuropathische pijn anders dan trigeminusneuralgie is een tricyclisch antidepressivum (TCA) de eerste keus (amitriptyline en bij ouderen nortriptyline). Als een TCA onvoldoende effectief of gecontra-indiceerd is of ongewenste bijwerkingen heeft, kan een anti-epilepticum effectief zijn, bij voorkeur gabapentine of pregabaline. Combineer eventueel bij onvoldoende effect de laatstgenoemde middelen met een lage dosering TCA. Bij diabetische neuropathie is duloxetine eerste keus. Bij HIV-neuropathie zijn bovengenoemde middelen niet effectief.
Indicaties
- Oorpijn.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Verlichting van plaatselijke kortdurende jeuk;
- Insectenbeten;
- Oppervlakkige schaafwonden;
- Oppervlakkige snijwonden.
Indicaties
Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar:
- anesthesie van de mucosa;
- inbrengen van katheters of instrumenten via urinewegen, anus, mond-keelholte of fistels, of intubatie van de trachea of endoscopie.
Indicaties
- Xylocaïne zalf 5%: Aandoeningen van de huid en slijmvliezen, die gepaard gaan met pijn, jeuk, branderigheid en andere onaangename sensaties, met name pruritus ani en hemorroïden;
- Lidocaïnevaselinecrème 3% FNA: pijn en jeuk in en rond de anus, zoals bij hemorroïden en anale fissuren.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Neuropathische pijn gerelateerd aan een eerdere herpes zoster-infectie (postherpetische neuralgie, PHN) bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Dosering
Oorpijn:
Volwassenen en kinderen
Afhankelijk van de leeftijd 3–5 druppels in de gehoorgang brengen met tussenpozen van 2–4 uur. Maximaal 6×/dag druppelen.
Vóór indruppelen op de zij gaan liggen, na het druppelen nog 2–3 min blijven liggen.
Dosering
Niet aanbrengen op slijmvliezen. Vermijd langdurige toepassing op grote huidoppervlakken.
Kortdurende jeuk, insectenbeten:
Volwassenen en kinderen
Enige malen per dag een dunne laag crème aanbrengen.
Oppervlakkige schaaf- en snijwonden:
Volwassenen en kinderen
2–3 ×/dag een dikke laag crème op de beschadigde huid aanbrengen, zo nodig afdekken met verbandgaas of een pleister.
Dosering
Bij gebruik in de urinebuis:
Volwassen man:
Instillagel: 11 ml spuit langzaam leegspuiten in urethra; bij cystoscopie of urethra-stricturen, indien nodig, een extra hoeveelheid geven.
Cathejell: één ampul van 12,5 g is in het algemeen nodig om de urinebuis van de man voldoende te vullen. Maximaal 12,5 g gebruiken. Na het aanbrengen van de gel 5–10 minuten wachten alvorens met de procedure te beginnen.
Volwassen en adolescente vrouwen:
Instillagel: 6 ml spuit langzaam leegspuiten in urethra.
Cathejell: 3–5 ml.
Kinderen en adolescente mannen:
Instillagel: bij kinderen 2–12 jaar: maximaal 0,15 ml/kg lichaamsgewicht (= max. 2,9 mg lidocaïnehydrochloride/kg) met een 6 ml spuit langzaam leegspuiten in urethra.
Cathejell: kinderen en adolescente mannen: 0,2 ml/kg lichaamsgewicht. Kinderen tot 11 jaar: max. 2,9 mg lidocaïnehydrochloride (0,2 ml)/kg lichaamsgewicht.
Andere lokale toepassing:
Volwassenen en kinderen > 12 jaar:
Instillagel: 6 of 11 ml aanbrengen rond en zo mogelijk in de lichaamsopening en op de katheter of het instrument.
Cathejell: verdeel circa 5 ml gelijkmatig over het onderste eenderde deel van de buis; geen gel in de buisopening; max. 16 g.
Kinderen 2 tot 12 jaar en risicopatiënten:
max. 2,9 mg lidocaïnehydrochloride/kg lichaamsgewicht.
Uit Cathejell harmonica-ampullen van 12,5 en 8,5 gram komt bij instillatie circa 10 resp. 6 g tijdens de spoeling in de urethra. De ampullen zijn bedoeld voor eenmalig gebruik.
Dosering
Lidocaïnevaselinecrème FNA en Xylocaïnezalf kunnen ook elders op huid en slijmvliezen worden toegepast. Onderstaande dosering is specifiek voor rectale toepassing.
Pijn en jeuk rond de anus:
Volwassenen
Lidocaïnevaselinecrème 3% FNA 's morgens en 's avonds 1–3 g crème per keer aanbrengen; max. 10 g per keer en max. 20 g per dag aanbrengen. Xylocaïne zalf 5%: 2×/dag en na elke ontlasting dun aanbrengen gedurende max. 4 weken.
Leeftijd > 65 jaar
Lidocaïnevaselinecrème 3% FNA: zo nodig lager doseren, aangepast aan gewicht en lichamelijke conditie.
Kinderen < 12 jaar
Lidocaïnevaselinecrème 3% FNA: max. 0,2 g crème/kg lichaamsgewicht per keer; minimaal 8 uur tussen de toedieningen. Xylocaïne zalf 5%: max. 0,1 g zalf/kg lichaamsgewicht (= 5 mg lidocaïne/kg lichaamsgewicht) per keer; minimaal 8 uur tussen de toedieningen.
Vooraf de huid van de anus reinigen met een watje olie om het irriterende vocht te verwijderen. Aanbrengen eventueel met behulp van een vingercondoom of plastic handschoen en na het aanbrengen goed de handen wassen.
Dosering
Neuropathische pijn gerelateerd aan herpes zoster:
Volwassenen
Het pijnlijke gebied van de huid met max. 3 pleisters tegelijk bedekken gedurende ten hoogste 12 uur/etmaal. De pleisters aanbrengen op een droge, onbeschadigde en niet-ontstoken huid (dus nadat de huidafwijkingen van herpes zoster zijn genezen). Niet meer pleisters gebruiken dan nodig is voor een effectieve behandeling. Na 2–4 weken het resultaat beoordelen; als er geen respons is de behandeling staken.
Vóór verwijdering van de beschermfolie, de pleisters indien nodig met een schaar in kleinere stukken knippen. De pleister kan zowel overdag als ’s nachts worden gebruikt. De pleister direct nadat de beschermfolie van het gel-oppervlak is verwijderd op de huid aanbrengen. Haartjes in het betreffende gebied met een schaar afknippen (niet afscheren). Omdat bij langdurig gebruik in klinische onderzoeken het aantal gebruikte pleisters na verloop van tijd afnam, de behandeling regelmatig opnieuw beoordelen om te bekijken of men het aantal pleisters kan verminderen of de pleistervrije periode kan verlengen.
Bijwerkingen
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Huidklachten zoals irritatie en contactallergie.
Bijwerkingen
Zeer zelden: lokale irritatie incl. heesheid, systemische allergische reacties (anafylactische shock); overgevoeligheidsreacties (bronchospasme, 'respiratory-distress' syndroom, huidlaesies, urticaria en oedeem). Bij gebruik van grote doses, bij lekkage naar de blaas of bij ontstekingen van de urethra kunnen systemische effecten optreden op het centrale zenuwstelsel (onrust, duizeligheid, beven, convulsies en slaperigheid) en hart- en vaatstelsel (atrioventriculaire geleidingsstoornissen en verminderde contractiekracht, bloeddrukdaling, bradycardie).
Bijwerkingen
Lokaal: Zelden (0,01-0,1%): allergische reacties op lokale anesthetica van het amino-amide type.
Verder is gemeld: irritatie van huid en slijmvliezen.
Systemisch: Gemeld is: anafylactische shock, lokale contact-overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): reacties op de plaats van aanbrengen (branderigheid, dermatitis, erytheem, jeuk, huiduitslag, huidirritatie, blaasjes).
Soms (0,1-1%): huidlaesie, huidletsel.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheid, anafylactische reactie. Open wond.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met anti-aritmica, β-blokkers of calciumantagonisten kan een wisselwerking op het hart hebben.
Interacties
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van anti-aritmica klasse III (zoals amiodaron), vanwege de kans op additieve effecten op het hart.
Combinatie met verapamil kan additieve effecten geven op het hart; wees terughoudend met hoge doseringen lidocaïne.
Wees ook voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van andere lokale anesthetica van het amidetype en aanverwante middelen.
Interacties
Tijdens klinisch onderzoek met de pleister zijn geen klinisch relevante interacties waargenomen. Ondanks geringe absorptie van lidocaïne vanuit de huid, de pleister met voorzichtigheid toepassen bij gelijktijdig gebruik van klasse I-anti-aritmica of van andere lokale anesthetica, omdat men additieve systemische effecten niet kan uitsluiten.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Gegevens uit een groot aantal zwangerschappen duiden niet op schadelijke effecten op de zwangerschap of het kind.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk, omdat lidocaïne bij lokale toediening nauwelijks systemisch wordt geabsorbeerd.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Pramocaïne passeert de placenta.
Teratogenese:Pramocaïne en zinkoxide worden door de huid niet of nauwelijks geresorbeerd.
Advies: Er zijn onvoldoende gegevens om een advies te kunnen geven.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk vanwege beperkte systemische absorptie bij lokale toediening.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens heeft geen nadelige effecten laten zien. Bij lokale toediening op kleine oppervlakken is er sprake van beperkte systemische resorptie.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk bij lokale toediening, vanwege een geringe systemische absorptie bij de moeder.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend. Pramocaïne en zinkoxide worden door de huid niet of nauwelijks geresorbeerd. Detecteerbare hoeveelheden in de moedermelk zijn daardoor onwaarschijnlijk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Overig: Bij toepassing op de borst, de huid rondom de tepel vóór de voeding goed schoonmaken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, lidocaïne in kleine hoeveelheden.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk vanwege beperkte systemische absorptie bij lokale toediening.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden. Bij lokale toediening op kleine oppervlakken is er sprake van beperkte systemische resorptie met een zeer lage blootstelling aan lidocaïne van de zuigeling.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, waarschijnlijk in geringe mate, vanwege de geringe systemische blootstelling vanuit de pleister.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt, mits niet op de borsten toegepast. Maak voor het voeden de huid rond de tepel goed schoon bij gebruik van de pleister op de borst.
Contra-indicaties
- loopoor, geperforeerd trommelvlies;
- overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amide-type, zoals bupivacaïne, mepivacaïne en prilocaïne.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amide-type of voor methyl- of propylparahydroxybenzoaat;
- Letsel aan urethra of slijmvlies van andere toegangswegen (bv. mond- en keelholte);
- Ernstig hartfalen, uitgesproken bradycardie, tweede- en derdegraads AV-blok, cardiogene of hypovolemische shock;
- Instillagel: leeftijd < 2 jaar.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype, zoals bupivacaïne, mepivacaïne en prilocaïne;
- bloedende aambeien;
- hartaandoeningen.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype als bupivacaïne, mepivacaïne en prilocaïne;
- ontstoken of beschadigde huid, zoals actieve herpes zoster-laesies, constitutioneel eczeem of wonden op de plek waarop men de pleister wil aanbrengen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij koorts een arts raadplegen vanwege de kans op middenoorontsteking. Als na twee weken behandeling geen verbetering optreedt, een arts raadplegen. Voorafgaand aan het artsbezoek niet druppelen omdat eventueel vocht in het oor de visuele inspectie van het trommelvlies kan hinderen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet toepassen bij bekende overgevoeligheid voor pinda of soja-lecithine. Het in de crème aanwezige wolvet kan contacteczeem of andere huidreacties veroorzaken.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij algehele anesthesie heeft een glijmiddel zonder lidocaïne de voorkeur.
Voorzichtig toepassen bij myasthenia gravis, hartfalen of respiratoire disfunctie, ernstige lever- en/of nierfunctiestoornissen, bij ouderen, gehandicapten en acuut zieke patiënten, bij patiënten die gevoelig zijn voor insulten, bij patiënten met wonden, ontstekingen in het gebied van de beoogde aanbrengplaats, gebruik in mond en keelholte.
Terughoudendheid is geboden bij patiënten met porfyrie.
Instillagel bevat parabenen die allergische reacties kunnen veroorzaken.
Instillagel bevat propyleenglycol dat huidirritatie kan geven.
Bij kinderen is extra voorzichtigheid geboden vanwege een verhoogde mate van systemische absorptie van lidocaïne.
Bij kinderen onder de 2 jaar is weinig ervaring; Instillagel is gecontra-indiceerd.
Waarschuwingen en voorzorgen
Rectaal toegediend lidocaïne omzeilt deels het 'first pass'-effect en afhankelijk van de conditie van de slijmvliezen kan lidocaine systemisch worden opgenomen. Gebruik een lagere dosis bij patiënten met ernstige leveraandoeningen, epilepsie, hyperthyroïdie, hartfalen, bij verzwakte of ernstig zieke patiënten (bv. met sepsis) en bij kinderen ouder dan 12 jaar die minder dan 25 kg wegen.
Absorptie vanuit wondoppervlakten en slijmvliezen is relatief hoog. Wees voorzichtig met toepassing bij patiënten met beschadigde slijmvliezen en/of ontstekingen in het gebied waar de vetcrème of zalf wordt toegepast.
Bij aanhoudende klachten opnieuw beoordelen of er mogelijk een andere oorzaak aanwezig is voor het rectaal bloedverlies.
Bij lang gebruik is er kans op het ontstaan van lokale allergische reacties en sensibilisatie.
Niet langdurig in hoge dosering gebruiken, omdat in diermodellen in hoge dosering tumorvorming is gezien.
Lidocaïne vaselinecrème 3% FNA bevat propyleenglycol dat huidirritatie kan geven, en cetostearylalcohol dat contacteczeem kan veroorzaken.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij een ernstige hartfunctiestoornis, ernstige nierfunctiestoornis of een ernstige leverfunctiestoornis.
De pleister niet op slijmvliezen aanbrengen. Contact met de ogen vermijden.
Hulpstoffen: Propyleenglycol kan huidirritatie veroorzaken; methylparahydroxybenzoaat en propylparahydroxybenzoaat kunnen (mogelijk vertraagde) allergische reacties veroorzaken.
De klinische betekenis van de bevinding dat de metaboliet 2,6-xylidine bij ratten genotoxisch en carcinogeen is gebleken en secundaire metabolieten mutageen, is onbekend. Langetermijnbehandeling is daarom uitsluitend gerechtvaardigd bij een therapeutisch voordeel voor de patiënt.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen (< 18 j.) zijn niet bewezen.
Overdosering
Lidocaïne wordt goed geresorbeerd door beschadigd epitheel, waardoor bij overmatig gebruik intoxicatie kan ontstaan met prikkeling van het centrale zenuwstelsel en depressie van het cardiovasculaire systeem.
Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op toxicologie.org/lidocaïne en/of vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Lokaal anestheticum van het amide-type. Belet het ontstaan en/of de voortgeleiding van zenuwimpulsen, waarschijnlijk via blokkade van de membraanpermeabiliteit voor natriumionen.
Kinetische gegevens
Resorptie | gering (na toediening in het oor). |
T 1/2el | 1,5–2 uur bij volwassenen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Pramocaïne is een lokaal anestheticum en heeft een jeuk- en pijnstillende werking. Zinkoxide heeft een dekkend, verkoelend en zwak adstringerend effect.
Eigenschappen
Chloorhexidine > 100 microg/ml heeft een bactericide en in concentraties van 1–100 microg/ml een bacteriostatische werking tegen een groot aantal Gram-positieve en Gram-negatieve micro-organismen. Sommige Pseudomonas- en Proteus-species zijn weinig gevoelig voor chloorhexidine. Verder remt het bepaalde virussen en huidschimmels, maar heeft het vrijwel geen werking tegen mycobacteriën, sporen en andere schimmels. De werking wordt door eiwit (bloed, pus), zepen en anorganische ionen verminderd. Lidocaïne heeft een lokaal anesthetisch effect.
Werking Cathejell: na 5–10 min, Instillagel 2–3 min. Werkingsduur: 20–30 min (Cathejell); 1–2 uur (Instillagel).
Zie voor de kinetische gegevens chloorhexidine#eigenschappen en lidocaine__oppervlakte_anesthetica_#eigenschappen.
Eigenschappen
Lidocaïne is een lokaal anestheticum van het amide-type met een kort tot middellang effect. Pijn- en jeukstillend. Blokkeert plaatselijk en reversibel de impulsgeleiding via sensibele zenuwvezels, waardoor de gevoeligheid voor pijn vermindert, en ook de tastzin, gevoeligheid voor druk en voor hoge en lage temperaturen.
In concentraties van 1–4% heeft lidocaïne tevens een bacteriostatische werking tegen pathogenen die gewoonlijk in wondinfecties voorkomen, zoals Enterococcus faecalis, Escherichia coli, Pseudomonas aeruginosa en Staphylococcus aureus.
De werking treedt in binnen 5 min na aanbrengen op de slijmvliezen of beschadigde huid van de anus.
Kinetische gegevens
Resorptie | matig door intacte huid, goed door slijmvliezen en beschadigde huid. |
F | ca. 63 % (na rectale toediening). |
T max | binnen 15 min. |
Metabolisering | in de lever door dealkylering, hydrolyse en hydroxylering. De belangrijkste metabolieten zijn ook actief. |
Eliminatie | voornamelijk met de urine, voornamelijk als metabolieten, ca. 10% onveranderd. |
T 1/2el | 1½–2 uur (lidocaïne); metabolieten ca. 2 (MEGX) en 10 uur (GX). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Het werkingsmechanisme is tweeledig: de farmacologische werking van de diffusie van lidocaïne en de mechanische werking van de hydrogelpleister die het overgevoelige gebied beschermt. Het diffusiemechanisme in de huid is gebaseerd op stabilisatie van de neuronale membranen, vermoedelijk met down-regulatie van de natriumkanalen als gevolg, wat een lokaal analgetisch effect geeft.
Kinetische gegevens
F | 1–5% (bij de max. dosering van 3 pleisters). |
V d | 1,3 ± 0,4 l/kg. |
Metabolisering | voor 90-95%; in de lever via N-de-alkylering tot mono-ethylglycinexylidide (MEGX) en glycinexylidide (GX); de metabolieten zijn beide minder werkzaam dan lidocaïne en zijn beschikbaar in lage concentraties. Ze worden gehydrolyseerd tot 2,6-xylidine, dat wordt omgezet in geconjugeerd 4-hydroxy-2,6-xylidine. |
Eliminatie | > 85% in de urine voornamelijk als conjugaat van 4-hydroxy-2,6-xylidine. Bij hart-, nier- of leverfalen kan de uitscheiding vertraagd zijn. |
T 1/2el | 7,6 uur (bij gezonde vrijwilligers). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lidocaïne (bij ooraandoening) hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij aambeien, koortslip) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (neuropathische pijn) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
pramocaïne/zinkoxide hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij aambeien, koortslip) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (neuropathische pijn) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
chloorhexidine/lidocaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij aambeien, koortslip) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (neuropathische pijn) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
lidocaïne (bij aambeien, koortslip) hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (neuropathische pijn) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
lidocaïne (neuropathische pijn) hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij aambeien, koortslip) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk