Samenstelling
Trachsil XGVS OTC Teva Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Zuigtablet
Bevat per zuigtablet: lidocaïne(hydrochloride) 2 mg, amylmetacresol 0,6 mg, 2,4-dichloorbenzylalcohol 1,2 mg. Bevat tevens: sucrose 1,5 g, vloeibare glucose 1 g.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Capsaïcine crème FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Crème (0,025%)
- Sterkte
- 0,25 mg/g
- Toedieningsvorm
- Crème (0,075%)
- Sterkte
- 0,75 mg/g
Basis: Lanettecrème I.
Qutenza XGVS Grünenthal bv
- Toedieningsvorm
- Pleister
- Sterkte
- 179 mg
De oppervlakte is 280 cm² (14 × 20 cm) en bevat 640 microg/cm² (8% g/g). Wordt afgeleverd met 50 g reinigingsgel.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de toepassing van dit geneesmiddel is nog geen advies vastgesteld.
Advies
Capsaïcine crème bij jeuk: Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.
Capsaïcine crème 0,025% kan effectief zijn bij gelokaliseerde (uremische) jeuk bij hemodialyse.
Bij trigeminusneuralgie is carbamazepine de eerste keus als proefbehandeling. Bij neuropathische pijn anders dan trigeminusneuralgie is een tricyclisch antidepressivum (TCA) de eerste keus (amitriptyline en bij ouderen nortriptyline). Als een TCA onvoldoende effectief of gecontra-indiceerd is of ongewenste bijwerkingen heeft, kan een anti-epilepticum effectief zijn, bij voorkeur gabapentine of pregabaline. Combineer eventueel bij onvoldoende effect de laatstgenoemde middelen met een lage dosering TCA. Bij diabetische neuropathie is duloxetine eerste keus. Bij HIV-neuropathie zijn bovengenoemde middelen niet effectief.
Capsaïcinepleisters 8% zijn bij neuropathische pijn, in het bijzonder bij postherpetische neuralgie, een alternatief voor een TCA, gabapentine, pregabaline of duloxetine. Er is enig bewijs van werkzaamheid bij HIV-neuropathie. De behandeling is pijnlijk, maar kan leiden tot langdurige (drie tot vier maanden) vermindering van pijnklachten.
Indicaties
- Verlichting van symptomen van keelpijn bij volwassenen en kinderen van 12 jaar en ouder.
Indicaties
Pleister: perifere neuropathische pijn bij volwassenen, als monotherapie of in combinatie met andere analgetica.
Crème 0,025%: jeuk bij hemodialyse.
Crème 0,075%: postherpetische neuralgie en diabetische polyneuropathie.
Gerelateerde informatie
Dosering
Keelpijn
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar:
1 zuigtablet elke 2–3 uur, zo nodig max. 8 zuigtabletten/24 uur; voor kinderen max. 4 zuigtabletten/24 uur. Max. 5 dagen gebruiken. De tablet langzaam laten oplossen in de mond, maar niet in de wangzak. Niet gebruiken voor het eten of drinken (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).
Verminderde nier- of leverfunctie: Er zijn geen gegevens over het gebruik bij een verminderde nier- of leverfunctie.
Dosering
Crème:
Volwassenen
3–4×/dag aanbrengen. Bij een te lage toepassingsfrequentie (1–2×/dag) kan het branderige gevoel langer aanhouden, terwijl het therapeutisch effect niet optimaal is.
Pleister:
Volwassenen:
Max. 4 pleisters op de pijnlijkste delen van de huid aanbrengen, op intacte, niet-geïrriteerde, droge huid. De pleister(s) op de voeten 30 min laten zitten (bv. bij HIV-geassocieerde neuropathie, pijnlijke diabetische perifere neuropathie) en op andere plaatsen 60 min (bv. bij postherpetische neuralgie). De behandeling zo nodig elke 90 dagen herhalen, afhankelijk van de persistentie of terugkeer van de pijn.
De huidpleister moet, door een arts of een verpleegkundige onder toezicht van een arts, met nitrilhandschoenen worden aangebracht; een veiligheidsbril en masker worden aanbevolen, met name tijdens het aanbrengen en verwijderen van de huidpleister. Latex handschoenen geven geen afdoende bescherming. Niet aanbrengen bij ogen of slijmvliezen; eventueel haren in het betrokken gebied afknippen voor een betere hechting (niet scheren). Elk behandelgebied voorzichtig met water en zeep wassen en goed afdrogen, vervolgens ofwel met een topisch anestheticum voorbehandelen of de patiënt vooraf een oraal analgeticum toedienen, om het ongemak bij het aanbrengen van de pleister te verminderen.
In klinische onderzoeken werd voorbehandeld met 4% topisch lidocaïne of 2,5% lidocaïne/2,5% prilocaïne of met 50 mg tramadol. De anesthetische crème verwijderen vóór men de pleister aanbrengt. Men kan de pleister indien nodig bijknippen, voordat de schutlaag wordt verwijderd. Na verwijdering van de pleister royaal reinigingsgel op het behandelgebied aanbrengen en dit minimaal 1 min laten zitten. Daarna reinigingsgel met een droog gaasje afvegen om alle resterende capsaïcine te verwijderen. Vervolgens het gebied voorzichtig met water en zeep wassen. Acute pijn tijdens en na de procedure behandelen met lokale koeling (koudekompres) en orale analgetica (bv. kortwerkende opioïden).
Verminderde nier- en/of leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Bijwerkingen
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties (branderig gevoel, jeuk), angio-oedeem, prikkelend gevoel in de keel.
Bijwerkingen
Crème: Vooral tijdens de eerste twee weken van de behandeling: een branderig gevoel van de huid gedurende circa 20 minuten, gevolgd door een erytheem gedurende 1–2 uur op de plaats van aanbrengen.
Pleister: Zeer vaak (> 10%): tijdelijke en lokale huidreacties op de aanbrengplaats: pijn, erytheem.
Vaak (1-10%): branderig gevoel, pijn in extremiteit, spierspasmen. Tijdelijke en lokale huidreacties op de aanbrengplaats: jeuk, papels, vesikels, oedeem, zwelling en droogheid. Hypertensie. Hoesten, Misselijkheid.
Soms (0,1-1%): herpes zoster, dysgeusie, hypo-esthesie, oogirritatie. Eerstegraads AV-blok, tachycardie, palpitaties. Keelirritatie. Tijdelijke en lokale huidreacties op de aanbrengplaats: urticaria, paresthesie, dermatitis, hyperesthesie, ontsteking, bloeduitstorting op de aanbrengplaats.
Verder: tweedegraads brandwonden, accidentele blootstelling (waaronder oogpijn, oog- en keelirritatie en hoesten).
Interacties
Vermijd gelijktijdig of opeenvolgend gebruik van andere antiseptica, omdat antagonisme of deactivering kan optreden.
interacties met lidocaïne
- combinatie met β-blokkers maakt dat lidocaïne eerder toxisch is; de bloedtoevoer naar de lever vermindert en daarmee de snelheid waarmee lidocaïne wordt afgebroken;
- kruisovergevoeligheid kan optreden met andere lokale anesthetica van het amide-type;
- bij combinatie met anti-aritmica, zoals procaïnamide, kunnen farmacokinetische en -dynamische interacties optreden;
- de plasmaconcentratie van lidocaïne kan stijgen door combinatie met remmers van de iso-enzymen CYP1A2 en CYP3A4 (bv. erytromycine, fluvoxamine, itraconazol), omdat deze betrokken zijn bij de omzetting van lidocaïne;
- (ook) in combinatie met cimetidine kan eerder toxiciteit van lidocaïne optreden, door remming van het hepatisch metabolisme.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta. Vanwege de lage dosering is de resorptie gering.
Teratogenese: Een grote hoeveelheid gegevens over lokaal gebruik van lidocaïne tijdens de zwangerschap laat geen toegenomen kans op aangeboren afwijkingen zien. Bij de mens zijn er onvoldoende gegevens over het gebruik van amylmetacresol en 2,4-dichloorbenzylalcohol gedurende de zwangerschap.
Advies: Niet gebruiken tijdens de zwangerschap.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Verwacht wordt dat de geringe systemische blootstelling geen risico vormt.
Advies: Kan met voorzichtigheid worden toegepast.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, lidocaïne in geringe mate. Onbekend voor amylmetacresol en dichloorbenzylalcohol.
Farmacologisch effect: Vanwege de lage dosering wordt geen effect van lidocaïne verwacht.
Advies: niet gebruiken (of anders de borstvoeding staken).
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (bij de mens), ja (bij dieren).
Advies: Tijdens behandeling geen borstvoeding geven.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
De maximale dosering niet overschrijden, omdat dan effecten op het centrale zenuwstelsel (convulsies) of op het hart kunnen optreden.
Niet langer gebruiken dan 5 dagen, om de natuurlijke microbiologische balans in de keel niet te verstoren.
Wees bij symptomen > 2 dagen, of verergering van symptomen, het optreden van (hoge) koorts, hoofdpijn, misselijkheid of braken en huiduitslag bedacht op een bacteriële infectie (zoals faryngitis, tonsillitis).
Acuut zieken of verzwakte ouderen zijn extra gevoelig voor de bijwerkingen van lidocaïne.
Niet toepassen voor of tijdens eten of drinken, omdat aspiratie kan optreden, of verbranding van of bijten op de tong als gevolg van gevoelloosheid.
Astmapatiënten dienen dit middel alleen onder supervisie van een arts te gebruiken.
Houd bv. bij diabetes rekening met de sucrose en glucose die de zuigtablet bevat.
De kleurstof zonnegeel kan allergische reacties veroorzaken.
De zuigtablet bevat terpenen uit levomenthol; deze zijn in verband gebracht met neurologische complicaties, zoals convulsies bij kinderen.
Er zijn onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 12 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Crème: Niet toepassen op slijmvliezen en beschadigde huid.
Pleister: Inademing van door de lucht verspreide capsaïcine kan leiden tot hoesten of niezen. Bij ernstige pijn de pleister verwijderen en de huid onderzoeken op chemische brandwonden.
De bloeddruk tijdens de behandelprocedure bewaken; de bloeddruk kan door toename van de pijn tijdens en vlak na behandeling tijdelijk maximaal 8,0 mmHg stijgen. Bij instabiele of slecht onder controle gehouden hypertensie of een recente voorgeschiedenis van cardiovasculaire problemen het risico van cardiovasculaire bijwerkingen als gevolg van de mogelijke stress van de procedure afwegen. Voor diabetes patiënten met comorbiditeit van coronaire hartziekte, hoge bloeddruk en cardiovasculaire autonome neuropathie is extra aandacht nodig.
Patiënten bij wie de pijn toeneemt, behandelen met lokale koeling of orale kortwerkende opioïden.
Bij patiënten met pijnlijke diabetische neuropathie is vóór elke toepassing én bij latere kliniek bezoeken zorgvuldig visueel onderzoek van de voeten nodig op huidlaesies die verband houden met onderliggende neuropathie en vasculaire insufficiëntie. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een verminderd gevoel in de voeten en een verhoogd risico hierop. Patiënten met bestaande sensorische beperkingen vóór elke toepassing onderzoeken op tekenen van sensorisch verlies. Bij optreden of verergering van sensorisch verlies de behandeling heroverwegen.
De pleister wordt niet aanbevolen voor het gebruik bij kinderen en adolescenten vanwege een gebrek aan gegevens over veiligheid en werkzaamheid.
Overdosering
Gezien de lage dosering van actieve bestandsdelen is een overdosering niet waarschijnlijk. In geval van abnormaal gebruik (veel hogere dosering) of laesies aan de slijmvliezen kan overdosering optreden.
Symptomen
overmatige gevoelloosheid van de bovenste luchtwegen en het bovenste gedeelte van het spijsverteringskanaal. In geval van systemische absorptie: voorbijgaande stimulering van het centrale zenuwstelsel (slapeloosheid, rusteloosheid, agitatie), gevolgd door onderdrukking (slaperigheid, bewusteloosheid, ademhalingsdepressie) en depressie van het cardiovasculaire systeem (hypotensie, langzame of onregelmatige hartslag), Bij kinderen < 6 jaar kunnen convulsies optreden, met name bij langdurig gebruik van hoge doses.
Therapie
overweeg bij ernstige overdosering het opwekken van braken en/of maagspoeling < 1 uur na inname.
Neem voor meer informatie over symptomen en behandeling contact op met Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met capsaïcine contact op met het Nationaal vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Combinatie van een lokaal anestheticum van het amide-type (lidocaïne) en twee antiseptische verbindingen.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
T max | 3–4 min (amylmetacresol en dichloorbenzylalcohol in speeksel). |
Metabolisering | lidocaïne ondergaat een significant 'first pass'-effect in de lever. Het wordt snel gede-ethyleerd tot de actieve metaboliet mono-ethylglycinexylidide (MEGX), dat gehydrolyseerd wordt tot o.a. glycinexylidide (GX). Betrokken bij de vorming van MEGX zijn CYP1A2 en CYP3A4. |
Eliminatie | lidocaïne via de nieren, vnl. als metabolieten, < 10% onveranderd. |
T 1/2el | ca. 100 min (lidocaïne), langer bij: (congestief) hartfalen (lidocaïne, MEGX en GX), een myocardinfarct in de voorgeschiedenis (lidocaïne, MEGX), een leveraandoening (lidocaïne); ca. 2 uur (amylmetacresol en dichloorbenzylalcohol in speeksel). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Capsaïcine is een selectieve agonist voor de 'transient receptor potential vanilloid 1-receptor' (TRPV1). Aanvankelijk activeert capsaïcine cutane nociceptoren met TRPV1-expressie, wat leidt tot branderigheid en erytheem door het vrijkomen van vasoactieve neuropeptiden. Vervolgens worden deze cutane nociceptoren minder gevoelig voor diverse stimuli. Deze ‘desensibilisatie’ ligt vermoedelijk ten grondslag aan de pijnverlichting. Werking: na. ca. 1 week bij postherpetische neuralgie; in week 2 bij HIV-geassocieerde neuropathie; in week 3 bij diabetische perifere neuropathie. Werkingsduur: 12 weken voor alle 3 oorzaken. Bij pijnlijke diabetische perifere neuropathie is werkzaamheid aangetoond met herhaalde behandelingen gedurende 52 weken.
Kinetische gegevens
Overig | Na 60 of 90 min behandeling, was 20 min na verwijdering van de pleister de capsaïcinespiegel het hoogst, waarna deze snel daalde, met een gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van circa 130 minuten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij aambeien, koortslip) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (neuropathische pijn) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
capsaïcine hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij aambeien, koortslip) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (neuropathische pijn) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk