Samenstelling
Pliaglis XGVS Galderma Benelux bv
- Toedieningsvorm
- Crème
- Verpakkingsvorm
- 15 g
Bevat per g: lidocaïne 70 mg, tetracaïne 70 mg. Conserveermiddel: methyl– en propylparahydroxybenzoaat.
Rapydan EuroCept bv
- Toedieningsvorm
- Pleister
Bevat per pleister: lidocaïne 70 mg, tetracaïne 70 mg. Bevat tevens: met borax bedekt vezellaagje. Conserveermiddel: methyl– en propylparahydroxybenzoaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Lidocaïne Vaselinecrème FNA XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Vaselinecrème (3%)
- Sterkte
- 30 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 30 g
Basis: Vaselinecetomacrogolzalf FNA. Conserveermiddel: propyleenglycol.
Xylocaïne zalf XGVS OTC Aspen Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Zalf (5%), hydrofiel
- Sterkte
- 50 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 35 g
Basis: polyethyleenglycolzalf. Conserveermiddel: propyleenglycol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij oppervlakteanesthesie van de huid in verband met naaldpuncties (bij kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen) en bij oppervlakkige operatieve ingrepen (bij volwassenen) is de effectiviteit van de lidocaïne/tetracaïne-pleister vergelijkbaar met die van de lidocaïne/prilocaïne-crème en -pleister. Indien uitstel van de naaldpunctie of oppervlakkige operatieve ingreep met 60 minuten niet aanvaardbaar is, dan gaat de voorkeur uit naar de lidocaïne/tetracaïne pleister, omdat hierbij een inwerktijd van 30 minuten kan worden aangehouden. Voor de crème is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
Voor de symptomatische behandeling van hemorroïden volstaan bij de meeste patiënten conservatieve maatregelen, zoals het vermijden van persen, het niet uitstellen van toiletgang bij aandrang, eten van vezelrijke voeding en innemen van 1,5–2 liter vocht per dag. Pas eventueel lokale therapie toe ter verlichting van klachten als pijn, zwelling en jeuk. Daarbij hebben indifferente middelen, zoals vaselinecetomacrogol of zinksulfaatvaselinecrème of zinkoxidezetpillen, de voorkeur omdat er minder kans is op bijwerkingen. Pas bij onvoldoende verlichting hiermee als tweede keus eventueel kortdurend hydrocortison- of lidocaïnevaselinecrème toe.
Bij acute anale fissuren is lokaal lidocaïnevaselinecrème een goede keus.
Indicaties
- Crème: Volwassenen: lokale anesthesie op de niet-beschadigde huid voorafgaand aan dermatologische procedures.
- Pleister: Volwassenen en kinderen vanaf 3 jaar: oppervlakte- anesthesie van de huid voor het inbrengen van een naald en bij oppervlakkige operatieve ingrepen op de normale intacte huid.
Indicaties
- Xylocaïne zalf 5%: Aandoeningen van de huid en slijmvliezen, die gepaard gaan met pijn, jeuk, branderigheid en andere onaangename sensaties, met name pruritus ani en hemorroïden;
- Lidocaïnevaselinecrème 3% FNA: pijn en jeuk in en rond de anus, zoals bij hemorroïden en anale fissuren.
Gerelateerde informatie
Dosering
Dermatologische procedures als laserontharing, 'pulsed dye laser', niet-ablatieve laser-resurfacing in het gezicht, injecties met huidfillers, vasculaire toegang:
Volwassenen:
De crème in een laagje van ongeveer 1 mm dik op niet-beschadigde huid aanbrengen en gedurende 30 minuten laten inwerken (ca. 1,3 g crème per 10 cm²; 6,5 g crème per 50 cm²; 26 gram per 200 cm² en 52 gram per 400 cm²). Het te behandelen gebied mag maximaal 400 cm² groot zijn. Voorafgaand aan de procedure de film van de huid verwijderen.
Dermatologische procedures als tatoeageverwijdering met laser en EVLA (endoveneuze laser-ablatie):
Volwassenen:
De crème in een laagje van ongeveer 1 mm dik op niet-beschadigde huid aanbrengen en gedurende 60 minuten laten inwerken (ca. 1,3 g crème per 10 cm²; 6,5 g crème per 50 cm²; 26 gram per 200 cm² en 52 gram per 400 cm²). Het te behandelen gebied mag maximaal 400 cm² groot zijn. Voorafgaand aan de procedure de film van de huid verwijderen.
Oppervlakte-anesthesie bij oppervlakkige operatieve ingrepen:
Volwassenen:
1–4 pleisters per keer, max. 4 pleisters per dag, 30 min laten inwerken voor de ingreep.
Oppervlakte-anesthesie bij naaldpunctie:
Volwassenen:
1–4 pleisters per keer, max. 4 pleisters per dag, 30 min voor de punctie laten inwerken.
Kinderen > 3 jaar:
1–2 pleisters per keer, max. 2 pleisters per dag, 30 min voor de punctie laten inwerken.
De crème aanbrengen met een instrument met een plat oppervlak zoals een spatel en nooit met de vingers. Direct contact met de crème of de met de crème bedekte huid vermijden om contacteczeem te voorkomen. Nadat de film is verwijderd de handen wassen. Indien nodig de haren in het aan te brengen gebied afknippen (niet scheren) om te zorgen voor voldoende contact tussen de pleister en de huid.
Dosering
Lidocaïnevaselinecrème FNA en Xylocaïnezalf kunnen ook elders op huid en slijmvliezen worden toegepast. Onderstaande dosering is specifiek voor rectale toepassing.
Pijn en jeuk rond de anus:
Volwassenen
Lidocaïnevaselinecrème 3% FNA 's morgens en 's avonds 1–3 g crème per keer aanbrengen; max. 10 g per keer en max. 20 g per dag aanbrengen. Xylocaïne zalf 5%: 2×/dag en na elke ontlasting dun aanbrengen gedurende max. 4 weken.
Leeftijd > 65 jaar
Lidocaïnevaselinecrème 3% FNA: zo nodig lager doseren, aangepast aan gewicht en lichamelijke conditie.
Kinderen < 12 jaar
Lidocaïnevaselinecrème 3% FNA: max. 0,2 g crème/kg lichaamsgewicht per keer; minimaal 8 uur tussen de toedieningen. Xylocaïne zalf 5%: max. 0,1 g zalf/kg lichaamsgewicht (= 5 mg lidocaïne/kg lichaamsgewicht) per keer; minimaal 8 uur tussen de toedieningen.
Vooraf de huid van de anus reinigen met een watje olie om het irriterende vocht te verwijderen. Aanbrengen eventueel met behulp van een vingercondoom of plastic handschoen en na het aanbrengen goed de handen wassen.
Bijwerkingen
Bij gebruik volgens voorschrift zijn systemische bijwerkingen onwaarschijnlijk omdat dan weinig wordt geresorbeerd.
Zeer vaak (> 10%): erytheem (bij 71%), verkleuring van de huid.
Vaak (1-10%): lokaal oedeem, huiduitslag.
Soms (0,1-1%): vesicobulleuze uitslag, jeuk, contacteczeem, reactie op de toepassingsplaats, lokaal pijn.
Zelden (0,01-0,1%): urticaria, maculopapuleuze uitslag, huidirritatie, exfoliatie van de huid, paresthesie, ooglidoedeem, zwelling van het gezicht, smaakverandering. Allergische of anafylactoïde reacties kunnen optreden, met name door tetracaïne.
Bijwerkingen
Lokaal: Zelden (0,01-0,1%): allergische reacties op lokale anesthetica van het amino-amide type.
Verder is gemeld: irritatie van huid en slijmvliezen.
Systemisch: Gemeld is: anafylactische shock, lokale contact-overgevoeligheidsreacties.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van klasse I- (bv. kinidine, disopyramide) en III-(bv. amiodaron) anti-aritmica of van andere producten met een lokaal anestheticum, rekening houden met additieve systemische toxiciteit.
Bij gelijktijdig gebruik van middelen die in verband zijn gebracht met geneesmiddelgeïnduceerde methemoglobinemie (zoals sulfonamiden, nitraten, nitrofurantoïne en kinine) is er meer kans op methemoglobinemie.
Interacties
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van anti-aritmica klasse III (zoals amiodaron), vanwege de kans op additieve effecten op het hart.
Combinatie met verapamil kan additieve effecten geven op het hart; wees terughoudend met hoge doseringen lidocaïne.
Wees ook voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van andere lokale anesthetica van het amidetype en aanverwante middelen.
Zwangerschap
Farmacologische effect: Gegevens van een beperkt aantal blootstellingen bij zwangerschap bij de mens laten geen ongewenste effecten zien tijdens de zwangerschap of op de gezondheid van de pasgeborene.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens heeft geen nadelige effecten laten zien. Bij lokale toediening op kleine oppervlakken is er sprake van beperkte systemische resorptie.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (lidocaïne en tetracaïne).
Farmacologisch effect: In de aanbevolen doses is de kans op een negatief effect gering.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt, zolang contact van het kind met het preparaat vermeden wordt. Het preparaat niet op de borst van de moeder aanbrengen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden. Bij lokale toediening op kleine oppervlakken is er sprake van beperkte systemische resorptie met een zeer lage blootstelling aan lidocaïne van de zuigeling.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype of het estertype, voor para-aminobenzoëzuur (een tetracaïne-metaboliet), methyl- of propylparahydroxybenzoaat of een van de andere hulpstoffen.
- De pleister en crème niet gebruiken op slijmvliezen of beschadigde of geïrriteerde huid.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype, zoals bupivacaïne, mepivacaïne en prilocaïne;
- bloedende aambeien;
- hartaandoeningen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtigheid is geboden bij gebruik in de buurt van de ogen in verband met kans op cornea–laesies; bij contact met het oog, het oog onmiddellijk uitspoelen met water of fysiologisch zoutoplossing en het oog beschermen totdat het gevoel is teruggekeerd.
Lidocaïne heeft in concentraties boven 0,5–2% bactericide en antivirale eigenschappen; daarom het gebruik vermijden voorafgaand aan het intradermaal injecteren van levende vaccins.
Crème noch pleister gebruiken onder occlusief verband; bij de pleister o.a. vanwege de warmteproducerende eigenschappen.
De kans op methemoglobinemie is het meest aanwezig bij patiënten met aangeboren of idiopathische methemoglobinemie.
Lidocaïne remt virale en bacteriële groei; niet toepassen voorafgaand aan het injecteren van levende vaccins.
Voorzichtigheid is geboden bij een lever-, nier- of hartfunctiestoornis en een verhoogde gevoeligheid voor systemische circulatoire effecten van lidocaïne en tetracaïne, zoals acuut zieke of verzwakte personen die hebben.
Tetracaïne geeft meer kans op allergische reacties dan lidocaïne.
De veiligheid en effectiviteit van de pleister bij kinderen jonger dan drie jaar zijn niet vastgesteld.
De veiligheid en effectiviteit van de crème bij kinderen jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Rectaal toegediend lidocaïne omzeilt deels het 'first pass'-effect en afhankelijk van de conditie van de slijmvliezen kan lidocaine systemisch worden opgenomen. Gebruik een lagere dosis bij patiënten met ernstige leveraandoeningen, epilepsie, hyperthyroïdie, hartfalen, bij verzwakte of ernstig zieke patiënten (bv. met sepsis) en bij kinderen ouder dan 12 jaar die minder dan 25 kg wegen.
Absorptie vanuit wondoppervlakten en slijmvliezen is relatief hoog. Wees voorzichtig met toepassing bij patiënten met beschadigde slijmvliezen en/of ontstekingen in het gebied waar de vetcrème of zalf wordt toegepast.
Bij aanhoudende klachten opnieuw beoordelen of er mogelijk een andere oorzaak aanwezig is voor het rectaal bloedverlies.
Bij lang gebruik is er kans op het ontstaan van lokale allergische reacties en sensibilisatie.
Niet langdurig in hoge dosering gebruiken, omdat in diermodellen in hoge dosering tumorvorming is gezien.
Lidocaïne vaselinecrème 3% FNA bevat propyleenglycol dat huidirritatie kan geven, en cetostearylalcohol dat contacteczeem kan veroorzaken.
Overdosering
Na toediening van lokale anesthetica kunnen effecten op het centrale zenuwstelsel optreden en in ernstige gevallen myocarddepressie. Eventuele ernstige neurologische reacties (convulsies, centrale depressie) symptomatisch behandelen; door de langzame resorptie is vervolgens een bewaking gedurende verscheidene uren aangewezen. Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling lidocaïne op toxicologie.org.
Overdosering
Lidocaïne wordt goed geresorbeerd door beschadigd epitheel, waardoor bij overmatig gebruik intoxicatie kan ontstaan met prikkeling van het centrale zenuwstelsel en depressie van het cardiovasculaire systeem.
Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op toxicologie.org/lidocaïne en/of vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Lokale anesthetica van het amidetype (lidocaïne) en van het estertype (tetracaïne) komen na aanbrengen van de crème of pleister vrij in de epidermale en dermale lagen van de huid en bewerkstelligen daar plaatselijk analgesie. Zowel lidocaïne als tetracaïne blokkeren de natriumionkanalen die nodig zijn voor de initiatie en geleiding van zenuwimpulsen. De diepte van de cutane verdoving van de intacte huid neemt toe met de inwerktijd van crème en pleister. De pleister bevat een warmte-vrijmakend bestanddeel dat een temperatuur van maximaal 40 °C (gem. 26–34 °C) kan bereiken. De werkingsduur van de crème varieert van 2–13 uur; gemiddeld 9 uur, mediaan 11 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | De systemische blootstelling is afhankelijk van de dosis, de duur van de applicatie, de dikte en de conditie van de huid. De lidocaïneblootstelling lijkt bij kleine kinderen omgekeerd gecorreleerd met de leeftijd. |
V d | 0,8–1,3 l/kg (voor lidocaïne; tetracaïne hydrolyseert snel in plasma). |
Metabolisering | Lidocaïne: grotendeels in de lever gedeeltelijk via CYP1A2 en CYP3A4 tot de actieve metabolieten mono-ethylglycinexylidide (MEGX) en glycinexylidide (GX). Tetracaïne: snelle hydrolyse door plasma-esterasen tot para-aminobenzoëzuur en diëthylamino-ethanol. De mate van metabolisering van lidocaïne en tetracaïne in de huid is onbekend. |
Eliminatie | lidocaïne: met de urine, waarvan <10% onveranderd bij volwassenen; bij pasgeborenen ca. 20%). |
T 1/2el | 90–120 min (lidocaïne). |
T 1/2el | max. 12 uur (lidocaïne, na 30 min inwerking op de huid). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Lidocaïne is een lokaal anestheticum van het amide-type met een kort tot middellang effect. Pijn- en jeukstillend. Blokkeert plaatselijk en reversibel de impulsgeleiding via sensibele zenuwvezels, waardoor de gevoeligheid voor pijn vermindert, en ook de tastzin, gevoeligheid voor druk en voor hoge en lage temperaturen.
In concentraties van 1–4% heeft lidocaïne tevens een bacteriostatische werking tegen pathogenen die gewoonlijk in wondinfecties voorkomen, zoals Enterococcus faecalis, Escherichia coli, Pseudomonas aeruginosa en Staphylococcus aureus.
De werking treedt in binnen 5 min na aanbrengen op de slijmvliezen of beschadigde huid van de anus.
Kinetische gegevens
Resorptie | matig door intacte huid, goed door slijmvliezen en beschadigde huid. |
F | ca. 63 % (na rectale toediening). |
T max | binnen 15 min. |
Metabolisering | in de lever door dealkylering, hydrolyse en hydroxylering. De belangrijkste metabolieten zijn ook actief. |
Eliminatie | voornamelijk met de urine, voornamelijk als metabolieten, ca. 10% onveranderd. |
T 1/2el | 1½–2 uur (lidocaïne); metabolieten ca. 2 (MEGX) en 10 uur (GX). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lidocaïne/tetracaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij aambeien, koortslip) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (neuropathische pijn) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
lidocaïne (bij aambeien, koortslip) hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (neuropathische pijn) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk