Samenstelling
Provera tabletten 5 mg/10 mg (acetaat) Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Orgametril Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Livial Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2,5 mg
Tibolinia Sandoz bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2,5 mg
Tibolon Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2,5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Dienogest Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij abnormaal vaginaal bloedverlies wordt zo mogelijk de oorzaak behandeld. Bij hevig menstrueel bloedverlies door myomen of zonder (verdenking op) een specifieke oorzaak zijn er verschillende gelijkwaardige medicamenteuze opties, namelijk: een IUD met levonorgestrel, een combinatiepil (voorkeur 30 microg ethinylestradiol en 150 microg levonorgestrel), NSAID’s (naproxen of ibuprofen) en tranexaminezuur. De keuze wordt bepaald door specifieke kenmerken van de medicatie en de voorkeur van de patiënt. Bij acuut hevig vaginaal bloedverlies in de reproductieve levensperiode waarbij een direct effect gewenst is, gaat de voorkeur uit naar kortdurend gebruik van een oraal progestageen.
Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met een analgeticum (paracetamol en/of een NSAID) en/of een gecombineerd hormonaal anticonceptivum of progestageen (oraal, IUD, implantaat). In de tweedelijnszorg kan een gonadoreline-agonist worden gegeven. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van individuele voorkeur, effectiviteit en risico’s.
Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.
Dydrogesteron heeft als endometriumprotectie bij oestrogeensuppletie de voorkeur, vanwege het laagste risico op ernstige bijwerkingen. Het is ook beschikbaar als een oraal combinatiepreparaat met estradiol, wat de therapietrouw kan bevorderen. Bij intolerantie voor dydrogesteron: overweeg progesteron.
Advies
Bij abnormaal vaginaal bloedverlies wordt zo mogelijk de oorzaak behandeld. Bij hevig menstrueel bloedverlies door myomen of zonder (verdenking op) een specifieke oorzaak zijn er verschillende gelijkwaardige medicamenteuze opties, namelijk: een IUD met levonorgestrel, een combinatiepil (voorkeur 30 microg ethinylestradiol en 150 microg levonorgestrel), NSAID’s (naproxen of ibuprofen) en tranexaminezuur. De keuze wordt bepaald door specifieke kenmerken van de medicatie en de voorkeur van de patiënt. Bij acuut hevig vaginaal bloedverlies in de reproductieve levensperiode waarbij een direct effect gewenst is, gaat de voorkeur uit naar kortdurend gebruik van een oraal progestageen.
Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met een analgeticum (paracetamol en/of een NSAID) en/of een gecombineerd hormonaal anticonceptivum of progestageen (oraal, IUD, implantaat). In de tweedelijnszorg kan een gonadoreline-agonist worden gegeven. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van individuele voorkeur, effectiviteit en risico’s.
Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.
Dydrogesteron heeft als endometriumprotectie bij oestrogeensuppletie de voorkeur, vanwege het laagste risico op ernstige bijwerkingen. Het is ook beschikbaar als een oraal combinatiepreparaat met estradiol, wat de therapietrouw kan bevorderen. Bij intolerantie voor dydrogesteron: overweeg progesteron.
Advies
Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.
Het gebruik van tibolon wordt ontraden, omdat er geen voordelen zijn ten opzichte van hormoontherapie met oestrogenen en er weinig bekend is over het optreden van ernstige bijwerkingen.
Advies
Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met een analgeticum (paracetamol en/of een NSAID) en/of een gecombineerd hormonaal anticonceptivum of progestageen (oraal, IUD, implantaat). In de tweedelijnszorg kan een gonadoreline-agonist worden gegeven. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van individuele voorkeur, effectiviteit en risico’s.
Indicaties
- Als cyclische toevoeging aan oestrogeentherapie bij de behandeling van bepaalde vormen van primaire en secundaire amenorroe;
- Disfunctionele (anovulatoire) uterusbloeding;
- Endometriose;
- Als adjuvans bij oestrogeentherapie bij postmenopauzale vrouwen bij climacterische klachten (tegengaan van de effecten van oestrogenen op het endometrium).
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Polymenorroe; menorragie en metrorragie;
- Bepaalde gevallen van primaire en secundaire amenorroe en oligomenorroe met onvoldoende eigen oestrogeenvorming;
- Endometriose;
- Bepaalde gevallen van endometriumcarcinoom;
- Onderdrukken van ovulatie, -pijn en menstruatie;
- Uitstellen van de menstruatie;
- Aanvulling bij oestrogeensuppletie in de peri- en postmenopauze bij climacterische klachten ter preventie van hyperplasie van het endometrium.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Symptomen van oestrogeendeficiëntie in de postmenopauze, meer dan een jaar na de menopauze.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Endometriose.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Primaire en secundaire amenorroe
Volwassenen
5–10 mg per dag gedurende 5–10 dagen. Bij een door endogeen oestrogeen voorbereid endometrium treedt binnen 3–7 dagen na staken van de progestageentoediening een onttrekkingsbloeding op.
Disfunctionele uterusbloeding
Volwassenen
5–10 mg per dag gedurende 5–10 dagen. Vervolgens kan deze dosering maandelijks vanaf de 16e cyclusdag worden gegeven gedurende 2–3 cycli. Daarna de behandeling stoppen om na te gaan of de vrouw weer een normale cyclus heeft. Meestal treedt binnen 3–7 dagen na staken van de progestageentoediening een onttrekkingsbloeding op.
Endometriose
Volwassenen
vanaf cyclusdag 1: 10 mg 3×/dag gedurende 90 opeenvolgende dagen. Bij 30–40% van de gebruiksters treedt een doorbraakbloeding op.
Als adjuvans bij oestrogeentherapie: twee behandelschema's zijn mogelijk
Volwassenen
Continue sequentiële toediening: per cyclus van 28 dagen oestrogeentherapie: de eerste 14 dagen alleen oestrogeen en gedurende de daarop volgende 14 dagen gecombineerd met 5–10 mg medroxyprogesteron 1×/dag. Een onttrekkingsbloeding treedt meestal op tijdens het gecombineerde gebruik. De volgende behandelcyclus volgt zonder onderbreking.
Cyclische toediening: 21 dagen oestrogeentherapie waarvan de laatste 12–14 dagen in combinatie met 5–10 mg medroxyprogesteron 1×/dag, gevolgd door 7 dagen zonder behandeling. Meestal treedt een onttrekkingsbloeding op tijdens het gebruik van medroxyprogesteron of in de behandelvrije week.
De tablet innemen tijdens of na de maaltijd.
Doseringen
Met dag 1 van de cyclus wordt bedoeld de eerste dag van de menstruatie.
Polymenorroe
Volwassenen:
5 mg per dag tijdens dag 14 t/m dag 25 van de cyclus.
Menorragie en metrorragie
Volwassenen:
10 mg per dag gedurende 10 dagen. Daarna gedurende de eerstvolgende 3 cycli: 5 mg per dag van dag 14 t/m 25 van de cyclus. Indien de klachten dan niet zijn verdwenen, is aanvullende diagnostiek noodzakelijk.
Amenorroe en oligomenorroe
Volwassenen
Begin met een oestrogeen gedurende 25 dagen en van dag 14 t/m 25 van de cyclus 5 mg lynestrenol per dag. Vervolgens treedt vaak binnen 3 dagen een onttrekkingsbloeding op. Op de 5e dag van deze onttrekkingsbloeding opnieuw beginnen met een oestrogeen gedurende 25 dagen en van dag 14 t/m 25 van de cyclus wederom 5 mg lynestrenol per dag. De behandeling hierna gedurende ten minste 1 cyclus voortzetten.
Endometriose
Volwassenen
5–10 mg per dag gedurende minstens zes maanden.
Endometriumcarcinoom
Volwassenen
30–50 mg per dag gedurende langere tijd.
Onderdrukken ovulatie, -pijn en menstruatie
Volwassenen
5 mg vanaf dag 1 van de cyclus (niet later beginnen dan op de 5 e cyclusdag) gedurende vele maanden.
Bij doorbraakbloedingen: dosis verhogen tot 10–15 mg per dag gedurende 3–5 dagen.
Uitstellen menstruatie
Volwassenen
Bij voorkeur 2 weken vóór de verwachte menstruatie beginnen: 5 mg per dag, de behandeling voortzetten zo lang als wenselijk.
Indien minder dan 1 week (uiterlijk 3 dagen) vóór de verwachte menstruatie wordt begonnen: 10–15 mg per dag. De menstruatie mag max. 1 week worden uitgesteld; dit betekent dat de max. behandelduur (afhankelijk van wanneer de behandeling is gestart, 3 tot 6 dagen vóór de verwachte menstruatie) 10 dagen tot 2 weken is. De kans op doorbraakbloedingen neemt toe naarmate later met de behandeling wordt begonnen.
Als adjuvans bij oestrogeensuppletie in de peri- en postmenopauze
Volwassenen
5 mg per dag gedurende 12–15 dagen (bv. gedurende de eerste 2 weken van iedere kalendermaand). Het oestrogeen dagelijks zonder onderbreking toedienen.
Een vergeten dosis zo snel mogelijk alsnog innemen, tenzij > 24 uur te laat.
Doseringen
In geval van een natuurlijke menopauze, de behandeling pas ten minste 12 maanden na de laatste menstruatie starten; in geval van een operatieve of farmacologisch geïnduceerde menopauze kan de behandeling direct worden begonnen.
Symptomen van oestrogeendeficiëntie
Volwassenen (incl. ouderen)
2,5 mg 1×/dag.
Overschakelen van een andere hormoonsuppletietherapie (HST): bij overstappen van een continu gecombineerde HST, de behandeling beginnen op een willekeurige dag. Bij overstappen van een sequentieel gecombineerde HST, de behandeling beginnen op de dag direct na afronding van de voorafgaande behandelcyclus.
Een vergeten dosis kan tot 12 uur later worden ingenomen. Indien > 12 uur zijn verstreken, doorgaan met de volgende tablet zonder de vergeten dosis alsnog in te nemen.
Toediening: de tablet innemen zonder kauwen met wat water of een andere vloeistof, bij voorkeur steeds op hetzelfde tijdstip van de dag.
Doseringen
De behandeling beginnen op een willekeurige dag van de menstruele cyclus. Vóór aanvang van de behandeling elke vorm van hormonale anticonceptie staken.
Endometriose
Volwassenen
2 mg 1×/dag, zonder onderbreking.
Bij verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig.
Gemiste doses: Bij vergeten van een tablet, of braken en/of diarree binnen 3-4 uur na tabletinname, de tablet zo snel mogelijk alsnog of opnieuw innemen, en de dag erna het normale schema hervatten. Bij het vergeten van meerdere tabletten, slechts één vergeten tablet alsnog innemen.
Toediening: de tablet bij voorkeur elke dag op een vast tijdstip innemen, met of zonder voedsel.
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): hoofdpijn. Misselijkheid. Menstruatiestoornis (onregelmatig, toename, afname, 'spotting').
Vaak (1-10%): overgevoeligheid. Depressie, slapeloosheid, nervositeit. Duizeligheid. Alopecia, acne, urticaria, jeuk. Verandering in vaginale afscheiding, pijnlijke of gevoelige borsten. Koorts, vermoeidheid. Gewichtstoename.
Soms (0,1-1%): hirsutisme. Galactorroe. Oedeem.
Verder zijn gemeld: anafylactische of anafylactoïde reactie, angio-oedeem. Anovulatie. Slaperigheid. Embolie en trombose. (Cholestatische) geelzucht. Huiduitslag. Amenorroe, erosie van de cervix. Verminderde glucosetolerantie, gewichtsafname.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): doorbraakbloedingen, met name tijdens de eerste twee therapiemaanden (bij cyclische toediening minder vaak). Verminderd libido, nervositeit. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Gewichtstoename, verminderde glucosetolerantie.
Vaak (1-10%): gevoeligheid van de borsten, amenorroe. Vochtretentie, hyperhidrose. Verhoogd libido, hoofdpijn, migraine, duizeligheid, depressieve stemming. Acne, jeuk, seborroe, melasma, hirsutisme, overgevoeligheid, huiduitslag, urticaria. Gestoorde leverfunctie. Abnormale lipidenwaarden (toename LDL, afname HDL).
Soms (< 1%): icterus. Verandering in vaginale of cervicale secretie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): pijn in onderbuik. Abnormale haargroei. Vaginale afscheiding en jeuk, verdikking van de endometriumwand, postmenopauzale hemorragie, gevoelige borsten, vulvovaginale candidiasis, vaginale bloeding, bekkenpijn, cervicale dysplasie. Gewichtstoename.
Soms (0,1-1%): acne. Vaginale mycose, tepelpijn.
Zelden 0,01-0,1%): jeuk.
Verder zijn gemeld: duizeligheid, hoofdpijn, migraine, visusstoornissen (zoals troebel zien), gastro–intestinale klachten, depressie, oedeem, huiduitslag, seborroïsche dermatitis, galblaasaandoeningen, huid– en subcutane aandoeningen (zoals chloasma, erythema multiforme, erythema nodosum, vasculaire purpura), spier– en gewrichtspijn, veranderingen in leverfunctiewaarden.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): gewichtstoename. Depressieve stemming, veranderde stemming, slaapstoornis, nervositeit, libidoverlies. Hoofdpijn, migraine. Misselijkheid, braken, buikpijn, opgezette buik, flatulentie. Acne, alopecia. Rugpijn. Gevoelige borsten, ovariumcyste, opvliegers, uteriene of vaginale bloeding (incl. 'spotting'). Asthenie, prikkelbaarheid.
Soms (0,1-1%): anemie. Gewichtsafname, toegenomen eetlust. Angst, depressie, stemmingswisselingen. Stoornis in autonome zenuwstelsel, aandachtsstoornis. Droge ogen, tinnitus. Palpitaties, hypotensie. Dyspneu. Gingivitis, maag-darmontsteking, buikklachten, diarree, obstipatie. Droge huid, hyperhidrose, jeuk, hirsutisme, onychoclase, hoofdroos, dermatitis, abnormale haargroei, lichtgevoeligheidsreactie, pigmentatiestoornis. Botpijn, spierspasmen, pijn of zwaar gevoel in ledematen. Urineweginfectie. Vaginale candidiase, vulvovaginale droogte, genitale afscheiding, pijn in kleine bekken, atrofische vulvovaginitis, borsttumor, fibrocysteuze borstziekte, borstverharding. Oedeem.
De meerderheid van de patiënten ervaart veranderingen in het menstruele bloedingspatroon, zoals onregelmatig bloedverlies of bloedverlies met gewijzigde frequentie. Voornamelijk gedurende de eerste 3 maanden kan verlengd bloedverlies optreden, en amenorroe voornamelijk na 3 maanden.
Bij adolescenten (12–18 j.) is na 12 maanden gebruik een afname van de botmineraaldichtheid in de lumbale wervelkolom aangetoond. Bij herhaalde meting 6 maanden na staken van de behandeling werd een trend naar herstel gezien.
Interacties
Het metabolisme van progestagenen kan toenemen bij gelijktijdig gebruik van leverenzyminducerende stoffen (zoals rifampicine, fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital, sint-janskruid); het effect van deze stoffen op medroxyprogesteron is niet onderzocht.
Interacties
Leverenzyminducerende stoffen zoals barbituraten, hydantoïnederivaten, rifampicine en carbamazepine zouden de werkzaamheid kunnen verminderen.
De werking van ciclosporine en theofylline zou kunnen toenemen. De insulinebehoefte kan toenemen.
Het gebruik kan bepaalde laboratoriumtesten beïnvloeden (lipiden, leverfunctie, koolhydraatmetabolisme, bloedstolling).
Interacties
Het effect van anticoagulantia kan worden versterkt, omdat tibolon de fibrinolytische activiteit in het bloed kan verhogen.
In vitro remt tibolon CYP2C9; wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van CYP2C9-substraten met een smalle therapeutische breedte, zoals fenytoïne en tolbutamide.
Theoretisch kan door gelijktijdig gebruik van leverenzyminducerende stoffen zoals bosentan, sint-janskruid, anti-epileptica (bv. fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine) en antibacteriële/antivirale middelen (bv. rifampicine, rifabutine) de werkzaamheid afnemen.
Oestrogeenbevattende anticonceptiva kunnen de plasmaconcentratie van lamotrigine verlagen en zo een verminderde controle van epilepsie geven. Dit is niet onderzocht voor hormoonsuppletietherapie en lamotrigine, maar de verwachting is dat er een soortgelijke interactie bestaat.
Interacties
Dienogest wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP3A4.
Tijdens en tot 4 weken na gebruik van leverenzyminducerende middelen zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, primidon, rifampicine, sint-janskruid en mogelijk ook felbamaat, griseofulvine, oxcarbazepine en topiramaat, kan de werking van dienogest afnemen.
Veel combinaties van HIV-proteaseremmers en niet-nucleoside reverse-transcriptase remmers, incl. combinaties met HCV-remmers, kunnen de plasmaspiegel van progestagenen verhogen of verlagen; raadpleeg de voorschrijfinformatie van deze middelen.
De klinische relevantie van mogelijke interacties met enzymremmers is onbekend. Bij gelijktijdig gebruik met de sterke CYP3A4-remmer ketoconazol of met de matige CYP3A4-remmer erytromycine neemt de blootstelling aan dienogest toe.
Het gebruik kan de uitslag van bepaalde laboratoriumtesten (o.a. lever-, schildklier-, bijnier- en nierfunctie, lipiden, koolhydraatmetabolisme, bloedstolling) beïnvloeden; over het algemeen blijven de waarden binnen het normaalbereik.
Zwangerschap
Medroxyprogesteron passeert de placenta.
Teratogenese: Virilisatie van de vrouwelijke foetus kan niet worden uitgesloten.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Zwangerschap
Teratogenese: Virilisatie van de vrouwelijke foetus kan niet worden uitgesloten.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: Dierstudies laten een embryotoxische werking zien. Bij optreden van zwangerschap de behandeling direct staken.
Advies: Gebruik is gecontra–indiceerd.
Vruchtbaarheid: Dierstudies laten antifertiele effecten zien.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Per ongeluk doorgebruik van dienogest in het begin van de zwangerschap heeft waarschijnlijk geen nadelige effecten.
Advies: Gebruik ontraden, omdat de behandeling van endometriose tijdens de zwangerschap niet noodzakelijk is.
Vruchtbaarheid: Dienogest remt bij de meerderheid van de patiënten de ovulatie, maar is geen anticonceptiemiddel. Als anticonceptie gewenst is, dan een niet-hormonale methode gebruiken. De menstruele cyclus normaliseert zich binnen 2 maanden na staken van de behandeling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Effecten op de zuigeling en een lactatieremmende werking kunnen niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Effecten op de zuigeling en een lactatieremmende werking kunnen niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- trombo-embolische aandoeningen (in de anamnese);
- onverklaarde urogenitale bloedingen;
- aanwezigheid of vermoeden van mammacarcinoom of andere geslachtshormoonafhankelijke tumoren;
- ernstige leveraandoeningen zoals cholestatische icterus of hepatitis (zolang de leverfuncties niet zijn genormaliseerd), levertumoren, syndroom van Dubin-Johnson- en Rotor-syndroom;
- anamnese van icterus, ernstige pruritus, herpes gestationis en verergering van otosclerose tijdens zwangerschap of gebruik van geslachtshormonen;
- acute porfyrie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
- (voorgeschiedenis van) ernstige leveraandoeningen zoals cholestatische icterus of hepatitis (zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd), levertumoren, Rotor-syndroom en Dubin-Johnsonsyndroom;
- actieve veneuze trombo-embolische aandoening;
- onverklaarde vaginale bloedingen;
- acute porfyrie;
- voorgeschiedenis van icterus, herpes gestationis en verergering van otosclerose tijdens zwangerschap of gebruik van geslachtshormonen.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
- veneuze trombo-embolie (diepveneuze trombose, longembolie) of arteriële trombo-embolische aandoening (angina pectoris, myocardinfarct, CVA of TIA) in de anamnese;
- trombofiele aandoening (zoals proteïne C–, proteïne S– of antitrombinedeficiëntie);
- acute leveraandoening (in de anamnese) zolang de leverfuncties niet zijn genormaliseerd;
- oestrogeenafhankelijke tumoren;
- mammacarcinoom in de anamnese;
- onbehandelde hyperplasie van het endometrium;
- onverklaarde vaginale bloedingen;
- acute porfyrie.
Contra-indicaties
- actieve veneuze trombo-embolische aandoening;
- actuele of doorgemaakte arteriële of cardiovasculaire aandoening (bv. myocardinfarct, CVA, ischemische hartziekte);
- diabetes mellitus met vaatproblemen;
- actuele of doorgemaakte ernstige leverziekte voor zover de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd;
- actuele of doorgemaakte levertumor (goed- of kwaadaardig);
- (vermoeden van) geslachtshormoonafhankelijke maligne aandoening;
- onverklaard vaginaal bloedverlies.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vóór instellen van de therapie een grondig algemeen en gynaecologisch onderzoek instellen, vervolgens regelmatig controleren. Patiënten met hartfalen, hypertensie, nierfunctiestoornissen, astma, epilepsie of migraine regelmatig controleren, omdat progestagenen een zekere mate van vochtretentie kunnen veroorzaken. Wees voorzichtig bij depressie in de anamnese, omdat een depressie zich opnieuw kan voordoen. Bij diabetes mellitus met name in het begin van het gebruik zorgvuldig controleren, omdat de glucosetolerantie kan worden verminderd. Bij geringste tekenen van trombose, sterke bloeddrukstijging, abnormale leverfunctiewaarden of bij langdurige immobilisatie de toediening staken. Bij ontstaan van acute visusstoornissen, exofthalmus, diplopie of migraineachtige hoofdpijn een zorgvuldig oftalmologisch onderzoek verrichten om papiloedeem of retinale vaatlaesies uit te sluiten, voordat de therapie mag worden voortgezet. Bij predispositie voor melasma direct zonlicht vermijden. Bij pijn in de bovenbuik of leververgroting de mogelijkheid van leveradenomen in de diagnosestelling betrekken. Bij langdurig gebruik van oraal medroxyprogesteron kan een beoordeling van de botdichtheid zinvol zijn, omdat een afname van de botdichtheid is waargenomen (bij 150 mg i.m. elke 3 mnd.). Onverwachte vaginale bloeding tijdens de behandeling nader onderzoeken. Het gebruik kan bepaalde laboratoriumtesten beïnvloeden.
Bij gecombineerde oestrogeen/progestageentherapie bij postmenopauzale vrouwen ook de waarschuwingen en voorzorgen in acht nemen die gelden voor oestrogeentherapie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Tijdens een langdurige behandeling met progestagenen wordt periodiek lichamelijk onderzoek geadviseerd. Bij geringste tekenen van trombose en bij abnormale leverfunctiewaarden de toediening staken.
Progestagenen in combinatie met oestrogenen vermeerderen de kans op veneuze trombo-embolie; de klinische relevantie hiervan voor lynestrenol als monotherapie is onbekend. Wees voorzichtig bij langdurige immobilisatie (bv. postoperatief herstel) en bij voorgeschiedenis van een trombo–embolische aandoening. Bij een voorgeschiedenis van) cardiovasculaire stoornissen regelmatig controleren, omdat met anticonceptiva die oestrogeen/progestageen bevatten, een geringe toename van deze stoornissen is gemeld. Wees voorzichtig bij bepaalde vormen van ernstige depressiviteit. Bij predispositie voor melasma direct zonlicht vermijden.
Er zijn geen klinische onderzoeken uitgevoerd bij een nier- of leverfunctiestoornis. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Combineer tibolon niet met andere HST-preparaten.
Beoordeel voortzetting van de behandeling periodiek, op zijn minst jaarlijks. Controleer de patiënt extra bij één van de volgende aandoeningen (i.v.m. terugkeren of verergeren) in de voorgeschiedenis:
- uterusmyomen of endometriose,
- endometriumhyperplasie,
- risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen (zie hierna),
- risicofactoren voor oestrogeengevoelige tumoren (zoals mammacarcinoom bij eerstegraads familielid),
- hypertensie,
- leveraandoening,
- cholelithiase,
- diabetes mellitus,
- migraine of ernstige hoofdpijn,
- systemische lupus erythematodes,
- epilepsie,
- astma,
- otosclerose.
Wees voorzichtig bij een verminderde hart- of nierfunctie, in verband met mogelijke vochtretentie. Wees voorzichtig bij bestaande hypertriglyceridemie wegens meer kans op pancreatitis.
Staak de behandeling direct in de volgende gevallen:
- tekenen van trombose;
- significante stijging van de bloeddruk;
- geelzucht of achteruitgang van de leverfunctie;
- voor het eerst optreden van migraine–achtige hoofdpijn;
- zwangerschap.
De kans op endometriumcarcinoom neemt toe, vooral bij een langere behandelduur. Transvaginale echo's laten zien dat met tibolon de endometriumwand dikker wordt. Verwijs voor een gynaecologisch onderzoek door, indien doorbraakbloedingen na zes maanden behandeling nog steeds optreden, òf 6 maanden na beginnen van de behandeling voor het eerst optreden, òf aanhouden na stoppen van de behandeling.
De kans op mammacarcinoom neemt toe naarmate de duur van het gebruik; na 3 jaar van gebruik is de kanstoename statistisch waarneembaar. Na staken van de hormoonsuppletietherapie neemt de opgebouwde kans af; dit duurt langer naarmate het middel langer werd gebruikt.
In tegenstelling tot bij andere HST, suggereren gegevens uit klinische studies dat de mammografische dichtheid niet toeneemt bij vrouwen die met tibolon behandeld worden.
Mogelijk neemt de kans op ovariumcarcinoom licht toe, wat statistisch waarneembaar wordt binnen 5 jaar van gebruik.
De kans op veneuze trombo–embolie neemt toe, met name in het eerste jaar; risicofactoren zijn een hogere leeftijd, positieve familie-anamnese, immobilisatie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), carcinoom, systemische lupus erythematodes en mogelijk varicosis. Indien na een electieve operatieve ingreep langdurige immobilisatie is te verwachten, de behandeling vier tot zes weken vóór de ingreep onderbreken en pas hervatten bij volledige mobilisatie.
De kans op ischemisch CVA neemt toe vanaf het eerste jaar van behandeling met tibolon, vooral bij een hogere leeftijd (> 60 j.).
Er zijn enige aanwijzingen voor een toegenomen kans op dementie bij vrouwen die met hormoonsuppletietherapie zijn gestart op een leeftijd > 65 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Ernstige uteriene bloedingen: Uteriene bloedingen, bv. bij vrouwen met adenomyosis uteri of uteriene leiomyomata, kunnen tijdens het gebruik verergeren. In geval van anemie (door hevig en continu bloedverlies) overwegen de behandeling te staken.
Circulatoire aandoeningen: Bij gebruik van preparaten met alleen een progestageen kan bij vrouwen met hypertensie het risico op een CVA enigszins zijn verhoogd. Sommige onderzoeken wijzen op een lichte toename van het risico op veneuze trombo-embolie bij gebruik van preparaten met alleen een progestageen, hoewel dit niet statistisch significant is. In geval van langdurige immobilisatie de behandeling onderbreken (bij een electieve ingreep minstens 4 weken van te voren) en niet eerder dan 2 weken na volledige mobilisatie hervatten.
Levertumoren: Bij gebruiksters van hormonale stoffen zoals een progestageen zijn in zeldzame gevallen levertumoren gemeld. Bij hevige pijn in de bovenbuik, leververgroting of symptomen van een abdominale bloeding de mogelijkheid van een levertumor in de diagnosestelling betrekken.
Staak het gebruik bij de eerste symptomen van trombo-embolie, aanhoudende hypertensie, cholestatische geelzucht en/of pruritis.
Osteoporose: Bij adolescenten (12–18 j.) is na 12 maanden gebruik een afname van de botmineraaldichtheid aangetoond (zie rubriek Bijwerkingen). Bij een verhoogd risico op osteoporose een zorgvuldige afweging van de risico's en voordelen van de behandeling maken, omdat tijdens het gebruik de endogene oestrogeenspiegel enigszins daalt. Voor alle vrouwen is voldoende inname van calcium en vitamine D van belang.
Andere aandoeningen:
- Bij depressie in de voorgeschiedenis zorgvuldig controleren op symptomen hiervan en staak de behandeling indien de depressie in ernstige mate terugkeert.
- Bij diabetes, met name bij zwangerschapsdiabetes in de anamnese, zorgvuldig controleren, omdat dienogest een gering effect kan hebben op de perifere insulineresistentie en de glucosetolerantie.
- Bij predispositie voor melasma blootstelling aan zonlicht of UV-straling vermijden.
- Bij vrouwen met een extra-uteriene zwangerschap of een aandoening van de eileiders in de voorgeschiedenis, een zorgvuldige afweging van de risico's en voordelen van de behandeling maken, omdat er meer kans is op een ectopische zwangerschap.
Ovariumcysten: Tijdens het gebruik kunnen zich persisterende ovariële follikels (functionele ovariumcysten) voordoen. De meeste van deze follikels zijn asymptomatisch, hoewel dit soms bekkenpijn geeft.
Eigenschappen
Synthetisch progestageen met een anti-oestrogene werking en geen of slechts geringe androgene werking. Een progestageen kan een door oestrogenen voorbereid endometrium tot secretie brengen.
Kinetische gegevens
Overig | Voedsel vergroot de biologische beschikbaarheid. |
T max | 2–4 uur. |
Eiwitbinding | ca. 90%. |
Metabolisering | in de lever vnl. door CYP3A4. |
Eliminatie | vnl. met urine (metabolieten). |
T 1/2el | 12–17 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Steroïd met progestagene en zwak androgene werking. Bij ononderbroken toediening onderdrukt het zowel de ovulatie als de menstruatie.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
Metabolisering | in de lever tot actief norethisteron. |
T max | 2–4 uur (norethisteron). |
Eliminatie | vnl. met de urine. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Steroïd met oestrogene, progestagene en androgene activiteit. Heeft oestrogene effecten op vasomotorische symptomen. Werking: binnen enkele weken, optimaal na ten minste drie maanden.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en bijna volledig. |
T max | (van 3α-OH- en 3β-OH-tibolon) 1–1,5 uur. |
Metabolisering | na orale toediening vindt snelle omzetting plaats in twee metabolieten (3α-OH- en 3β-OH-tibolon) met oestrogene activiteit en een metaboliet met progestagene en androgene activiteit. |
Eliminatie | grotendeels in de vorm van geconjugeerde metabolieten, vnl. met de feces. |
T 1/2el | (van 3α-OH- en 3β-OH-tibolon) ca. 7 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Progestageen met anti-androgene activiteit (ca. ⅓ van cyproteronacetaat). Heeft geen mineralocorticoïde of glucocorticoïde activiteit. De werking bij endometriose berust op het reduceren van de endogene oestradiolproductie, waardoor de trofische effecten van oestradiol op (ectopisch) endometrium worden onderdrukt. Continue toediening leidt initieel tot decidualisatie van het endometriale weefsel (het in de secretiefase komen), gevolgd door atrofie van endometrioselaesies.
Kinetische gegevens
F | ca. 91%. |
T max | ca. 1,5 uur. |
V d | ca. 0,57 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 90% (aan albumine). |
Metabolisering | uitgebreid, voornamelijk via CYP3A4, tot grotendeels inactieve metabolieten. |
Eliminatie | via de urine en feces in een verhouding van ca. 3:1 als metabolieten. |
T 1/2el | ca. 9–10 uur. |
Overig | Na 4 dagen behandeling worden steady-state condities bereikt. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
medroxyprogesteron (oraal) hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk
Groepsinformatie
lynestrenol hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk
Groepsinformatie
tibolon hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk
Groepsinformatie
dienogest hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk