Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Vigamox (als hydrochloride) Novartis Pharma bv

Toedieningsvorm
Oogdruppels
Sterkte
5 mg/ml
Verpakkingsvorm
5 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.

Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).

Oogpreparaten met fluorchinolonen (zoals moxifloxacine) behoren tot de reserve-antibiotica die alleen op strikte indicatie en in de tweedelijnszorg gebruikt worden om resistentieproblematiek te voorkomen. Het gebruik ervan beperken tot de behandeling van ernstige ooginfecties zoals keratitis en Pseudomonas-infecties, onder controle van een oogarts.

Indicaties

  • Purulente bacteriële conjunctivitis veroorzaakt door stammen die gevoelig zijn voor moxifloxacine.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Purulente bacteriële conjunctivitis

Volwassenen en kinderen > 1 maand

1 druppel 3×/dag in het aangedane oog. Gewoonlijk verbetert de infectie binnen 5 dagen. De behandeling daarna gedurende nog 2–3 dagen voortzetten. De duur van de behandeling is verder afhankelijk van de ernst van de aandoening en het klinische en bacteriologische verloop van de infectie. Indien binnen 5 dagen na aanvang van de behandeling géén verbetering optreedt, de diagnose en/of behandeling heroverwegen.

Ouderen: geen dosisaanpassing nodig.

Verminderde nier- of leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Toediening

  • Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
  • Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze druppels of oogzalven als laatste toedienen.

Bijwerkingen

Lokaal

Vaak (1-10%): oogirritatie, oogpijn.

Soms (0,1–1%): keratitis punctata, droog oog, oculaire hyperemie, bloeding van de conjunctiva, ooglidoedeem, jeuk en ongemak in het oog.

Zelden (0,01–0,1%): cornea–epitheel defect, conjunctivitis, conjunctivaal oedeem, erytheem van het ooglid, blefaritis, wazig zien, zwelling van het oog, asthenopie.

Verder zijn gemeld: ulceratieve keratitis, cornea–erosie, corneale opaciteit, afzettingen op de cornea, cornea–infiltraten, cornea–oedeem, ooglidoedeem, tranend oog, oogafscheiding, gevoel van vreemd lichaam in het oog, verhoogde intra–oculaire druk, endoftalmitis, fotofobie.

Systemisch

Soms (0,1–1%): hoofdpijn. Smaakstoornis. Verhoogd ALAT en/of γGT.

Zelden (0,01–0,1%): paresthesie. Verlaagde hemoglobinespiegels. Braken. Nasaal ongemak, faryngolaryngeale pijn, gevoel van vreemd lichaam in de keel.

Verder zijn gemeld: hartkloppingen. Duizeligheid. Dyspneu. Misselijkheid. Overgevoeligheid, erytheem, huiduitslag, jeuk, urticaria.

Interacties

Gelijktijdige toediening van corticosteroïden kan de symptomen van een infectie maskeren.

Zwangerschap

Moxifloxacine passeert de placenta.

Teratogenese: De beperkte hoeveelheid gegevens over het systemische gebruik van fluorchinolonen tijdens het 1e trimester laten geen kanstoename zien van ernstige misvormingen of van andere nadelige effecten op de zwangerschap. Bij dieren kunnen fluorchinolonen kraakbeen- en gewrichtsafwijkingen veroorzaken. Dergelijke effecten, die vanaf het 2e trimester kunnen optreden, zijn bij de mens niet gemeld.

Farmacologisch effect: De systemische blootstelling aan moxifloxacine bij gebruik van de oogdruppels is laag en waarschijnlijk klinisch niet relevant, waardoor een effect bij de foetus niet waarschijnlijk is.

Advies: Kan worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, bij de mens. Bij systemisch gebruik van fluorchinolonen bij jonge dieren zijn kraakbeenafwijkingen aangetoond. Mogelijke schade bij de zuigeling bij systemisch gebruik van fluorchinolonen door de moeder is daarom niet uit te sluiten. Na oculaire toediening zal de hoeveelheid in de moedermelk echter minimaal zijn en is het onwaarschijnlijk dat dit tot effecten bij de zuigeling kan leiden.

Advies: Kan worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • Overgevoeligheid voor (fluor)chinolonen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij overgevoeligheid van chinolonen in de voorgeschiedenis. Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken.

Bij orale toediening van fluorchinolonen zijn peesontstekingen en peesrupturen gemeld, vooral bij ouderen en patiënten die corticosteroïden gebruiken. Ondanks de veel lagere plasmaspiegels bij oculair gebruik, bij de eerste tekenen van een peesontsteking de behandeling staken.

Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk; in dat geval de toediening staken.

Draag geen contactlenzen tijdens behandeling van een ooginfectie.

Bij kinderen < 1 maand zijn de veiligheid en werkzaamheid onvoldoende vastgesteld.

Eigenschappen

Gefluorideerde chinolonverbinding. Fluorchinolonen hebben een bactericide werking en beïnvloeden de DNA-synthese door remming van het bacteriële DNA-gyrase.

Doorgaans gevoelig zijn: Corynebacterium species waaronder C. diphtheriae, Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig), Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Streptococcus viridans-groep, Enterobacter cloacae, Haemophilus influenzae, Klebsiella oxytoca, Moraxella catarrhalis, Serratia marcescens, Proprionibacterium acnes en Chlamydia trachomatis.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus (meticilline-resistent (MRSA)), Staphylococcus coagulase–negatieve species (meticilline resistent) en Neisseria gonorrhoeae.

Ongevoelig is: Pseudomonas aeruginosa.

Kinetische gegevens

Overig Na herhaaldelijke oculaire toediening waren de piekplasmaconcentratie en totale blootstelling resp. 1600 en 1200 keer lager dan na orale doses van 400 mg.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd