Samenstelling
Aleve (Na-zout) XGVSOTC Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld 'Classic'
- Sterkte
- 220 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld 'Feminax', 'Select'
- Sterkte
- 275 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld 'Intense'
- Sterkte
- 550 mg
Naproxen tablet 220 en 275 mg (Na-zout) XGVSOTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 220 mg, 275 mg
Naproxen Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 250 mg, 500 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, maagsapresistent
- Sterkte
- 250 mg, 500 mg
- Toedieningsvorm
- Zetpil
- Sterkte
- 250 mg, 500 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Aceclofenac Prolepha Research bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 100 mg
Biofenac Almirall bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Indometacine Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 25 mg, 50 mg
- Toedieningsvorm
- Zetpil
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Advil XGVSOTC Wyeth Consumer Healthcare
- Toedieningsvorm
- Capsule, zacht 'Liquid-Caps'
- Sterkte
- 200 mg, 400 mg
Bevat tevens: soja-lecithine.
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld 'Ovaal'
- Sterkte
- 400 mg
Brufen Abbott bv
- Toedieningsvorm
- Bruisgranulaat 'Bruis'
- Sterkte
- 600 mg
- Verpakkingsvorm
- in sachet
Bevat tevens: natrium 197 mg en sucrose 3,3 g.
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte 'Retard'
- Sterkte
- 800 mg
Ibuprofen XGVSOTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Dragee
- Sterkte
- 200 mg, 400 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 200 mg, 400 mg
- Toedieningsvorm
- Liquid capsule
- Sterkte
- 400 mg
Ibuprofen Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- (Bruis)granulaat
- Sterkte
- 600 mg
- Verpakkingsvorm
- in sachet
Kan tevens bevatten: natrium, sucrose, aspartaam, sorbitol; de hulpstoffen verschillen per leverancier.
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 600 mg
Nurofen XGVSOTC Reckitt Benckiser Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Dragee
- Sterkte
- 200 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet 'Ovaal'
- Sterkte
- 200 mg
- Toedieningsvorm
- Smelttablet 'lemon'
- Sterkte
- 200 mg
Bevat tevens: aspartaam overeenkomend met 8,4 mg fenylalanine.
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 400 mg
- Toedieningsvorm
- Bruisgranulaat 'Orange'
- Sterkte
- 400 mg
- Verpakkingsvorm
- in sachet
Bevat tevens: saccharose (sucrose) 2,2 g, natrium 132 mg.
- Toedieningsvorm
- Capsule 'fastine liquid'
- Sterkte
- 400 mg
- Toedieningsvorm
- Suspensie 'voor kinderen' suikervrij
- Sterkte
- 20 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 100 ml
- Toedieningsvorm
- Kauwcapsule 'voor kinderen' sinaasappel
- Sterkte
- 100 mg
Nurofen (als lysine) XGVSOTC Reckitt Benckiser Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld 'Female'
- Sterkte
- 400 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet 'Migraine'
- Sterkte
- 400 mg
Sarixell XGVSOTC Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 400 mg
Spidifen (als arginaat) XGVSOTC Zambon Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 400 mg
Zafen (als arginaat) Zambon Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Granulaat
- Sterkte
- 400 mg
- Verpakkingsvorm
- in sachet
Bevat tevens: aspartaam 20 mg (overeenkomend met fenylalanine ca. 11 mg) per sachet.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Volg bij pijnbehandeling een stapsgewijze aanpak en ga bij onvoldoende pijnstilling, contra-indicaties of een specifieke indicatie over naar de volgende stap.
Begin met paracetamol. De volgende stap is een NSAID (diclofenac, ibuprofen of naproxen) eventueel in combinatie met paracetamol. De daaropvolgende stap is tramadol, bij voorkeur in combinatie met paracetamol of een NSAID. De volgende stap is een sterkwerkend opioïd, oraal (morfine) of transdermaal fentanylpleister), bij voorkeur in combinatie met paracetamol of een NSAID. De laatste medicamenteuze stap is subcutane of intraveneuze toediening van een sterkwerkend opioïd (morfine).
Bij pijn met een oncologische oorzaak wordt meestal gelijk met sterkwerkende opioïden gestart, bij voorkeur gecombineerd met paracetamol en/of een NSAID. Zorg bij doorbraakpijn dat, naast een effectieve onderhoudsbehandeling, ook snelwerkende pijnstilling als rescue-medicatie beschikbaar is (wees bedacht op het sterk verslavende effect). Neem eventueel contact op met het palliatieteam.
Advies
De behandeling van artrose bestaat vooral uit niet-medicamenteuze adviezen. Oefentherapie en gewichtsverlies bij overgewicht zijn de belangrijkste adviezen. Geef in perioden met ernstige pijn pijnstilling in opeenvolgende stappen. Begin bij acute en chronische (gewrichts)pijn met paracetamol en/of een lokaal NSAID (minder bijwerkingen dan orale NSAID’s). Geef bij onvoldoende effect een systemisch NSAID, bij voorkeur een klassiek NSAID (naproxen, ibuprofen, diclofenac) in combinatie met paracetamol en bij risicogroepen een maagbeschermer. Door de combinatie met paracetamol volstaat een lagere dosering NSAID met bijgevolg minder risico op bijwerkingen. Intra-articulaire injecties met corticosteroïden en/of hyaluronzuur kunnen bij verergering van klachten worden overwogen, hoewel klinisch relevante effectiviteit en het effect op lange termijn onvoldoende is aangetoond.
Advies
Volg bij pijnbehandeling een stapsgewijze aanpak en ga bij onvoldoende pijnstilling, contra-indicaties of een specifieke indicatie over naar de volgende stap.
Begin met paracetamol. De volgende stap is een NSAID (diclofenac, ibuprofen of naproxen) eventueel in combinatie met paracetamol. De daaropvolgende stap is tramadol, bij voorkeur in combinatie met paracetamol of een NSAID. De volgende stap is een sterkwerkend opioïd, oraal (morfine) of transdermaal (fentanylpleister), bij voorkeur in combinatie met paracetamol of een NSAID. De laatste medicamenteuze stap is subcutane of intraveneuze toediening van een sterkwerkend opioïd (morfine).
Bij pijn met een oncologische oorzaak wordt meestal gelijk met sterkwerkende opioïden gestart, bij voorkeur gecombineerd met paracetamol en/of een NSAID. Zorg bij doorbraakpijn dat, naast een effectieve onderhoudsbehandeling, ook snelwerkende pijnstilling als rescue-medicatie beschikbaar is (wees bedacht op het sterk verslavende effect). Neem eventueel contact op met het palliatieteam.
Advies
Volg bij pijnbehandeling een stapsgewijze aanpak en ga bij onvoldoende pijnstilling, contra-indicaties of een specifieke indicatie over naar de volgende stap.
Begin met paracetamol. De volgende stap is een NSAID (diclofenac, ibuprofen of naproxen) eventueel in combinatie met paracetamol. De daaropvolgende stap is tramadol, bij voorkeur in combinatie met paracetamol of een NSAID. De volgende stap is een sterkwerkend opioïd, oraal (morfine) of transdermaal fentanylpleister), bij voorkeur in combinatie met paracetamol of een NSAID. De laatste medicamenteuze stap is subcutane of intraveneuze toediening van een sterkwerkend opioïd (morfine).
Bij pijn met een oncologische oorzaak wordt meestal gelijk met sterkwerkende opioïden gestart, bij voorkeur gecombineerd met paracetamol en/of een NSAID. Zorg bij doorbraakpijn dat, naast een effectieve onderhoudsbehandeling, ook snelwerkende pijnstilling als rescue-medicatie beschikbaar is (wees bedacht op het sterk verslavende effect). Neem eventueel contact op met het palliatieteam.
Indicaties
- Reumatoïde artritis, juveniele idiopatische artritis, spondylitis ankylopoetica en andere inflammatoire gewrichtsaandoeningen;
- Artrose en andere degeneratieve gewrichtsaandoeningen;
- Pijn en zwelling na operatieve ingrepen en tandextracties;
- Acute jichtaanval;
- Primaire dysmenorroe;
- Koorts;
- Offlabel: Aspecifieke lage rugpijn en lumbosacraal radiculair syndroom;
- Offlabel: Migraine-aanval;
- Offlabel: Vaginaal bloedverlies.
OTC-tabletten: Koorts en pijn bij griep en verkoudheid en na vaccinatie. Hoofdpijn, tand- en kiespijn, menstruatiepijn, spit, spierpijn en reumatische pijn.
De maagsapresistente tablet is niet geschikt voor de behandeling van acute pijn.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Artrose;
- Reumatoïde artritis;
- Spondylitis ankylopoetica.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Reumatoïde artritis, matige tot ernstige juveniele idiopatische artritis, spondylitis ankylopoetica;
- Artrose, coxartrose en andere degeneratieve gewrichtsaandoeningen;
- Extra-articulaire aandoeningen zoals bursitis, tendinitis, synovitis en tendovaginitis;
- Acute en chronische lumbago;
- Niet-bacteriële ontsteking, pijn en oedeem na orthopedische operatieve ingrepen;
- Acute jichtaanval;
- Ernstige primaire dysmenorroe.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Hoofdpijn;
- Symptomatische verlichting van migraine;
- Koorts en pijn bij griep, verkoudheid;
- Koorts en pijn na vaccinatie;
- Postoperatieve pijn;
- Kiespijn en pijn na tandheelkundige ingrepen;
- Primaire dysmenorroe, offlabel: vaginaal bloedverlies;
- Spierpijn;
- Reumatoïde artritis, spondylitis ankylopoetica; degeneratieve gewrichtsaandoeningen;
- Extra-articulaire aandoeningen zoals humeroscapulaire periartritis, epicondylitis, tendovaginitis, bursitis, synovitis en tendinitis.
De Retardtablet is niet geschikt voor de behandeling van acute pijn.
Gerelateerde informatie
Dosering
275 mg naproxennatrium komt overeen met 250 mg naproxen, 220 mg met 200 mg en 550 mg met 500 mg. De aangegeven dosering is gebaseerd op naproxen. De kortst mogelijke behandelduur en de laagst effectieve dagdosering toepassen. Volgens de NHG-Standaard Vaginaal bloedverlies: bij vaginaal bloedverlies maximaal de drie dagen van de menstruatie met de hevigste klachten toepassen. Als zelfzorgmiddel maximaal 10 dagen toepassen zonder een arts te raadplegen.
Reumatoïde artritis, spondylitis ankylopoetica, degeneratieve gewrichtsaandoeningen:
Volwassenen:
Begin- en onderhoudsdosering: 375–750 mg per dag in 2 doses (hoogte van de doses op geleide van de nachtpijn dan wel ochtendstijfheid). Met de zetpil kan eventueel 3× per dag 250 mg gegeven worden. Bij ernstige pijn of stijfheid, pijnlijke exacerbaties, artrose met pijn als overheersend symptoom en bij overschakeling van een hooggedoseerd ander antirheumaticum, starten met 750 mg per dag. Doorgaans blijkt een onderhoudsbehandeling van 500 mg per dag voldoende, in enkele gevallen kan 1000 mg per dag nodig zijn. Tijdelijk kan 1000 mg 1×/dag worden gegeven.
Juveniele idiopatische artritis:
Kinderen ≥ 6 j.:
10 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2 doses.
Pijn, spit, koorts:
Volwassenen:
200 of 250 mg iedere 8–12 uur; zo nodig starten met 400 mg of 500 mg en zo nodig na 12 uur nog 200 of 250 mg; max. 750 mg per dag (ouderen ≥ 65 j. max. 400-500mg per dag).
Kinderen:
> 6j.: 10–11 mg/kg/dag in 2 doses; sommige fabrikanten vermelden voor de indicatie koorts een begindosering van 10 mg/kg, daarna 2,5–5 mg/kg iedere 8 uur; max. 15 mg/kg per 24 uur. Kinderen > 12 j. en lichaamsgewicht > 50 kg: maximaal 250 mg per keer, zo nodig na 12 uur herhalen, maximaal 500 mg per dag; > 12 j. en lichaamsgewicht 40-50 kg: maximaal 200 mg per keer, zo nodig na 12 uur herhalen, maximaal 400 mg per dag.
Jicht:
Volwassenen:
Begindosering 750 mg, vervolgens 500 mg na 8 uur, daarna 250 mg iedere 8 uur tot de crisis voorbij is.
Postoperatieve pijn en zwelling, primaire dysmenorroe:
Volwassenen:
Begindosering 500 mg, daarna 250 mg iedere 8–12 uur.
Offlabel: Aspecifieke lage rugpijn en lumbosacraal radiculair syndroom:
Volwassenen:
250–500 mg 2×/dag.
Offlabel: Migraine-aanval:
Volwassenen:
Volgens NHG: 500 mg per keer, bij misselijkheid of braken gelijktijdig met, of 10-15 minuten na, orale of rectale toediening van metoclopramide of orale toediening van domperidon. Bij incidenteel gebruik maximaal 1000 mg per dag.
Toedieningsinformatie: tabletten bij voorkeur innemen tijdens of direct na de maaltijd (meestal: bij ontbijt en avondmaaltijd) met een ruime hoeveelheid water of melk, de maagsapresistente tabletten bij voorkeur direct vóór de maaltijd.
Dosering
De kortst mogelijke behandelduur en de laagst effectieve dagdosering toepassen.
Artrose, reumatoïde artritis, spondylitis ankylopoetica:
Volwassenen en kinderen ouder dan 16 jaar:
100 mg tweemaal per dag 's morgens en 's avonds.
Bij lichte tot matige nierfunctiestoornissen: 100 mg per dag.
De tabletten tijdens de maaltijd met vloeistof innemen.
Dosering
De kortst mogelijke behandelduur en de laagst effectieve dagdosering toepassen.
Reumatoïde artritis, spondylitis ankylopoetica en degeneratieve gewrichtsaandoeningen:
Volwassenen:
Oraal/rectaal: Begindosering 25 mg 2–3×/dag; zo nodig in stappen van 25 mg verhogen tot max. 150–200 mg/dag in verdeelde doses. Als onderhoudsdosering is 75–100 mg/dag meestal voldoende. Bij aanhoudende nachtelijke pijn en/of ochtendstijfheid een dosis van max. 100 mg voor de nacht toepassen. De behandeling enige tijd voortzetten (aanbevolen > 1 mnd.).
Juveniele idiopatische artritis:
Kinderen ≥ 16 jaar en/of met een lichaamsgewicht van ≥ 50 kg:
Oraal/rectaal: begindosering 1 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 2–3 doses, zo nodig geleidelijk verhogen tot max. 2 mg/kg/dag. Bij verbetering de dosering verlagen of behandeling staken.
Extra-articulaire aandoeningen, lumbago:
Volwassenen:
Oraal/rectaal: 50 mg 2–3×/dag, max. 200 mg/dag. In het algemeen 10–14 dagen toepassen.
Na orthopedische operatieve ingrepen:
Volwassenen:
Oraal/rectaal: 50 mg 2–3×/dag, max. 200 mg/dag.
Acute jichtaanval:
Volwassenen:
Oraal: 50 mg 3–4×/dag; max. 200 mg per dag.
Rectaal: 100 mg 2×/dag.
Primaire dysmenorroe:
Volwassenen:
Oraal: 25 mg 3×/dag.
Kinderen ≥ 15 jaar en/of met een lichaamsgewicht van ≥ 50 kg:
Oraal: 25–50 mg/dag in 1–2 doses.
De capsules heel innemen met (veel) melk, voedsel of een antacidum.
Dosering
Om het optreden van bijwerkingen te beperken zo laag mogelijk doseren en voor een zo kort mogelijke periode. Volgens de NHG-Standaard Vaginaal Bloedverlies: bij vaginaal bloedverlies maximaal de drie dagen van de menstruatie met de hevigste klachten gebruiken. Bij kinderen < 18 jaar maximaal 3 dagen toepassen, daarna gebruik heroverwegen. Bij toepassing als zelfzorgmiddel dient een arts te worden geraadpleegd in de volgende gevallen: als de verschijnselen verergeren; bij kinderen van 3–5 maanden als gebruik > 24 uur nodig is; bij kinderen van 6 maanden tot 18 jaar als gebruik > 3 dagen nodig is; bij volwassenen als bij toepassing bij koorts gebruik > 3 dagen nodig is; bij volwassenen als bij toepassing bij pijn gebruik > 5 dagen nodig is.
Reumatoïde artritis, spondylitis ankylopoetica, degeneratieve gewrichtsaandoeningen:
Volwassenen:
Oraal: afhankelijk van de ernst van de aandoening en van de klachten 1200–1600 mg per dag in 3–4 doses; bij ernstige gevallen tijdelijk (3–4 weken) verhogen, max. 2400 mg per dag in 4 doses tot de acute fase onder controle is. Tabletten met gereguleerde afgifte: 1600 mg in 1 dosis bij voorkeur in de vroege avond; zo nodig tijdelijk verhogen met 800 mg 's ochtends tot 2400 mg per dag tot de acute fase weer onder controle is.
Kinderen > 2 j.:
Oraal: max. 20 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3–4 doses.
Extra-articulaire aandoeningen:
Volwassenen:
Oraal: begindosering 1200 mg per dag in 3–4 doses, bij ernstige gevallen verhogen tot 1600 mg per dag in 3–4 doses. Tabletten met gereguleerde afgifte: begindosering 1600 mg in 1 dosis bij voorkeur in de vroege avond; zo nodig verhogen met 800 mg 's ochtends tot 2400 mg per dag totdat de acute fase onder controle is.
Postoperatieve pijn en primaire dysmenorroe:
Volwassenen:
Oraal: begindosering 1200 mg per dag in 3–4 doses, bij ernstige gevallen verhogen tot 1600 mg per dag.
Bij tandheelkundige ingrepen verdient het aanbeveling de eerste dosis vóór de ingreep te geven en de behandeling max. 24 uur erna voort te zetten.
Migraine:
Volwassenen en kinderen > 12 j.:
Oraal: 400 mg, zo nodig elke 4–6 uur; max. 1200 mg per dag. De NHG-Standaard vermeldt: bij migraine-aanval bij volwassenen 600 mg per keer, bij misselijkheid of braken gelijktijdig innemen met, of 10–15 min na, orale of rectale toediening van metoclopramide of orale toediening van domperidon. Bij incidenteel gebruik max. 2400 mg per dag.
Kinderen:
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 1-3 j. 50 mg (of 2,5 ml suspensie) per keer, zo nodig max. 3× per dag; 3-8 j. 100 mg (of 5 ml suspensie) per keer, zo nodig max. 3× per dag; 8-12 j. 200 mg (of 10 ml suspensie) per keer, zo nodig max. 3× per dag; 12-18 j. 400 mg per keer, zo nodig max. 3× per dag.
Koorts en overige pijn:
Volwassenen en kinderen > 12 j. en zwaarder dan 40 kg:
Oraal: begindosis 400 mg, daarna zo nodig 200–400 mg elke 4–6 uur; max. 1200 mg per dag.
Kinderen > 3 mnd.:
Oraal: maximaal 20–30 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3–4 doses gedurende maximaal 3 dagen. Dat is voor kinderen van 5,6–7,6 kg (3–6 maanden): 50 mg (2,5 ml suspensie), zo nodig na minimaal 6–8 uur herhalen; max. 150 mg/dag. Kinderen van 7,7–9 kg (6–12 maanden): 50 mg (2,5 ml), zo nodig na minimaal 6 uur herhalen; max. 200 mg/dag. Kinderen 10–15 kg (1–3 jaar): 100 mg (5 ml), zo nodig na minimaal 6–8 uur herhalen; max. 300 mg/dag. Kinderen van 16–20 kg (4–6 jaar): 150 mg (7,5 ml), zo nodig na minimaal 6–8 uur herhalen; max. 450 mg/dag. Kinderen 21–29 kg (7–9 jaar): 200 mg (10 ml), zo nodig na minimaal 6–8 uur herhalen; max. 600 mg/dag. Kinderen 30–40 kg (10–12 jaar): 300 mg (15 ml), zo nodig na minimaal 6–8 uur herhalen; max. 900 mg/dag.
Bij last van ochtendstijfheid de eerste orale dosis direct na het ontwaken innemen met wat thee of een andere drank. Omdat dit op de nuchtere maag geschiedt, wordt het middel snel geresorbeerd en treedt verlichting van pijn en stijfheid snel in. De volgende doses dienen na de maaltijd te worden genomen, waardoor de resorptie meer geleidelijk verloopt.
De capsules, dragees en tabletten heel innemen met een ruime hoeveelheid water. De bruistablet en het bruisgranulaat oplossen in een glas water, roeren en direct innemen; de bruistablet niet heel innemen. De smelttablet op de tong laten smelten en doorslikken; water is hierbij niet nodig.
Bij maagklachten innemen na een maaltijd (of met wat voedsel).
Wacht ten minste 4 uur tussen 2 doses, bij kinderen ten minste 6 uur.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): zuurbranden, misselijkheid, maagpijn, buikpijn, obstipatie. Hoofdpijn, slaperigheid, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd, oorsuizen. Allergische huidreacties (huiderupties, jeuk), ecchymosen, verminderde trombocytenaggregatie, verlengde bloedingstijd, perifeer oedeem, dyspneu.
Soms (0,1-1%): dyspepsie, dorst, diarree, braken, ulcus pepticum, bloedverlies uit maag-darmkanaal, stomatitis (zelden ulceratief). Blauwe plekken, transpiratie, hartkloppingen, rillingen, vertigo, verminderd gehoor, wazig zien.
Zelden (0,01-0,1%): maag-darmperforatie, niet-peptische ulcera, verergering van colitis ulcerosa of M Crohn, oesofagitis, haematemesis, pancreatitis, droge mond, keelirritatie, verminderde eetlust. Slapeloosheid, nervositeit, euforie, abnormale dromen, verminderd concentratievermogen, cognitieve disfunctie, depressie, spierzwakte, myalgie, convulsies. Hoornvliestroebeling, papillitis, retrobulbaire optische neuritis, papiloedeem. Angio-oedeem, anafylactische reactie, alopecia, urticaria, erythema multiforme, lichtgevoeligheidsreacties incl. porphyria cutanea tarda en epidermolysis bullosa, erythema nodosum, lichen planus, pustuleuze reacties, 'fixed drug eruptions'. Pollakisurie, proteïnurie, glomerulaire nefritis, interstitiële nefritis, nierpapilnecrose, nefrotisch syndroom, nierfalen, hematurie, verhoogd serumcreatinine, hyperkaliëmie, stijging serumtransaminasen, alkalische fosfatase en bilirubine, icterus, hepatitis (soms met fataal verloop). Vermoeidheid, temperatuurverlaging of koorts, eosinofiele pneumonie, pulmonaal oedeem, astma, aseptische meningitis, bloedbeeldafwijkingen zoals daling Hb-gehalte en/of hematocriet, aplastische of hemolytische anemie, trombocytopenie, granulocytopenie, agranulocytose, eosinofilie, leukopenie.
Zeer zelden (< 0,01%): Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, exfoliatieve dermatitis.
Verder zijn gemeld: bloed in de ontlasting, flatulentie, gastritis, verminderde leverfunctie, hartfalen, hypertensie, tachycardie, vasculitis, paresthesie, verergering van de ziekte van Parkinson, rinitis. Na rectale toediening: lokale prikkeling of branderig gevoel.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): misselijkheid, diarree, buikpijn, dyspepsie, duizeligheid, verhoogde leverfunctiewaarden.
Soms (0,1-1%): braken, flatulentie, gastritis, obstipatie, stomatitis ulcerosa en huidreacties zoals jeuk, huiduitslag, dermatitis, urticaria. Verhoogd plasma-ureum en -creatininegehalte.
Zelden (0,01-0,1%): melena, (mogelijk fataal) gastro-intestinale bloeding en ulcera, overgevoeligheidsreacties, anafylaxie, anemie, visusstoornissen, angio-oedeem, hartfalen, hypertensie, dyspneu.
Zeer zelden (< 0,01%): hyperkaliëmie, nefrotisch syndroom, nierfalen, hoofdpijn, vermoeidheid, paresthesie, tremor, depressie, nachtmerries, slapeloosheid/slaperigheid, beenkrampen, blozen, opvliegers, palpitaties, vasculitis, vertigo, tinnitus, smaakstoornissen, bronchospasme, stridor, bloedbeeldafwijkingen (granulocytopenie, agranulocytose, trombocytopenie, hemolytische anemie, aplastische anemie), stijging alkalische fosfatase-activiteit, leverschade incl. hepatitis, exacerbatie van colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn), haematemesis, bloed in de ontlasting, intestinale perforatie, pancreatitis, gewichtstoename, purpura, fotosensibilisatie, oedeem, incidentele meldingen van ernstige huidreacties met blaarvorming (waaronder Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse), complicaties van huid- en weke delen infecties tijdens waterpokken.
Verder zijn gemeld: acuut coronair syndroom, myocardinfarct.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): Hoofdpijn.
Vaak (1-10%): Depressie, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd, tinnitus, slaperigheid, vermoeidheid (malaise en lusteloosheid). Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, obstipatie, dyspepsie. Stijging van leverenzymwaarden.
Soms (0,1-1%): verwardheid, angst, slapeloosheid, depersonalisatie, psychotische perioden. Syncope, convulsies, coma, perifere neuropathie, spierzwakte, onwillekeurige spierbewegingen. Wazig en dubbel zien, gestoorde donkeradaptatie, neerslagen op de cornea, afwijkingen van de retina, gehoorstoornissen en doofheid. Flatulentie, bloed in de ontlasting, haematemesis, ulceratieve stomatitis, ulcus pepticum, maag-darmbloedingen of –perforaties, verergering van colitis ulcerosa en M. Crohn, gastritis, anorexie, melena. Ecchymose, petechiën, purpura, trombocytopenie, leukopenie, aplastische en hemolytische anemie, anemie door occult bloedverlies, vasculitis, angio-oedeem, erythema nodosum, huiduitslag, jeuk, haaruitval. Tachycardie, pijn op de borst, aritmie, hartkloppingen, hypertensie, hartfalen, oedeem, hematurie, proteïnurie, nefrotisch syndroom, interstitiële nefritis, geelzucht en hepatitis.
Zelden (0,01-0,1%): acute dyspneu, astma en longoedeem, agranulocytose, beenmergdepressie, hyperglykemie, hyperkaliëmie, glucosurie, leverfalen (soms fataal). Darmulcera gevolgd door stenose en obstructie, ileïtis regionalis, paresthesie, dysartrie, verergering van epilepsie en parkinsonisme. Vaginale bloeding, opvliegers en transpiratie.
Zeer zelden (< 0,01%): exfoliatieve dermatitis, Stevens-Johnsonsyndroom, erythema multiforme, toxische epidermale necrolyse.
Verder zijn gemeld: diffuse intravasale stolling, orbitale en periorbitale pijn, (acute) hypotensie, vasodilatatie, cerebrovasculair accident, myocardinfarct, bloeding uit het colon sigmoideum en perforatie van reeds bestaande sigmoïdlaesies, verhoging van de ureumwaarde in het bloed, nierinsufficiëntie, gewichtstoename. Na rectale toediening: irritatie, branderig gevoel, jeuk, pijn, bloeding uit het rectum, tenesmus, proctitis.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): diarree, dyspepsie.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid. Maag-darmstoornissen zoals buikpijn, misselijkheid, braken, flatulentie, obstipatie, brandend maagzuur, bloed in de feces, haematemesis, gastro-intestinale bloeding (soms fataal, met name bij ouderen). Vermoeidheid.
Soms (0,1-1%): allergische reacties, anafylactische reacties (incl. anafylactische shock), reacties op het ademhalingsstelsel (zoals astma, bronchospasmen en dyspneu), huidreacties (zoals huiduitslag, jeuk, urticaria, purpura en angio-oedeem), gezichtsoedeem, zwelling van tong of strottenhoofd, tachycardie, hypotensie. Mondzweren, gastritis, ulcus pepticum, ulcus duodeni. Hepatitis, geelzucht. Fotosensibilisatie en nefrotoxiciteit (waaronder interstitiële nefritis, nefrotisch syndroom en nierfalen). Rinitis. Gehoorverlies. Visusstoornissen (wazig zien, veranderingen in kleurperceptie). Angst, slapeloosheid, agitatie, prikkelbaarheid. Aplastische anemie, trombocytopenie, leukopenie. Oedeem, natrium- en vochtretentie.
Zelden (0,1-0,01%): gastro-intestinale perforatie. Depressie, psychotische reacties, verwardheid, lethargie. Meningitis, aseptische meningitis (m.n. bij SLE of andere collageenziekten), slaperigheid. Optische neuritis, reversibele toxische amblyopie, toxische optische neuropathie. Tinnitus, vertigo. Dermatosen met blaarvorming, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse (TEN) en erythema multiforme); meestal optredend in de eerste maand van de behandeling. Verergering van psoriasis. Nierinsufficiëntie, hematurie, proteïnurie, necrose van de nierpapillen met name bij langdurig gebruik en samenhangend met verhoogde waarden serumureum en met oedeem.
Zeer zelden (< 0,01%): hypertensie, vasculitis, hartfalen, palpitaties, cerebrovasculair accident. Acuut pulmonaal oedeem. Ulceratieve stomatitis, oesofagitis, pancreatitis. Leverfunctiestoornis (stijging van de transaminasewaarden, vooral bij langdurig gebruik). Verlaagd hematocriet- en Hb-waarden. Stoornissen in de menstruatiecyclus. Exacerbatie van infectiegerelateerde ontstekingen zoals necrotiserende fasciitis, ernstige huidinfecties en complicaties van weke delen tijdens een varicella. Perifeer oedeem. Nervositeit.
Verder zijn gemeld: arteriële trombose (bv. myocardinfarct, herseninfarct) vooral bij gebruik van hoge doseringen (2400 mg), verlengde bloedingstijd. Angina pectoris. Leverfalen. Paresthesie. (Hemolytische) anemie, granulocytopenie, neutropenie, agranulocytose, pancytopenie. Verlaagde calciumspiegel. Anorexie. Verergering van colitis ulcerosa of M. Crohn. Lupusachtig syndroom. Reversibele alopecia (bij vrouwen van het negroïde ras). Geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS).
Het granulaat kan een voorbijgaand branderig gevoel in mond of keel veroorzaken.
Na rectale toediening kan irritatie van het rectumslijmvlies optreden, zich uitend in een brandend gevoel, proctitis, hyperemie van de mucosa en diarree.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van anticoagulantia is er meer kans op bloedingen.
Bij gelijktijdig gebruik met SSRI's, trombocytenaggregatieremmers en vitamine K-antagonisten of corticosteroïden neemt de kans op gastro-intestinale complicaties toe (m.n. ouderen zijn hiervoor gevoelig); overweeg combinatie met een maagbeschermer. Bij combinatie met een bisfosfonaat neemt de kans op beschadiging van het maagslijmvlies toe.
Vermijd gelijktijdig gebruik met andere NSAID's, inclusief COX-2-remmers en hoge dosis acetylsalicylzuur.
Naproxen kan de plasmaspiegels verhogen van lithium en zidovudine.
De plasmaspiegel van methotrexaat kan toenemen, waardoor toxische verschijnselen kunnen ontstaan.
De nefrotoxiciteit van ciclosporine, en mogelijk ook van tacrolimus, kan worden versterkt.
NSAID's kunnen het effect van bloeddrukverlagende middelen en bij hartfalen het effect van lisdiuretica verminderen.
Bij een gestoorde nierfunctie (bv. bij gedehydrateerde patiënten of ouderen) kan door de combinatie met een RAAS-remmer de nierfunctie verder achteruit gaan. Zorg voor voldoende hydratie en overweeg periodieke controle van de nierfunctie.
Bij gebruik > 3 maanden iedere dag of om de dag kan hoofdpijn ontstaan of verergeren. Staak dan de behandeling.
Maagsapresistente tabletten kunnen langere tijd in de maag achterblijven. Gebruik van natriumbicarbonaat (zuiveringszout) kan het plotseling vrijkomen van de gecumuleerde dosis veroorzaken. De omhulde tablet niet toepassen tijdens behandeling met antacida of histamine-2-remmers zoals ranitidine.
Naproxen kan interfereren met testen voor de functie van de bijnierschors of bepaling van 5-OH-indolazijnzuur in de urine. Onderbreek de behandeling met naproxen 48 uur van tevoren.
Bij combinatie met colestyramine de naproxen minstens een uur voor, of vier tot zes uur na de colestyramine innemen.
Geen NSAID toepassen binnen 8–12 dagen na toediening van mifeproston, omdat door een NSAID de werking van mifeproston kan afnemen.
Volg bij combinatie met sulfonamide of een sulfonylureumderivaat de patiënt, om te bepalen of dosisverlaging nodig is.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van orale anticoagulantia kan de protrombinetijd zijn verlengd. Gelijktijdig gebruik met andere NSAID's, SSRI's en corticosteroïden kunnen gastro-intestinale bijwerkingen potentiëren (m.n. ouderen zijn hiervoor gevoelig). Combinatie met andere NSAID's incl. cyclo-oxygenase-2 remmers vermijden. Aceclofenac kan waarschijnlijk de plasmaspiegel van lithium verhogen. Door gelijktijdig gebruik met chinolonen is er meer kans op optreden van convulsies. De werking van diuretica en antihypertensiva kan afnemen. Bij combinatie met een ACE-remmer of A-II antagonist neemt de kans op acute renale insufficiëntie toe bij patiënten met een verminderde nierfunctie. Gelijktijdige behandeling met kaliumsparende diuretica kan leiden tot een verhoogd plasmakaliumgehalte. NSAID's kunnen de plasmaspiegel van methotrexaat doen stijgen (eerder toxisch) en de nefrotoxiciteit van ciclosporine of tacrolimus doen toenemen. Bij combinatie met zidovudine neemt de kans op hematologische toxiciteit toe.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van orale anticoagulantia is er meer kans op bloedingen, zorgvuldige controle is aangewezen.
Bij gelijktijdig gebruik met SSRI's, trombocytenaggregatieremmers en vitamine K-antagonisten en corticosteroïden neemt de kans op gastro-intestinale complicaties toe (m.n. ouderen zijn hiervoor gevoelig); gelijktijdig gebruik met andere NSAID's vermijden.
De plasmaspiegel van digoxine en lithium kan toenemen.
De plasmaspiegel van methotrexaat kan toenemen, waardoor toxische verschijnselen kunnen ontstaan.
De nefrotoxiciteit van ciclosporine kan worden versterkt.
NSAID's kunnen het effect van bloeddrukverlagende middelen en bij hartfalen het effect van lisdiuretica verminderen.
Bij een gestoorde nierfunctie kan door de combinatie met een RAAS-remmer de nierfunctie verder achteruit gaan.
Gelijktijdig gebruik met kaliumsparende diuretica (bv. spironolacton, triamtereen) vermeerdert de kans op hyperkaliëmie. Bij combinatie met triamtereen kan daarnaast acute nierinsufficiëntie optreden.
Bij combinatie met zidovudine is een verhoogde hematologische toxiciteit waargenomen.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van orale anticoagulantia neemt de kans op bloedingen toe. Bij gelijktijdig gebruik met SSRI's, antitrombotica (trombocytenaggregatieremmers en vitamine K-antagonisten) en corticosteroïden neemt de kans op gastro-intestinale complicaties toe (m.n. ouderen zijn hiervoor gevoelig), doseer zo laag mogelijk en overweeg een maagbeschermer. Vermijd gelijktijdig gebruik met andere NSAID's, en met acetylsalicylzuur met uitzondering van doses < 75 mg/dag (overweeg dan een maagbeschermer). Chronisch gebruik van ibuprofen remt mogelijk de trombocytenaggregatieremmende werking van acetylsalicylzuur, de combinatie wordt ontraden; bij incidentele combinatie wordt geen klinisch relevant effect verwacht. Ginkgo biloba kan de kans op bloedingen door een NSAID verhogen.
Diuretica kunnen de nefrotoxiciteit van NSAID's doen toenemen. Door gelijktijdig gebruik met kaliumsparende diuretica is er meer kans op hyperkaliëmie. NSAID's kunnen de nefrotoxiciteit van ciclosporine en tacrolimus versterken. Bij een gestoorde nierfunctie kan door de combinatie met een RAAS-remmer de nierfunctie verder achteruit gaan.
De plasmaspiegel van digoxine, fenytoïne (met name bij ibuprofen gebruik > 4 dagen) en lithium kan toenemen. De plasmaspiegel van methotrexaat kan toenemen, waardoor toxische verschijnselen kunnen ontstaan. Gelijktijdig gebruik van NSAID's en fluorchinolonen kan de kans op convulsies vergroten. NSAID's kunnen de uitscheiding van aminoglycosiden verminderen. Bij combinatie met sulfonylureumderivaten is hypoglykemie gemeld. Bij combinatie met zidovudine kan de kans op hemartrosen en hematomen in HIV-positieve hemofiliepatiënten toenemen. Overweeg bij combinatie met sterke CYP2C9-remmers zoals voriconazol en fluconazol verlaging van de dosering van ibuprofen. Bij gelijktijdig gebruik van ontkroesende haarmiddelen kan het haar afbreken.
NSAID's kunnen het effect van bloeddrukverlagende middelen (ACE-remmers en ARB's) en bij hartfalen het effect van lisdiuretica verminderen. Geef 8–12 dagen na mifepriston geen NSAID's omdat ze het effect van mifepriston kunnen verminderen. Colestyramine vermindert de absorptie van ibuprofen, ten minste 1 uur gescheiden innemen.
Zwangerschap
Naproxen passeert de placenta.
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat gebruik van NSAID's in de vroege fase van de zwangerschap kan leiden tot meer kans op miskramen, cardiale malformaties en gastroschisis. Bij dieren is een verhoogd pre- en post-implantatie verlies, embryo-foetale letaliteit en een verhoogde incidentie van malformaties gezien.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tijdens het 3e trimester zijn weeënremming en bij de foetus voortijdige sluiting van de ductus arteriosus Botalli, pulmonale hypertensie, bloedstollingsstoornis met als gevolg bloeding, nierfunctiestoornissen of nierinsufficiëntie met oligohydramnie mogelijk.
Advies: Tijdens de eerste twee trimesters uitsluitend gebruiken op strikte indicatie in een zo laag mogelijke dosering en zo kort mogelijk. Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens het 3e trimester; Lareb hanteert de tweede helft van de zwangerschap als termijn waarin geen NSAID's gebruikt mogen worden.
Vruchtbaarheid: Het gebruik van een NSAID kan de vruchtbaarheid van vrouwen nadelig beïnvloeden en wordt ontraden bij vrouwen die zwanger willen worden.
Zwangerschap
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat gebruik van NSAID's in de vroege fase van de zwangerschap kan leiden tot meer kans op miskramen, cardiale malformaties en gastroschisis. In dierproeven is een verhoogd pre- en post-implantatie verlies, embryo-foetale letaliteit en een verhoogde incidentie van malformaties gezien. Er zijn geen gegevens over gebruik van aceclofenac tijdens de zwangerschap.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tijdens het 3e trimester zijn farmacologische effecten zoals weeënremming bij de moeder en bij de foetus voortijdige (intra-uteriene) sluiting van de ductus arteriosus Botalli, pulmonale hypertensie, bloedstollingsstoornis met als gevolg bloeding, nierfunctiestoornissen of nierinsufficiëntie met oligohydramnie mogelijk.
Advies: Tijdens 1e en 2e trimester of bij zwangerschapswens niet gebruiken tenzij op strikte indicatie en dan in zo laag mogelijke dosering voor een zo kort mogelijke behandeling. Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens het 3e trimester.
Vruchtbaarheid: Het gebruik van een NSAID kan de vruchtbaarheid nadelig beïnvloeden en wordt niet aanbevolen bij vrouwen die zwanger willen worden.
Zwangerschap
Indometacine passeert de placenta.
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat gebruik van NSAID's in de vroege fase van de zwangerschap kan leiden tot meer kans op miskramen, cardiale malformaties en gastroschisis. In dierproeven is een verhoogd pre- en post-implantatie verlies, embryo-foetale letaliteit en een verhoogde incidentie van malformaties gezien.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tijdens het 3e trimester zijn farmacologische effecten zoals weeënremming bij de moeder en bij de foetus voortijdige (intra-uteriene) sluiting van de ductus arteriosus Botalli, pulmonale hypertensie, bloedstollingsstoornis met als gevolg bloeding, nierfunctiestoornis of nierinsufficiëntie met oligohydramnie en gastro-intestinale bloeding of perforatie mogelijk.
Advies: Tijdens het 1e en 2e trimester uitsluitend gebruiken op strikte indicatie in een zo laag mogelijke dosering en zo kort mogelijk. Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens het 3e trimester.
Vruchtbaarheid: Het gebruik van een NSAID kan de vruchtbaarheid nadelig beïnvloeden en wordt ontraden bij vrouwen die zwanger willen worden.
Zwangerschap
Ibuprofen passeert de placenta.
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat gebruik van NSAID's in de vroege fase van de zwangerschap de kans op miskramen, hartafwijkingen en gastroschisis vermeerdert. Bij dieren zijn een verhoogd pre- en post-implantatie verlies, embryo-foetale letaliteit en een verhoogde incidentie van (o.a. cardiovasculaire) misvormingen gezien.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tijdens het 3e trimester zijn farmacologische effecten zoals weeënremming en bij de foetus voortijdige sluiting van de ductus arteriosus Botalli, stollingsstoornis met als gevolg bloeding, gestoorde nierfunctie of nierinsufficiëntie met oligohydramnie, pulmonale hypertensie en insufficiëntie van de tricuspidalisklep mogelijk.
Advies: Volgens de fabrikant tijdens 1e en 2e trimester uitsluitend gebruiken op strikte indicatie in een zo laag mogelijke dosering en zo kort mogelijk; gebruik is gecontra-indiceerd tijdens het 3e trimester; Lareb hanteert de tweede helft van de zwangerschap als termijn waarin geen NSAID's gebruikt mogen worden.
Vruchtbaarheid: Het gebruik van een NSAID kan de vruchtbaarheid nadelig beïnvloeden door een effect op de ovulatie en wordt ontraden bij vrouwen die zwanger willen worden. Als gebruik noodzakelijk is, zo kort mogelijk en zo laag mogelijk doseren. Het effect is reversibel na het staken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Nee (bij dieren), onbekend (bij de mens).
Advies: Kiezen tussen het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: In geringe mate.
Advies: Of het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Advies: Kan, voor zover bekend zonder gevaar, kortdurend worden gebruikt in de dosering voor matige pijn en koorts.
Contra-indicaties
- ulcus pepticum (actief of in de anamnese), maag-darmbloedingen (actief of in de anamnese), maag-darmperforatie, gastritis;
- actieve colitis ulcerosa of M. Crohn;
- cerebrovasculaire of andere bloedingen;
- hemorragische diathese;
- optreden van astma-aanval, urticaria, angio-oedeem, neuspoliepen of rinitis na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID's;
- ernstige nierinsufficiëntie;
- ernstig hartfalen;
- hemorroïden of predispositie tot rectaal bloedverlies (zetpillen).
Contra-indicaties
- ulcus pepticum en maag-darmbloedingen, zowel actief als in de anamnese;
- gastro-intestinale bloeding of perforatie als gevolg van gebruik van NSAID's;
- actieve bloedingen of bloedingsstoornissen;
- optreden van astma-aanval, urticaria of acute rinitis na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID's
- ernstige nier- of leverfunctiestoornissen;
- aangetoond congestief hartfalen (NYHA-klasse II–IV), ischemische hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden en/of cerebrovasculaire ziekte.
Contra-indicaties
- ulcus pepticum (actief of in de anamnese), maag-darmbloedingen (actief of in de anamnese), maag-darmperforatie, gastritis;
- actieve colitis ulcerosa of M. Crohn;
- cerebrovasculaire of andere bloedingen;
- optreden van astma-aanval, urticaria, angio-oedeem, neuspoliepen of rinitis na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID's;
- ernstig hartfalen;
- zetpillen zijn gecontra-indiceerd bij proctitis in de anamnese of recente rectale bloeding.
Contra-indicaties
- ulcus pepticum (actief of ten minste 2 perioden in de voorgeschiedenis), maag-darmbloedingen (actief of in de voorgeschiedenis), maag-darmperforatie bij eerder gebruik van een NSAID, gastritis;
- actieve colitis ulcerosa of M. Crohn;
- cerebrovasculaire of andere actieve bloedingen;
- hemorragische diathese;
- onverklaarde stoornis in de bloedaanmaak, verhoogde bloedingsneiging;
- optreden van astma-aanval, urticaria, angio-oedeem, neuspoliepen of rinitis na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID's;
- ernstige nierfunctiestoornis (< 30 ml/min);
- ernstige leverfunctiestoornis;
- ernstig hartfalen (NYHA-klasse IV);
- ernstige dehydratie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij ouderen, hoge doseringen en ulceraties in de voorgeschiedenis is er meer kans op gastro-intestinale complicaties, met name bloedingen en (mogelijk fatale) perforaties; begin met de laagst mogelijke dosering en overweeg combinatie met beschermende middelen. Gastro-intestinale bloeding, ulcera of perforatie zijn gemeld bij NSAID's op elk moment van de behandeling, met of zonder waarschuwende symptomen of voorgeschiedenis van ernstige gastro-intestinale bijwerkingen. Staak de behandeling bij het optreden van een maag-darmbloeding of -ulcus.
Wees voorzichtig bij astma (vanwege bronchospasmen), stollingsstoornissen, inflammatoire darmziekten (in remissie), porfyrie, systemische lupus erythematodes of andere collageenziekten, lever- en nierfunctiestoornissen, hypertensie, hartfalen, ischemische hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden, cerebrovasculaire ziekte en bij risicofactoren voor cardiovasculaire ziekte (o.a. diabetes mellitus, hyperlipidemie, roken).
Bij ouderen, verminderde nierdoorbloeding, levercirrose, hartfalen, natriumrestrictie en een reeds bestaande nieraandoening de nierfunctie voor en tijdens de therapie controleren.
Bij langere therapieduur regelmatig bloedbeeld, lever- en nierfunctie controleren.
Bij optreden van een ernstige nierfunctiestoornis, gastro-intestinale ulceratie of bloeding de behandeling staken. Bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met NSAID's zijn gemeld.
Bij ontstaan van visusstoornissen is oftalmologisch onderzoek aangewezen.
Sommige NSAID's (vooral bij langdurig gebruik en in hoge doses) zijn in verband gebracht met iets meer kans op arteriële trombose; met naproxen (in doseringen tot 1000 mg/dag) is daarop minder kans, maar enig risico kan niet worden uitgesloten.
Niet toepassen bij varicella, vanwege een kleine kans op besmettelijke ernstige complicaties van de huid en weke delen; NSAID's dragen mogelijk bij aan verergering van deze infecties.
De diagnostische waarde van koorts en ontsteking kan door naproxen afnemen.
Pijn als gevolg van gastro-intestinale aandoeningen is geen indicatie voor naproxen.
Langdurig gebruik bij hoofdpijn kan bestaande hoofdpijn verergeren.
Naproxen kan interfereren met bijnierschorsfunctietesten en met de bepaling van 5-hydroxyindolazijnzuur.
De veiligheid en effectiviteit bij kinderen < 6 jaar zijn niet aangetoond, de veiligheid en effectiviteit van de omhulde tablet zijn niet aangetoond bij kinderen < 18 jaar.
Vanwege bijwerkingen zoals slaperigheid, (draai)duizeligheid en slapeloosheid moet de reactie van de patiënt bekeken worden, om te beoordelen of autorijden of bedienen van machines verantwoord is.
Waarschuwingen en voorzorgen
Alleen na zorgvuldige overweging gebruiken bij patiënten met congestief hartfalen NYHA-klasse I, belangrijke risicofactoren voor cardiovasculaire voorvallen (o.a. hypertensie, diabetes mellitus, hyperlipidemie, roken) of een voorgeschiedenis van cerebrovasculaire bloedingen; behandel zo kort mogelijk en in de laagst effectieve dosering. Wees voorzichtig bij meer kans op gastro-intestinale complicaties (met name bij ouderen, inflammatoire darmziekten actief of in remissie, hematopoëtische aandoeningen en bij gebruik hoge doseringen); begin met de laagst mogelijk dosering en overweeg combinatie met beschermende middelen. Wees verder voorzichtig bij astma (vanwege bronchospasmen), allergische aandoeningen in de anamnese, lupus erythematodes, lever- en nierfunctiestoornissen, diureticagebruik en/of verminderd extracellulair volume (vanwege mogelijke vochtretentie en oedeem bij behandeling met een NSAID). Sommige NSAID's (vooral bij langdurig gebruik en in hoge doses) zijn geassocieerd met iets meer kans op arteriële trombose (bv. myocardinfarct of beroerte); er zijn onvoldoende gegevens om de kans hierop voor aceclofenac uit te sluiten. Bij hepatische porfyrie kan aceclofenac een aanval van acute porfyrie veroorzaken. Bij optreden van gastro-intestinale ulceratie of bloedingen de behandeling staken. Ook bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met NSAID's zijn gemeld. Bij lichte tot matige nier- of leverfunctiestoornissen een lagere dosering gebruiken en regelmatig lever- en nierfuncties te controleren. Symptomen van een infectie kunnen worden gemaskeerd, NSAID's niet toepassen bij varicella.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij meer kans op gastro-intestinale complicaties; begin met de laagst mogelijke dosering en overweeg combinatie met beschermende middelen.
Indometacine kan verschijnselen van een maagzweer of van een infectie maskeren.
Wees voorzichtig bij ouderen, inflammatoire darmziekten (in remissie), stollingsstoornissen, astma, bestaande infectie, epilepsie, M. Parkinson, psychische stoornissen, lever- en nierfunctiestoornissen, hypertensie, hartfalen, ischemische hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden, cerebrovasculaire ziekte en bij risicofactoren voor cardiovasculaire ziekte (o.a. diabetes mellitus, hyperlipidemie, roken).
Sommige NSAID's (vooral bij langdurig gebruik en in hoge doses) zijn in verband gebracht met iets meer kans op arteriële trombose.
Bij langere therapieduur is periodiek oogonderzoek gewenst, bij cornea-neerslagen of afwijkingen van de retina, behandeling staken.
Bij kinderen regelmatig de leverfunctie controleren, aangezien fatale gevallen van hepatotoxiciteit zijn gemeld.
Bij een reeds bestaande nierfunctiestoornis regelmatig de nierfunctie controleren.
Indien een gestoorde nier- of leverfunctie slechter wordt, leverziekte (incl. algemene verschijnselen zoals eosinofilie) of een maag-darmbloeding optreedt de toediening staken.
Behandeling > 3 maanden waarbij een analgeticum om de dag of vaker wordt gebruikt kan hoofdpijn veroorzaken of verergeren. Dan de behandeling staken.
Bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met NSAID's zijn gemeld.
NSAID's vermijden bij een Varicella-infectie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij ouderen en risicopatiënten (bv. ulcus in voorgeschiedenis) beginnen met de laagst mogelijke dosering, overweeg combinatie met maagbeschermende middelen. Bij hen is er meer kans op gastro-intestinale complicaties, met name bloedingen en (mogelijk fatale) perforaties.
Wees voorzichtig (en vermijd hoge doses (d.i. 2400 mg/dag)) bij astma, hooikoorts, stollingsstoornissen, inflammatoire darmziekten (in remissie) zoals de ziekte van Crohn, porfyrie, systemische lupus erythematodes of andere collageenziekten, dehydratie, lever- en nierfunctiestoornissen, direct na grote operaties, bij ongecontroleerde hypertensie, hartfalen (NYHA-klasse II-III), ischemische hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden, cerebrovasculaire ziekte en bij risicofactoren voor cardiovasculaire ziekte (o.a. diabetes mellitus, hypertensie, hyperlipidemie, roken). Gebruik van ibuprofen in hoge doseringen (2400 mg) is in verband gebracht met iets meer kans op arteriële trombotische complicaties; lage doseringen (≤ 1200 mg/dag) hebben dat verband niet. NSAID's kunnen hartfalen verergeren en de glomerulaire filtratiesnelheid verlagen. Bij een voorgeschiedenis van astma, chronische neusslijmvliesontsteking, sinusitis, neuspoliepen of allergische aandoeningen bestaat meer kans op allergische reacties zoals astma-aanvallen, bronchospasmen, Quincke-oedeem of urticaria. Bij lupus erythematodes of gemengde bindweefselziekte (mixed connective tissue disease) bestaat meer kans op aseptische meningitis.
Door combinatie met alcohol kunnen bijwerkingen toenemen, met name die van maag-darmkanaal of centraal zenuwstelsel.
Staak de behandeling bij optreden van bloedbeeldafwijkingen, ernstige leverfunctiestoornissen en bij gastro-intestinale ulceratie of bloedingen. Ook bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met NSAID's zijn gemeld. Vooral bij systemische lupus erythematodes kunnen ernstige systemische overgevoeligheidsreacties optreden. Bij duidelijke blootstelling aan varicellavirus de behandeling tijdelijk staken, omdat NSAID's mogelijk de door varicella veroorzaakte infectieuze complicaties van huid en weke delen kunnen verergeren.
Langdurig gebruik kan hoofdpijn verergeren, houd rekening met hoofdpijn als gevolg van overgebruik.
Bij langere therapieduur regelmatig bloedbeeld, lever- en nierfunctie controleren. Met name dagelijks gebruik van (combinaties van) pijnstillers kan blijvende nierschade veroorzaken (analgetische nefropathie). Bij een afname van de nierfunctie kan aanpassing van de dosering nodig zijn. Gedehydrateerde kinderen, adolescenten en ouderen lopen meer risico op nierfunctiestoornis. Controleer diurese en nierfunctie bij patiënten met hartfalen, nier- of leverinsufficiëntie, diureticagebruik of een recente zware operatieve ingreep met vochtverlies.
Bij visusklachten is oogheelkundig onderzoek gewenst.
Ibuprofen kan de verschijnselen die optreden bij een infectie maskeren.
Producten die aspartaam bevatten niet gebruiken bij patiënten met fenylketonurie.
Bij behandeling als zelfzorgmiddel wordt aanbevolen een arts te raadplegen bij toepassing > 3 dagen bij koorts, > 4 dagen bij pijn, of als de verschijnselen toenemen.
Overdosering
Symptomen
hoofdpijn, misselijkheid, braken, maagpijn, slaperigheid, duizeligheid, oorsuizen, desoriëntatie, opgewondenheid, coma, zuurbranden, tinnitus, flauwvallen, diarree, maagbloeding, convulsies (zelden), voorbijgaande veranderingen in leverfuncties, hypoprotrombinemie, nierfalen, leverfalen, apneu en metabole acidose.
Therapie
actieve kool en natriumsulfaat; bij grote hoeveelheden maagspoelen. Controleer de zuur/base-status vanwege de kans op een ernstige metabole acidose. Zorg voor goede urineproductie. Hemodialyse vermindert de plasmaconcentratie van naproxen niet. Bij grote overdosering met omhulde tabletten kunnen deze in de maag intact blijven; als braken geen effect heeft, eventueel beheerste oplossing overwegen.
Voor informatie over symptomen en behandeling zie ook toxicologie.org of vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
duizeligheid, misselijkheid, braken, diarree, hevige hoofdpijn, verwardheid, desoriëntatie, lethargie, coma. Verder zijn gemeld acuut ulcus met eventueel perforatie en hemorragie, paresthesie, hallucinaties, convulsies, perifere neuropathie, hematurie.
Therapie
Geactiveerde kool en natriumsulfaat (laxans). Bij convulsies eventueel diazepam, of antacida. Voor meer informatie over symptomen en behandeling zie Vergiftigingen.info.
Overdosering
Gewoonlijk geen symptomen bij doses < 100 mg/kg lichaamsgewicht; in sommige gevallen kunnen toch ondersteunende maatregelen nodig zijn. Bij volwassenen kunnen verschijnselen van toxiciteit optreden bij een dosering > 200 mg/kg; bij kinderen zijn gevolgen van toxiciteit waargenomen bij doses van ≥ 400 mg/kg.
Symptomen
(meestal binnen 4–6 uur): misselijkheid, maagpijn, buikpijn, braken, diarree, lethargie en slaperigheid. Effecten op CZS zijn o.a. duizeligheid, vertigo, hoofdpijn, wazig zien, tinnitus, sufheid, excitatie, desoriëntatie, convulsies, bewustzijnsverlies. Zelden nystagmus, metabole acidose, hyperkaliëmie, hypothermie, gestoorde nierfunctie, maag-darmbloeding, verlengde protrombinetijd/INR, coma, cyanose, exacerbatie van astma, apneu en ademdepressie. Hypotensie, brady- of tachycardie zijn gemeld. Bij ernstige overdosering is acuut nierfalen en leverschade mogelijk.
Therapie
Bij doses van ≥ 400 mg/kg binnen een uur de maag ledigen; bij bewustzijnsverlies maagspoeling, overweeg geactiveerde kool < 1 uur na inname en natriumsulfaat; kool kan een eventueel noodzakelijke endoscopie bemoeilijken. Geef bij frequente en langdurige convulsies intraveneuze benzodiazepinen (diazepam, lorazepam). Bij astma een bronchodilatator. Geforceerde diurese en hemodialyse zijn niet zinvol vanwege de sterke plasma-eiwitbinding.
Voor symptomen en behandeling zie ook toxicologie.org/NSAID's of vergiftigingen.info.
Eigenschappen
NSAID. Arylpropionzuurderivaat, remt de prostaglandinesynthese. Heeft een analgetische, antiflogistische en antipyretische werking. Naproxen remt ook de trombocytenaggregatie. Vermindert gedurende de eerste drie tot vijf dagen van de menstruatie de bloeding. Pijnstillende werking: na 1 uur. Werkingsduur: veelal 7–12 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal snel en nagenoeg volledig; rectaal in het algemeen langzamer. Vertraagd bij maagsapresistente tabletten vanwege de intacte maagpassage; de coating lost op in het darmkanaal, waarna de tablet uiteenvalt en absorptie plaatsvindt. Vertraagd (bij de omhulde tablet) na inname van voedsel (zeer variabel, afgifte na 2–20 uur). |
T max | 1–2 uur (Na-zout), 2–4 uur (gewone tablet) en 4–6 uur (maagsapresistente tablet). |
Eiwitbinding | > 99%. |
Metabolisering | in de lever door o.a. demethylering (30%). |
Eliminatie | met de urine, ca. 50% na 24 uur, ca. 95% binnen 5 dagen, vnl. geconjugeerd, 10% onveranderd. Bij hogere doseringen verloopt de urinaire excretie versneld. Hemodialyse verlaagt niet de plasmaconcentratie, vanwege de hoge eiwitbinding. |
T 1/2 | 10–17 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
NSAID. Aceclofenac wordt gedeeltelijk omgezet in diclofenac.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en volledig, vertraagd door voedsel. |
T max | 1–3 uur; vertoont grote interindividuele variatie. Gaat over in de synoviale vloeistof met een maximale spiegel van 57% van die van het plasma. |
Eiwitbinding | > 99%. |
Metabolisering | vrijwel volledig tot 4-hydroxyaceclofenac, diclofenac en diclofenacmetabolieten; bij gestoorde leverfunctie is de klaring met een factor 2 verlaagd. |
Eliminatie | met de urine ca. 67%, vnl. als hydroxymetabolieten. |
T 1/2 | ca. 4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
NSAID (prostaglandinesynthetaseremmer). Arylazijnzuurderivaat met analgetische, antiflogistische en antipyretische werking. Indometacine remt de trombocytenaggregatie; dit houdt tot 24 uur na staken aan.
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal snel en vrijwel volledig geabsorbeerd. Voedsel vertraagt de absorptie, maar beïnvloedt niet de mate van absorptie. Rectale absorptie is sterk afhankelijk van de zetpilbasis, waardoor soms een hogere dosering nodig is. |
T max | caps. 2 uur, rectaal 2–4 uur. In het synoviaal vocht treden maximale concentraties ca. 1½ uur na de maximale plasmaconcentraties op en bedragen ca. 20% van die in het plasma. |
V d | 0,34–1,57 l/kg. |
Eiwitbinding | 90%. |
Metabolisering | in de lever tot desmethyl-, desbenzoyl- en desmethyldesbenzoylmetabolieten en glucuroniden, tevens N-deacylering door een non-microsomaal systeem; indometacine en conjugaten ondergaan een belangrijke enterohepatische kringloop. |
Eliminatie | met de urine ca. 60% (ca. 25% onveranderd), met de feces ca. 33–40% (ca. 1,5% onveranderd). |
T 1/2 | gem. 4½ uur met sterke interindividuele spreiding vanwege enterohepatische kringloop. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Prostaglandinesynthetaseremmer (NSAID). Arylpropionzuurderivaat met analgetische, antiflogistische en antipyretische werking.
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal snel voor 80%. |
T max | oraal 1–2 uur, zachte capsules ca. 40 min (met voedsel 1–2 uur), granulaat 15–30 min, tabl. mga 3–6 uur; rectaal 0,75 uur. |
V d | ca. 0,15 l/kg |
Eiwitbinding | ca. 99%. |
Metabolisering | in de lever tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | ca. 75–85% met de urine, vnl. als metabolieten. |
T 1/2 | ca. 2 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
naproxen hoort bij de groep NSAID's, overige.
- aceclofenac (M01AB16) Vergelijk
- benzydamine (M02AA05) Vergelijk
- dexketoprofen (M01AE17) Vergelijk
- diclofenac (cutaan) (M02AA15) Vergelijk
- diclofenac (systemisch) (M01AB05) Vergelijk
- fenylbutazon (M01AA01) Vergelijk
- flurbiprofen (R02AX01) Vergelijk
- ibuprofen (M01AE01) Vergelijk
- indometacine (systemisch) (M01AB01) Vergelijk
- meloxicam (M01AC06) Vergelijk
- metamizol (N02BB02) Vergelijk
- nabumeton (M01AX01) Vergelijk
- piroxicam (M01AC01) Vergelijk
- tiaprofeenzuur (M01AE11) Vergelijk
Groepsinformatie
aceclofenac hoort bij de groep NSAID's, overige.
- benzydamine (M02AA05) Vergelijk
- dexketoprofen (M01AE17) Vergelijk
- diclofenac (cutaan) (M02AA15) Vergelijk
- diclofenac (systemisch) (M01AB05) Vergelijk
- fenylbutazon (M01AA01) Vergelijk
- flurbiprofen (R02AX01) Vergelijk
- ibuprofen (M01AE01) Vergelijk
- indometacine (systemisch) (M01AB01) Vergelijk
- meloxicam (M01AC06) Vergelijk
- metamizol (N02BB02) Vergelijk
- nabumeton (M01AX01) Vergelijk
- naproxen (M01AE02) Vergelijk
- piroxicam (M01AC01) Vergelijk
- tiaprofeenzuur (M01AE11) Vergelijk
Groepsinformatie
indometacine (systemisch) hoort bij de groep NSAID's, overige.
- aceclofenac (M01AB16) Vergelijk
- benzydamine (M02AA05) Vergelijk
- dexketoprofen (M01AE17) Vergelijk
- diclofenac (cutaan) (M02AA15) Vergelijk
- diclofenac (systemisch) (M01AB05) Vergelijk
- fenylbutazon (M01AA01) Vergelijk
- flurbiprofen (R02AX01) Vergelijk
- ibuprofen (M01AE01) Vergelijk
- meloxicam (M01AC06) Vergelijk
- metamizol (N02BB02) Vergelijk
- nabumeton (M01AX01) Vergelijk
- naproxen (M01AE02) Vergelijk
- piroxicam (M01AC01) Vergelijk
- tiaprofeenzuur (M01AE11) Vergelijk
Groepsinformatie
ibuprofen hoort bij de groep NSAID's, overige.
- aceclofenac (M01AB16) Vergelijk
- benzydamine (M02AA05) Vergelijk
- dexketoprofen (M01AE17) Vergelijk
- diclofenac (cutaan) (M02AA15) Vergelijk
- diclofenac (systemisch) (M01AB05) Vergelijk
- fenylbutazon (M01AA01) Vergelijk
- flurbiprofen (R02AX01) Vergelijk
- indometacine (systemisch) (M01AB01) Vergelijk
- meloxicam (M01AC06) Vergelijk
- metamizol (N02BB02) Vergelijk
- nabumeton (M01AX01) Vergelijk
- naproxen (M01AE02) Vergelijk
- piroxicam (M01AC01) Vergelijk
- tiaprofeenzuur (M01AE11) Vergelijk
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- acute en chronische nociceptieve pijn
- artrose
- dysmenorroe
- jicht
- migraine, aanvalsbehandeling volwassenen
- migraine, profylaxe bij menstruele migraine
- niersteenkoliek
- Vaginaal bloedverlies
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- acute en chronische nociceptieve pijn
- artrose
- dysmenorroe
- migraine, aanvalsbehandeling bij kinderen
- migraine, aanvalsbehandeling volwassenen
- migraine, profylaxe bij menstruele migraine
- niersteenkoliek
- Vaginaal bloedverlies