Samenstelling
Yomesan Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
- Sterkte
- 500 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Ivermectin
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 3 mg
Stromectol
Bijlage 2
Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 3 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Eskazole GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 400 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Biltricide Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
- Sterkte
- 600 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De werking van anthelminthica is min of meer specifiek voor het type worminfectie. De keuze van het middel wordt daarom op geleide van de diagnose gemaakt. Bij enterobiasis en infectie met de varkenslintworm zijn hygiënische maatregelen noodzakelijk om herbesmetting van de gastheer en besmetting van huisgenoten te voorkomen.
Niclosamide is bij een infectie met een runder- of varkenslintworm het middel van eerste keus.
Advies
De werking van anthelminthica is min of meer specifiek voor het type worminfectie. De keuze van het middel wordt daarom op geleide van de diagnose gemaakt. Bij enterobiasis en infectie met de varkenslintworm zijn hygiënische maatregelen noodzakelijk om herbesmetting van de gastheer en besmetting van huisgenoten te voorkomen.
Ivermectine is eerste keus bij een infectie met Strongyloides.
Voor een effectieve behandeling van scabiës is het juist uitvoeren van grondige saneringsmaatregelen (hygiëne- en wasvoorschriften) naast de medicamenteuze behandeling uiterst belangrijk. Behandel lokaal met permetrine óf systemisch met ivermectine. Kies voor oraal ivermectine bij patiënten met uitgebreide huiderosies of een eczemateuze huid, praktische bezwaren van lokale behandeling, te verwachten lage therapietrouw, allergie of als lokale behandeling faalt. Behandel zuigelingen < 2 maanden met benzylbenzoaatsmeersel. Overweeg bij ernstige vormen van scabiës met hoge besmettelijkheid en bij immuungecompromitteerde patiënten een combinatie van lokale en orale behandeling. Herhaal de behandeling inclusief de hygiëne- en wasvoorschriften altijd na 7 dagen. Huisgenoten en seksuele contacten gelijktijdig behandelen, ongeacht of zij klachten hebben, en dit eveneens herhalen na 7 dagen. Andere nauwe contacten waarmee in de besmettelijke periode langdurig (> 15 minuten) of frequent contact is geweest, ook gelijktijdig behandelen en indien nodig herhalen na 7 dagen. Laat contacten naast de behandeling ook de hygiëne- en wasvoorschriften uitvoeren.
Offlabel: Behandel Onchocerciasis (rivierblindheid) volgens p. 34 van de Therapierichtlijn parasitaire infecties van de NVP.
Aan de vergoeding van ivermectine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
De werking van anthelminthica is min of meer specifiek voor het type worminfectie. De keuze van het middel wordt daarom op geleide van de diagnose gemaakt. Bij enterobiasis en infectie met de varkenslintworm zijn hygiënische maatregelen noodzakelijk om herbesmetting van de gastheer en besmetting van huisgenoten te voorkomen.
Albendazol is bij een mijnworminfectie (Ancylostomiasis) (offlabel) het middel van eerste keus. Zie voor toepassing van albendazol bij andere worminfecties de NVP-richtlijn Parasitaire infecties.
Advies
De werking van anthelminthica is min of meer specifiek voor het type worminfectie. De keuze van het middel wordt daarom op geleide van de diagnose gemaakt. Bij enterobiasis en infectie met de varkenslintworm zijn hygiënische maatregelen noodzakelijk om herbesmetting van de gastheer en besmetting van huisgenoten te voorkomen.
Praziquantel is bij een trematoden-infectie (zuigworm) het middel van eerste keus.
Indicaties
- Taeniasis door Taenia saginata (runderlintworm);
- Taeniasis door Taenia solium (varkenslintworm);
- Diphyllobothriasis door Diphyllobothrium latum (vissenlintworm);
- Hymenolepiasis door Hymenolepis nana (dwerglintworm);
- Ook is het bruikbaar bij infectie veroorzaakt door Dipylidium canium (hondenlintworm).
Gerelateerde informatie
Indicaties
Behandeling van:
- Intestinale strongyloidiasis (door Anguillula stercoralis);
- Microfilariëmie bij patiënten met lymfatische filariasis veroorzaakt door Wuchereria bancrofti;
- Scabiës (ook schurft genoemd), veroorzaakt door Sarcoptes scabies;
- Offlabel: Onchocerciasis (rivierblindheid).
Behandeling van scabiës is volgens de fabrikant alleen aangewezen als de diagnose klinisch en/of door parasitologisch onderzoek is vastgesteld. In de praktijk wordt ook wel behandeld zonder dat aan deze criteria is voldaan, zie bv. de bijlage Behandelgroepen bij de LCI-richtlijn Scabiës op lci.rivm.nl.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van hydatide cysten, veroorzaakt door Echinococcus granulosus of Echinococcus multilocularis indien een operatieve ingreep onmogelijk is.
- Pre- of postoperatieve toevoeging bij operatieve ingrepen wegens bovenstaande.
- Offlabel bij:
- ascariasis (veroorzaakt door een spoelworm);
- enterobiasis (ookwel oxyuriasis, aarsmade-infectie of -besmetting);
- mijnworminfectie (ancylostomiasis);
- strongyloidiasis;
- trichuriasis (veroorzaakt door een zweepworm);
- andere parasitaire infecties.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Infecties veroorzaakt door trematoden (platwormen). Hiertoe behoren:
- alle Schistosoma spp. (bv. S. haematobium, S. intercalatum, S. japonicum, S. mansoni en S. mekongi);
- leverbotten (bv. Clonorchis sinensis, Opisthorchis viverrini);
- long-egels (bv. Paragonimus westermani en andere soorten).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Bij Taeniasis saginata (runderlintworm), Taeniasis solium (varkenslintworm) of Diphyllobothriasis door Diphyllobothrium latum (vissenlintworm)
Bij infestaties met T. solium 2 uur ná inname van de dosis laxeren (zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).
Volwassenen en kinderen > 6 jaar
2 gram als eenmalige dosis.
Kinderen 2–6 jaar
1 gram als eenmalige dosis.
Kinderen < 2 jaar
500 mg als eenmalige dosis.
Bij Hymenolepiasis door Hymenolepis nana (dwerglintworm)
Volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar
Aanbevolen is een kuur van 7 dagen: eerste dag: 2 gram, de volgende 6 dagen 1 gram per dag.
Kinderen 2–6 jaar
De eerste dag 1 gram, de volgende 6 dagen 500 mg per dag.
Kinderen < 2 jaar
De eerste dag 500 mg, de volgende 6 dagen 250 mg (halve kauwtablet) per dag.
Verminderde lever- of nierfunctie: er is geen substantiële absorptie vanuit het maag-darmkanaal en niclosamide beïnvloedt de lever- en nierfunctie niet. In beide gevallen is daarom geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- De dagdosis na het ontbijt in eenmaal innemen. De tabletten fijn kauwen en daarna met een kleine hoeveelheid water doorslikken. Men kan de tabletten ook in water uiteen laten vallen en dan innemen.
- Voor kleine kinderen verdient het aanbeveling de tabletten tot poeder fijn te maken en dan met een kleine hoeveelheid drinken in te laten nemen.
Doseringen
Intestinale strongyloidiasis
Volwassenen en kinderen
200 microg/kg lichaamsgewicht eenmalig (overeenkomend met 15–24 kg: 3 mg; 25–35 kg: 6 mg; 36–50 kg: 9 mg; 51–65 kg: 12 mg; 66–79 kg: 15 mg; ≥ 80 kg: 18 mg).
De veiligheid is niet vastgesteld bij kinderen < 15 kg.
Microfilariëmie bij lymfatische filariasis
Volwassenen en kinderen
150–200 microg/kg lichaamsgewicht als één dosis elke 6 maanden (overeenkomend met 15–25 kg: 3 mg; 26–44 kg: 6 mg; 45–64 kg: 9 mg; 65–84 kg: 12 mg) of 300–400 microg/kg lichaamsgewicht als één dosis elke 12 maanden (overeenkomend met 15–25 kg: 6 mg; 26–44 kg: 12 mg; 45–64 kg: 18 mg; 65–84 kg: 24 mg).
De veiligheid is niet vastgesteld bij kinderen < 15 kg.
Sarcoptes scabies (schurft)
Volwassenen en kinderen
200 microg/kg lichaamsgewicht eenmalig (overeenkomend met: 15–24 kg: 3 mg; 25–35 kg: 6 mg; 36–50 kg: 9 mg; 51–65 kg: 12 mg; 66–79 kg: 15 mg; ≥ 80 kg: 18 mg). Volgens de bijlage Scabiës - behandeling (2023) bij de LCI-richtlijn Scabiës (2015) en volgens het NHG in Uitbraak scabiës: aangepaste behandeladviezen dient een tweede behandeling gegeven te worden 7 (uiterlijk 10) dagen na de eerste dosis. Behandel nauwe contacten (bv. huisgenoten en seksuele contacten) gelijktijdig mee, ongeacht of zij klachten hebben. Herhaal ook bij hen de behandeling na 7 dagen. Zie ook de rubriek Advies. Volgens de fabrikant: een tweede dosis binnen 2 weken alleen overwegen als er nieuwe laesies ontstaan of als parasitologisch onderzoek positief is; in geval van een zeer ernstige infectie kan binnen 8–15 dagen een tweede dosis nodig zijn.
De veiligheid is (volgens de fabrikant) niet vastgesteld bij kinderen < 15 kg. Volgens de pagina Toename en behandeling van scabiës op nhg.org is orale behandeling met ivermectine mogelijk bij kinderen vanaf 4 kg. Het Kinderformularium van het NKFK vermeldt voor kinderen van 1 maand tot 18 jaar (ook) de dosering van 200 microg/kg lichaamsgewicht per dosis.
Offlabel: Onchocerciasis (rivierblindheid)
Volwassenen en kinderen ≥ 8 jaar
Volgens de Therapierichtlijn parasitaire infecties (NVP, 2020, op p. 34): Eerst oogonderzoek verrichten, als er oogletsel is (microfilariën in de voorste oogkamer) dan enkele dagen voorbehandelen met corticosteroïden ( prednison 1 mg/kg/dag). De eerste keus behandeling is oraal doxycycline 100 mg 1×/dag gedurende 6 weken waarbij op dag 13 oraal ivermectine 0,15 mg/kg lichaamsgewicht wordt gegeven. De tweede keus behandeling is alleen een éénmalige gift ivermectine van 0,15 mg/kg lichaamsgewicht. Herhaling van ivermectine, afhankelijk van klinische verschijnselen en eosinofilie, na (3–)12 maanden kan nodig zijn.
Toediening
- Neem de tabletten met wat water in op een nuchtere maag; binnen 2 uur vóór en 2 uur na inname geen voedsel gebruiken.
- Bij kinderen < 6 jaar de tabletten verpulveren.
Doseringen
Let op: De therapeutische breedte van albendazol is klein en wordt geschat op een factor 3; daarom de geadviseerde hoogte van de dosering en de behandelduur niet overschrijden om chronische overdosering te voorkomen.
De tablet bevat een breukstreep, zodat per 200 mg gedoseerd kan worden; hierdoor kan echter niet altijd een doseervoorschrift voor kinderen opgevolgd worden.
Behandeling van hydatide cysten indien operatie niet mogelijk is (inoperabele of multipele cysten)
Volwassenen met lichaamsgewicht > 60 kg
Volgens de fabrikant: 400 mg 2×/dag gedurende 28 dagen (= kuur). Hierna 14 dagen wachten alvorens een nieuwe kuur te beginnen. Maximaal 3 kuren.
Zie voor de dosering en behandelduur bij volwassenen (lichaamsgewicht niet gespecificeerd) ook het SWAB-advies echinococcose. De behandelduur is o.a. afhankelijk van de soort echinococcus en de grootte van de (vitale) jonge cysten.
Volwassenen met lichaamsgewicht < 60 kg en kinderen > 6 jaar
Volgens de fabrikant: 15 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 2 doses gedurende 28 dagen (= kuur); de dosis afronden naar het dichtstbijzijnde veelvoud van 200 mg (halve tablet). Maximaal 800 mg/dag verdeeld over 2 doses. Hierna 14 dagen wachten alvorens een nieuwe kuur te beginnen. Maximaal 3 kuren.
Algemeen
Volgens de fabrikant: Indien bij inoperabele en multipele cysten na 3 kuren geen resultaat is geboekt, is verdere behandeling waarschijnlijk niet effectief.
Zie voor de dosering en behandelduur bij volwassenen ook het SWAB-advies echinococcose. De behandelduur is o.a. afhankelijk van de soort echinococcus en de grootte van de (vitale) jonge cysten.
Preoperatief bij hydatide cysten door echinokokken
Volgens de fabrikant: 2 kuren van 28 dagen vóór de operatie. Indien operatie noodzakelijk is vóór beëindiging van de 2 kuren, zo lang mogelijk geven tot de operatie, echter nooit langer dan 28 dagen.
Zie ook het SWAB-advies echinococcose, omdat deze een andere behandelduur aangeeft.
Peri- en postoperatief bij hydatide cysten door echinokokken
Volgens de fabrikant: na de operatie 2 kuren van 28 dagen geven, als alleen een korte preoperatieve kuur is gegeven en wanneer onmiddellijke operatie noodzakelijk is. Tussen de kuren een medicatievrije periode hanteren van 14 dagen.
Zie ook het SWAB-advies echinococcose, omdat deze een andere behandelduur aangeeft.
Offlabel: Ascariasis
Volwassenen
Volgens de therapierichtlijn Parasitaire infecties (mei 2020, Nederlandse vereniging voor parasitologie, p. 5): eenmalig 400 mg.
Kinderen 1–17 jaar
Volgens de therapierichtlijn Parasitaire infecties (mei 2020, Nederlandse vereniging voor parasitologie, p. 5): eenmalig 15 mg/kg lichaamsgewicht (max. dosis 400 mg).
Offlabel: Enterobiasis
Volwassenen
Volgens de therapierichtlijn Parasitaire infecties (mei 2020, Nederlandse vereniging voor parasitologie, p. 27): eenmalig 400 mg. Deze behandeling op dag 14 herhalen.
Kinderen 12 maanden–17 jaar
Volgens de therapierichtlijn Parasitaire infecties (mei 2020, Nederlandse vereniging voor parasitologie, p. 27): eenmalig 15 mg/kg lichaamsgewicht (max. 400 mg). Deze behandeling op dag 14 herhalen.
Offlabel: Mijnworminfectie (ancylostomiasis)
Volwassenen en kinderen > 6 jaar
Volgens de therapierichtlijn Parasitaire infecties (mei 2020, Nederlandse vereniging voor parasitologie, p. 42); 400 mg 1×/dag gedurende 3 dagen.
Kinderen 1–6 jaar
Volgens de therapierichtlijn Parasitaire infecties (mei 2020, Nederlandse vereniging voor parasitologie, p. 42): 200 mg eenmalig voor kinderen van 1–2 jaar; 400 mg eenmalig voor kinderen > 2 jaar.
Offlabel: Strongyloidiasis
Volwassenen en kinderen > 6 jaar
Volgens de therapierichtlijn Parasitaire infecties (mei 2020, Nederlandse vereniging voor parasitologie, p. 59): 400 mg 2×/dag gedurende 7 dagen. Controle op eradicatie na behandeling aanbevolen: verdwijnen van eosinofilie indien aanwezig of dalende antistofconcentratie na 12 maanden.
Kinderen 1–6 jaar
Volgens de therapierichtlijn Parasitaire infecties (mei 2020, Nederlandse vereniging voor parasitologie, p. 59): 2×/dag 7,5 mg/kg lichaamsgewicht (max. 2×/dag 400 mg) gedurende 7 dagen. Controle op eradicatie na behandeling aanbevolen: verdwijnen van eosinofilie indien aanwezig of dalende antistofconcentratie na 12 maanden.
Offlabel: Trichuriasis
Volwassenen
Volgens de therapierichtlijn Parasitaire infecties (mei 2020, Nederlandse vereniging voor parasitologie, p. 72): 400 mg 1×/dag gedurende 3 dagen.
Kinderen 12 maanden–17 jaar
Volgens de therapierichtlijn Parasitaire infecties (mei 2020, Nederlandse vereniging voor parasitologie, p. 72); 15 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag, gedurende 3 dagen.
Offlabel: bij andere parasitaire infecties
Volwassenen en kinderen
Zie hiervoor de therapierichtlijn Parasitaire infecties (mei 2020, Nederlandse vereniging voor parasitologie). De verschillende (worm-)infecties zijn grofweg gesorteerd op alfabet.
Toediening: de tablet innemen tijdens een maaltijd met wat water. Bij slikproblemen kan de tablet worden gekauwd of fijngemaakt.
Doseringen
De langwerpige tablet heeft drie breukgleuven, zodat ook kan worden gedoseerd per kwart (150 mg) en halve tablet (300 mg).
Schistosoma-infecties
Volwassenen en kinderen > 4 jaar
S. haematobium (urogenitale bilharzia): 40 mg/kg lichaamsgewicht in één dosis 's avonds.
S. mansoni (intestinale bilharzia) en S. intercalatum: 40 mg/kg lichaamsgewicht in één dosis 's avonds of 20 mg/kg lichaamsgewicht tweemaal op één dag met een interval van 4–6 uur.
S. japonicum en S. mekongi: 60 mg/kg lichaamsgewicht in één dosis 's avonds of 30 mg/kg lichaamsgewicht tweemaal op één dag met een interval van 4–6 uur.
Infecties met leverbotten
Volwassenen en kinderen > 4 jaar
C. sinensis en O. viverrini: 25 mg/kg lichaamsgewicht 3×/dag met een interval van 4–6 uur, gedurende 1 tot 3 dagen.
Infecties met long-egels
Volwassenen en kinderen > 4 jaar
P. westermani en andere spp.: 25 mg/kg lichaamsgewicht 3×/dag met een interval van 4–6 uur, gedurende 2 tot 3 dagen.
Toediening
- De tabletten tijdens of na de maaltijd met water innemen.
- Bij kinderen < 6 jaar, om verstikking te voorkomen: de tabletten fijnmaken of oplossen, en mengen met halfvast voedsel of vloeistof.
Bijwerkingen
Gemeld zijn: allergische reacties met erytheem en exantheem, anafylactische reactie. Cyanose. Onwel voelen, duizeligheid, vermoeidheid. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Huiduitslag, jeuk, overmatig zweten.
Bijwerkingen
Bij alle toepassingen
- Soms (0,1-1%): volwassen (Ascaris-)wormen in de ontlasting.
- Zeer zelden: toxische epidermale necrolyse (TEN) en Stevens-Johnsonsyndroom (SJS).
- Verder zijn gemeld (frequentie van optreden onbekend): leverfunctiestoornissen waaronder acute hepatitis, stijging van leverenzymwaarden, hyperbilirubinemie. Hematurie. Voorbijgaande hypereosinofilie. Angio-oedeem. Dyspneu (bij inspanning), keelpijn, (verergering van) astma. Iridocyclitis. Urticaria, huiduitslag (papuleus), jeuk, overmatig zweten. Oedeem. Misselijkheid, braken, diarree, incontinentie voor ontlasting, (boven)buikpijn. Bedplassen, depressie, hallucinaties, leerhandicap, lusteloosheid, spraakzucht, vertraagd denken, verwardheid, zelfmoordgedachten. Huilen, vermoeidheid. Aandachtstoornis, ataxie, duizeligheid, vermindering of verlies van geheugen, smaakverlies, verminderd geestelijk vermogen, spraakstoornis (afasie), verminderd bewustzijn, coma. Stijging van CK-waarde (bij kinderen).
Bij de behandeling van strongyloidiasis
- Vaak (1-10%): Jeuk.
- Soms (0,1-1%): Huiduitslag, urticaria.
- Verder zijn gemeld (frequentie van optreden onbekend): voorbijgaande eosinofilie, leukopenie, anemie en stijging van ALAT-waarde en/of alkalische fosfatase. Asthenie. Braken, buikpijn, obstipatie. anorexie, diarree, misselijkheid. Slaperigheid, vertigo, duizeligheid, tremoren.
Bij de behandeling van scabiës (schurft)
- In het begin van de behandeling van scabiës kan voorbijgaande toename van de jeuk voorkomen.
Bij de behandeling van door Wucheria bancrofti veroorzaakte filariasis
- Hierbij lijkt de intensiteit van de bijwerkingen niet dosisafhankelijk te zijn, maar verband te houden met de concentratie microfilariae in het bloed.
- Gemeld zijn (frequentie van optreden onbekend): koorts, hoofdpijn, asthenie, gevoel van zwakte, spierpijn, gewrichtspijn, anorexie, misselijkheid, (boven)buikpijn, hoest, ademhalingsproblemen, dyspneu, keelpijn, orthostatische hypotensie, koude rillingen, vertigo, hyperhidrose, pijn of vervelend gevoel in de testes, pijn elders in het lichaam.
Bij infectie met Onchocerca volvulus (rivierblindheid)
- Als gevolg van het afsterven van de microfilariae, Mazzotti-achtige reacties: jeuk, uitgebreide urticaria, conjunctivitis, visusstoornissen, gewrichtspijn, spierpijn (waaronder abdominale spierpijn), koorts, oedeem, lymfadenitis, lymfadenopathie, misselijkheid, braken, diarree, palpitaties, orthostatische hypotensie, vertigo, tachycardie, asthenie, vermoeidheid, hoofdpijn, verergering van astma. Zeer zelden hematurie.
- Ook zijn oculaire bijwerkingen gemeld, zoals een ongewoon gevoel in de ogen, oedeem van de oogleden, uveïtis anterior, conjunctivitis, conjunctivale bloeding, limbitis, keratitis en chorioretinitis of chorioditis; het is niet duidelijk in hoeverre deze reacties het gevolg zijn van de ziekte zelf (is mogelijk) of dat het bijwerkingen zijn van de behandeling met ivermectine (soms zijn de reacties ná de therapie gemeld). De reacties zijn zelden ernstig en verdwijnen over het algemeen zonder toepassing van corticosteroïden.
Bij infectie met meerdere parasieten
- De incidentie en ernst van bijwerkingen kan hoger zijn.
- Bij gelijktijdige ernstige Loa Loa-infectie (naast onchocerciasis) zijn o.a. gemeld: anafylactische reactie, nek- en rugpijn, oculaire hyperemie, conjunctivale bloeding, dyspneu, incontinentie voor urine en/of ontlasting, moeilijk staan/lopen, veranderingen in psychische toestand, veranderd bewustzijn; verwardheid, lethargie, stupor of coma, ernstige of zelfs fatale encefalopathie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Lichte tot matige stijging van leverenzymwaarden (reversibel).
Vaak (1-10%): duizeligheid. Koorts, reversibele alopecia.
Soms (0,1-1%): misselijkheid, braken, buikpijn. Hepatitis. Leukopenie.
Zelden (0,01-1%): overgevoeligheidsreacties zoals huiduitslag, jeuk, urticaria.
Zeer zelden (< 0,01%): erythema multiforme, Stevens-Johnson-syndroom (SJS). Aplastische anemie, agranulocytose, pancytopenie (vooral bij leveraandoeningen, waaronder hepatische echinokokkose).
Verder is gemeld: icterus.
Bijwerkingen
De bijwerkingen hangen af van de dosering en duur van de behandeling en verder van de soort parasiet, de ernst van de infectie, duur van de infectie en plaats van de parasieten in het lichaam.
Zeer vaak (> 10%): vermoeidheid.
Verder zijn gemeld: hartaritmie. Acuut respiratoir falen. Buikpijn, misselijkheid, braken, (bloederige) diarree. Anorexie. Hoofdpijn, duizeligheid, vertigo, slaperigheid, convulsie. Spierpijn. Malaise, koorts. Huiduitslag, urticaria, jeuk, allergische reactie. Eosinofilie.
Interacties
Wees voorzichtig bij gelijktijdige toediening van diëthylcarbamazine (DEC). DEC heeft een snelle microfilaricide werking waardoor ontstekingsreacties kunnen ontstaan op afbraakproducten van de afgestorven microfilariae.
Interacties
Ritonavir, fenytoïne, carbamazepine en fenobarbital kunnen de plasmaspiegels verlagen van de actieve metaboliet van albendazol, albendazolsulfoxide. De klinische relevantie hiervan is onbekend, maar dit zou kunnen leiden tot verminderde werkzaamheid, in het bijzonder bij de behandeling van systemische helminthiasis. Controleer op werkzaamheid; alternatieve doseerschema's of een andere therapie kan nodig zijn.
De plasmaconcentratie van albendazolsulfoxide kan stijgen door dexamethason en praziquantel.
Interacties
Stoffen die de activiteit van CYP450 verhogen (zoals de inductoren carbamazepine, efavirenz, fenytoïne, fenobarbital, primidon, dexamethason, rifampicine, rifabutine en sint-janskruid) of verlagen (zoals cimetidine, ketoconazol, itraconazol en grapefruit-/pompelmoessap) kunnen respectievelijk de plasmaconcentraties van praziquantel verlagen of verhogen. Een lagere concentratie praziquantel kan leiden tot een verminderde werkzaamheid ervan.
- Vermijd combinatie met sterke inductoren zoals rifampicine.
- Staak dexamethason ten minste één week vóór de toediening van praziquantel.
- Niet gelijktijdig met efavirenz geven, wegens significante afname van de plasmaconcentratie van praziquantel en daardoor risico op falen van de behandeling. Overweeg, als gelijktijdig gebruik toch noodzakelijk is, een verhoogde dosis praziquantel.
Gelijktijdig gebruik van chloroquine kan leiden tot lagere praziquantel plasmaconcentraties.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Weeg de noodzaak van de behandeling af. Volgens de fabrikant, vooral gedurende het 1e trimester, alleen op strikte indicatie gebruiken. Volgens de NHG-standaard Worminfecties (2019) kan niclosamide in het 2e en 3e trimester veilig worden voorgeschreven bij een aangetoonde infectie. Een runderlintwormbesmetting manifesteert zich alleen in de darm, is ongevaarlijk en de geïnfecteerde vrouw kan een ander niet besmetten. Bespreek daarom bij een runderlintworminfectie in het 1e trimester om de behandeling uit te stellen tot het 2e trimester vanwege onvoldoende gegevens over de veiligheid van toepassing van niclosamide in het 1e trimester.
Zwangerschap
Teratogenese: Er zijn onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid afdoende te beoordelen. Bij blootstelling van ca. 300 zwangeren in het 1e trimester en meer dan 400 later in de zwangerschap, zijn er geen aanwijzingen voor risico op schadelijke effecten waargenomen (zoals aangeboren afwijkingen, spontane abortus, foetale sterfte/doodgeboorte of zuigelingensterfte). De kwaliteit van de betreffende studies is matig. In dierproeven is ivermectine schadelijk gebleken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Vruchtbaarheid: Uit een studie uit Nigeria blijken significante effecten op de mannelijke vruchtbaarheid na (langdurig) gebruik van ivermectine bij patiënten met onchocerciasis (rivierblindheid), zoals significante afname van het aantal en de motiliteit van spermacellen, toename van het aantal spermacellen met een abnormale morfologie (dubbele koppen, dubbele staarten, albino spermacellen en buitengewoon grote spermacelkoppen). Onbekend is hoe lang deze effecten aanhouden en of er effect is op de vruchtbaarheid van vrouwen.
Zwangerschap
Teratogenese: Beperkte ervaring in het 1e trimester bij de mens heeft geen nadelige effecten laten zien. Meer dan 1000 blootstellingen later in de zwangerschap laten eveneens geen nadelige effecten zien. De kwaliteit van de betreffende studies is matig. Bij dieren in therapeutische doseringen teratogeen en embryotoxisch gebleken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken tijdens het 1e trimester. Kan volgens Lareb waarschijnlijk veilig worden gebruikt (voor de behandeling van echinokokkose) in het 2e en 3e trimester. Wordt voor andere indicaties bij voorkeur vervangen.
Overig: De fabrikant raadt vruchtbare vrouwen aan om effectieve anticonceptie te gebruiken gedurende en tot één maand na de behandeling. Vóór aanvang van de behandeling en voorafgaand aan eventuele volgende kuren zwangerschap uitsluiten.
Zwangerschap
Teratogenese: Gebruik tijdens de zwangerschap bij de mens geeft geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Bij dieren eveneens geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Uit onderzoek blijkt dat er meer gezondheidsvoordelen van behandeling van de zwangere vrouw zijn dan risico's (minder anemie bij de moeder, stijging geboortegewicht en afname van mortaliteit). Kan op indicatie gebruikt worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Dit middel wordt nauwelijks in het lichaam opgenomen. Het gebruik van dit middel tijdens borstvoeding wordt door de zuigeling goed verdragen.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, minder dan 2% wordt uitgescheiden in de moedermelk.
Farmacologisch effect: De ervaring met dit middel tijdens lactatie is zeer beperkt, maar na een eenmalige dosis zijn nadelige effecten voor de zuigeling niet waarschijnlijk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden. Volgens de fabrikant: stel behandeling van moeders die van plan zijn borstvoeding te geven uit tot 1 week na de geboorte van het kind. Advies RIVM: alleen bij kinderen ≤ 7 dagen oud gedurende één etmaal de borstvoeding afkolven en weggooien; zie de bijlage Behandeling en hygiënevoorschriften scabiës bij de LCI-richtlijn Scabiës op rivm.nl.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in minimale hoeveelheden. De biologische beschikbaarheid van albendazol is beperkt (< 5%).
Farmacologisch effect: Nadelige effecten bij de zuigeling zijn niet waarschijnlijk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer geringe hoeveelheden (tot 0,0008% van de maternale dosis).
Farmacologisch effect: Onbekend.
Advies: Kan volgens Lareb waarschijnlijk veilig worden gebruikt. De fabrikant adviseert bij kortdurende behandeling de lactatie te onderbreken gedurende de behandeldagen en tot 24 uur erna.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Voor contra-indicaties zie de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
- Behandeling van cysticercosis van het oog, omdat de vernietiging van de parasiet in het oog onherstelbare schade kan veroorzaken.
Waarschuwingen en voorzorgen
Alcohol vergroot het risico van absorptie vanuit het maag–darmkanaal; gelijktijdig gebruik van alcohol vermijden.
Bij obstipatie de darmperistaltiek normaliseren alvorens de kuur te beginnen.
De worminfectie zorgt voor een overvloedige slijmproductie in de darm; niclosamide werkt beter in op de wormen wanneer het slijm wordt verwijderd door het drinken van zure vruchtensappen.
Niclosamide is niet werkzaam tegen de eieren van de lintworm; (her)infectie met de eieren kan zich ontwikkelen tot cysticercosis. Om dit te voorkómen vooral bij T. solium de patiënt 2 uur na de kuur laxeren met een magnesium- of natriumsulfaathoudend laxeermiddel. Het is mogelijk dat ondanks goede laxatie delen van de lintworm pas in de twee dagen na de behandeling in de ontlasting verschijnen. Bij een nieuwe infectie met T. saginata en T. solium verschijnen er pas na drie maanden delen of eitjes van de lintworm in de ontlasting. Bij een infectie met H. nana is de controletijd ca. 14 dagen omdat overlevende lintwormkoppen heel snel uitgroeien tot geslachtsrijpe lintwormen, die weer eitjes produceren in de stoelgang na slechts ca. 10 dagen. Voldoende hygiëne bij de stoelgang is essentieel om te voorkómen dat eitjes via de vingers in de mond terechtkomen en zo tot cysticercose kunnen leiden.
Waarschuwingen en voorzorgen
De werkzaamheid bij immuungecompromitteerde patiënten met intestinale strongyloidiasis is niet vastgesteld; persisterende infestatie is gemeld.
Ivermectine is niet werkzaam tegen volwassen wormen van Filariae-species.
In gebieden waar Loa loa voorkomt dienen speciale maatregelen te worden genomen voor de instelling van de behandeling met ivermectine, dit in verband met de kans op ernstige (neurologische) bijwerkingen, genoemd in rubriek Bijwerkingen (waaronder in ieder geval encefalopathieën).
Informeer de patiënt over tekenen en symptomen van ernstige huidreacties ('Severe cutaneous adverse reactions' of SCARs), zoals het Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse, omdat deze gemeld zijn bij gebruik van ivermectine en fataal kunnen verlopen. Bij aanwijzingen voor deze aandoeningen het gebruik van ivermectine onmiddellijk staken en nooit meer hervatten. Overweeg in zo'n geval een andere behandeling.
Bij scabiës wordt bij voorkeur (volgens de LCI-richtlijn Scabiës) een tweede dosis gegeven, om de larven die na de eerste behandeling nieuw uit de eitjes komen (gem. na 4 dagen) meteen te doden. Voorkom uitstel van de tweede dosis ivermectine langer dan 10 dagen na de eerste dosis, om de verspreiding van scabiës in de omgeving tegen te gaan.
Neurologische toxiciteit: een verminderd bewustzijn en coma zijn (ook) gemeld bij patiënten zonder Loa loa-infectie. Deze voorvallen werden meestal verholpen met ondersteunende maatregelen en door het gebruik van ivermectine te staken.
Voor vruchtbare mannen: zie de rubriek Zwangerschap.
De veiligheid is (volgens de fabrikant) niet vastgesteld bij kinderen < 15 kg.
Waarschuwingen en voorzorgen
Leverfunctie: vóór elke kuur en iedere 2 weken gedurende de behandeling een leverfunctietest uitvoeren. Bij stijging van de leverenzymspiegels tot > 2× ULN de behandeling staken; na normalisatie kan de behandeling opnieuw worden begonnen, wel wordt dan frequentere bepaling van leverenzymen aanbevolen (wekelijks). Wees voorzichtig bij een pre-existent gestoorde leverfunctie, omdat albendazol snel wordt gemetaboliseerd door de lever; een duidelijk effect op de farmacokinetiek kan verwacht worden.
Bloedbeeld: voorafgaand aan en tijdens elke behandelcyclus het bloedbeeld bepalen. Patiënten met leveraandoeningen, waaronder hepatische echinokokkose, blijken vatbaarder te zijn voor beenmergremming; bij hen het bloedbeeld extra zorgvuldig controleren. De behandeling staken indien het totale aantal bloedcellen klinisch significant afneemt.
Onderzoeksgegevens en ervaring: er is met albendazol weinig ervaring opgedaan bij botcysten of cysten in het hart of centrale zenuwstelsel. De toepassing bij kinderen < 6 jaar is in Nederland niet geregistreerd en daarmee offlabel, daarom geeft de fabrikant aan het bij deze leeftijdsgroep niet toe te passen. De therapierichtlijn Parasitaire infecties (mei 2020) van de Nederlandse vereniging voor parasitologie geeft echter aan dat albendazol wereldwijd uitvoerig wordt gebruikt bij kinderen 1–6 jaar, zodat het gebruik bij deze doelgroep overwogen kan worden. Er is weinig ervaring bij een leeftijd ≥ 65 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij een verminderde leverfunctie of schistosomiase van de lever omdat de eliminatiehalfwaardetijd kan toenemen. Omdat praziquantel niet werkzaam is tegen migrerende larven van schistosoma, is het niet effectief tijdens acute schistosomiase. Bovendien kan toediening in deze fase een paradoxale (Jarisch–Herxheimer-)reactie veroorzaken met potentieel levensbedreigende myocarditis, encefalitis en betrokkenheid van de longen. De fabrikant raadt opname in het ziekenhuis aan voor de duur van de behandeling vanschistosomiase (Engels: 'fluke'-infectie) bij patiënten uit gebieden waar cysticercosis endemisch is.
Praziquantel kan de pathologische effecten van schistosomiase, paragonimiase of Taenia solium-cysticercose op het centrale zenuwstelsel verergeren. Daarom niet toepassen bij epilepsie in voorgeschiedenis noch wanneer het centrale zenuwstelsel potentieel betrokken is, zoals bij subcutane knobbeltjes die wijzen op cysticercose.
Controleer patiënten met hartaandoeningen gedurende de behandeling.
Niet gelijktijdig gebruiken met alcohol.
De veiligheid bij kinderen < 1 jaar is niet vastgesteld.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met niclosamide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Gemeld na overmatige inname, injectie of blootstelling van lichaamsoppervlakten aan ivermectine (soms voor veterinaire toepassing) zijn: hoofdpijn, vertigo, huiduitslag, contactdermatitis, oogirritatie (na oogcontact), oedeem, asthenie, misselijkheid, braken, buikpijn en diarree. Andere gemelde bijwerkingen zijn: bewustzijnsdaling (in een ernstig geval coma en mogelijk overlijden), ondertemperatuur (< 36 °C), convulsies, ataxie, paresthesie, verlies van gezichtsvermogen, allergische reacties, duizeligheid, bloeddrukdaling tot hypotensie, tachycardie, shock, rabdomyolyse, dyspneu en urticaria. Jonge kinderen (< 1 jaar) zijn mogelijk gevoeliger voor ivermectine, omdat bij hen de bloed-hersenbarrière nog niet volledig is gesloten. Na ingestie van vloeibare ivermectine-producten rekening houden met symptomen veroorzaakt door eventuele hulpstoffen (vaak propyleenglycol).
Zie voor meer symptomen en de behandeling de monografie ivermectine op vergiftigingen.info.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling de monografie praziquantel op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Salicylzuurderivaat. Niclosamide is een lokaal werkend specifiek lintwormmiddel met vermicide eigenschappen. De werking berust op verstoring van de energiehuishouding van de parasiet, door remming van de oxidatieve fosforylering in de mitochondriën. Dit leidt tot afsterving van de kop en de daaraan verbonden leden. De segmentketen verliest daardoor zijn houvast en wordt door darmperistaltiek geheel of in delen met de feces uitgescheiden.
Resistentie van Taenia spp. is gerapporteerd; een verklaring hiervoor is niet gevonden.
Kinetische gegevens
Resorptie | gering; ca. 15%. |
Metabolisering | deels, tot een gereduceerde vorm (reductie tot amino- en acetamino-niclosamide). |
Eliminatie | ca. 85% binnen 1 tot 2 dagen met de feces, ca. 15% met de urine als metaboliet. |
Overig | biologische halfwaardetijd ca. 3 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Anthelminticum. Ivermectine is een semi-synthetisch derivaat van avermectine, dat geïsoleerd wordt uit fermentatieproducten van Streptomyces avermitilis. Ivermectine bindt zich bij invertebraten selectief aan de door glutamaat gereguleerde chloride-ionkanalen die zich in de zenuw- en spiercellen bevinden, hierdoor wordt de permeabiliteit van het celmembraan vergroot met als gevolg verlamming en dood van de parasiet.
Ivermectine is werkzaam tegen nematoden en de schurftmijt (Sarcoptes scabies).
Kinetische gegevens
T max | ca. 4 uur. |
V d | 9,9 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 93%. |
Metabolisering | in de lever door vnl. CYP3A4. |
Eliminatie | vrijwel uitsluitend met de feces, < 1% met de urine. |
T 1/2el | ca. 12 uur, van de metabolieten ca. 3 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Albendazol, een benzimidazolcarbamaat, is een anthelminthicum met een larvicide, ovicide en vermicide werking. Het interfereert met de cellulaire tubulinevorming in de darm van wormen door specifiek te binden aan tubuline, wat leidt tot degeneratieve veranderingen in de darm. Hierdoor worden de glucose-opname en de spijsverteringsfuncties van de worm zodanig verstoord dat een autolytisch proces in gang wordt gezet.
Het is vooral werkzaam tegen hydatide cysten van Echinococcus granulosus of (in mindere mate) Echinococcus multilocularis (kleine lintwormsoorten), met name tegen de lever-, long- en peritoneale cysten.
Ook werkzaam tegen: Ascaris lumbricoides, Enterobius vermicularis, Trichuris trichiura en haakwormen.
Kinetische gegevens
Resorptie | gering. Albendazol is slecht wateroplosbaar. |
F | < 5%. Uitgebreid 'first pass'-effect. Bij inname met een vetrijke maaltijd is de plasmaspiegel van de actieve metaboliet albendazolsulfoxide verhoogd. |
Overig | De actieve metaboliet wordt wijd verspreid in het lichaam aangetroffen zoals in de gal, lever, cystewanden en het cysteus vocht, de urine en tevens in cerebrospinaalvocht. |
Metabolisering | door CYP3A4 snel en uitgebreid in de lever tot o.a. actief albendazolsulfoxide; deze wordt door CYP3A4 verder gemetaboliseerd tot albendazolsulfon. |
Eliminatie | als metabolieten, deels geconjugeerd, vnl. met de gal, voor een klein deel met de urine. De uitscheiding uit de cysten duurt enkele weken. |
T 1/2el | ca. 8½ uur (actieve metaboliet), langer bij verminderde leverfunctie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Praziquantel is een anthelminthicum. Het veroorzaakt een snelle samentrekking van schistosomen alsmede vacuolisatie en desintegratie van de schistosomenhuid.
De werking van praziquantel is beperkt tot trematoden (platwormen) en cestoden (lintwormen). Nematoden (incl. filariae) worden niet gedood.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Schistosoma mansoni.
Praziquantel is niet werkzaam tegen migrerende larven van schistosoma.
Kinetische gegevens
Resorptie | snelle en vrijwel volledige absorptie (> 80%); echter groot first pass-metabolisme. |
T max | 1–2 uur. |
Overig | Praziquantel passeert de bloed-hersenbarrière. De concentratie in de liquor is ca. 10–20% van de plasmaconcentratie. |
Metabolisering | via vnl. CYP3A4 tot inactieve gehydroxyleerde afbraakproducten. |
Eliminatie | ca. 80% met de urine binnen 4 dagen, waarvan 90% binnen de eerste 24 uur, vnl. als metaboliet, < 1% onveranderd. Bij een verminderde nierfunctie kan de eliminatie worden vertraagd. |
T 1/2el | 1–2,5 uur. |
Overig | De plasmaspiegel is verhoogd bij een verminderde leverfunctie, vooral als deze ernstig verminderd is. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
niclosamide hoort bij de groep anthelminthica.
Groepsinformatie
ivermectine (oraal) hoort bij de groep anthelminthica.
Groepsinformatie
albendazol hoort bij de groep anthelminthica.
Groepsinformatie
praziquantel hoort bij de groep anthelminthica.