Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

obidoxim

antidota, overige V03AB13

Sluiten

idarucizumab

antidota, overige V03AB37

Sluiten

calciumgluconaat/​chloorhexidine

antidota, overige D11AX03

Sluiten

naloxon

antidota, overige V03AB15

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Toxogonin (chloride) SERB SA

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
250 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 1 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Praxbind XGVS Boehringer Ingelheim bv

Toedieningsvorm
Infusie-/injectievloeistof
Sterkte
50 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 50 ml

Bevat tevens: sorbitol 2 g per flacon van 50 ml.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd.

Calciumgluconaat FNA OTC Formularium der Nederlandse Apothekers

Toedieningsvorm
Hydrogel

Bevat per g hydrogel: calciumgluconaat 25 mg, chloorhexidine(digluconaat) 5 mg. (Mucilago calcii gluconatis 2,5% FNA)

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Naloxon (hydrochloride) XGVS Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
0,4 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 1 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Obidoxim kan bij de genoemde indicatie worden voorgeschreven.

Advies

Zie de NIV-Richtlijn Antitrombotisch beleid 2016 voor de aanbeveling bij een Bloeding of ingreep bij DOAC's.

Advies

Calciumgluconaat/chloorhexidine kan worden toegepast bij een door fluorwaterstofzuur aangedane huid.

Advies

Als opioïd-antidotum heeft naloxon de voorkeur.

Indicaties

  • Vergiftiging door organische fosforverbindingen, zoals in plantenziektenbestrijdingsmiddelen en insecticiden (bv. parathion = E 605; malathion; Phosdrin; Merkon e.a.) en zoals zenuwgassen in oorlogssituaties (bv. Sarin, Soman, Novichok).

Indicaties

Het snel neutraliseren van het anticoagulerend effect van dabigatran bij volwassenen die hiermee worden behandeld ten bate van:

  • het verrichten van spoedoperaties of andere dringende ingrepen;
  • het tot stase brengen van een levensbedreigende of ongecontroleerde bloeding.

Indicaties

  • Voor lokale toepassing op door fluorwaterstofzuur aangedane huidgedeelten.

Indicaties

  • Volledig of gedeeltelijk herstel van depressie van het centrale zenuwstelsel, met name van ademhalingsdepressie door natuurlijke of synthetische opioïden;
  • Volledig of gedeeltelijk herstel van ademhalings- en CZS-depressie bij een neonaat wiens moeder opioïden heeft gekregen;
  • Diagnose en behandeling van een vermoede acute overdosering of intoxicatie met opioïden.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Intoxicatie door organische fosforverbindingen:

Volwassenen:

Eerst snel atropine toedienen: 2–5 mg i.v. herhaal iedere 5–15 min tot het effect van atropine duidelijk is: warme droge huid, droge mond, milde tachycardie. Na de eerste atropinedosering(en) de behandeling met obidoxim starten: 250 mg (1 ampul) langzaam i.v.. Daarna als continu infuus van 750 mg/24 uur zo lang als reactivering van acetylcholinesterase mogelijk is.

Kinderen:

Eerst atropine: 1–3 mg i.v. per dosis. Daarna obidoxim: 4(–8) mg/kg lichaamsgewicht langzaam i.v. Continu infuus 10 mg/kg lichaamsgewicht/24 uur zo lang als reactivering van acetylcholinesterase mogelijk is.

Obidoxim kan ook i.m. worden toegediend.

Een significant effect wordt gezien bij plasmaspiegels van 10–20 micromol (3,6–7,2 mg) obidoximchloride/liter.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Het neutraliseren van het anticoagulerend effect van dabigatran:

Volwassenen (incl. ouderen):

Intraveneus: 5 g (2 ampullen van 2,5 g/50 ml) per keer in twee achtereenvolgende infusies van elk 5–10 minuten, of als bolusinjectie.

Tot 24 uur na toediening kan ongebonden dabigatran terugkeren met daarmee gepaard gaande verlengde stollingstijd. Overweeg een tweede dosis (van 5 g), wanneer sprake is van verlengde stollingstijden én indien er opnieuw klinisch relevante bloedingen optreden óf als een potentieel optredende nieuwe bloeding levensbedreigend zou zijn (bv. subarachnoïdale bloeding) óf als een tweede spoedoperatie of anderszins dringende ingreep verricht moet worden.

Hervatten behandeling: Behandeling met dabigatran kan 24 uur na toediening van idarucizumab weer worden gestart mits de patiënt klinisch stabiel is en er voldoende hemostase is bereikt. Starten met een ander antitromboticum kan op elk moment, eveneens als de patiënt klinisch stabiel is en de hemostase voldoende hersteld is. Weeg hierbij de voordelen van antistolling af tegen de risico’s van hernieuwde bloeding.

Verminderde nierfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.

Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.

Toedieningsinformatie: Niet mengen met andere geneesmiddelen.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Door fluorwaterstofzuur aangedane huid:

Het aangedane huidgedeelte eerst langdurig spoelen met veel stromend water, daarna zo snel mogelijk de hydrogel met een spatel aanbrengen in een laag van ca. 5 mm. Na 2 minuten deze laag wegwassen en nieuwe laag van 5 mm aanbrengen. Dit herhalen tot de pijn wegtrekt. De laatste laag laten indrogen.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Volledig of gedeeltelijke herstel van depressie van het CZS, in het bijzonder van ademhalingsdepressie veroorzaakt door opioïden:

Volwassenen (incl. ouderen):

Begindosering: 0,1–0,2 mg (¼–½ ampul van 1 ml) i.v.-injectie. Indien de gewenste graad van antagonisme en verbetering in ademhalingsfunctie niet direct na de toediening wordt bereikt, kan 0,1 mg (¼ ml, i.v- injectie) iedere 2–3 min worden herhaald. Na 1–2 uur kan een aanvullende injectie nodig zijn, afhankelijk van de respons en de dosering en werkingsduur van het toegediende opioïd.

Kinderen:

Volgens de fabrikant: begindosering: 0,01–0,02 mg/kg lichaamsgewicht met intervallen van 2–3 minuten totdat de gewenste graad van bewustzijn en ademhaling verkregen wordt. Na 1–2 uur kan een aanvullende injectie nodig zijn, afhankelijk van de respons en de dosering en werkingsduur van het toegediende opioïd.

Volgens het Kinderformularium van het NKFK bij kinderen van 1 maand–18 jaar bij opiaatoverdosering (vermoed of bekend): i.v. of i.m. 0,01 mg/kg lichaamsgewicht per dosis als bolus, max. 0,4 mg/dosis. Zo nodig herhalen indien na 3 min het effect uitblijft. Bij opiaatoverdosering tijdens anesthesie/post-operatieve pijnstilling: 0,001–0,01 mg/kg lichaamsgewicht per dosis, max. 0,1 mg/dosis. De dosering titreren op geleide van de ademhalingsfrequentie en gewenste graad van analgesie en bewustzijn. Na hoge dosis zijn morfinomimetica gedurende enige uren onwerkzaam.

Neonaten, wiens moeder opioïden heeft gebruikt:

Volgens de fabrikant: gebruikelijk is i.v. 0,01 mg/kg. Indien de ademhalingsfunctie niet tot een adequaat niveau gebracht wordt, zo nodig iedere 2–3 min herhalen. Als i.v. niet mogelijk is kan i.m. toegediend worden; beginnen met 0,01 mg/kg. Volgens het Kinderformularium van het NKFK bij aterme neonaten: de maximale dosering per gift is 0,1 mg/kg/dosis (zowel i.v. als i.m).

Diagnose en behandeling van een vermoede acute overdosering of intoxicatie met opioïden:

Volwassenen:

Aanvangsdosis gewoonlijk i.v. 0,4–2 mg. Indien de gewenste verbetering van de ademhalingsfunctie niet direct na de toediening wordt bereikt, zo nodig herhalen met intervallen van 2–3 min. Als i.v. niet mogelijk is, kan 0,4–2 mg i.m. gegeven worden. Als 10 mg geen significante verbetering geeft wijst dit op een andere oorzaak dan opioïden voor de ademhalingsdepressie.

Kinderen:

Aanvangsdosis gewoonlijk i.v. 0,01 mg/kg. Indien de gewenste klinische reactie niet wordt bereikt, kan bij de volgende injectie de dosering worden verhoogd tot 0,1 mg/kg. Afhankelijk van de individuele reactie kan (continue) i.v.-infusie nodig zijn. Als i.v. niet mogelijk is, kan naloxon i.m. gegeven worden; aanvangsdosis 0,01 mg/kg.

Toedieningsinformatie:

  • Bij voorkeur toedienen als i.v.-injectie of infuus. Alleen i.m. injecteren als i.v.-toediening niet mogelijk is; het effect treedt na i.m.-toediening later in, houdt langer aan en de benodigde dosis is hoger (i.m.-dosis individueel vaststellen).
  • Niet gelijktijdig toedienen met preparaten die (meta)bisulfiet bevatten of anionen met een lange keten of hoog molecuulgewicht. Ook niet gelijktijdig toedienen met een alkalische oplossing.
  • Voor i.v.-infusie kan naloxon verdund worden met een natriumchloride 0,9%-oplossing of glucose 5%-oplossing, 5 ampullen (= 2 mg) in 500 ml levert een eindconcentratie op van 4 microg/ml.

Bijwerkingen

Hoge doses kunnen neuromusculaire blokkade veroorzaken. Verder zijn gemeld: toegenomen hartfrequentie, aritmie, bloeddrukstijging, droge mond, geelzucht en afwijkende leverfunctie, hypo-esthesie, spierzwakte, warm en koud voelen, een mentholsmaak.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Voorbijgaande proteïnurie is gemeld; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zelden allergische en/of overgevoeligheidsreacties.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): misselijkheid.

Vaak (1-10%): hypotensie, tachycardie, hypertensie. Duizeligheid, hoofdpijn. Braken. Postoperatieve pijn.

Soms (0,1-1%): bradycardie, aritmie. Hyperventilatie. Tremor. Zweten. Droge mond, diarree. Irritatie van de vaatwand, lokale irritatie en ontsteking na i.m.-toediening.

Zelden (0,01-0,1%): convulsies. Spanning.

Zeer zelden (< 0,01%): ventrikelfibrilleren, hartstilstand. Longoedeem. Allergische reacties (urticaria, rinitis, dyspneu, angio-oedeem), anafylactische shock. Erythema multiforme.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er zijn van dit middel geen interacties bekend. Vanwege de renale uitscheiding is interactie met geneesmiddelen die ook renaal worden uitgescheiden theoretisch mogelijk.

Interacties

Er is geen formeel onderzoek naar interactie met andere geneesmiddelen gedaan. Op grond van farmacokinetische eigenschappen en het gegeven dat het zich zeer specifiek bindt aan dabigatran, worden klinisch relevante interacties met andere geneesmiddelen onwaarschijnlijk geacht.

Interacties

De effecten van morphinomimetica worden geantagoneerd. Bij gebruik van buprenorfine als pijnstiller kan toedienen van naloxon de analgesie volledig opheffen. De ademhalingsdepressie door buprenorfine kan slechts in beperkte mate met een hoge dosis naloxon worden opgeheven; bij onvoldoende resultaat tevens kunstmatig beademen. Bij zeer hoge doses naloxon kan de ademhalingsdepressie opnieuw optreden, door een boogvormige dosis-respons curve, en dit is mogelijk het gevolg van de hoge affiniteit van buprenorfine voor de opioïdreceptor in vergelijking met naloxon.

Er is geen interactie met barbituraten of (andere) sedativa. Gegevens over interactie met alcohol zijn niet eenduidig. Bij patiënten met een meervoudige intoxicatie door opioïden, sedativa of alcohol kan, afhankelijk van de vergiftigingsoorzaak, het resultaat van toegediend naloxon vertraagd zijn.

Wees voorzichtig bij combinatie met potentieel cardiotoxische middelen, zoals cyclische antidepressiva, calciumantagonisten, β-blokkers, digoxine en bij middelen van misbruik zoals cocaïne en metamfetamine. Hierbij kunnen ventriculaire tachycardie, ventrikelfibrilleren en hartstilstand voorkomen.

Ernstige hypertensie is gemeld bij toediening na overdosis clonidine.

Zwangerschap

Teratogenese: Onbekend. In één geval van toediening aan een 5 maanden zwangere vrouw had dit geen nadelige effecten tot gevolg bij het kind.

Advies: In geval van een ernstige intoxicatie dient een zwangere als een niet-zwangere behandeld te worden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Antilichamen passeren de placenta.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, geen gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Calciumzouten passeren de placenta.

Teratogenese: Met systemische toepassing van calciumgluconaat is ruime ervaring zonder nadelige gevolgen voor het kind; de gel wordt hierom ook veilig geacht.

Farmacologisch effect: Chloorhexidine wordt nauwelijks door de huid opgenomen.

Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.

Zwangerschap

Naloxon passeert de placenta.

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (cerebrale afwijkingen, toename van neonatale sterfte, verminderd lichaamsgewicht).

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Overig: Naloxon kan ontwenningsverschijnselen veroorzaken bij een pasgeborene.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: In het algemeen wordt aangeraden geen borstvoeding te geven ten tijde van een intoxicatie.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Antilichamen gaan over in de moedermelk.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden vanwege het ontbreken van gegevens.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Calciumzouten gaan in geringe mate over in de moedermelk.

Farmacologisch effect: Chloorhexidine wordt nauwelijks door de huid opgenomen. Ruime ervaring laat geen nadelige effecten voor de zuigeling zien.

Advies: Kan worden gebruikt, bij applicatie op tepels deze eerst goed wassen alvorens de zuigeling gevoed wordt; daarom bij voorkeur aanbrengen ná het geven van een voeding.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Gebruik van dit geneesmiddel ontraden of het geven van borstvoeding ontraden tot ten minste 24 uur na de toediening.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • vergiftiging met cholinesteraseremmende stoffen van het carbamaattype (atropine kan dan wel gegeven worden).

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Obidoxim sluit in geen geval het gebruik van atropine uit; geef atropine bij voorkeur al voordat de patiënt naar het ziekenhuis gaat, om hartstilstand te voorkomen. Geef in ieder geval atropine alvorens over te gaan tot toediening van obidoxim. Bij organofosfaatvergiftiging worden hoge doses atropine verdragen.

Bij vergiftigingen per os, direct de maag spoelen, waarbij wegens aspiratiegevaar de ademhalingswegen zorgvuldig moeten worden vrijgehouden. Rijkelijke toediening van geactiveerde kool is noodzakelijk.

Bij vergiftigingen door huidcontact met een organofosfaat, de kleding verwijderen en het gehele lichaam wassen met een natriumbicarbonaatoplossing of polyethyleenglycol. Als dat niet kan, wassen met water en zeep.

Waarschuwingen en voorzorgen

Idarucizumab bindt zich specifiek aan dabigatran en heft het anticoagulerend effect ervan op. Het heft niet de effecten van andere anticoagulantia op.

Overgevoeligheid: Het risico van gebruik bij eerdere overgevoeligheid voor idarucizumab afwegen tegen het voordeel van deze spoedbehandeling. Als een anafylactische reactie of andere ernstige allergische reactie zich voordoet; de toediening staken en een passende behandeling instellen.

Voorbijgaande proteïnurie kan optreden als gevolg van de grote eiwitbelasting na een intraveneuze bolusinjectie of relatief snelle intraveneuze infusie met idarucizumab. Deze proteïnurie wijst dus niet op nierschade; hiermee rekening houden bij urineonderzoek. De proteïnurie is meestal maximaal na ca. 4 uur en normaliseert in het algemeen binnen 12–24 uur.

Onderzoeksgegevens:

  • Een nierfunctiestoornis heeft volgens beschikbare gegevens geen invloed op het neutraliserende effect van idarucizumab; de blootstelling aan zowel dabigatran als idarucizumab neemt toe.
  • Er is in onderzoek geen relevant effect van een gestoorde leverfunctie gevonden.
  • De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen (< 18 j.).

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij bekende allergie voor chloorhexidine een antihistaminicum oraal of parenteraal toedienen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij (ouderen met) ernstige cardiovasculaire aandoeningen of bij gebruik van potentieel cardiotoxische geneesmiddelen (zie rubriek Interacties), omdat ernstige cardiovasculaire bijwerkingen als ventriculaire tachycardie en ventrikelfibrilleren zijn opgetreden bij (postoperatieve) patiënten na toediening van naloxon.

Terughoudend toedienen aan personen met bekende of suspecte afhankelijkheid aan opioïden, inclusief pasgeborenen van moeders van wie deze afhankelijkheid bekend is. In dergelijke gevallen kan een abrupte en complete opheffing van de narcotische effecten resulteren in een acuut abstinentiesyndroom (hypertensie, hartritmestoornissen, hartstilstand, pulmonaal oedeem), dit kan ook optreden bij de pasgeboren kinderen van dergelijke patiënten.

Te hoge dosering kan leiden tot volledige opheffing van de analgesie, nervositeit en verhoging van de bloeddruk. Een te snelle opheffing van de effecten van opioïden kan misselijkheid, braken, zweten, hyperventilatie, duizeligheid, hypertensie, tachycardie, tremoren, convulsies en hartstilstand tot gevolg hebben.

Naloxon is niet effectief bij ademhalingsdepressie, veroorzaakt door niet-opioïden. Een ademhalingsdepressie, veroorzaakt door buprenorfine, kan slechts in beperkte mate met een hoge dosis naloxon (5–10 mg) worden opgeheven.

Na bevredigende reactie op de behandeling voortdurend blijven controleren en zo nodig herhalingsdoses toedienen, aangezien de werkingsduur van naloxon korter is dan van de meeste opioïden.

Naloxon kan de effecten van opioïden doen terugkeren, zodat gedurende minstens 24 uur na toediening niet deelgenomen moet worden aan het verkeer.

Overdosering

Symptomen

Ernstige overdosering met obidoxim kan een averechts effect geven, namelijk verdere remming van acetylcholinesterase en toename van de vergiftigingssymptomen.

Overdosering

Enkelvoudige doses van 10 mg i.v. en cumulatieve doses van max. 90 mg/dag subcutaan werden goed verdragen zonder bijwerkingen of wijziging in laboratoriumwaarden. Er zijn geen gevallen van vergiftiging door naloxon bekend. Voor meer informatie over een overdosering met naloxon neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Odidoxim is een antidotum bij een organofosfaatvergiftiging. Het reactiveert de geblokkeerde acetylcholinesterase.

Kinetische gegevens

V d 0,171 l/kg; bij organofosfaatvergiftiging hoger, tot 0,32 l/kg.
Eliminatie snel, voornamelijk via de nieren.
T 1/2el ca. 2 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Specifiek antidotum voor dabigatran. Gehumaniseerd monoklonaal antilichaamfragment (Fab), geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie in ovariumcellen van de Chinese hamster. Bindt met een zeer hoge affiniteit aan (ongebonden) dabigatran, ongeveer 300 × zo sterk als de bindingsaffiniteit van dabigatran voor trombine. Het idarucizumab-dabigatrancomplex is een zeer stabiel complex en neutraliseert zo het anticoagulerend effect van dabigatran. Idarucizumab alleen heeft geen protrombotisch effect.

Werking: onmiddellijk na toediening. Werkingsduur: ca. 12 uur. Tot 24 uur na toediening kan ongebonden dabigatran terugkeren met daarmee gepaard gaande verlengde stollingstijd. Bij opnieuw toedienen van dabigatran 24 uur na de infusie van idarucizumab treedt weer de te verwachten anticoagulerende werking op.

Kinetische gegevens

V d ca. 0,13 l/kg.
Metabolisering biodegradatie tot kleine peptiden of aminozuren.
Eliminatie ca. 32% van een i.v. dosis in de urine binnen 6 uur (en ca. 1% vanaf 6 tot 24 uur), men neemt aan dat het resterende deel wordt geëlimineerd via eiwitafbraak, hoofdzakelijk in de nieren.
T 1/2el ca. 10 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Bindt fluorwaterstofzuur tot onoplosbaar calciumfluoride, waardoor penetratie van fluorwaterstofzuur door de huid wordt voorkomen. De vrijkomende waterstofionen worden gebonden tot niet-toxisch zwak zuur gluconzuur. Chloorhexidine is toegevoegd ter profylaxe van infecties en als conserveermiddel.

Eigenschappen

Specifieke opioïdreceptor-antagonist zonder agonistische of morfineachtige eigenschappen, zoals andere opioïdreceptor-antagonisten. Naloxon veroorzaakt geen respiratoire depressie, psychose-achtige effecten of pupilconstrictie. In afwezigheid van opioïden vertoont het geen farmacologische activiteit. Gewenning dan wel afhankelijkheid is niet waargenomen. Bij afhankelijkheid van opiaten zal naloxon de symptomen van fysieke afhankelijkheid verminderen. De noodzaak de toediening te herhalen is afhankelijk van hoeveelheid, type en toedieningswijze van het te antagoneren narcoticum.

Werking: i.v. binnen 2 min. Werkingsduur: meestal 0,75–4 uur, afhankelijk van de dosis.

Kinetische gegevens

V d 2 l/kg.
Overig snelle verdeling in lichaamsweefsels en -vloeistoffen, vooral in de hersenen, gezien sterke lipofiliteit. Gelijktijdig met de maximale serumconcentratie is de concentratie in de cerebrospinale vloeistof ca. 1,5× hoger.
Metabolisering snel in de lever, hoofdzakelijk door conjugatie met glucuronzuur en dealkylering met reductie van de 6-ketogroep.
Eliminatie met de urine, onveranderd en als metabolieten, ca. 70% van de dosis binnen 72 uur.
T 1/2el 60–90 min; bij pasgeborenen 3 uur

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

obidoxim hoort bij de groep antidota, overige.

  • acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
  • andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
  • calciumgluconaat/chloorhexidine (D11AX03) Vergelijk
  • flumazenil (V03AB25) Vergelijk
  • fomepizol (V03AB34) Vergelijk
  • geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
  • hydroxocobalamine (V03AB33) Vergelijk
  • idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
  • methylthionine (V03AB17) Vergelijk
  • naloxon (V03AB15) Vergelijk
  • protamine (V03AB14) Vergelijk
  • sugammadex (V03AB35) Vergelijk

Groepsinformatie

idarucizumab hoort bij de groep antidota, overige.

  • acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
  • andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
  • calciumgluconaat/chloorhexidine (D11AX03) Vergelijk
  • flumazenil (V03AB25) Vergelijk
  • fomepizol (V03AB34) Vergelijk
  • geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
  • hydroxocobalamine (V03AB33) Vergelijk
  • methylthionine (V03AB17) Vergelijk
  • naloxon (V03AB15) Vergelijk
  • obidoxim (V03AB13) Vergelijk
  • protamine (V03AB14) Vergelijk
  • sugammadex (V03AB35) Vergelijk

Groepsinformatie

calciumgluconaat/chloorhexidine hoort bij de groep antidota, overige.

  • acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
  • andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
  • flumazenil (V03AB25) Vergelijk
  • fomepizol (V03AB34) Vergelijk
  • geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
  • hydroxocobalamine (V03AB33) Vergelijk
  • idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
  • methylthionine (V03AB17) Vergelijk
  • naloxon (V03AB15) Vergelijk
  • obidoxim (V03AB13) Vergelijk
  • protamine (V03AB14) Vergelijk
  • sugammadex (V03AB35) Vergelijk

Groepsinformatie

naloxon hoort bij de groep antidota, overige.

  • acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
  • andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
  • calciumgluconaat/chloorhexidine (D11AX03) Vergelijk
  • flumazenil (V03AB25) Vergelijk
  • fomepizol (V03AB34) Vergelijk
  • geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
  • hydroxocobalamine (V03AB33) Vergelijk
  • idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
  • methylthionine (V03AB17) Vergelijk
  • obidoxim (V03AB13) Vergelijk
  • protamine (V03AB14) Vergelijk
  • sugammadex (V03AB35) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antidota, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antidota, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antidota, overige

Externe links

  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antidota, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".