Samenstelling
Oxybuprocaïne Minims XGVS Bausch & Lomb
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Sterkte
- 4 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,5 ml
Oxybuprocaïne Monofree (hydrochloride) XGVS Théa Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,4%)
- Sterkte
- 4 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,4 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Versatis XGVS Grünenthal bv
- Toedieningsvorm
- Pleister
- Sterkte
- 50 mg/g
De hydrogelpleister (10×14 cm) bevat: lidocaïne 700 mg (5% w/w). Dit is 50 mg lidocaïne per gram kleeflaag. Conserveermiddelen: methylparahydroxybenzoaat 14 mg, propylparahydroxybenzoaat 7 mg. Bevat tevens: propyleenglycol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De toepassing van lokale anesthetica in oogdruppels dient te worden beperkt tot de kliniek of de spreekkamer. Oxybuprocaïne dient derhalve niet op recept aan de patiënt te worden afgeleverd.
Advies
Bij trigeminusneuralgie is carbamazepine de eerste keus als proefbehandeling. Bij neuropathische pijn anders dan trigeminusneuralgie is een tricyclisch antidepressivum (TCA) de eerste keus (amitriptyline en bij ouderen nortriptyline). Als een TCA onvoldoende effectief of gecontra-indiceerd is of ongewenste bijwerkingen heeft, kan een anti-epilepticum effectief zijn, bij voorkeur gabapentine of pregabaline. Combineer eventueel bij onvoldoende effect de laatstgenoemde middelen met een lage dosering TCA. Bij diabetische neuropathie is duloxetine eerste keus. Bij HIV-neuropathie zijn bovengenoemde middelen niet effectief.
Indicaties
- Tonometrie, tonografie;
- Anesthesie bij kleine operatieve ingrepen;
- Verwijderen van corpora aliena uit de cornea en conjunctiva;
- Proefpassen van contactlenzen.
Indicaties
- Neuropathische pijn gerelateerd aan een eerdere herpes zoster-infectie (postherpetische neuralgie, PHN) bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Dosering
Oppervlakte-anesthesie:
Volwassenen en kinderen
Eén of zonodig meer druppels per keer in de conjunctivaalzak.
Door dichtdrukken van de traanbuis of het gesloten houden van de ogen gedurende 3 minuten wordt de kans op systemische reacties verminderd en de lokale werkzaamheid bevorderd.
'Minims' en 'Monofree' bevatten geen conserveermiddel en zijn bestemd voor eenmalig gebruik.
Dosering
Neuropathische pijn gerelateerd aan herpes zoster:
Volwassenen
Het pijnlijke gebied van de huid met max. 3 pleisters tegelijk bedekken gedurende ten hoogste 12 uur/etmaal. De pleisters aanbrengen op een droge, onbeschadigde en niet-ontstoken huid (dus nadat de huidafwijkingen van herpes zoster zijn genezen). Niet meer pleisters gebruiken dan nodig is voor een effectieve behandeling. Na 2–4 weken het resultaat beoordelen; als er geen respons is de behandeling staken.
Vóór verwijdering van de beschermfolie, de pleisters indien nodig met een schaar in kleinere stukken knippen. De pleister kan zowel overdag als ’s nachts worden gebruikt. De pleister direct nadat de beschermfolie van het gel-oppervlak is verwijderd op de huid aanbrengen. Haartjes in het betreffende gebied met een schaar afknippen (niet afscheren). Omdat bij langdurig gebruik in klinische onderzoeken het aantal gebruikte pleisters na verloop van tijd afnam, de behandeling regelmatig opnieuw beoordelen om te bekijken of men het aantal pleisters kan verminderen of de pleistervrije periode kan verlengen.
Bijwerkingen
Lokaal: Gemeld zijn: oogklachten (licht branderig gevoel, pijn, wazig zicht), lichte beschadiging van het cornea-epitheel. Overgevoeligheidsreacties, anafylactische reactie of shock, allergische blefaritis.
Lokale anesthetica kunnen de trofische functie van de corneale zenuwuiteinden zodanig verstoren, dat ondraaglijke pijn ontstaat in een overigens ongevoelig hoornvlies (anesthesie dolorosa). Dit kan ten onrechte aanleiding zijn vaker te druppelen. Frequent en langdurig gebruik kunnen tevens irreversibele beschadiging van de cornea en vertraagde wondgenezing van het cornea-epitheel veroorzaken.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): reacties op de plaats van aanbrengen (branderigheid, dermatitis, erytheem, jeuk, huiduitslag, huidirritatie, blaasjes).
Soms (0,1-1%): huidlaesie, huidletsel.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheid, anafylactische reactie. Open wond.
Interacties
Tijdens klinisch onderzoek met de pleister zijn geen klinisch relevante interacties waargenomen. Ondanks geringe absorptie van lidocaïne vanuit de huid, de pleister met voorzichtigheid toepassen bij gelijktijdig gebruik van klasse I-anti-aritmica of van andere lokale anesthetica, omdat men additieve systemische effecten niet kan uitsluiten.
Zwangerschap
Oxybuprocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: gezien de lage systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels en de eenmalige toediening worden geen nadelige effecten bij de foetus verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: gezien de lage systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels en de eenmalige toediening wordengeen nadelige effecten bij de zuigeling verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, waarschijnlijk in geringe mate, vanwege de geringe systemische blootstelling vanuit de pleister.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt, mits niet op de borsten toegepast. Maak voor het voeden de huid rond de tepel goed schoon bij gebruik van de pleister op de borst.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor anesthetica uit de para-aminobenzoëzuurgroep.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype als bupivacaïne, mepivacaïne en prilocaïne;
- ontstoken of beschadigde huid, zoals actieve herpes zoster-laesies, constitutioneel eczeem of wonden op de plek waarop men de pleister wil aanbrengen.
Waarschuwingen en voorzorgen
De oogdruppels niet frequent en langdurig toepassen, niet systematisch toepassen bij het inzetten van contactlenzen.
Het gebruik dient tot de spreekkamer of de operatiekamer beperkt te blijven.
Vanwege de bacteriostatische werking moet, indien nodig, vóór het indruppelen kweekmateriaal worden afgenomen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij een ernstige hartfunctiestoornis, ernstige nierfunctiestoornis of een ernstige leverfunctiestoornis.
De pleister niet op slijmvliezen aanbrengen. Contact met de ogen vermijden.
Hulpstoffen: Propyleenglycol kan huidirritatie veroorzaken; methylparahydroxybenzoaat en propylparahydroxybenzoaat kunnen (mogelijk vertraagde) allergische reacties veroorzaken.
De klinische betekenis van de bevinding dat de metaboliet 2,6-xylidine bij ratten genotoxisch en carcinogeen is gebleken en secundaire metabolieten mutageen, is onbekend. Langetermijnbehandeling is daarom uitsluitend gerechtvaardigd bij een therapeutisch voordeel voor de patiënt.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen (< 18 j.) zijn niet bewezen.
Eigenschappen
Lokaal anestheticum van het ester–type. Werking: binnen 15 s na indruppelen. Werkingsduur: 10–20 min.
Eigenschappen
Het werkingsmechanisme is tweeledig: de farmacologische werking van de diffusie van lidocaïne en de mechanische werking van de hydrogelpleister die het overgevoelige gebied beschermt. Het diffusiemechanisme in de huid is gebaseerd op stabilisatie van de neuronale membranen, vermoedelijk met down-regulatie van de natriumkanalen als gevolg, wat een lokaal analgetisch effect geeft.
Kinetische gegevens
F | 1–5% (bij de max. dosering van 3 pleisters). |
V d | 1,3 ± 0,4 l/kg. |
Metabolisering | voor 90-95%; in de lever via N-de-alkylering tot mono-ethylglycinexylidide (MEGX) en glycinexylidide (GX); de metabolieten zijn beide minder werkzaam dan lidocaïne en zijn beschikbaar in lage concentraties. Ze worden gehydrolyseerd tot 2,6-xylidine, dat wordt omgezet in geconjugeerd 4-hydroxy-2,6-xylidine. |
Eliminatie | > 85% in de urine voornamelijk als conjugaat van 4-hydroxy-2,6-xylidine. Bij hart-, nier- of leverfalen kan de uitscheiding vertraagd zijn. |
T 1/2el | 7,6 uur (bij gezonde vrijwilligers). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
oxybuprocaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij aambeien, koortslip) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (neuropathische pijn) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
lidocaïne (neuropathische pijn) hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij aambeien, koortslip) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk