Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

pirfenidon

immunosuppressiva, overige L04AX05

Sluiten

thalidomide

immunosuppressiva, overige L04AX02

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Esbriet Bijlage 2 Roche Nederland bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
267 mg
Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
267 mg, 801 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Thalidomide XGVS Celgene Netherlands bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
50 mg

Thalidomide (Celgene) is niet beschikbaar op de Nederlandse markt. Wel zijn doorgeleverde apotheekbereidingen beschikbaar.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Op basis van de beperkte hoeveelheid gegevens zijn er aanwijzingen dat pirfenidon bij bepaalde patiënten met lichte tot matige idiopathische pulmonale fibrose een effect kan hebben (ten opzichte van alleen goede ondersteunende zorg). Hierbij dienen de voor- en nadelige effecten zorgvuldig tegen elkaar te worden afgewogen.

Aan de vergoeding van pirfenidon zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Advies

Zie voor de behandeling van multipel myeloom de geldende behandelrichtlijn via HOVON MM.

Indicaties

  • Lichte tot matige idiopathische pulmonale fibrose (IPF) bij volwassenen.

Indicaties

In combinatie met melfalan en prednison als eerste behandeloptie van onbehandeld multipel myeloom bij patiënten van ≥ 65 jaar of bij patiënten die niet in aanmerking komen voor chemotherapie in hoge doseringen.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Lichte tot matige idiopathische pulmonale fibrose:

Volwassenen:

Bij begin van de behandeling de dosis titreren over een periode van 14 dagen tot de aanbevolen dagdosis van 2403 mg per dag. Dag 1–7: 267 mg 3×/dag; dag 8–14: 534 mg 3×/dag; dag 15 en verder: 801 mg 3×/dag; max. 2403 mg/dag. Bij een onderbreking van < 14 achtereenvolgende dagen kan de behandeling zonder titratie worden hervat met dezelfde voorgaande aanbevolen dagdosis; bij een onderbreking van ≥ 14 achtereenvolgende dagen de behandeling opnieuw instellen met het titratieschema.

Doseringsaanpassingen: Bij fotosensibilisatie of huiduitslag de dosering verlagen naar 267 mg 3×/dag; bij aanhoudende huiduitslag na 7 dagen de behandeling voor 15 dagen onderbreken. Hierna de behandeling opnieuw instellen met het titratieschema. Bij ernstige fotosensibilisatie of huiduitslag het gebruik staken; zodra de huiduitslag is verdwenen, kan opnieuw met de behandeling worden begonnen.

Bij aanhoudende gastro-intestinale bijwerkingen de dosering verlagen tot 267–534 mg 2–3×/dag, ingenomen met voedsel; indien dit goed verdragen wordt, verhogen tot de aanbevolen dagelijkse dosering. Zo nodig kan de behandeling 1–2 weken worden onderbroken, zodat de verschijnselen kunnen verdwijnen.

Bij combinatie met een sterke CYP1A2-remmer (indien strikt noodzakelijk): de dosering verlagen tot 267 mg 3×/dag; bij ernstige bijwerkingen de behandeling staken. Alhoewel ciprofloxacine meestal geschaard wordt onder de sterke CYP1A2-remmers is gebleken dat bij gelijktijdig gebruik (in een dosering van 750 mg 2×/dag) de dosering van pirfenidon verlaagd kan worden naar 534 mg 3×/dag (zoals bij de combinatie met matig sterke CYP1A2-remmers).

Bij combinatie met een matig sterke CYP1A2-remmer (indien strikt noodzakelijk) de dosering verlagen tot 534 mg 3×/dag.

Bij ouderen: er is geen dosisaanpassing nodig.

Bij nierfunctiestoornis: bij een lichte nierfunctiestoornis (creatinineklaring > 50 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Wees voorzichtig bij een creatinineklaring 30–50 ml/min. Gebruik bij ernstige nierfunctiestoornis (< 30 ml/min) of dialyse is gecontra-indiceerd.

Bij leverfunctiestoornis: er is geen dosisaanpassing nodig bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–9); plasmaspiegels kunnen wel verhoogd zijn. Gebruik bij ernstige leverfunctiestoornis of terminale leverziekte is gecontra-indiceerd.

De capsules en tabletten heel innemen met water én tegelijkertijd met voedsel.

Dosering

Ter preventie van uraatnefropathie bij hoge tumorlast vanaf 3 dagen vóór en tijdens de behandeling maatregelen nemen zoals een adequate hydratie en alkaliseren van de urine.

Klap alles open Klap alles dicht

Onbehandeld multipel myeloom:

Volwassenen:

Eén cyclus bestaat uit 42 dagen (6 weken), waarbij thalidomide iedere dag wordt gegeven: bij een leeftijd ≤ 75 jaar 200 mg 1 ×/dag en bij > 75 jaar 100 mg 1 ×/dag. Melfalan en prednison worden beide op dag 1 t/m 4 van elke cyclus gegeven. Maximaal 12 cycli van 6 weken.

Zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij ernstige bijwerkingen (bv. perifere neuropathie, bradycardie, trombo-embolie, trombocytopenie, neutropenie) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2). Zie daar ook voor de richtlijnen van het gebruik van melfalan en prednison. Zie voor andere informatie over deze geneesmiddelen de preparaatteksten: melfalan en prednison.

De capsule in verband met het sedatieve effect vlak voor het slapen gaan innemen met wat water of voedsel.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): anorexie, dyspepsie, misselijkheid, diarree. Hoofdpijn. Fotosensitiviteit, huiduitslag. Vermoeidheid.

Vaak (1-10%): infectie van de bovenste luchtwegen, urineweginfectie. Gewichtsverlies, verminderde eetlust. Dysgeusie. Slapeloosheid, slaperigheid, lethargie, duizeligheid. Opvliegers. Dyspneu, hoest. Gastro-oesofageale refluxziekte, maagproblemen, gastritis, braken, opgezette buik, onaangenaam gevoel in de buik, buikpijn, obstipatie, flatulentie. Verhoogde ALAT/ASAT, verhoogde γGT-waarden. Jeuk, erytheem, droge huid, erythemateuze huiduitslag, maculeuze huiduitslag, jeukende huiduitslag. Myalgie, artralgie. Asthenie, niet-cardiale pijn op de borst, zonnebrand.

Soms (0,1-1%): angio-oedeem.

Zelden (0,01-0,1%): anafylaxie, agranulocytose, verhoogde waarden serumbilirubine in combinatie met verhoging van ALAT, ASAT.

Verder zijn gemeld: leverschade (waaronder gevallen met fatale afloop).

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

De vermelde bijwerkingen zijn gebaseerd op de gehele therapie (thalidomide + melfalan + prednison).

Zeer vaak (> 10%): tremor, duizeligheid, slaperigheid, perifere neuropathie waaronder paresthesie en dysesthesie (zie ook Waarschuwingen en Voorzorgen). Obstipatie. Perifeer oedeem. Anemie, leukopenie, neutropenie, lymfopenie, trombocytopenie.

Vaak (1–10%): pneumonie. Bradycardie, hartfalen. Diep-veneuze trombose. Dyspneu, longembolie, interstitiële longziekte. Verwardheid, depressie. Coördinatiestoornissen. Braken, droge mond. Toxische huideruptie, huiduitslag, droge huid. Koorts, malaise, asthenie.

Verder zijn gemeld: ernstige infecties (bv. fatale sepsis), re-activatie van eerder doorgemaakte virusinfectie (vooral van HBV en herpes zoster). Myocardinfarct, atriumfibrillatie, AV-blok, CVA, pulmonale hypertensie (sommige met fatale afloop). Intestinale obstructie, maag-darmbloeding, maag-darmperforatie, pancreatitis, leveraandoeningen. Nierfalen. Tumorlysissyndroom (bij hoge tumorlast). Toxische epidermale necrolyse. Allergische reacties (bv. angio-oedeem). Gehoorstoornis (bv. doofheid). Convulsies, reversibele posterieure-leuko-encefalopathiesyndroom (PRES), verslechtering symptomen van de ziekte van Parkinson. Hypothyreoïdie. Seksuele disfunctie, menstruatiestoornissen (bv. amenorroe). Tevens zijn gemeld acute myeloïde leukemie (AML) en myelodysplastische syndromen (MDS).

Bij patiënten > 75 jaar is er meer kans op ernstige bijwerkingen.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Pirfenidon wordt voor 70–80% omgezet door CYP1A2; gelijktijdig gebruik van een CYP1A2-remmer vermindert de omzetting van pirfenidon, waardoor het eerder toxisch is. Fluvoxamine is een sterke remmer van CYP1A2 (en daarbij nog een remmer van CYP2C9, CYP2C19 en CYP2D6) en is daarom gecontra-indiceerd voor gelijktijdig gebruik met pirfenidon. Combinatie met andere middelen die behalve CYP1A2 ook CYP2C9, CYP2C19 en/of CYP2D6 remmen (bv. amiodaron) wordt ontraden. Vermijd zo ook combinaties met meerdere geneesmiddelen die remmend werken op de betreffende enzymsystemen (bv. pirfenidon met een sterke CYP1A2-remmer én een matig tot sterke CYP2D6-remmer). Gelijktijdig gebruik van andere sterke CYP1A2-remmers (bv. ciprofloxacine) en met grapefruit-/pompelmoessap vermijden en wees voorzichtig bij gebruik van matig sterke CYP1A2-remmers.

De biologische beschikbaarheid wordt verlaagd door sterke CYP1A2-inductoren en door roken.

Vermijd gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die fotosensibilisatie veroorzaken.

Interacties

De interacties met thalidomide beperken zich tot versterkingen van farmacodynamische eigenschappen (zie hieronder).

Thalidomide kan bradycardie veroorzaken; wees daarom voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die bradycardie kunnen geven (zoals amiodaron, β-blokkers, clonidine, digoxine, diltiazem, ivabradine, propafenon, verapamil, mefloquine en cholinesteraseremmers) of 'torsade de pointes' (bv. kinidine).

Combinatie met oestrogeenbevattende anticonceptiva of erytropoëtische middelen wordt niet aanbevolen vanwege meer kans op veneuze trombo-embolie.

Wees tevens zeer voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen waarvan bekend is dat zij perifere neuropathie veroorzaken.

Wees voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen waarvan bekend is dat zij een leverfunctiestoornis kunnen veroorzaken.

Het sedatieve effect van anxiolytica, hypnotica, antipsychotica, opiaten, sommige H1-antihistaminica, barbituraten en alcohol kan worden versterkt.

Zwangerschap

Pirfenidon en/of de metabolieten passeren bij dieren de placenta met potentiële accumulatie in het vruchtwater.

Teratogenese: In hoge doses bij dieren verlenging van de zwangerschapsduur en daling van de levensvatbaarheid van de foetus.

Advies: Gebruik ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens zeer teratogeen gebleken. Bij ca. 30% ernstige en levensbedreigende afwijkingen zoals ectromelie van de ledematen, laesies van de externe gehoorgang (blind of afwezig) en van het midden- en binnenoor, ooglaesies (anoftalmie, microftalmie), congenitale hartaandoeningen, renale afwijkingen.

Advies: gebruik is gecontra-indiceerd, tenzij kan worden voldaan aan alle voorwaarden van het programma ter voorkóming van zwangerschap (zie de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.4)).

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende 4 weken voorafgaand aan de behandeling, gedurende de behandeling én tot ten minste 4 weken na de behandeling. Omdat oestrogeenbevattende anticonceptiva niet worden aanbevolen vanwege meer kans op veneuze trombo-embolie, kiezen voor een andere anticonceptiemethode. Thalidomide wordt aangetroffen in sperma; mannelijke patiënten dienen tijdens én tot één week na de behandeling een condoom te gebruiken indien zij geslachtsgemeenschap hebben met een zwangere vrouw of een vrouw die zwanger kan worden en geen adequate anticonceptie gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren met potentiële accumulatie in de moedermelk.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren. Risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • ernstige leverfunctiestoornis of terminale leverziekte;
  • ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) of terminale nierziekte die dialyse noodzakelijk maakt.

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Leverschade: Vóór aanvang van de behandeling leverfunctietesten (ALAT, ASAT en bilirubine) uitvoeren, vervolgens elke maand in de eerste 6 maanden en daarna om de 3 maanden tijdens de duur van de behandeling. Verhoogde transaminasespiegels kunnen aanleiding geven tot dosisverlaging, of staken van de behandeling. Staak de behandeling definitief wanneer een patiënt een verhoging van aminotransferasen van > 3 tot < 5 × ULN heeft in combinatie met hyperbilirubinemie of klinische verschijnselen van leverschade, of bij een verhoging van aminotransferasen tot ≥ 5 × ULN. Ernstige gevallen van geneesmiddel-geïnduceerde leverschade door pirfenidon, waaronder gevallen met fatale afloop zijn gemeld. Instrueer de patiënt om bij klachten die wijzen op geneesmiddel-geïnduceerde leverschade, zoals vermoeidheid, anorexia, buikpijn rechtsboven, donkerkleuring van de urine of geelzucht zich te melden. Voer dan direct een klinische evaluatie en leverfunctietests uit.

Wees voorzichtig bij lichte tot matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–9); bij een matige leverfunctiestoornis is de blootstelling met 60% verhoogd.

Bij het ontwikkelen van symptomen van angio-oedeem (zoals zwelling van gelaat, lippen en/of tong, dyspneu en/of piepende ademhaling) of ernstige allergische reacties de behandeling staken; bij eerder optreden van angio–oedeem of overgevoeligheid door pirfenidon geen behandeling meer instellen.

Blootstelling aan direct zonlicht (incl. zonnelampen) vermijden of zoveel mogelijk beperken. Patiënten instrueren om elke dag een zonbeschermingsmiddel te gebruiken, kleding te dragen die beschermt tegen blootstelling aan zonlicht en andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze fotosensibilisatie veroorzaken, te mijden en eventuele huidreacties te melden. Zo nodig bij lichte tot ernstige gevallen van fotosensibilisatie of huiduitslag de dosis aanpassen of tijdelijk de behandeling stopzetten.

Tijdens de klinische onderzoeken verdween duizeligheid gemiddeld binnen 22 dagen; indien duizeligheid veel langer aanhoudt of ernstiger wordt de dosering aanpassen of de behandeling staken. Bij klachten van duizeligheid geen voertuigen besturen.

Geadviseerd wordt het gewicht van patiënten te monitoren en waar nodig (bij klinisch significant gewichtsverlies) een verhoogde calorische inname te stimuleren.

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij bekende risicofactoren voor trombo-embolie en myocardinfarct of CVA; deze patiënten nauwlettend volgen en probeer alle beïnvloedbare risicofactoren (zoals hypertensie, hyperlipidemie, roken, comedicatie) tot een minimum te beperken. De kans op een trombo-embolische aandoening is het grootst tijdens de eerste vijf maanden van de therapie. Bij aanwezigheid van risicofactoren ten minste gedurende de eerste vijf maanden trombose-profylaxe geven. Laat de patiënt zich direct melden wanneer tekenen en symptomen van een trombo-embolie ontstaan zoals kortademigheid, pijn op de borst, zwelling van een arm of been. Monitor tevens zorgvuldig op bradycardie, syncope en AV-blok.

Pulmonale hypertensie is gemeld, soms met een fatale afloop. Controleer vóór aanvang van de behandeling en regelmatig gedurende de gehele behandeling op symptomen van cardiopulmonale ziekte.

Reactivatie van virale infecties is gemeld, vooral van eerder doorgemaakte infectie met HBV of herpes zoster. Hierbij zijn gevallen gemeld van acuut leverfalen (soms met fatale afloop) en van gedissemineerde herpes zoster infecties. Test vóór aanvang van de behandeling op hepatitis B en herpes zoster. Consulteer bij een positieve test op HBV een arts met ervaring in de behandeling van een HBV-infectie. Controleer bij een positieve test op HBV of herpes zoster gedurende de gehele behandeling op een mogelijke re-activatie van het virus.

Andere controles: controleer tijdens de behandeling tevens op andere ernstige infecties. Controleer regelmatig op neutropenie en trombocytopenie.

Bij hoge tumorlast is er een kans op het tumorlysissyndroom met hypo-/hypertensie, ritmestoornissen, nierfalen met oligurie en verhogingen van ureum- en creatinineconcentratie, hyperkaliëmie, hyperurikemie, hyperfosfatemie, hypocalciëmie (met convulsies) en verhoging LDH.

Perifere neuropathie is een vaak voorkomende, potentieel ernstige bijwerking van deze therapie en kan resulteren in onomkeerbare schade. Het wordt aanbevolen vóór de start van de therapie klinische en neurologische onderzoeken te verrichten. Toediening bij bestaande neuropathie wordt niet aanbevolen. Controleer tijdens de therapie zorgvuldig op verschijnselen van perifere neuropathie (bv. paresthesie, dysesthesie, abnormale coördinatie, slapte, ongemak). In klinisch onderzoek was de gemiddelde tijd tot de eerste verschijnselen ca. 42 weken.

Symptomen als convulsies, hypertensie, hoofdpijn, lethargie, verwardheid en blindheid kunnen passen bij de bijwerking reversibele posterieure-leuko-encefalopathiesyndroom (PRES).

Leveraandoeningen (vnl. hepatocellulaire en cholestatische afwijkingen bij de levertestresultaten) zijn gemeld en traden binnen de eerste twee maanden van de behandeling op; deze zijn reversibel na staken van de behandeling. Controleer regelmatig de leverfunctie, vooral bij een bestaande leveraandoening of wanneer tevens een geneesmiddel wordt toegediend die een leverfunctiestoornis kan veroorzaken.

De kans op AML en MDS neemt toe met de therapieduur. Na twee jaar behandeling kwam dit voor bij ca. 2% en na drie jaar bij ca. 4% van de patiënten. Tijdens de behandeling hierop controleren.

Bij ontstaan van een allergische reactie de behandeling staken en pas hervatten na klinische beoordeling. Bij angio-oedeem en bij toxische huidreacties (bv. Stevens- Johnsonsyndroom) de behandeling direct definitief staken.

Thalidomide wordt aangetroffen in sperma; mannelijke patiënten dienen tijdens én ten minste tot 1 week na de behandeling een condoom te gebruiken indien zij geslachtsgemeenschap hebben met een zwangere vrouw of een vrouw die zwanger kan worden en geen adequate anticonceptie gebruikt.

Gebruik bij een verminderde nier- en/of leverfunctie is niet officieel onderzocht.

Het gebruik heeft grote invloed op het reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met thalidomide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Het werkingsmechanisme van pirfenidon is nog niet volledig vastgesteld. Er zijn aanwijzingen dat pirfenidon antifibrotische en ontstekingsremmende eigenschappen heeft (uit in-vitrosystemen en diermodellen van longfibrose). Pirfenidon vermindert de accumulatie van ontstekingscellen in respons op diverse prikkels. Pirfenidon reduceert de fibroblastproliferatie, de aanmaak van met fibrose samenhangende eiwitten en cytokinen, en de verhoogde biosynthese en accumulatie van extracellulaire matrix in respons op cytokinegroeifactoren, zoals transformerende groeifactor (TGF)-β en van bloedplaatjes afgeleide groeifactor (PDGF).

Kinetische gegevens

Resorptie voedsel vertraagt en verlaagt de absorptie, maar om de incidentie van misselijkheid en duizeligheid te verlagen wordt inname met voedsel geadviseerd.
V d ca. 1 l/kg.
Overig bij een matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 7–9) is de blootstelling aan pirfenidon met ca. 60% verhoogd.
Metabolisering voor 70–80% omgezet door CYP1A2 en in mindere mate door CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6 en CYP2E1. De metabolieten zijn niet actief.
Eliminatie ca. 80% wordt binnen 24 uur uitgescheiden met de urine, waarvan > 95% als niet actieve metabolieten en < 1% in onveranderde vorm.
T 1/2el ca. 2,4 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Heeft immunomodulatoire, anti-inflammatoire en potentieel anti-neoplastische werkingen. Mogelijk worden deze werkingen veroorzaakt door de onderdrukking van de excessieve productie van TNF-α en door de down-modulatie van geselecteerde moleculen voor de celoppervlakadhesie die betrokken zijn bij de migratie van leukocyten en anti-angiogene activiteit. Het heeft tevens een centraal werkend, hypnotisch sedatief effect.

Kinetische gegevens

T max 1–5 uur.
Metabolisering nagenoeg alleen door niet-enzymatische hydrolyse tot o.a. farmacologisch werkzame metabolieten.
Eliminatie voornamelijk met de urine (> 90%), in de vorm van metabolieten.
T 1/2el 6–7 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

pirfenidon hoort bij de groep immunosuppressiva, overige.

  • azathioprine (L04AX01) Vergelijk
  • lenalidomide (L04AX04) Vergelijk
  • methotrexaat (bij inflammatoire aandoening) (L04AX03) Vergelijk
  • pomalidomide (L04AX06) Vergelijk
  • thalidomide (L04AX02) Vergelijk

Groepsinformatie

thalidomide hoort bij de groep immunosuppressiva, overige.

  • azathioprine (L04AX01) Vergelijk
  • lenalidomide (L04AX04) Vergelijk
  • methotrexaat (bij inflammatoire aandoening) (L04AX03) Vergelijk
  • pirfenidon (L04AX05) Vergelijk
  • pomalidomide (L04AX06) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunosuppressiva, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunosuppressiva, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".