Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Condyline Karo Pharma AB

Toedieningsvorm
Applicatievloeistof
Sterkte
5 mg/ml
Verpakkingsvorm
3,5 ml

Wartec Phoenix labs

Toedieningsvorm
Crème
Sterkte
1,5 mg/g
Verpakkingsvorm
5 g

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Maak bij anogenitale wratten i.o.m. patiënt de afweging tussen thuisbehandeling of behandeling door een arts. Bij thuisbehandeling gaat de voorkeur uit naar lokale applicatie van podofyllotoxine, tweede en derde keus zijn respectievelijk imiquimod en sinecatechins. Zie verder Seksueel overdraagbare aandoeningen.

Indicaties

  • Uitwendige condylomata acuminata (anogenitale wratten).

Gerelateerde informatie

Doseringen

Volgens de NHG-Standaard Het soa-consult (2023): De podofyllotoxine-oplossing is geschikt voor de behandeling van wratten op de penis. Bij wratten op de vulva en anus is behandeling met de crème geschikter.

Klap alles open Klap alles dicht

Uitwendige condylomata acuminata

Volwassenen

Applicatievloeistof: 2×/dag op elke wrat gedurende 3 opeenvolgende dagen per week aanbrengen met de bijgeleverde applicator, de volgende 4 dagen stoppen. Eventueel kan de kuur iedere week worden herhaald totdat de wratten zijn verdwenen, maximaal gedurende 5 opeenvolgende weken. De applicatievloeistof na aanbrengen goed laten drogen, vooral bij condylomata die gelokaliseerd zijn onder het praeputium. Niet aanbrengen op relatief grote oppervlakken.

Crème: 2×/dag op elke wrat (en wel zodat deze net bedekt zijn) gedurende 3 opeenvolgende dagen per week aanbrengen, de volgende 4 dagen stoppen. Eventueel kan de kuur iedere week worden herhaald totdat de wratten zijn verdwenen, maximaal gedurende 4 opeenvolgende weken. Aanbrengen op oppervlakken groter dan 4 cm² vermijden, of indien toch noodzakelijk, uitsluitend onder direct medisch toezicht.

Toediening

  • Was vóór toepassing de aangedane huid met water en zeep en droog goed af;
  • Breng op de omringende huid (en slijmvliezen) vaseline of zinkoxidezalf aan;
  • Niet toepassen onder occlusie (bv. pleister);
  • Was de handen zorgvuldig na toepassing van de crème;
  • Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): lokale irritatie (jeuk, branderig gevoel, roodheid), huiderosie.

Verder zijn gemeld: pijn, droogheid, overgevoeligheidsreactie, huidverkleuring, zwelling, blaar, oppervlakkige ulceratie, schaafwond, wondsecretie, bloeding, korstvorming. Oedeem en balanopostitis (vooral bij grote wratten in de preputiumholte).

Lokale irritatie kan optreden, vooral op de tweede of derde dag en houdt verband met beginnende necrose van de wrat; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Interacties

Gelijktijdig gebruik met podofylline collodium is gecontra-indiceerd in verband met mogelijke toxiciteitverschijnselen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens in enkele gevallen schadelijk gebleken na lokaal gebruik van zeer grote hoeveelheden. Gezien de antimitotische (embryotoxische) eigenschappen van podofyllotoxine en de systemische blootstelling (m.n. bij behandeling van grote oppervlakken of open condylomata) zijn schadelijke effecten bij de foetus niet uit te sluiten.

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptie toe te passen tijdens de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Intensief gebruik (grote hoeveelheid, op een groot oppervlak en gedurende langere tijd) van podofyllotoxine kan leiden tot significante systemische opname bij de moeder en het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling. Bij beperkt gebruik (klein oppervlak, kortdurend) is het onwaarschijnlijk dat nadelige effecten bij de zuigeling zullen optreden.

Advies: Bij intensief gebruik (grotere hoeveelheid, op een groter oppervlak en gedurende langere tijd) wordt het geven van borstvoeding ontraden. Bij beperkt gebruik (kortdurend en op een klein oppervlak) waarschijnlijk veilig.

Contra-indicaties

  • bloedende wratten;
  • wratten op slijmvliezen/inwendige wratten (incl. vagina, urethra en anus);
  • beschadigde huid, open wonden;
  • moedervlekken;
  • kinderen.

Zie voor meer contra-indicaties ook onder de rubriek Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Vermijd contact met de ogen (via de handen) wegens zeer ernstige irritatie; bij contact direct en langdurig spoelen met water. Niet toepassen op slijmvliezen/inwendige wratten (incl. vagina, urethra en anus), omringend gezond weefsel, open wonden, een beschadigde en/of ontstoken huid. Contact met het omringende gezonde weefsel vermijden, door de gezonde huid te beschermen met vaseline of zinkoxidezalf.

Niet toepassen onder occlusie (bv. pleister). De applicatievloeistof na toediening goed laten drogen; dit geldt vooral voor condylomata die gelokaliseerd zijn onder het praeputium ter preventie van 'smetten'.

Milde huidreacties zoals erytheem, jeuk, irritatie (meestal branderig gevoel) en pijn kunnen optreden op de tweede of derde dag van behandeling en houden verband met beginnende necrose van de wrat. Bij hevige huidreacties (zoals bloedingen, zwelling en hevige pijn of irritatie) de behandeling staken en het behandelde oppervlak wassen met water en milde zeep. Laat de patiënt bij hevige huidreacties contact opnemen.

Vermijd seksueel contact tijdens de behandelperiode en totdat de wratten verdwenen zijn. Indien dit niet mogelijk is de applicatievloeistof of crème voorafgaand aan seksueel contact verwijderen om lokale irritatie te voorkomen en een condoom gebruiken totdat alle wratten verdwenen zijn.

Bij kinderen zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.

Overdosering

Symptomen

Na accidentele orale inname of na lokale overdosering op relatief grote oppervlakken: misselijkheid, braken diarree, tachycardie, hypotensie, tachypneu, duizeligheid, stupor, coma, perifere neuropathie en beenmergsuppressie.

Neem voor informatie over een vergiftiging door podofyllotoxine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Podofyllotoxine is het werkzame bestanddeel van podofylline(hars), dat uit plantenextracten wordt bereid. Het heeft een sterke antimitotische en cytolytische werking, waardoor necrose van de behandelde condylomata acuminata optreedt.

Kinetische gegevens

Resorptie gering na lokale toepassing.
T 1/2el 1–4,5 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd