poliomyelitisvaccin
difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin
hepatitis A+B-vaccin
gelekoortsvaccin
Samenstelling
Poliomyelitisvaccin
(trivalent, geïnactiveerd)
Bijlage 2
Bilthoven Biologicals
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,5 ml
Bevat per ml: gezuiverd poliomyelitisvaccin type 1: 80 DE, type 2: 16 DE, type 3: 64 DE. Conserveermiddel: 2-fenoxyethanol en formaldehyde.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Triaxis Polio
Bijlage 2
Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml gezuiverd difterietoxoïd ≥ 2 IE, gezuiverd pertussistoxoïde 2,5 microgram, gezuiverd pertussis filamenteus hemagglutinine (FHA) 5 microgram, gezuiverde pertussis fimbriae agglutinogenen 2 + 3 (FIM) 5 microgram, gezuiverd pertussispertactine 3 microgram, gezuiverd tetanustoxoïd ≥ 20 IE, geïnactiveerd gezuiverd poliovirus type 1: 29 DE (= D-antigeen eenheden), type 2: 7 DE, type 3: 26 DE.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Ambirix
Bijlage 2
GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 1 ml
De suspensie voor injectie bevat: > 720 E/ml geïnactiveerd hepatitis A-virus en 20 microg/ml recombinant HBsAg-eiwit. Bevat tevens: aluminiumhydroxyfosfaat en sporen van neomycine.
Twinrix Adult
Bijlage 2
GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 1 ml
De suspensie voor injectie bevat: > 720 E/ml geïnactiveerd hepatitis A-virus en 20 microg/ml recombinant HBsAg-eiwit. Bevat tevens: aluminiumhydroxyfosfaat en sporen van neomycine.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Stamaril (levend-verzwakt virus; virusstam 17D-204) XGVS Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Poeder voor suspensie voor injectie
- Sterkte
- ≥ 1000 IE/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon + 0,5 ml oplosmiddel
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Aan de vergoeding van poliomyelitisvaccin zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
DaKTP-vaccin maakt onderdeel uit van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Baby’s worden in Nederland ingeënt tegen kinkhoest wanneer ze 2 maanden oud zijn. De eerste maanden zijn ze dus nog niet beschermd tegen kinkhoest. Veel baby’s die de ziekte krijgen, krijgen deze dan ook de eerste maanden na de geboorte.
Vanaf eind 2019 krijgen vrouwen tijdens de zwangerschap een kinkhoestvaccinatie aangeboden vanuit het RVP, als aanvulling op de vaccinatie van zuigelingen in het RVP. De overgedragen antistoffen geven de jonge zuigeling bescherming in de periode dat deze nog niet door eigen vaccinatie beschermd is. Zie Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen op RIVM.nl.
Aan de vergoeding van difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Pre-expositieprofylaxe van hepatitis A met hepatitis A-vaccin komt in aanmerking bij personen met meer kans op een infectie met het hepatitis A-virus. Als postexpositieprofylaxe van contacten gaat, binnen een interval van maximaal 14 dagen na de eerste ziektedag van de hepatitis A-patiënt, bij gezonde personen tot 40 jaar de voorkeur uit naar actieve immunisatie met hepatitis A-vaccin. Kies bij alle overige personen of binnen een interval van 14–28 dagen voor passieve immunisatie met normaal immunoglobuline. Indien gewenst kunnen actieve en passieve immunisatie gelijktijdig worden gegeven. De behandeling van een patiënt met hepatitis A is vooral symptomatisch.
Actieve immunisatie van risicogroepen tegen hepatitis B, met een hepatitis B-vaccin gebeurt in Nederland via preventieprogramma’s en naar aanleiding van risicocontacten. Soms, bv. wanneer een directe bescherming is gewenst, is passieve immunisatie met hepatitis B-immunoglobuline geïndiceerd, meestal gecombineerd met of gevolgd door actieve immunisatie. De behandeling van chronische hepatitis B bestaat uit entecavir of tenofovirdisoproxil of –alafenamide of, in selecte gevallen, peginterferon α.
Aan de vergoeding van hepatitis A+B-vaccin zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Vaccinatie tegen gele koorts is vereist bij binnenkomst in een aantal gelekoorts-endemische gebieden, en in een aantal niet gelekoorts-endemische gebieden als de reiziger uit een gelekoorts-endemisch gebied komt. Ook als er geen verplichting is wordt vaccinatie aanbevolen bij reizen naar een aantal Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen. Het LCR adviseert soms een revaccinatie.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen poliomyelitis bij volwassenen en kinderen ≥ 2 maanden.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen difterie, kinkhoest, tetanus én poliomyelitis bij personen ≥ 3 jaar, als booster volgend op een primaire immunisatie.
- Passieve immunisatie tegen kinkhoest bij jonge zuigelingen na immunisatie van de moeder tijdens de zwangerschap.
Indicaties
Actieve immunisatie tegen hepatitis A- en B-virusinfecties van personen vanaf één jaar met meer kans op blootstelling aan zowel het hepatitis A- als hepatitis B-virus.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen gele koorts bij personen:
- die reizen naar of door een gebied waar er een actueel of periodiek risico is op overdracht van gele koorts of er wonen;
- die reizen naar een land waar een internationaal vaccinatiebewijs voor het betreden van het land vereist is (al dan niet afhankelijk van de vorige reisroute);
- die omgaan met mogelijke besmettelijke materialen (zoals laboratoriumpersoneel).
Doseringen
Primaire immunisatie
Volwassenen en kinderen ≥ 2 maanden
Driemaal 1 dosis à 0,5 ml s.c. of i.m., met een interval van ten minste 4 weken tussen de doses. Bij kinderen primaire immunisatie afronden voor de 7e levensmaand.
Een boosterdosis kan worden toegediend minimaal 6 maanden na de afronding van de primaire immunisatie. Indien de eerste dosis is toegediend voor de leeftijd van 2 maanden en/of indien het interval tussen 2 doses minder dan 8 weken is, een boosterdosis toedienen vanaf de leeftijd van 9 maanden.
Revaccinatie van volledig gevaccineerde reizigers naar een gebied met een groter expositiegevaar, vooral als de laatste inenting tegen poliomyelitis ≥ 15 jaar geleden is
Eenmaal 0,5 ml s.c. of i.m. ca. 1 maand voor vertrek.
Het vaccin zwenken voor gebruik. Intramusculair of subcutaan toedienen. Het vaccin mag niet i.v. worden toegediend. Bij toediening samen met andere vaccins, op verschillende injectieplaatsen toedienen.
In Nederland worden kinderen bij voorkeur gevaccineerd met het DaKTP-Hib-HepB-vaccin volgens het Rijksvaccinatieprogramma.
Doseringen
Boostervaccinatie tegen DKTP
Kinderen ≥ 3 jaar en volwassenen
i.m. eenmalig 1 dosis à 0,5 ml.
Bij adolescenten en volwassenen met een onbekende of onvolledige difterie- of tetanusvaccinatiestatus kan een enkele dosis worden toegediend als onderdeel van een vaccinatiereeks tegen kinkhoest en poliomyelitis en meestal ook tegen tetanus en difterie. Eventueel na 1 maand een aanvullende dosis van een vaccin dat entstoffen tegen difterie en tetanus bevat (dT-vaccin) toedienen, gevolgd door een derde dosis van een dT-bevattend vaccin zes maanden na de eerste dosis.
Triaxis Polio kan worden gebruikt voor revaccinatie tegen difterie, tetanus en kinkhoest met intervallen van 5 tot 10 jaar.
Passieve immunisatie zuigeling tegen kinkhoest
Zwangere vrouwen
i.m. eenmalig 1 dosis à 0,5 ml tijdens 2 e of 3 e trimester zwangerschap.
Toediening
- Voor gebruik goed schudden.
- Vaccin i.m. toedienen, bij voorkeur in de deltaspier. In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij kans op bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend.
Doseringen
Actieve immunisatie tegen hepatitis A- en B-infecties:
Volwassenen en jongeren ≥ 16 jaar:
Twinrix Adult: primaire vaccinatie (3 doses): één dosis van 1 ml i.m. op dag 0, na 1 maand en 6 maanden na de eerste dosis. Wanneer een snelle bescherming is vereist (bv. < 1 maand voor vertrek naar risicogebied) een dosis op dag 0, 7 en 21 toedienen; bij dit schema wordt aanbevolen om 12 maanden na de eerste dosis een vierde dosis toe te dienen.
Kinderen van 1 tot 16 jaar:
Ambirix: primaire vaccinatie (2 doses): een dosis van 1 ml i.m. en na 6–12 maanden nogmaals een dosis van 1 ml.
Algemene richtlijnen voor het geven van een boostervaccinatie zijn af te leiden uit de ervaring met de monovalente hepatitis A- en B-vaccins. Een revaccinatiedosis kan met de afzonderlijke vaccins worden toegediend. (zie hepatitis B-vaccin fendrix#doseringen, hepatitis B-vaccin hbvax#doseringen en hepatitis A-vaccin).
De injectievloeistof i.m. toedienen in de deltaspier, bij jonge kinderen in het anterolaterale deel van de dij. In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij kans op bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend. Niet intraveneus toedienen.
De suspensie zwenken voor gebruik.
Doseringen
Immunisatie tegen gele koorts
Kinderen en volwassenen vanaf 9 maanden tot 60 jaar
s.c. 0,5 ml , uiterlijk 10 dagen voor vertrek.
Kinderen 6–8 maanden en ouderen > 60 jaar:
In verband met meer kans op ernstige bijwerkingen alléén in specifieke gevallen toedienen: s.c. 0,5 ml.
Revaccinatie is alleen in bijzondere omstandigheden nodig, zie de richtlijnen van het LCR.
Toediening
- Vóór toediening het gereconstitueerde vaccin krachtig schudden;
- Bij voorkeur s.c. toedienen. Als i.m.-toediening nodig is, bij kinderen < 12 maanden toedienen in het anterolaterale deel van de dij; bij kinderen van 12–35 maanden in het anterolaterale gebied van de dij of eventueel in de deltaspier als er voldoende spiermassa is; bij kinderen ≥ 36 maanden en bij volwassenen in de deltaspier;
- Niet i.v. toedienen;
- Bij gelijktijdige behandeling met andere vaccins, deze op afzonderlijke injectieplaatsen en bij voorkeur in een andere ledemaat toedienen.
Bijwerkingen
Zelden (0,01–0,1%): lokale reacties (pijn en zwelling op de injectieplaats), malaise en koorts.
Zeer zelden (< 0,01%) (poly)neuropathie, verlammingsverschijnselen, gevoelloosheid, tintelingen.
Verder zijn gemeld: bij zeer premature kinderen (≤ 28 weken) ademhalingsproblemen (apneu).
Bijwerkingen
Volwassenen en adolescenten
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Misselijkheid. Artralgie, gewrichtszwelling, myalgie. Vermoeidheid, asthenie, koude rillingen. Pijn, zwelling, roodheid op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): diarree, braken. Koorts (≥ 38°C).
Verder zijn gemeld: anafylactische reacties, zoals urticaria, gezichtsoedeem en dyspneu. Lymfadenopathie. Convulsies, vasovagale syncope, syndroom van Guillain-Barré, aangezichtsverlamming, myelitis, brachiale neuritis, voorbijgaande paresthesie/hypo-esthesie van het gevaccineerde ledemaat, duizeligheid. Buikpijn. Pijn in gevaccineerde ledemaat. Malaise, bleekheid, uitgebreide zwelling van het ledemaat (vaak met roodheid en soms blaren, binnen 48 uur na vaccinatie en voorbijgaand na gemiddeld 4 dagen). Induratie op de injectieplaats.
Kinderen 3-6 jaar
Zeer vaak (> 10%): diarree. Vermoeidheid, asthenie, koorts (≥ 37,5°C). Pijn, zwelling, roodheid op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Braken, misselijkheid. Uitslag. Artralgie, gewrichtszwelling. Prikkelbaarheid. Dermatitis, bloeduitstorting, jeuk op de injectieplaats.
Verder zijn gemeld: anafylactische reacties, zoals urticaria, gezichtsoedeem en dyspneu. Lymfadenopathie. Convulsies, vasovagale syncope, syndroom van Guillain-Barré, aangezichtsverlamming, myelitis, brachiale neuritis, voorbijgaande paresthesie/hypo-esthesie van het gevaccineerde ledemaat, duizeligheid. Buikpijn. Pijn in gevaccineerde ledemaat. Malaise, bleekheid, uitgebreide zwelling van het ledemaat (vaak met roodheid en soms blaren, binnen 48 uur na vaccinatie en verdwijnt na gemiddeld 4 dagen). Induratie op de injectieplaats.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Vermoeidheid, prikkelbaarheid. Verlies van eetlust. Pijn en roodheid op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): maag-darmklachten incl. misselijkheid en diarree. Malaise, sufheid. Zwelling, jeuk of hematoom op de injectieplaats.
Soms (0,1-1%): duizeligheid. Koorts, myalgie. Bovenste luchtweginfecties. Braken, abdominale pijn.
Zelden (0,01-0,1%): hypotensie. Hypo-esthesie, paresthesie. Griepachtige verschijnselen, rillingen, artralgie, lymfadenopathie. Huiduitslag, jeuk.
Zeer zelden (< 0,01%): urticaria.
Verder zijn gemeld: syncope. Anafylaxie, angio-oedeem, gegeneraliseerd oedeem, op serumziekte lijkende allergische reacties, lichen planus. Gevallen van perifere en/of centraal neurologische aandoeningen zoals: convulsies, meningitis, encefalitis, encefalopathie, multiple sclerose, myelitis, facialisparese, neuropathie, neuritis optica, polyneuritis zoals het Guillain-Barrésyndroom. Erythema exsudativum multiforme, vasculitis. Artritis, spierzwakte. Trombocytopenie, abnormale leverfunctiewaarden.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): pijn) of gevoeligheid op de injectieplaats. Hoofdpijn. Sufheid, prikkelbaarheid, verlies van eetlust en huilen bij kinderen. Braken. Myalgie. Koorts (tussen dag 4 en dag 14). Asthenie.
Vaak (1-10%): roodheid, zwelling, bloeding, induratie op de injectieplaats. Misselijkheid. Artralgie. Huiduitslag.
Soms (0,1-1%): papels op injectieplaats. Buikpijn. Duizeligheid. Jeuk.
Zelden (0,01-0,1%): rinitis. Diarree.
Zeer zelden (< 0,01%): gele koorts vaccin-geassocieerde neurotrope ziekte (YEL-AND), gele koorts vaccin geassocieerde viscerotrope ziekte (YEL-AVD), aanvallen, aseptische meningitis.
Verder zijn gemeld: anafylaxie, angio-oedeem. Influenza-achtige verschijnselen. Paresthesie. Urticaria. Lymfadenopathie.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met immunosuppressiva kan een verminderde immunologische respons veroorzaken.
Interacties
Bij gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.
Interacties
Gelijktijdige toediening van specifiek hepatitis A- of hepatitis B-immunoglobuline kan leiden tot relatief lagere antilichaamtiters.
Indien gelijktijdige toediening met andere vaccins noodzakelijk is, deze op afzonderlijke injectieplaatsen toedienen.
Bij behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die de afweer onderdrukken is gecontra-indiceerd , zoals hooggedoseerde systemische corticosteroïden (bv. prednison 20 mg/dag gedurende ≥ 2 weken of 40 mg/dag gedurende > 1 week), biologicals of cytotoxische geneesmiddelen. Als het om een tijdelijke immunosuppressie gaat, de vaccinatie uitstellen tot de immuunfunctie zich heeft hersteld. Bij patiënten die gedurende 14 dagen of langer systemische corticosteroïden hebben gekregen, is het raadzaam de vaccinatie uit te stellen tot ten minste één maand na het voltooien van het schema.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Met DKTP-vaccin is ruime ervaring opgedaan tijdens de zwangerschap. Er zijn geen aanwijzingen voor een toegenomen kans op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Vanaf 22 weken van de zwangerschap wordt een kinkhoestvaccinatie (DKT of DKTP, ook wel de 22-wekenprik) aangeboden vanuit het Rijksvaccinatieprogramma aan alle zwangere vrouwen. Hierdoor is de baby vanaf de geboorte beschermd tegen een kinkhoestinfectie. Vaccinatie tijdens de zwangerschap geldt als aanvulling op de bestaande vaccinatie van zuigelingen in het RVP. Zie Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen op RIVM.nl.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onbekend. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Aangenomen wordt dat het risico voor de foetus te verwaarlozen is.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Levend-verzwakte vaccins kunnen de placenta passeren; in theorie kan dit infectie van de foetus veroorzaken.
Teratogenese: Bij de mens redelijke mate van ervaring; geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie tijdens de zwangerschap gebruiken. Volgens de fabrikant dient zwangerschap gedurende 1 maand na vaccinatie te worden vermeden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Polioantistoffen gaan over in de moedermelk en geven het kind de eerste weken bescherming.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Wel kunnen antistoffen van de moeder via de moedermelk bij de zuigeling terecht komen. Dit is aangetoond voor polioantistoffen.
Overig: Polioantistoffen geven de zuigeling in de eerste weken bescherming.
Advies: Vaccins met gedode/geïnactiveerde antigenen kunnen worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Het gelekoortsvaccinvirus kan overgedragen worden op de zuigeling.
Farmacologisch effect: Bij overdracht van het virus kan bij de zuigeling ‘yellow fever vaccine associated neurotropic disease’ (YEL-AND) optreden. De zuigeling herstelt hier doorgaans van. Zie verder de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Advies: Het gebruik van dit vaccin óf het geven van borstvoeding ontraden. Indien vaccinatie nodig is, de borstvoeding onderbreken gedurende ten minste 2 weken na vaccinatie,
Contra-indicaties
- ernstige infectieziekte met koorts;
- ernstige reactie op eerdere vaccinatie met hetzelfde vaccin.
Contra-indicaties
- acute, ernstige en met koorts gepaard gaande ziekte;
- encefalopathie met onbekende oorzaak binnen zeven dagen na eerdere inenting met een pertussis (kinkhoest) bevattend vaccin;
- overgevoeligheid voor neomycine, streptomycine of polymyxine B. Het vaccin kan sporen hiervan bevatten; zie voor een volledig overzicht van hulpstoffen de officiële productinformatie.
Contra-indicaties
-
met hoge koorts gepaard gaande ziekte;
-
overgevoeligheid voor neomycine.
Contra-indicaties
- actieve infectieziekte; matige of ernstige ziekte met koorts;
- symptomatische HIV-infectie;
- asymptomatische HIV-infectie, indien deze gepaard gaat met een verzwakte immuunfunctie;
- functiestoornis van de thymus (incl. myasthenia gravis, thymoom, thymectomie);
- andere vormen van immunosuppressie, hetzij erfelijk, idiopathisch of als gevolg van systemische corticosteroïden (hooggedoseerd), immunosuppressiva, radiotherapie of cytotoxica;
- kinderen jonger dan zes maanden;
- overgevoeligheid voor kippeneiwit.
Waarschuwingen en voorzorgen
Patiënten met een aangeboren of verworven immunodeficiëntie, vertonen mogelijk een verminderde immunologische respons.
Bij zeer premature kinderen (≤ 28 weken zwangerschap) monitoren op apneu en de respiratoire functies gedurende 48–72 uur na toediening van een vaccin.
De kleur van het vaccin wordt veroorzaakt door fenolrood en mag variëren van oranjegeel tot oranjerood. Indien de kleur duidelijk geel of violet is, mag het vaccin niet worden gebruikt.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij voorgeschiedenis van een ernstige of hevige reactie binnen 48 uur na een vorige vaccinatie met soortgelijke componenten.
Bij optreden van Guillain-Barrésyndroom binnen 6 weken na eerdere vaccinatie met tetanustoxoïd, zorgvuldig afwegen om te vaccineren.
Wees voorzichtig bij recent ontstane of progressieve neurologische aandoeningen, ongecontroleerde epilepsie of progressieve encefalopathie; Deze dienen eerst behandeld of gestabiliseerd te zijn.
De immunogeniciteit van het vaccin kan worden verminderd door een immunosuppressieve behandeling of immunodeficiëntie.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld voor kinderen < 3 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overweeg serologische testen wanneer er kans is op onvoldoende hoge antistoftiters en overweeg extra doses bij geen/onvoldoende immuunrespons. Bij hemodialysepatiënten, bij een stoornis van het immuunsysteem, obesitas (BMI ≥ 30 kg/m²) of bij gebruik van een andere toedieningsweg is er meer kans op onvoldoende immuunrespons. Daarnaast blijken hogere leeftijd, mannelijk geslacht, roken en chronische ziekten de immuunrespons op hepatitis B-vaccins te verminderen.
Het is niet bekend of hepatitis A en B worden voorkomen als iemand zich in de incubatieperiode van een hepatitis A- of B-infectie bevindt op moment van vaccinatie. Deze vaccins afraden voor profylaxe na (mogelijke) infectie, bijvoorbeeld na een prikaccident.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet toedienen aan immuungecompromitteerde personen. Als het om een tijdelijke immunosuppressie gaat, de vaccinatie uitstellen tot de immuunfunctie zich heeft hersteld. Bij patiënten die gedurende 14 dagen of langer systemische corticosteroïden hebben gekregen, is het raadzaam de vaccinatie uit te stellen tot ten minste één maand na het voltooien van het schema.
HIV-infectie: Niet toedienen aan personen met een symptomatische HIV-infectie of met een asymptomatische HIV-infectie met bewijs van een verzwakte immuunfunctie. Bij een asymptomatische HIV-infectie de risico's afwegen tegen het voordeel van vaccinatie, omdat de vaccinatie zowel gevaarlijk als ondoeltreffend kan zijn. Kinderen ≥ 6 maanden van een HIV-besmette moeder mogen worden gevaccineerd als bevestigd is dat ze niet besmet zijn. Indien het kind HIV-positief is, een kinderarts consulteren.
YEL-AND: Neurotrope ziekte na gelekoortsvaccinatie (‘yellow fever vaccine associated neurotropic disease’: YEL-AND) is zeer zelden gemeld, soms fataal, binnen 1 maand na vaccinatie. Het kan zich manifesteren als ofwel encefalitis (met of zonder myelinisatie) of als een neurologische ziekte met betrokkenheid van het perifere zenuwstelsel (bv. syndroom van Guillain-Barré). Erfelijke of verworven immuundeficiëntie en een leeftijd ≥ 60 jaar of < 9 maanden (inclusief zuigelingen die aan het vaccin werden blootgesteld via borstvoeding) zijn mogelijke risicofactoren voor YEL-AND. Neurologische ziekte die niet voldoet aan de criteria van YEL-AND is gemeld, zoals aseptische meningitis of aanvallen zonder geassocieerde focale neurologische symptomen. Instrueer gevaccineerde om zich te melden bij klachten die wijzen op YEL-AND zoals hoge koorts met hoofdpijn of verwarring, persoonlijkheidsverandering of bij extreme vermoeidheid, stijve nek, aanvallen, niet meer kunnen bewegen of voelen in een deel van of het hele lichaam. Ze dienen verder hun eigen arts/verpleegkundige te informeren dat ze gevaccineerd zijn.
YEL-AVD: Viscerotrope ziekte na gelekoortsvaccinatie (‘yellow fever vaccine associated viscerotropic disease’: YEL-AVD) is zeer zelden gemeld binnen 10 dagen na vaccinatie, met koorts, vermoeidheid, spierpijn, hoofdpijn, hypotensie, met mogelijk snelle progressie naar leverinsufficiëntie met geelzucht, spiercytolyse, trombocytopenie, nierfalen en ademhalingsstilstand; bij 60% fataal. Een leeftijd ≥ 60 jaar en een voorgeschiedenis van een thymusdisfunctie of thymectomie zijn risicofactoren. Instrueer gevaccineerde om zich te melden bij klachten die wijzen op YEL-AVD zoals koorts, spierpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of hypotensie en om eigen arts/verpleegkundige te informeren dat ze gevaccineerd zijn.
Leeftijd: Voorzichtigheid is geboden bij personen > 60 jaar. Zij hebben meer kans op YEL-AND en YEL-AVD. Bij kinderen 6-8 maanden wordt vaccinatie in het algemeen niet aanbevolen vanwege het risico op YEL-AND.
Fout-positieve uitslagen bij testen voor flavivirus–gerelateerde ziekten zijn mogelijk, bijvoorbeeld voor dengue of Japanse encefalitis.
Eigenschappen
Het poliomyelitisvaccin resulteert na één- of tweemalige toediening in de vorming van antistoffen en/of het ontstaan van immunologisch geheugen. Een antilichaamtiter van ≥ 8 IU/l is beschermend.
Eigenschappen
Gecombineerd vaccin tegen difterie, (acellulair) kinkhoest, tetanus en poliomyelitis (D(a)KTP). Aard van het antigenenmateriaal: dood, bacterieel (difterie, kinkhoest, tetanus); geïnactiveerd, viraal (poliomyelitis).
Eigenschappen
Het vaccin bestaat uit een combinatie van geïnactiveerd hepatitis A-virus en geïnactiveerd hepatitis B-oppervlakte-antigeen (HBsAg-antigeen), die afzonderlijk aan aluminiumzouten zijn geadsorbeerd. Na een primaire kuur zijn bij vrijwel alle gezonde personen antistoffen tegen hepatitis A en B gevormd. Voor Ambirix zijn langetermijngegevens van antistoffenpersistentie beschikbaar tot maximaal 15 jaar na vaccinatie; voor Twinrix zijn er gegevens tot 20 jaar na vaccinatie.
Eigenschappen
Levend-verzwakt virusvaccin. Toediening geeft een subklinische infectie die leidt tot ontstaan van specifieke B- en T-cellen, en van neutraliserende antilichamen tegen het gelekoortsvirus. Een neutraliserende antilichaamtiter van 1:10 wordt verondersteld beschermend te werken. Bescherming ontwikkelt zich na circa 10 dagen; deze houdt in principe levenslang aan. Revaccinatie kan nodig zijn. Bescherming treedt op bij > 90% van de gevaccineerden.
Groepsinformatie
poliomyelitisvaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
hepatitis A+B-vaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
gelekoortsvaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk