Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

regorafenib

proteïnekinaseremmers L01EX05

Sluiten

duvelisib

proteïnekinaseremmers L01EM04

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Stivarga XGVS Aanvullende monitoring Bayer bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
40 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Copiktra XGVS Aanvullende monitoring Verastem Europe GmbH

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
15 mg, 25 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor het advies voor regorafenib bij gemetastaseerd colorectaal carcinoom de commissie BOM op medischeoncologie.nl. Voor de behandeling van colorectaal carcinoom staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.

Zie voor het advies voor regorafenib bij GIST in een gevorderd stadium na falen van imatinib en sunitinib de commissie BOM op medischeoncologie.nl.

Zie voor het advies voor regorafinib bij hepatocellulair carcinoom de commissie BOM op medischeoncologie.nl. Voor de behandeling van hepatocellulair carcinoom staat op oncoline de geldende behandelrichtlijn.

Advies

Zie voor de behandeling van chronische lymfatische leukemie (CLL) of folliculair lymfoom de geldende behandelrichtlijn op hovon.nl.

Indicaties

Als monotherapie bij volwassenen met:

  • gemetastaseerd colorectaal carcinoom (CRC), die eerder zijn behandeld met, of niet in aanmerking komen voor andere beschikbare behandelingen, zoals chemotherapie op basis van fluoropyrimidine, een anti–VEGF–behandeling en een anti–EGFR–behandeling;
  • niet-operabele of gemetastaseerde gastro-intestinale stromale tumoren (GIST), die progressie vertonen op of intolerant zijn voor eerdere behandeling met imatinib en sunitinib;
  • hepatocellulair carcinoom (HCC), die eerder behandeld zijn met sorafenib.

Indicaties

  • Recidiverende of refractaire chronische lymfatische leukemie (CLL) bij volwassenen, na ten minste twee eerdere behandelingen, als monotherapie.
  • Refractair folliculair lymfoom (FL) bij volwassenen, na ten minste twee eerdere systemische behandelingen, als monotherapie.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Gemetastaseerd colorectaal carcinoom, niet-operabele of gemetastaseerde GIST of hepatocellulair carcinoom:

Volwassenen (incl. ouderen):

160 mg 1×/dag gedurende 3 weken, gevolgd door 1 week zonder behandeling; dit wordt gezien als één behandelcyclus (4 weken). De behandeling voortzetten tot aan ziekteprogressie of toxiciteit. Dosisaanpassingen in stappen van 40 mg doen. De laagst aanbevolen dosering is 80 mg/dag, de max. dosering is 160 mg/dag.

Gestoorde nierfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Gestoorde leverfunctie: bij lichte stoornis (Child-Pughscore 5–6) is geen dosisaanpassing nodig. Bij matige stoornis (Child-Pughscore 7–9) kan geen doseeradvies worden gegeven, gebruik bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore ≥ 10) wordt ontraden vanwege onvoldoende gegevens (zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen achter leverfunctie).

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of stopzetting van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (hand-voetsyndroom, afwijkende uitslagen van leverfunctietesten) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabellen 1 en 2). Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Een vergeten dosis alleen op dezelfde dag inhalen. Bij braken na toediening géén vervangende dosis innemen.

Toediening: de dosis elke dag op hetzelfde tijdstip innemen. De tabletten heel innemen met water na een lichte maaltijd met < 30% vet, zoals 1 portie ontbijtgranen (ca. 30 g), 1 glas magere melk, 1 sneetje toast met jam, 1 glas appelsap en 1 kop koffie of thee (520 calorieën, 2 g vet).

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Chronisch lymfatische leukemie of folliculair lymfoom

Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 jaar)

25 mg 2×/dag bij een cyclusduur van 28 dagen. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie of terminaal nierlijden met of zonder dialyse.

Verminderde leverfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.

In combinatie met een sterke CYP3A4-remmer: verlaag de dosis tot 15 mg 2×/dag.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (infecties, niet-infectieuze colitis of diarree, huidreacties, niet-infectieuze pneumonitis, stijging transaminasen, neutropenie, trombocytopenie) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubrieken 4.2, tabel 1).

Gemiste dosis: een vergeten of uitgestelde dosis mag binnen 6 uur alsnog worden ingenomen, daarna niet meer.

Toediening: de capsules in hun geheel (dus niet openen, breken of kauwen) innemen, met of zonder voedsel.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hemorragie (soms fataal), hypertensie (bij ≥ 30%). Infectie (bij > 30%, fataal verloop is gemeld). Stomatitis, misselijkheid, braken, diarree (bij ≥ 30%), obstipatie. Verminderde eetlust en voedselinname, gewichtsverlies (alle ≥ 30%). Asthenie/vermoeidheid (≥ 30%), koorts, mucositis. Dysfonie (≥ 30%). Hand–voetsyndroom (bij > 50% en relatief vaker bij Aziatische (vooral Japanse) patiënten), huiduitslag. Anemie, trombocytopenie. Hyperbilirubinemie, verhoogde transaminasewaarden.

Vaak (1–10%): droge mond, gastro-oesofageale reflux, gastro-enteritis. Smaakstoornis, tremor, perifere neuropathie. Hoofdpijn. Droge huid, exfoliatieve huiduitslag, alopecia. Spierspasmen. Proteïnurie. Hypothyroïdie. Leukopenie. Dehydratie, hyponatriëmie, hypokaliëmie, hypofosfatemie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, hyperurikemie. Verhoogde amylase- en lipasenwaarden, afwijkende INR-waarde.

Soms (0,1–1%): hypertensieve crisis. Myocardischemie (waaronder myocardinfarct). Overgevoeligheidsreactie. Maag–darmperforatie (soms fataal), maag–darmfistel. Ernstige leverschade (soms fataal). Pancreatitis. Erythema multiforme, nagelaandoening.

Zelden (0,01–0,1%): keratoacanthoom of plaveiselcelcarcinoom van de huid. Posterieur reversibel encefalopathiesyndroom (PRES). Stevens–Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse.

Verder zijn gemeld: aneurysma, arteriële dissectie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): onderste- of bovensteluchtweginfectie. Dyspneu, hoesten. Misselijkheid, braken, buikpijn, obstipatie, diarree, colitis. Huiduitslag. Spierpijn, gewrichtspijn. Koorts, vermoeidheid. Verminderde eetlust. Hoofdpijn. Neutropenie, anemie, trombocytopenie. Verhoogde waarden van de transaminasen.

Vaak (1-10%): sepsis. Pneumonitis, incl. interstitiële longziekte, longinfiltratie. Jeuk. Verhoogde waarde van lipase. Ernstige huidreacties, zoals Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrose (TEN) en geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS).

Verder is gemeld: CMV-reactivering/infectie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Vermijd gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-remmers, omdat de blootstelling aan regorafenib en actieve metabolieten kan veranderen; dit zijn o.a. claritromycine, erytromycine, grapefruit-/pompelmoessap, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, ritonavir, saquinavir en voriconazol. Zo ook gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4–inductoren vermijden; dit zijn o.a. barbituraten, carbamazepine, efavirenz, fenytoïne, nevirapine, primidon, rifabutine, rifampicine en sint–janskruid.

Regorafenib remt UGT1A1 en UGT1A9, voorzichtig bij gelijktijdige toediening met substraten hiervan (o.a. een actieve metaboliet van irinotecan).

Regorafenib remt tevens BCRP; bij combinatie met substraten hiervan die een kleine therapeutische breedte hebben, zoals dabigatran, colchicine, methotrexaat, rosuvastatine en sulfasalazine, nauwkeurig letten op verschijnselen van toxiciteit van deze middelen.

Interacties

Duvelisib wordt voornamelijk door CYP4A4 gemetaboliseerd. Vermijd gelijktijdig gebruik met een sterke CYP3A4-inductor, zoals apalutamide, carbamazepine, enzalutamide, fenytoïne, mitotaan, rifampicine en sint-janskruid, omdat de blootstelling van duvelisib kan afnemen. In combinatie met een matige CYP3A4-inductor, de patiënt nauwlettend controleren op een mogelijk verminderde werkzaamheid van duvelisib.

Bij gelijktijdig gebruik met een sterke CYP3A4-remmer, zoals claritromycine, cobicistat, ketoconazol, posaconazol, ritonavir, saquinavir, voriconazol en grapefruit-/pompelmoessap, de dosering van duvelisib verlagen, zie de rubriek Dosering. In combinatie met een matige CYP3A4-remmer is een dosisverlaging van duvelisib niet nodig.

Duvelisib en de belangrijkste metaboliet zijn sterke CYP3A4-remmers. In combinatie met een gevoelig CYP3A4-substraat, zoals alfentanil, budesonide, buspiron, darunavir, dasatinib, darifenacine, ebastine, eletriptan, eplerenon, everolimus, felodipine, ibrutinib, lomitapide, maraviroc, midazolam, naloxegol quetiapine, saquinavir, sildenafil, simvastatine, sirolimus, tacrolimus, ticagrelor, tolvaptan, vardenafil, een dosisverlaging van het CYP3A4-substraat overwegen, in het bijzonder bij geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte. Controleer de patiënt op tekenen van toxiciteit.

Het is niet bekend of duvelisib de effectiviteit van hormonale anticonceptiemiddelen vermindert. Adviseer vrouwen die hormonale anticonceptiemiddelen gebruiken een barrièremiddel toe te voegen als tweede anticonceptiemethode.

Bij optreden van door duvelisib veroorzaakte huidreacties, de gelijktijdig gebruikte geneesmiddelen beoordelen. Staak de geneesmiddelen die mogelijk bijdragen aan de huidreactie.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren in subtherapeutische doseringen schadelijk gebleken (misvormingen van het skelet, hart, de belangrijkste bloedvaten en urinewegen).

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Vruchtbaarheid: Bij dieren zijn negatieve effecten op de mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid waargenomen (slechts ten dele reversibel).

Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot 8 weken na de therapie.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen tot schadelijkheid bij klinische doses.

Advies: Uit voorzorg gebruik ontraden.

Overig: Het is niet bekend of duvelisib de effectiviteit van hormonale anticonceptiemiddelen vermindert. Adviseer vrouwen die hormonale anticonceptiemiddelen gebruiken een barrièremiddel toe te voegen als tweede anticonceptiemethode.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.

Farmacologisch effect: Remming van de groei en ontwikkeling van het kind.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden gedurende en tot ten minste 1 maand na de therapie.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen (klinisch relevante) contra-indicaties bekend.

Contra-indicaties

Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Hartaandoeningen: patiënten met instabiele angina pectoris of met een nieuwe presentatie van angina pectoris (binnen 3 maanden na aanvang van de behandeling), met een recent myocardinfarct (binnen 6 maanden na aanvang van de behandeling) of met hartfalen (NYHA-klasse II of hoger) werden uitgesloten van deelname aan de klinische onderzoeken. Bij een voorgeschiedenis van ischemische hartziekte daarom monitoren op symptomen van myocardischemie. Bij optreden van myocardischemie en/of –infarct de behandeling onderbreken en alleen hervatten bij voldoende herstel. In de klinische onderzoeken kwamen cardiale stoornissen vaker voor bij een leeftijd ≥ 75 jaar.

Vóór aanvang van de behandeling eventuele hypertensie onder controle brengen. Bij ernstige of aanhoudende hypertensie (ondanks adequate behandeling) de behandeling onderbreken en/of de dosering verlagen. Bij een hypertensieve crisis de behandeling staken.

Bloedingen: bij een verhoogd bloedingsrisico (o.a. gelijktijdig gebruik van antistollingsmiddelen) bloedbeeld en stollingsparameters regelmatig controleren. Bij levercirrose eerst screenen op slokdarmvarices en deze behandelen vóór starten van regorafenib (zie ook volgende tekstblok over leverfunctie). Bij optreden van ernstige bloedingen overwegen om de behandeling definitief te staken.

Blokkade van de vasculaire endotheliale groeifactor-receptor (VEGFR) kan mogelijk de vorming van aneurysma's en/of arteriële dissecties bevorderen. Bij meer kans hierop, zoals bij hypertensie of een voorgeschiedenis van aneurysma, vóór start van de behandeling het risico zorgvuldig afwegen.

Vóór aanvang van de behandeling de leverfunctie (ALAT, ASAT en bilirubine) bepalen, gedurende de eerste twee maanden elke 14 dagen en daarna maandelijks én op klinische indicatie. Gebruik bij een ernstige leverfunctiestoornis wordt ontraden (geen gegevens beschikbaar, de blootstelling kan verhoogd zijn), er zijn weinig gegevens beschikbaar in geval van een matig ernstige leverfunctiestoornis; de blootstelling hierbij aan regorafenib lijkt gelijk aan die bij een normale leverfunctie. Bij Aziatische (vooral Japanse) patiënten komen ernstige afwijkingen in de leverfunctietesten en leverdisfunctie vaker voor.

Elektrolytverstoringen en metabole afwijkingen: tijdens de behandeling regelmatig controleren op elektrolytverstoringen (bv. hyponatriëmie, hypokaliëmie, hypofosfatemie en hypocalciëmie) en metabole afwijkingen (bv. verhoging TSH, lipase en amylase). Suppletie van elektrolyten kan nodig zijn. Bij significant aanhoudende of terugkerende (ernstige) afwijkingen een dosisverlaging, tijdelijk of permanent staken van de therapie overwegen.

Bij verslechtering van infecties overwegen de behandeling te onderbreken.

Hand-voetsyndroom: de preventie bestaat uit het onder controle houden van callusweefsel en het gebruik van inlegzooltjes en handschoenen om de drukbelasting op voetzolen en handpalmen te verminderen. Behandeling: keratolytische crème (bv. met ureum, salicylzuur of alfa-hydroxylzuur) dun aanbrengen uitsluitend op de aangedane plekken, en vochtinbrengende crème royaal aanbrengen ter verlichting van de symptomen. Bij optreden van ernstig of aanhoudend hand–voetsyndroom de behandeling staken.

Reversibele posterieure-leuko-encefalopathiesyndroom (RPLS): symptomen als convulsies, hypertensie, hoofdpijn, lethargie, verwardheid, en blindheid, misselijkheid en braken kunnen passen bij de bijwerking reversibele posterieure-leuko-encefalopathiesyndroom. Bij vermoeden van RPLS de behandeling onderbreken en een MRI laten uitvoeren. Bij bevestiging van de diagnose de behandeling definitief staken.

Gastro-intestinale perforatie en fistels komen soms voor tijdens de behandeling met regorafenib. Ook kunnen het ziektegerelateerde complicaties zijn bij intra-abdominale maligniteiten. Staak de behandeling bij optreden van een perforatie of fistel.

Wondgenezing: bij een grote operatie de behandeling onderbreken en hervatten bij voldoende wondgenezing.

Syndroom van Gilbert: regorafenib remt UGT1A1; bij het syndroom van Gilbert kan milde hyperbilirubinemie optreden.

Onderzoeksgegevens: patiënten met een (ECOG) performancestatus ≥ 2 waren uitgesloten van klinisch onderzoek; er zijn weinig gegevens beschikbaar over het gebruik van regorafenib bij deze patiënten. De werkzaamheid en veiligheid bij GIST zijn niet vastgesteld bij kinderen (< 18 j.); er is geen relevante toepassing bij kinderen voor de indicaties gemetastaseerd colorectaal carcinoom en hepatocellulair carcinoom. De verdraagbaarheid van regorafenib bij hepatocellulair carcinoom ná slecht verdragen van een eerdere behandeling met sorafenib, is niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Infecties, algemeen: ernstige, waaronder fatale, infecties, zoals sepsis en pneumonie zijn gemeld. Controleer de patiënt gedurende de gehele behandeling op infecties, met inbegrip van respiratoire symptomen. Adviseer de patiënt een nieuwe of verergerende infectie onmiddellijk te melden. Behandel een infectie voordat wordt gestart met duvelisib. Indien een infectie zich voordoet tijdens de behandeling met duvelisib, de behandeling staken totdat de infectie is verdwenen. Na hervatten van duvelisib kan een dosisverlaging nodig zijn.

Pneumocystis jiroveci-pneumonie (PJP): gevallen van ernstige PJP-pneumonie, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld. Geef daarom altijd profylaxe tegen PJP. Na voltooiing van de behandeling met duvelisib de PJP-profylaxe voortzetten tot het absolute aantal CD4-positieve T-cellen hoger is dan 200 cellen/µl. Onderbreek duvelisib bij een vermoeden van PJP. Indien PJP wordt bevestigd duvelisib definitief staken.

CMV-reactivering/infectie: overweeg tijdens de behandeling met duvelisib profylactische behandeling met antivirale middelen.

Diarree/colitis: ernstige, waaronder fatale, diarree of colitis is gemeld. Adviseer de patiënt iedere nieuwe of verergerende diarree te melden. Bij optreden van diarree deze volgens protocol behandelen. Bij ernstige diarree of licht/matige diarree die niet op anti-diarreemiddelen reageert, de behandeling met duvelisib onderbreken en wekelijks controleren totdat de diarree is verdwenen. Hervat duvelisib met een lagere dosis. Bij recidiverende diarree graad 3 of recidiverende colitis, ongeacht de graad, de behandeling met duvelisib definitief staken. Bij levensbedreigende diarree of colitis de behandeling met duvelisib direct definitief staken.

Huidreacties: ernstige, waaronder fatale, huidreacties zijn gemeld. Adviseer de patiënt nieuwe of verergerende huidreacties te melden. Bij ernstige huidreacties graad 3 de behandeling onderbreken, en de huidreacties behandelen volgens protocol. Controleer ten minste wekelijks tot de bijwerking is verdwenen. Hervat duvelisib in een lagere dosis. Indien de huidreactie niet afneemt of als deze verergert of terugkomt, duvelisib definitief staken. Staak duvelisib direct definitief bij levensbedreigende huidreacties of bij optreden van SJS, TEN of DRESS.

Pneumonitis: ernstige, waaronder fatale, niet-infectieuze pneumonitis is gemeld. Bij pneumonitis graad 2 de behandeling onderbreken en de pneumonitis behandelen volgens protocol. Indien de pneumonitis herstelt tot graad 0 of 1, duvelisib hervatten in een lagere dosis. Staak duvelisib definitief indien de pneumonitis recidiveert of niet op behandeling reageert. Bij pneumonitis ≥ graad 3 duvelisib direct definitief staken en de pneumonitis behandelen volgens protocol.

Hepatotoxiciteit: stijging van ALAT en/of ASAT graad ≥ 3 is gemeld. Controleer gedurende de eerste drie maanden van de behandeling maandelijks de leverfunctie, en daarna periodiek. Indien een ALAT/ASAT-stijging graad 3 zich voordoet, de behandeling onderbreken totdat deze zich herstelt tot ≤ graad 1. Bij hervatten van de behandeling kan een lagere dosis nodig zijn. Bij een ALAT/ASAT-stijging graad 4 de behandeling definitief staken.

Neutropenie: graad ≥ 3 is gemeld. Controleer gedurende de eerste 2 maanden van de behandeling elke 2 weken het neutrofielenaantal. Bij een neutrofielen aantal < 0,5 × 109/l de behandeling onderbreken totdat deze is hersteld. Geef bij hervatten van de behandeling de eerste keer een normale dosis en volgende keren een lagere dosis.

Onderzoeksgegevens: de werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie of terminaal nierlijden met of zonder dialyse.

Overdosering

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met regorafenib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met duvelisib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Proteïnekinaseremmer. Regorafenib remt meerdere kinasen, waaronder die betrokken zijn bij tumor–angiogenese (VEGFR1, VEGFR2, VEGFR3, TIE2), oncogenese (KIT, RET, RAF–1, BRAF, BRAFV600E), metastase (VEGFR3, PDGFR, FGFR) en tumorimmuniteit (CSF1R). Regorafenib remt vooral gemuteerd KIT, een belangrijke oncogene driver in gastro-intestinale stromale tumoren (GIST), en blokkeert daarmee de proliferatie van tumorcellen.

Kinetische gegevens

Resorptie voedsel verhoogt de absorptie van regorafenib. De plasmaconcentraties regorafenib en actieve metabolieten zijn het hoogst bij toediening na een vetarm ontbijt t.o.v. een vetrijk ontbijt of in nuchtere toestand.
T max ca. 3–4 uur.
Eiwitbinding > 99%.
Metabolisering in de lever door CYP3A4 en UGT1A9 tot o.a. de even actieve metabolieten M–2 (N–oxide) en M–5 (N–oxide en N–desmethyl).
Overig regorafenib en metabolieten kunnen een enterohepatische kringloop ondergaan.
Eliminatie met de feces ca. 71% (47% onveranderd), met de urine ca. 19% (als glucuroniden).
T 1/2el 20–30 uur (regorafenib en metaboliet M–2), 40–100 uur (metaboliet M–5).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Proteïnekinaseremmer. Duvelisib remt fosfatidylinositol 3-kinase p110-δ (PI3K-δ) en (mogelijk in mindere mate bij klinische dosis) PI3K-γ. Remming van PI3K-δ vermindert proliferatie en overleving van maligne B-cellijnen en CLL-tumorcellen. PI3K-γ-remming vermindert de activiteit van CD4+-T-cellen en macrofagen die de maligne B-cellen ondersteunen.

Kinetische gegevens

T max 1–2 uur.
F ca. 42%.
Eiwitbinding > 95%.
Metabolisering voornamelijk in de lever door CYP3A4 tot voornamelijk de inactieve metaboliet IPI-656.
Eliminatie wordt voor ca. 79% met de feces uitgescheiden (waarvan ca. 11% in onveranderde vorm) en voor ca. 14% met de urine (waarvan ca. 1% in onveranderde vorm).
T 1/2el ca. 4,7 uur.
Overig vetrijk voedsel verlaagt de Cmax met ca. 37% en de AUC met ca. 6% ten opzichte van inname op een lege maag.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

regorafenib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • abemaciclib (L01EF03) Vergelijk
  • acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
  • afatinib (L01EB03) Vergelijk
  • alectinib (L01ED03) Vergelijk
  • avapritinib (L01EX18) Vergelijk
  • axitinib (L01EK01) Vergelijk
  • binimetinib (L01EE03) Vergelijk
  • bosutinib (L01EA04) Vergelijk
  • brigatinib (L01ED04) Vergelijk
  • cabozantinib (L01EX07) Vergelijk
  • ceritinib (L01ED02) Vergelijk
  • cobimetinib (L01EE02) Vergelijk
  • crizotinib (L01ED01) Vergelijk
  • dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
  • dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
  • dasatinib (L01XE06) Vergelijk
  • duvelisib (L01EM04) Vergelijk
  • encorafenib (L01EC03) Vergelijk
  • entrectinib (L01EX14) Vergelijk
  • erlotinib (L01EB02) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
  • fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
  • gefitinib (L01EB01) Vergelijk
  • gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
  • ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
  • idelalisib (L01EM01) Vergelijk
  • imatinib (L01EA01) Vergelijk
  • lapatinib (L01EH01) Vergelijk
  • larotrectinib (L01EX12) Vergelijk
  • lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
  • lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
  • midostaurine (L01EX10) Vergelijk
  • neratinib (L01EH02) Vergelijk
  • nilotinib (L01EA03) Vergelijk
  • nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
  • osimertinib (L01EB04) Vergelijk
  • palbociclib (L01EF01) Vergelijk
  • pazopanib (L01EX03) Vergelijk
  • ponatinib (L01EA05) Vergelijk
  • ribociclib (L01EF02) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
  • selpercatinib (L01EX22) Vergelijk
  • sorafenib (L01EX02) Vergelijk
  • sunitinib (L01EX01) Vergelijk
  • temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
  • tepotinib (L01EX21) Vergelijk
  • tivozanib (L01EK03) Vergelijk
  • trametinib (L01EE01) Vergelijk
  • tucatinib (L01EH03) Vergelijk
  • vandetanib (L01EX04) Vergelijk
  • vemurafenib (L01EC01) Vergelijk

Groepsinformatie

duvelisib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • abemaciclib (L01EF03) Vergelijk
  • acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
  • afatinib (L01EB03) Vergelijk
  • alectinib (L01ED03) Vergelijk
  • avapritinib (L01EX18) Vergelijk
  • axitinib (L01EK01) Vergelijk
  • binimetinib (L01EE03) Vergelijk
  • bosutinib (L01EA04) Vergelijk
  • brigatinib (L01ED04) Vergelijk
  • cabozantinib (L01EX07) Vergelijk
  • ceritinib (L01ED02) Vergelijk
  • cobimetinib (L01EE02) Vergelijk
  • crizotinib (L01ED01) Vergelijk
  • dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
  • dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
  • dasatinib (L01XE06) Vergelijk
  • encorafenib (L01EC03) Vergelijk
  • entrectinib (L01EX14) Vergelijk
  • erlotinib (L01EB02) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
  • fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
  • gefitinib (L01EB01) Vergelijk
  • gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
  • ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
  • idelalisib (L01EM01) Vergelijk
  • imatinib (L01EA01) Vergelijk
  • lapatinib (L01EH01) Vergelijk
  • larotrectinib (L01EX12) Vergelijk
  • lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
  • lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
  • midostaurine (L01EX10) Vergelijk
  • neratinib (L01EH02) Vergelijk
  • nilotinib (L01EA03) Vergelijk
  • nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
  • osimertinib (L01EB04) Vergelijk
  • palbociclib (L01EF01) Vergelijk
  • pazopanib (L01EX03) Vergelijk
  • ponatinib (L01EA05) Vergelijk
  • regorafenib (L01EX05) Vergelijk
  • ribociclib (L01EF02) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
  • selpercatinib (L01EX22) Vergelijk
  • sorafenib (L01EX02) Vergelijk
  • sunitinib (L01EX01) Vergelijk
  • temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
  • tepotinib (L01EX21) Vergelijk
  • tivozanib (L01EK03) Vergelijk
  • trametinib (L01EE01) Vergelijk
  • tucatinib (L01EH03) Vergelijk
  • vandetanib (L01EX04) Vergelijk
  • vemurafenib (L01EC01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".