Samenstelling
Actonel (Na-zout) Theramex Ireland Limited
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 5 mg, 75 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld 'wekelijks'
- Sterkte
- 35 mg
Risedronaat (Na-zout) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 5 mg, 30 mg, 75 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld 'wekelijks'
- Sterkte
- 35 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Alendroninezuur (als Na-zout, als K-zout) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg, 70 mg
Bonasol (als Na-zout–3–water) Curaphar bv
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 0,7 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 100 ml
Conserveermiddel: methyl- en propylparahydroxybenzoaat. Bevat tevens: ethanol 0,15 vol.-% en butylhydroxyanisol.
Fosamax (als Na-zout–3–water) Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 70 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bisfosfonaten (risedroninezuur, zoledroninezuur) zijn de middelen van keuze bij de ziekte van Paget. Zij verminderen de ziekteactiviteit en kunnen de pijnklachten verminderen. Het is onvoldoende onderbouwd dat door behandeling met bisfosfonaten de progressie van de aandoening en de complicaties op langere termijn worden tegengegaan.
Kies voor de behandeling van osteoporose in eerste instantie uit de bisfosfonaten alendroninezuur en risedroninezuur in combinatie met vitamine D3 en, afhankelijk van de dagelijkse inname van de patiënt, calcium. Bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie zijn zoledroninezuur of denosumab alternatieven, en ibandroninezuur of raloxifeen wanneer hiermee niet wordt uitgekomen. Kies voor teriparatide bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie voor bovengenoemde middelen, bij het optreden van een derde fractuur tijdens de behandeling, of als initiële therapie bij postmenopauzale vrouwen met ernstige osteoporose en een hoog risico op botbreuken.
Advies
Kies voor de behandeling van osteoporose in eerste instantie uit de bisfosfonaten alendroninezuur en risedroninezuur in combinatie met vitamine D3 en, afhankelijk van de dagelijkse inname van de patiënt, calcium. Bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie zijn zoledroninezuur of denosumab alternatieven, en ibandroninezuur of raloxifeen wanneer hiermee niet wordt uitgekomen. Kies voor teriparatide bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie voor bovengenoemde middelen, bij het optreden van een derde fractuur tijdens de behandeling, of als initiële therapie bij postmenopauzale vrouwen met ernstige osteoporose en een hoog risico op botbreuken.
Indicaties
- Ziekte van Paget.
- Behandeling en preventie van postmenopauzale osteoporose.
- Behouden of vergroten van de botmassa bij postmenopauzale vrouwen die langdurig (> 3 mnd.) een systemische behandeling met glucocorticoïden, in doses ≥ 7,5 mg/dag prednison of equivalent, ondergaan.
- Behandeling van osteoporose bij mannen met meer kans op fracturen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van postmenopauzale osteoporose;
- Behandeling van osteoporose bij mannen ter vermindering van de kans op vertebrale fracturen;
- Behandeling en preventie van door glucocorticoïden veroorzaakte osteoporose.
Gerelateerde informatie
Dosering
Ziekte van Paget:
Volwassenen:
30 mg 1×/dag gedurende 2 maanden. Zo nodig, > 2 mnd. na de kuur, een herbehandeling met dezelfde dosis en duur overwegen.
Preventie postmenopauzale osteoporose en van osteoporose veroorzaakt door een corticosteroïd:
Volwassenen:
5 mg 1×/dag.
Behandeling postmenopauzale osteoporose:
Volwassenen:
Tablet 5 mg: 1 tablet 1×/dag.
Tablet 35 mg 'wekelijks': 1 tablet 1×/week, op dezelfde dag innemen. Bij het vergeten van een dosis, de tablet innemen op de dag dat dit wordt herinnerd en vervolgens weer 1×/w. op de gebruikelijke dag één tablet innemen. Het gebruik van 2 tabletten à 35 mg op dezelfde dag is niet toegestaan.
Tablet 75 mg: 1 tablet per dag gedurende twee opeenvolgende dagen per maand; daarbij de eerste tablet iedere maand op dezelfde dag innemen. Bij het vergeten van een tablet, de tablet innemen op de ochtend van de volgende dag nadat dit wordt herinnerd, tenzij de tijd tot de volgende maandelijkse dosering binnen 7 dagen gepland staat. In dat laatste geval de geplande inname aanhouden en de vergeten tablet niet innemen. Het gebruik van 3 tabletten 75 mg in een week is niet toegestaan.
Osteoporose bij mannen:
Volwassenen:
Tablet 35 mg 'wekelijks': 1 tablet 1×/week, op dezelfde dag innemen. Bij het vergeten van een dosis, de tablet innemen op de dag dat dit wordt herinnerd en vervolgens weer 1×/w. op de gebruikelijke dag één tablet innemen. Het gebruik van 2 tabletten à 35 mg op dezelfde dag is niet toegestaan.
Bij ouderen is een dosisaanpassing niet nodig.
Bij milde tot matige nierfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig. Gebruik bij ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) is gecontra-indiceerd.
Toediening:
Om adequate absorptie te garanderen: De tablet ten minste 30 minuten vóór het eerste eten, drinken en de eerste geneesmiddelen van die dag innemen. Indien toediening vóór het ontbijt praktisch niet haalbaar is, de dagelijkse tablet eventueel tussen de maaltijden of 's avonds (> 30 min vóór het slapengaan) innemen, telkens op hetzelfde tijdstip, ten minste 2 uur vóór én na inname van eten, drinken en andere geneesmiddelen.
Ter voorkoming van oesofageale bijwerkingen: De tablet in zijn geheel doorslikken, rechtop zittend of staand, met een vol glas gewoon leidingwater. De eerstvolgende 30 minuten na inname niet gaan liggen.
Dosering
Behandeling postmenopauzale osteoporose:
Volwassenen:
10 mg 1×/dag (tablet) óf 70 mg 1×/week (tablet of drank). Bij het vergeten in te nemen van de wekelijkse tablet of drank, deze de volgende ochtend innemen en vervolgens op de gekozen dag het oorspronkelijke behandelschema van 1 dosiseenheid per week hervatten.
Behandeling osteoporose bij mannen:
Volwassenen:
10 mg 1×/dag.
Behandeling en preventie van glucocorticoïd-geïnduceerde osteoporose:
Volwassenen:
10 mg 1×/dag.
Nierfunctiestoornis: bij een creatinineklaring > 35 ml/min is een dosisaanpassing niet nodig. Gebruik bij een creatinineklaring < 35 ml/min wordt ontraden, wegens onvoldoende ervaring.
Bij ouderen is een dosisaanpassing niet nodig.
Toediening:
Om de biologische beschikbaarheid te verbeteren: innemen bij het opstaan 's ochtends, ten minste een half uur voor het eerste eten of drinken of de eerste geneesmiddelen van die dag.
Om de kans op oesofageale irritatie of bijwerkingen te verminderen: niet gaan liggen < 30 min na inname en daarna alleen nadat er iets gegeten is. De tabletten in hun geheel uitsluitend met een vol glas leidingwater innemen. De drank in één keer opdrinken, gevolgd door minimaal 30 ml leidingwater.
Bijwerkingen
Vaak (1–10%): hoofdpijn. Misselijkheid, dyspepsie, buikpijn, diarree, obstipatie. Musculoskeletale pijn.
Bij dosering van 75 mg per dag op 2 opeenvolgende dagen per maand bij postmenopauzale osteoporose tevens: erosieve gastritis, braken. Gewrichtspijn, botpijn en pijn in extremiteiten.
Bij dosering van 30 mg per dag bij de ziekte van Paget tevens: Amblyopie, laesie van de cornea, droge ogen. Neoplasma. Griepachtige verschijnselen, myasthenie, duizeligheid, krampen in de benen, gewrichtspijn, botpijn, pijn in de borstkas. Apneu, sinusitis, bronchitis, colitis, tinnitus. Huiduitslag, perifeer oedeem. Nycturie, gewichtsverlies, hypocalciëmie.
Soms (0,1–1%): iritis. Dysfagie, oesofageaal ulcus, oesofagitis, gastritis, duodenitis.
Bij dosering van 75 mg per dag op 2 opeenvolgende dagen per maand bij postmenopauzale osteoporose tevens: acutefase–reacties, zoals koorts en/of griepachtige symptomen (binnen 5 dagen na eerste dosis).
Zelden (0,01–0,1%): glossitis, oesofageale strictuur. Gestoorde leverfunctie.
Verder zijn gemeld: uveïtis. Atypische subtrochantaire en femurschachtfracturen, met name bij langdurige behandeling met bisfosfonaten. Osteonecrose van de kaak. Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang. Anafylactische reactie. Ernstige leveraandoeningen (meestal bij gelijktijdig gebruik met andere middelen die leveraandoeningen kunnen veroorzaken). Overgevoeligheid en huidreacties (met blaasvorming), waarvan sommige ernstig (bv. angio–oedeem, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, leukocytoclastische vasculitis), haarverlies. Lichte, asymptomatische dalingen van de serumcalcium– en fosfaatspiegels, waargenomen aan het begin van de behandeling.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): musculoskeletale (bot, spier of gewricht) pijn, zelden ernstig en/of invaliderend, optredend tot enkele maanden na begin van de behandeling; meestal reversibel, soms terugkerend bij herhaalde blootstelling of bij gebruik van een ander bisfosfonaat.
Vaak (1-10%): gewrichtszwelling. Buikpijn, dyspepsie, obstipatie, diarree, winderigheid, oesophagusulcus, dysfagie, opgezette buik, zure reflux. Asthenie, perifeer oedeem. Hoofdpijn, (draai)duizeligheid. Alopecia, jeuk.
Soms (0,1-1%): misselijkheid, braken, gastritis, oesofagitis, oesofageale erosies, melena. Huiduitslag, erytheem. Smaakverandering. Oogontsteking (uveïtis, (epi)scleritis). Voorbijgaande symptomen als bij een acutefasereactie (myalgie, malaise en zelden, koorts), vaak bij instelling van de behandeling.
Zelden (0,01-0,1%): osteonecrose van de kaak; atypische subtrochantaire en femurschachtfracturen en stressfracturen van de proximale femorale schacht. Overgevoeligheidsreacties waaronder urticaria en angio-oedeem, uitslag door fotosensibilisatie alsmede ernstige huidreacties, waaronder Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse. Oesophagusstrictuur. Perforatie, ulcus of bloeding in het bovenste gedeelte van het maag-darmkanaal. Ulcera ventriculi en duodeni, soms ernstig en met complicaties, zijn gemeld. Lichte verlaging van het serumcalcium en-fosfaat, met name bij gebruik van glucocorticoïden. Incidenteel is melding gemaakt van ernstige hypocalciëmie, vooral bij predisponerende aandoeningen zoals hypoparathyreoïdie, vitamine D-deficiëntie en calciummalabsorptie.
Zeer zelden (< 0,01%): osteonecrose van de uitwendige gehoorgang.
Interacties
Gelijktijdige inname van voedsel en geneesmiddelen die meerwaardige kationen bevatten (bv. calcium, magnesium, ijzer en aluminium) verstoort de resorptie.
Interacties
Met de inname van calciumhoudende preparaten, antacida en andere orale geneesmiddelen ten minste een half uur wachten, omdat ze de resorptie van alendroninezuur kunnen verminderen.
Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen die irritatie van het maag-darmkanaal geven zoals NSAID's.
Zwangerschap
Bisfosfonaten passeren de placenta (bij dieren).
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Farmacologisch effect: Bij dieren stapelen bisfosfonaten in het foetale skelet en verminderen de botgroei en het foetale gewicht. Dystokie is waargenomen die samenhing met hypocalciëmie. Bij gebruik voorafgaand aan een zwangerschap kunnen bisfosfonaten tijdens de zwangerschap alsnog bij de foetus terechtkomen, omdat ze na opname in de botmatrix gedurende een periode van jaren geleidelijk worden vrijgegeven in de systemische circulatie; de hoeveelheid is afhankelijk van de dosering en de duur van het bisfosfonaatgebruik.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd, tevens gebruik vóór een geplande zwangerschap ontraden.
Zwangerschap
Bisfosfonaten passeren de placenta (bij dieren).
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Bij dieren stapelen bisfosfonaten in het foetale skelet en verminderen de botgroei en het foetale gewicht. Dystokie is waargenomen die samenhing met hypocalciëmie. Bij gebruik voorafgaand aan een zwangerschap kunnen bisfosfonaten tijdens de zwangerschap alsnog bij de foetus terechtkomen, omdat ze na opname in de botmatrix gedurende een periode van jaren geleidelijk worden vrijgegeven in de systemische circulatie; de hoeveelheid is afhankelijk van de dosering en de duur van het bisfosfonaatgebruik.
Advies: Gebruik vóór en tijdens de zwangerschap ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate (bij dieren).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- hypocalciëmie;
- ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min).
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Contra-indicaties
- hypocalciëmie;
- afwijkingen aan de oesofagus die de lediging van de oesofagus kunnen vertragen, zoals strictuur of achalasie;
- onvermogen minstens 30 minuten rechtop te kunnen zitten of staan;
- toegenomen risico van aspiratie (drank).
Waarschuwingen en voorzorgen
Vóór het starten met risedroninezuur een aanwezige hypocalciëmie behandelen. Andere stoornissen van het bot- en mineraalmetabolisme (bv. disfunctie van de bijschildklier, hypovitaminose D) dienen te worden behandeld bij het starten met risedroninezuur. Overweeg suppletie van calcium en vitamine D bij onvoldoende inname via voeding.
Maag-darmstoornissen: Bisfosfonaten zijn in verband gebracht met oesofagitis, gastritis en ulceratie van de oesofagus en gastroduodenum. Wees daarom voorzichtig bij oesofagusaandoeningen of aandoeningen van het bovenste gedeelte van het maag-darmkanaal (in de voorgeschiedenis) die gepaard gaan met vertraging van de passage door de oesofagus, of de lediging ervan (zoals stricturen of achalasie). Wees voorzichtig bij patiënten die niet gedurende ten minste 30 minuten na inname van de tablet in verticale positie kunnen blijven. Instrueer patiënten om bij klachten van slokdarmirritatie zoals dysfagie, pijn bij slikken, retrosternale pijn of zuurbranden (nieuw of verergerd), tijdig medische hulp te zoeken.
Osteonecrose van het kaakbeen is gemeld, vooral bij intraveneuze toediening, maar ook bij orale inname, veelal samenhangend met tandheelkundige ingrepen en/of plaatselijke infectie bij kankerpatiënten die ook corticosteroïden en oncolytica gebruiken. Bij patiënten met bijkomende risicofactoren (zoals kanker, chemo- of radiotherapie, gebruik van corticosteroïden, slechte mondhygiëne) bij voorkeur voorafgaande aan de behandeling een tandheelkundige controle uitvoeren en tijdens behandeling tandheelkundige ingrepen vermijden, aangezien deze de symptomen kunnen verergeren.
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang is gemeld bij gebruik van bisfosfonaten, vooral bij langdurige behandeling. Mogelijke risicofactoren zijn o.a. gebruik van corticosteroïden, chemotherapie en/of lokale infectie of trauma. Overweeg de mogelijkheid van osteonecrose van de uitwendige gehoorgang bij symptomen zoals chronische oorinfecties.
Fracturen: Bij langdurig gebruik van bisfosfonaten zijn atypische subtrochantaire en femurschachtfracturen gemeld na minimaal of geen trauma. Pijn in de dij, lies of heup kan optreden samen met kenmerken van stressfractuur bij beeldvormend onderzoek, soms weken tot maanden vóór het optreden van een volledige femorale fractuur. Bij optreden van een proximale femurfractuur de contralaterale femur onderzoeken, omdat de fracturen in veel gevallen bilateraal optreden. Slechte genezing van dergelijke fracturen is gemeld.
De optimale duur van de behandeling van osteoporose is niet vastgesteld; met name na 5 jaar gebruik of langer de behandeling heroverwegen.
Effectiviteit en veiligheid: Gebruik bij kinderen < 18 jaar wordt niet aanbevolen omdat er onvoldoende gegevens zijn over werkzaamheid en veiligheid. Er bestaat beperkt bewijs voor effectiviteit van bisfosfonaten bij leeftijd > 80 jaar. De werkzaamheid van bisfosfonaten bij de behandeling van osteoporose hangt samen met de aanwezigheid van een lage botmineraaldichtheid (T-score ≤ –2,5 SD) en/of bestaande fracturen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees vanwege de mogelijk irriterende werking op de mucosa van het bovenste deel van het maag-darmkanaal voorzichtig bij Barrett-slokdarm en actieve stoornissen zoals dysfagie, oesofageale aandoeningen, gastritis, duodenitis of ulcera óf bij een recente voorgeschiedenis (in het afgelopen jaar) van gastro-intestinale ziekten zoals ulcus pepticum of operatieve ingreep aan het bovenste deel van het maag-darmkanaal anders dan pyloroplastiek. De patiënt instrueren om bij klachten van slokdarmirritatie zoals dysfagie, pijn bij slikken, retrosternale pijn of zuurbranden (nieuw of verergerd), tijdig medische hulp te zoeken.
Vóór toepassing eventuele hypocalciëmie of andere verstoringen van het mineraalmetabolisme (zoals vitamine D-deficiëntie) behandelen. Tijdens behandeling wordt inname van voldoende calcium geadviseerd (800–1000 mg/dag).
Osteonecrose van het kaakbeen is gemeld, vooral bij intraveneuze toediening, maar ook bij orale bisfosfonaten, meestal in samenhang met tandheelkundige ingrepen en/of plaatselijke infectie bij kankerpatiënten die ook corticosteroïden en oncolytica gebruiken. Overweeg de volgende risicofactoren ter beoordeling van de kans op osteonecrose van de kaak bij een patiënt:
- potentie van het middel, toedieningsweg (meer kans bij i.v.-toediening), cumulatieve dosis van botresorptietherapie;
- kanker, chemotherapie, radiotherapie, corticosteroïden, angiogeneseremmers, roken;
- voorgeschiedenis van gebitsaandoening, slechte mondhygiëne, periodontale aandoening, slecht passend kunstgebit, invasieve tandheelkundige ingrepen.
Bij patiënten met een slecht gebit wordt voorafgaand aan de behandeling een tandheelkundig onderzoek met passende preventieve tandheelkundige behandeling aanbevolen; tijdens de behandeling invasieve tandheelkundige procedures zo mogelijk vermijden. Voor alle patiënten wordt aangeraden te zorgen voor een goede mondhygiëne, regelmatige tandartscontrole en mondproblemen (loszittende tanden, pijn of zwelling) te melden.
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang is gemeld bij gebruik van bisfosfonaten, vooral bij langdurige behandeling. Mogelijke risicofactoren zijn o.a. gebruik van corticosteroïden, chemotherapie en/of lokale infectie of trauma. Overweeg de mogelijkheid van osteonecrose van de uitwendige gehoorgang bij oorklachten zoals chronische oorinfecties.
Bij langdurig gebruik van bisfosfonaten zijn atypische subtrochantaire en femurschachtfracturen gemeld na minimaal of geen trauma. Pijn in de dij, lies of heup kan optreden samen met kenmerken van stressfractuur bij beeldvormend onderzoek, soms weken tot maanden vóór het optreden van een volledige femorale fractuur. Bij optreden van een proximale femurfractuur de contralaterale femur onderzoeken, omdat de fracturen in veel gevallen bilateraal optreden. Slechte genezing van dergelijke fracturen is gemeld.
De optimale duur van de behandeling van osteoporose is niet vastgesteld; met name na 5 jaar gebruik of langer de behandeling heroverwegen.
Gebruik bij kinderen < 18 jaar wordt niet aangeraden wegens onvoldoende gegevens. De tablet 70 mg is niet onderzocht voor de behandeling van door glucocorticoïden veroorzaakte osteoporose en voor gebruik bij mannen.
De drank bevat max. 115 mg ethanol per dosis; wees voorzichtig bij o.a. alcoholisme, leverziekte, epilepsie en zwangerschap.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Pyridinylbisfosfonaat. Risedroninezuur (of risedronaat) heeft een remmend effect op de botresorptie door chemische adsorptie aan hydroxyapatietkristallen en/of een rechtstreeks effect op osteoclasten. Vermindert de botomzetting, terwijl de activiteit van osteoblasten en de botmineralisatie behouden blijven. Na 12-24 maanden hadden de tablet 5 mg (dagelijks), de tablet 75 mg (2×/mnd.) en de tablet 35 mg 'wekelijks' vergelijkbare effecten op de botaanmaak.
Kinetische gegevens
F | 0,63% bij toediening op de nuchtere maag. Voedsel en het innemen met hard water vermindert de resorptie. |
T max | ca. 1 uur. |
V d | 6,3 l/kg. |
Eliminatie | ca. 50% wordt binnen 24 uur onveranderd met de urine uitgescheiden. Niet geresorbeerd risedroninezuur wordt onveranderd uitgescheiden met de feces. |
T 1/2el | 480 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bisfosfonaat met remmend effect op de botresorptie door chemische adsorptie aan hydroxyapatietkristallen en/of rechtstreeks effect op de osteoclasten.
Kinetische gegevens
F | 0,6–0,7% bij inname 2 uur voor een standaardontbijt; circa 0,4% bij inname ½–1 uur voor een standaardontbijt; en circa 0,3% bij gelijktijdige inname van koffie en sinaasappelsap. |
V d | 0,4 l/kg. |
Metabolisering | geen. |
Eliminatie | ca. 50% van de geabsorbeerde dosis wordt binnen 72 uur met de urine uitgescheiden. De andere 50% wordt opgenomen door het botweefsel en wordt uitgescheiden met een eliminatiehalfwaardetijd van minstens 10 jaar. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
risedroninezuur hoort bij de groep bisfosfonaten.
Groepsinformatie
alendroninezuur hoort bij de groep bisfosfonaten.