Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Rotarix XGVS GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Suspensie voor oraal gebruik
Verpakkingsvorm
tube 1,5 ml

Bevat per dosis: humaan rotavirus RIX4414 stam (levend, verzwakt) ≥ 1.000.000 CCID 50 (Cell Culture Infective Dose 50%).

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Vaccinatie tegen het rotavirus is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Het vaccin wordt rond de leeftijd van 6-9 weken en 3 maanden gegeven. De rotavirusvaccinatie is beschikbaar voor kinderen die vanaf 1 januari 2024 worden geboren. Zie Rotavirusvaccinatie op rijksvaccinatieprogramma.nl.

Indicaties

  • Actieve immunisatie van zuigelingen van 6–24 weken tegen gastro-enteritis veroorzaakt door rotavirus.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Actieve immunisatie tegen het rotavirus

Leeftijd 6–24 weken

Oraal: 2 doses met een interval van ten minste 4 weken. De eerste dosis vanaf de leeftijd van 6 weken, de tweede dosis bij voorkeur vóór de leeftijd van 16 weken, maar uiterlijk vóór de leeftijd van 24 weken. Het vaccin kan ook gegeven worden aan premature zuigelingen geboren na ten minste 27 weken zwangerschap (zelfde dosering); zie ook rubriek Waarschuwingen en voorzorgen. Mocht de zuigeling kort na de inname het grootste deel van het vaccin uitspugen of uitbraken, dan kan meteen een vervangende dosis worden gegeven.

Toediening: Bij toediening het kind in een zittende positie licht achterover houden en de hele inhoud van de tube in de mond toedienen op de binnenkant van de wang. Het kan nodig zijn om een paar keer in de tube te knijpen om alle vaccinvloeistof eruit te krijgen.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): diarree. Prikkelbaarheid.

Soms (0,1-1%): buikpijn, flatulentie. Dermatitis.

Zeer zelden (< 0,01%): intussusceptie (zie ook rubriek Waarschuwingen en voorzorgen). Urticaria.

Verder zijn gemeld: apneu (bij zeer premature kinderen). Bloederige feces. Gastro-enteritis met uitscheiding van vaccinvirus bij kinderen met SCID.

Zwangerschap

Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.

Lactatie

Gezien de geregistreerde indicatie is het geven van borstvoeding niet van toepassing. Het ontvangen van borstvoeding heeft geen invloed op de mate van bescherming die het vaccin biedt.

Advies: de borstvoeding kan worden voortgezet rondom de vaccinatie.

Contra-indicaties

  • acute ernstige koorts;
  • diarree en braken;
  • darminvaginatie in de voorgeschiedenis, of een ongecorrigeerde aangeboren afwijking van het gastro-intestinale stelsel die predisponeert voor darminvaginatie;
  • ernstig gecombineerd immunodeficiëntiesyndroom (SCID).

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij zuigelingen met een bekende of verdachte immunodeficiëntie waaronder blootstelling in utero aan een immunosuppressieve behandeling. Bij zuigelingen met een asymptomatische HIV-infectie of met een HIV-infectie met milde symptomen zijn geen veiligheidsproblemen waargenomen. Wees voorzichtig met toediening aan zuigelingen met immuungecompromitteerden in hun nabije omgeving (zoals personen met maligniteiten of personen die immunosuppressieve therapie ondergaan), vanwege het risico van overdracht van in de ontlasting uitgescheiden vaccinvirus. Na contacten met recentelijk gevaccineerden denken om persoonlijke hygiëne (bv. handen wassen).

Apneu: Bij primaire immunisatie in zeer premature kinderen (≤ 28 weken zwangerschap) alert zijn op het optreden van apneu. Overweeg de respiratoire functies gedurende 48–72 uur te monitoren, in het bijzonder voor kinderen met een nog niet volledig ontwikkeld ademhalingsstelsel in de voorgeschiedenis.

Er is een toegenomen kans op intussusceptie, meestal binnen 7 dagen na toediening van de vaccinatie; wees alert op symptomen hiervan zoals ernstige buikpijn, aanhoudend braken, bloederige ontlasting, een opgezwollen buik en/of hoge koorts.

Er zijn geen gegevens over de veiligheid en werkzaamheid van rotavirusvaccin bij zuigelingen met gastro-intestinale aandoeningen of een groeiachterstand.

Er zijn geen gegevens over het gebruik van rotavirusvaccin als profylaxe na blootstelling.

Hulpstoffen: Fenylalanine kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU).

Eigenschappen

Levend, verzwakt humaan rotavirusvaccin. Het vaccin is geproduceerd op Vero-cellen. Geeft bescherming tegen gastro-enteritis veroorzaakt door de meest voorkomende rotavirustypen G1P[8], G2P[4], G3P[8], G4P[8] en G9P[8]. Daarnaast is het werkzaam tegen de soms voorkomende typen G8P[4] en G12P[6]. Het immunologische werkingsmechanisme is niet volledig opgehelderd. Een relatie tussen antilichaamrespons tegen rotavirusvaccin en bescherming tegen rotavirus gastro-enteritis is nog niet aangetoond.

Groepsinformatie

rotavirusvaccin hoort bij de groep vaccins.