Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Prolia Amgen bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof '60'
Sterkte
60 mg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 1 ml

Xgeva Amgen bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof '120'
Sterkte
70 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 1,7 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Kies voor de behandeling van osteoporose in eerste instantie uit de bisfosfonaten alendroninezuur en risedroninezuur in combinatie met colecalciferol (vitamine D3) en, afhankelijk van de dagelijkse inname van de patiënt, calcium. Na een recente heupfractuur heeft een behandeling met zoledroninezuur de voorkeur. Bij het bestaan van een contra-indicatie, intolerantie of een slechte therapietrouw zijn alendroninezuur in drankvorm, zoledroninezuur, of denosumab alternatieven. Overweeg bij postmenopauzale vrouwen met ernstige osteoporose direct te starten met teriparatide of romosozumab.

Er is geen advies vastgesteld voor de behandeling van botverlies gerelateerd aan hormoonablatie, preventie van botcomplicaties bij gevorderde maligniteiten of de behandeling van reusceltumor van het bot.

Indicaties

Prolia

  • Osteoporose bij postmenopauzale vrouwen en bij mannen met meer kans op fracturen.
  • Behandeling van botverlies gerelateerd aan hormoonablatie bij mannen met prostaatkanker die meer kans op osteoporotische botbreuken hebben.
  • Behandeling van botverlies gerelateerd aan langdurige systemische glucocorticoïdtherapie bij volwassenen met meer kans op fracturen.

Xgeva

  • Preventie van botcomplicaties (pathologische fractuur, bestraling van bot, ruggenmergcompressie of operatieve behandeling van het bot) bij volwassenen met gevorderde maligniteiten waarbij bot is betrokken.
  • Behandeling van volwassenen en adolescenten met een volgroeid skelet met reusceltumor van het bot (‘giant cell tumour of bone’) die niet-reseceerbaar is of waarbij operatieve resectie waarschijnlijk leidt tot ernstige morbiditeit.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Suppletie van calcium en vitamine D is noodzakelijk, tenzij sprake is van hypercalciëmie.

Klap alles open Klap alles dicht

Osteoporose, botverlies gerelateerd aan hormoonablatie of langdurige glucocorticoïdtherapie

Volwassenen (incl. ouderen)

Prolia: s.c. 60 mg éénmaal per zes maanden.

Bij de behandeling van osteoporose na 3 jaar het fractuurrisico herevalueren, en de behandeling zo nodig verlengen. Bij staken of onderbreken van de behandeling: start 6 maanden na de laatste dosis denosumab een behandeling met botafbraakremmende medicatie (bij voorkeur een bisfosfonaat), om een rebound in botturnover met snelle daling van de botdichtheid te voorkomen. Zie voor meer informatie de NIV-richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie (onderdeel Strategieën tijdens behandeling en op lange termijn).

Preventie botcomplicaties bij gevorderde maligniteiten waarbij bot is betrokken

Volwassenen (incl. ouderen)

Xgeva: s.c. 120 mg éénmaal per vier weken.

Reusceltumor van het bot

Volwassenen (incl. ouderen) en adolescenten met een volgroeid skelet

Xgeva: s.c. 120 mg éénmaal per vier weken, met extra doses van 120 mg op dag 8 en 15 van de behandeling in de eerste maand van de therapie.

Verminderde nierfunctie: dosisaanpassing is niet nodig.

Toediening: subcutane injectie in dijbeen, buik of bovenarm.

Bijwerkingen

Bij osteoporose en botverlies, gerelateerd aan hormoonablatie

Zeer vaak (> 10%): spier- en skeletpijn, pijn in de extremiteiten.

Vaak (1-10%): buikklachten, obstipatie. Ischias, pijn in de extremiteiten. Infectie van de urinewegen en van de bovenste luchtwegen. Huiduitslag, eczeem, alopecia.

Soms (0,1-1%): oorinfectie, huidinfecties (m.n. cellulitis) leidend tot ziekenhuisopname, diverticulitis. Medicijn-geïnduceerde lichenoïde reacties.

Zelden (0,01-0,1%): osteonecrose van de kaak, atypische femurfracturen. Hypocalciëmie. Overgevoeligheid, zoals urticaria, zwelling van het gezicht, erytheem en anafylactische reacties.

Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsvasculitis.

Verder zijn gemeld: griepachtige symptomen, ernstige symptomatische hypocalciëmie (inclusief gevallen met fatale afloop), osteonecrose van de uitwendige gehoorgang.

Bij gevorderde maligniteiten waarbij bot is betrokken en bij reusceltumor van het bot

Zeer vaak (> 10%): hypocalciëmie (vooral in de eerste twee weken). Dyspneu. Diarree. Spier- en skeletpijn.

Vaak (1-10%): nieuwe primaire maligniteit (bij patiënten met gevorderde maligniteiten). Osteonecrose van de kaak. Hyperhidrose. Hypofosfatemie.

Soms (0,1-1%): medicijn-geïnduceerde lichenoïde reacties. Atypische femurfracturen (tijdens en tot 9 maanden na de behandeling).

Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheid, incl. anafylactische reacties.

Verder zijn gemeld: ernstige symptomatische hypocalciëmie (incl. gevallen met fatale afloop), osteonecrose van de uitwendige gehoorgang.

Weken of maanden na staken van de behandeling bij patiënten met reusceltumor van het bot is hypercalciëmie opgetreden (frequentie 0,1-1%); er waren gevallen waarvoor ziekenhuisopname was vereist en waarbij acuut nierletsel optrad.

Interacties

Niet combineren met bisfosfonaten.

Combinatie met chemotherapie, angiogeneseremmers en corticosteroïden, evenals eerder gebruik van bisfosfonaten vermeerderen de kans op osteonecrose van de kaak.

Gelijktijdige behandeling met glucocorticoïden vermeerdert de kans op hypocalciëmie.

Zwangerschap

Denosumab passeert de placenta, waarbij de hoeveelheid toeneemt met het vorderen van de zwangerschap.

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren zijn bij hoge dosering aanwijzingen voor schadelijkheid (postnatale afwijkingen in gebitsvorming en botgroei, verstoorde vorming lymfeklieren).

Advies: Gebruik ontraden.

Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 5 maanden na de behandeling.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Denosumab belemmert mogelijk tijdens de zwangerschap de melkklierrijping bij de moeder, wat post partum leidt tot een verstoorde lactatie.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • hypocalciëmie;
  • Xgeva: niet-genezen laesies als gevolg van kaak- of mondchirurgie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Voorafgaand aan de behandeling een eventueel aanwezige hypocalciëmie corrigeren met calcium en vitamine D. Tijdens het gebruik kan op elk moment hypocalciëmie optreden; ernstige gevallen deden zich meestal voor tijdens de eerste weken van de behandeling. Controleer de calciumspiegel voorafgaand aan de eerste toediening (Prolia: vóór elke toediening), binnen 2 weken daarna (Prolia: alleen bij predispositie voor hypocalciëmie) en bij vermoedelijke symptomen van hypocalciëmie. Bij gebruik van Xgeva is vaker controleren aanbevolen bij risicofactoren voor hypocalciëmie. Symptomen van hypocalciëmie zijn onder meer paresthesieën, spierstijfheid, spiertrekkingen, spierkrampen en in ernstige gevallen verlenging van het QT-interval, tetanie, epileptische aanvallen en veranderde mentale toestand. Patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) of dialysepatiënten hebben meer kans op het ontwikkelen van hypocalciëmie; controleer bij hen de calciumspiegel regelmatig.

Bij langdurig gebruik van botafbraakremmers zoals denosumab is er meer kans op bijwerkingen zoals osteonecrose van de kaak en atypische femurfracturen, door een significante remodellering van het bot.

Osteonecrose van de kaak treedt vaak op bij behandeling met Xgeva en zelden bij gebruik van Prolia. Overweeg de volgende risicofactoren ter beoordeling van de kans op osteonecrose van de kaak bij een patiënt:

  • potentie van het middel, toedieningsweg (meer kans bij parenterale toediening), cumulatieve dosis van botafbraak-remmende medicatie;
  • kanker, comorbiditeiten (bv. anemie, stollingsstoornis, infectie), roken;
  • gelijktijdige behandelingen: corticosteroïden, chemotherapie, angiogeneseremmers, radiotherapie van hoofd en hals;
  • slechte mondhygiëne, parodontitis, slecht passend kunstgebit, bestaande tandziekte, invasieve tandheelkundige ingrepen (bv. tandextractie).

Voorafgaand aan behandeling met Xgeva wordt een tandheelkundig onderzoek met passende preventieve tandheelkundige behandeling aanbevolen. Bij Prolia wordt dit alleen aanbevolen bij risicofactoren voor osteonecrose van de kaak. Behandeling dient te worden uitgesteld bij niet-genezen open beschadigingen van zachte weefsels in de mond. Tijdens behandeling zijn optimale mondhygiëne en regelmatige tandartscontrole aangewezen. Invasieve tandheelkundige procedures alleen na zorgvuldige overweging uitvoeren en niet kort voor of na het toedienen van denosumab. Laat de patiënt direct contact opnemen indien problemen met mond of gebit optreden, zoals loszittende tanden, pijn of zwelling, niet-genezende zweren of pusafscheiding. Bij optreden van osteonecrose van de kaak met deskundigen een behandelplan opstellen; een tijdelijke onderbreking van denosumab kan nodig zijn.

Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang is gemeld bij gebruik van denosumab. Mogelijke risicofactoren zijn o.a. gebruik van corticosteroïden, chemotherapie en/of lokale infectie of trauma. Overweeg de mogelijkheid van osteonecrose van de uitwendige gehoorgang bij oorklachten zoals chronische oorinfecties.

Atypische femurfracturen zijn gemeld; de kans hierop neemt toe bij langer gebruik. Bij optreden van pijn in de dij, lies of heup de patiënt onderzoeken op een onvolledige femurfractuur. Het kan soms weken tot maanden duren vóór zich een volledige femorale fractuur ontwikkelt. Bij optreden van een proximale femurfractuur ook de contralaterale femur onderzoeken, omdat de fracturen in veel gevallen bilateraal optreden. Slechte genezing van dergelijke fracturen is gemeld.

Weken of maanden na staken van de behandeling bij reusceltumor van het bot is (ernstige) hypercalciëmie gemeld. Controleer de patiënt na staken op tekenen van hypercalciëmie, overweeg periodieke controle van de serumcalciumspiegel en beoordeel opnieuw de suppletiebehoefte van calcium en vitamine D.

De optimale duur van de behandeling van osteoporose is volgens de fabrikant niet vastgesteld; met name na 5 jaar gebruik of langer de behandeling heroverwegen. In het eerste jaar na staken van de behandeling met denosumab neemt de botmineraaldichtheid snel af, tot een waarde van vóór de behandeling ('rebound effect'). Na staken van de behandeling zijn multipele wervelfracturen gemeld. Daarom na gebruik van denosumab een adequate nabehandeling geven. Zie voor meer informatie de NIV-richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie (onderdeel Strategieën tijdens behandeling en op lange termijn).

Niet onderzocht: De veiligheid en werkzaamheid bij patiënten met een leverfunctiestoornis is niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens over patiënten met langdurige systemische glucocorticoïdtherapie en ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min).

Denosumab niet gebruiken bij kinderen (< 18 jaar) wegens risico op ernstige hypercalciëmie en mogelijke remming van de botgroei en de tanddoorbraak. Ook acuut nierfalen is gemeld. Xgeva kan wel worden toegepast bij adolescenten met een volgroeid skelet (leeftijd 12–17 jaar) met reusceltumor van het bot (zie ook Indicaties).

Eigenschappen

Humaan IgG2 monoklonaal antilichaam. Bindt specifiek en met hoge affiniteit aan de receptoractivator van het nucleaire factor κ-B-ligand (RANK-ligand of RANKL), een cytokine dat essentieel is voor de vorming en activering van osteoclasten. Het wegvangen van RANKL in de circulatie voorkomt de binding van RANKL aan RANK op het celmembraan van osteoclasten en hun voorlopercellen waardoor de vorming, activiteit en overleving van deze cellen wordt beperkt. Dit leidt tot minder botafbraak in corticaal en trabeculair botweefsel en minder door kanker geïnduceerde vernietiging van botweefsel. Bij reusceltumor van het bot wordt een afname van het aantal osteoclast-achtige reuscellen waargenomen.

Kinetische gegevens

F 78% (Prolia), 62% (Xgeva).
T max Prolia: ca. 10 dagen (2–28 dagen).
Metabolisering door peptidasen tot kleine peptiden en aminozuren.
T 1/2el Prolia: ca. 26 dagen (6–52 dagen). Xgeva: gem. 28 dagen (14–55 dagen).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd