Samenstelling
Imlygic XGVS Amgen bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 1 mln. PFU/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 1 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 100 mln. PFU/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 1 ml
PFU = plaquevormende eenheden.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Mepact (in liposoomformulering) XGVS Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor suspensie voor intraveneuze infusie
- Sterkte
- 4 mg
Flacon bevat na reconstitutie 0,08 mg/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van de betreffende indicatie de geldende behandelrichtlijn.
Advies
Zie voor de behandeling van de betreffende indicatie de geldende behandelrichtlijn.
Indicaties
- Niet operatief te verwijderen maligne melanoom van de huid bij volwassenen, dat regionaal of op afstand gemetastaseerd is (stadium IIIB, IIIC en IVM1a), zonder bot-, hersen-, long- of andere viscerale ziekte.
Indicaties
- Hooggradig reseceerbaar niet-gemetastaseerd osteosarcoom na macroscopisch volledige operatieve resectie en in combinatie met postoperatieve combinatiechemotherapie bij kinderen, adolescenten en jongvolwassenen met een leeftijd 2–30 jaar.
Doseringen
Niet operatief te verwijderen melanoom met metastasen
Volwassenen (incl. ouderen)
Bij de eerste behandeling max. 4 ml van de sterkte 1 mln. PFU/ml injecteren. Het volume verdelen over verschillende laesies, waarbij de grootste laesies eerst worden behandeld. Het aantal ml per laesie is afhankelijk van de grootte van de laesie: > 5 cm: tot 4 ml, 2,5–5 cm: tot 2 ml, 1,5–2,5 cm: tot 1 ml, 0,5–1,5 cm: tot 0,5 ml en ≤ 0,5 cm: tot 0,1 ml. De tweede behandeling is 3 weken na de eerste behandeling en ook hierbij max. 4 ml, maar nu de sterkte 100 mln. PFU/ml injecteren en eerst eventuele nieuwe laesies behandelen en daarna de andere laesies op basis van de laesiegrootte. Alle volgende behandelingen vinden steeds plaats 2 weken na de vorige behandeling en ook hierbij max. 4 ml van de sterkte 100 mln. PFU/ml injecteren volgens het principe genoemd onder de tweede behandeling. Voordat patiënten een respons bereiken, kunnen bestaande laesies groter worden of nieuwe laesies ontstaan. Zolang er nog één of meerdere laesies over zijn, de behandeling ten minste 6 maanden voortzetten, tenzij de patiënt geen baat heeft bij de behandeling of dat een andere behandeling noodzakelijk is (zie ook de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen). Na een complete respons kan na het ontstaan van nieuwe laesies herstart worden met talimogeen laherparepvec: volg hierbij de dosering zoals aangegeven onder 'Alle volgende behandelingen'.
Verminderde lever- of nierfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig.
Toediening:toedienen via intralaesionale injectie in cutane, subcutane en/of nodale laesies, die zichtbaar of palpabel zijn, of met behulp van echografie kunnen worden gedetecteerd. Niet transcutaan intrahepatisch toedienen.
Let op: beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, die immuungecompromitteerd zijn of zwanger, mogen talimogeen laherparepvec niet bereiden noch toedienen, noch mogen ze in direct contact komen met de injectieplaatsen of het lichaamsvocht van behandelde patiënten. Zie verder ook onder de rubriek Zwangerschap en de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen.
Doseringen
Hooggradig reseceerbaar niet-gemetastaseerd osteosarcoom:
Kinderen en volwassenen van 2–30 jaar:
Als adjuvante behandeling ná resectie: 2 mg/m² lichaamsoppervlak, toedienen als i.v. infusie gedurende 1 uur. De eerste 12 weken twee keer per week toedienen (met een interval van ten minste 3 dagen tussen infusies), daarna gedurende 24 weken één keer per week ; in totaal 48 infusies in 36 weken.
Bij nierfunctiestoornis: bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is een dosisaanpassing niet nodig. Bij een ernstig verminderde nierfunctie kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens.
Bij leverfunctiestoornis:: bij lichte tot matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–9) is een dosisaanpassing niet nodig. Bij een ernstige leverfunctiestoornis kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens.
Mifamurtide vóór toediening reconstitueren, filteren en verdunnen.
Niet als een bolusinjectie toedienen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): influenza-achtig beeld (ca. 31%). Hoofdpijn. Hoest. Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie. Myalgie, artralgie, pijn in extremiteit. Koorts, koude rillingen, vermoeidheid. Perifeer oedeem. Pijn op de injectieplaats.
Vaak (1–10%): hypertensie, tachycardie, blozen, diepveneuze trombose. Dyspneu, bovensteluchtweginfectie, orofaryngeale pijn. Cellulitis, (orale) herpes. Immuungemedieerde voorvallen (zoals pneumonitis, vasculitis, glomerulaire nefritis, verergering psoriasis en vitiligo). Angst, verwardheid, depressie, duizeligheid, slapeloosheid. Tumorpijn. Oorpijn. Rugpijn, pijn in de lies, pijn in oksel. Buikpijn. Malaise, dehydratie. Gewichtsafname. Huiduitslag, dermatitis. Anemie. Andere reacties op de injectieplaats zoals zwelling, bloeding, ontsteking, secreetafscheiding.
Soms (0,1–1%): obstructieve luchtwegaandoening. (Herpes) keratitis. Plasmacytoom op de injectieplaats. Overgevoeligheid. Granulomateuze dermatitis.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): tachycardie, hypertensie, hypotensie. Dyspneu (ca. 21%), tachypneu, hoesten. Anorexie (ca. 21%), misselijkheid (ca. 57%), braken (ca. 44%), diarree, obstipatie, buikpijn. Hoofdpijn (ca. 50%), duizeligheid. Spierpijn (ca. 31%), gewrichtspijn, rugpijn en pijn in extremiteiten. Koorts (ca. 85%), koude rillingen (ca. 89%), hypothermie, vermoeidheid (ca. 53%), malaise, asthenie, pijn op de borst. Overmatig zweten. Anemie.
Vaak (1-10%): sepsis. Herpes simplex-infectie. Cyanose, palpitaties. Flebitis, voorbijgaande roodheid van het gezicht en de hals, bleekheid. Bovenste luchtweginfectie, bloedneus, hemoptoë, piepende ademhaling, inspanningsdyspneu, pleura-effusie. Dyspepsie, opgezette buik. Urineweginfectie, hematurie, dysurie, pollakisurie. Paresthesie, hypo-esthesie, tremor, slapeloosheid, slaperigheid. Verwardheid, depressie, slapeloosheid, angst. Wazig zien. Vertigo, tinnitus, gehoorverlies. Cellulitis, huiduitslag, jeuk, droge huid, erytheem, alopecia. Oncologische pijn. Spierkramp, botpijn, pijn en stijfheid bewegingsapparaat. Dysmenorroe. (Perifeer) oedeem, slijmvliesontsteking, koude gevoel. Reactie of infectie op de infusieplaats. Gewichtsverlies. Leukopenie, trombocytopenie, granulocytopenie, febriele neutropenie. Dehydratie, hypokaliëmie.
Verder zijn gemeld: pericarditis, pleuritis, pericardiale effusie, allergische reacties met systemische symptomen.
Interacties
Aciclovir en andere antivirale geneesmiddelen (systemisch of lokaal bij de betreffende tumor) kunnen de effectiviteit van talimogeen laherparepvec verminderen.
Chronisch gebruik van hoge doses corticosteroïden of andere immunosuppressiva vergroot mogelijk de kans op een verspreide herpesinfectie; deze combinaties niet toepassen.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van ciclosporine of andere calcineurineremmers is gecontra-indiceerd, vanwege een mogelijk effect op de miltmacrofagen en het mononucleair fagocytair systeem. Vermijd chronisch (systemisch) gebruik van corticosteroïden, vanwege de tegengestelde effecten van mifamurtide en corticosteroïden. Gelijktijdig gebruik van hoge doses niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAID’s) is gecontra-indiceerd, omdat in vitro NSAID's het macrofaag-activerende effect van liposomaal mifamurtide blokkeren.
Lipofiele geneesmiddelen, zoals doxorubicine, gescheiden van mifamurtide toedienen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Het is niet uitgesloten dat het HSV-1 uit het talimogeen laherparepvec de placenta passeert en op het kind wordt overgedragen tijdens de bevalling of gedurende de zwangerschap. Infecties met wild-type HSV-1 bij de foetus of neonaat kunnen leiden tot ernstige bijwerkingen waaronder multi-orgaanfalen en overlijden.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie. Wild-type HSV-1 kan via seksueel contact worden overgedragen; daarom dient de man in ieder geval uit voorzorg een (latex) condoom te gebruiken. Zwangeren mogen niet het verband verwisselen en de injectieplaats reinigen en zij mogen ook niet worden blootgesteld aan besmette materialen. Ook de neonaat mag niet worden blootgesteld aan besmette materialen.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- ernstig immuungecompromitteerd zijn (bv. een ernstige aangeboren of verworven cellulaire en/of humorale immunodeficiëntie).
Contra-indicaties
Zie voor contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Verspreide herpesinfectie is gemeld. Niet gebruiken bij ernstig immuungecompromitteerde patiënten wegens een mogelijk verhoogd risico op een verspreide herpesinfectie. Wees tevens voorzichtig bij licht tot matig ernstige immuungecompromitteerde patiënten. Het is niet onderzocht bij immuungecompromitteerden.
Na een doorgemaakte wild-type HSV-1-infectie is er levenslang het risico op een symptomatische herpesinfectie na reactivering van latent wild-type HSV-1. Talimogeen laherparepvec kan mogelijk aanleiding geven tot zo'n reactivering.
Op de injectieplaats kan necrose of ulceratie van tumorweefsel ontstaan met als mogelijk gevolg een cellulitis en systemische bacteriële infectie. Verzorg de wond en neem voorzorgsmaatregelen tegen infectie, vooral als weefselnecrose leidt tot open wonden. Op de injectieplaats kan zich tevens een plasmacytoom ontwikkelen; wees daarom voorzichtig bij patiënten met multipel myeloom. Verder kan talimogeen laherparepvec vertraging van genezing van de injectieplaats veroorzaken bij aanwezigheid van risicofactoren zoals laesies in slecht doorbloede gebieden of eerdere bestraling van de injectieplaats. Indien er sprake is van een persisterende infectie of vertraagde genezing evalueren of voortzetting van de behandeling nog is geïndiceerd.
Obstructieve luchtwegaandoening is gemeld na gebruik van talimogeen laherparepvec; wees daarom voorzichtig bij het injecteren van laesies dicht bij de grote luchtwegen.
Er is meer kans op een influenza-achtig beeld met koorts en rillingen bij HSV–1–seronegativiteit vóór de behandeling dan bij HSV–1–seropositiviteit, vooral tijdens de periode van de eerste zes behandelingen.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en nauwe contacten van de patiënt (huisgenoten, mantelzorgers, sekspartners of personen die hetzelfde bed delen) moeten gedurende de gehele behandelperiode én tot 30 dagen na de laatste toediening direct contact met lichaamsvocht en de geïnjecteerde laesies vermijden. Zwangeren en immuungecompromitteerden mogen het verband niet verwisselen noch de injectieplaats reinigen; ook mogen zij niet worden blootgesteld aan besmette materialen. De patiënt dient in staat te zijn om zelf de injectieplaatsen af te dekken met occlusief verband, zonder de injectieplaatsen aan te raken, om accidentele overdracht te voorkómen naar andere delen van hun lichaam of naar anderen. Verzorgers wordt aangeraden beschermende handschoenen te dragen wanneer zij patiënten helpen bij het aanbrengen of verwisselen van occlusief verband. Bij accidentele blootstelling aan talimogeen laherparepvec, het aangedane gebied grondig reinigen met water en zeep en/of een desinfecterend middel. Consulteer een arts indien desondanks toch klachten of symptomen van een herpesinfectie ontstaan. Talimogeen laherparepvec is gevoelig voor aciclovir.
Niet transcutaan intrahepatisch toedienen. Gevallen van leverbloeding zijn gemeld, leidend tot ziekenhuisopname en overlijden.
De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van astma of obstructieve longziekte vanwege het risico van ademnood; zo nodig profylactisch bronchodilatatoren voorschrijven.
Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van inflammatoire, collageen of auto-immuun aandoeningen; controleer op ontstekingsreacties zoals artritis of synovitis. Ook allergische reacties zijn voorgekomen. Het kan moeilijk zijn allergische reacties te onderscheiden van versterkte inflammatoire reacties.
Controleer nauwgezet bij een voorgeschiedenis van veneuze trombose, vasculitis of instabiele cardiovasculaire aandoeningen en staak (tijdelijk of definitief) de behandeling als symptomen aanhouden of verergeren. Controleer regelmatig de stollingsparameters.
Wees vanwege onvoldoende klinische gegevens voorzichtig bij matige tot ernstige leverfunctiestoornissen en ernstige nierfunctiestoornissen. Tijdens de behandeling de nier- en leverfunctie zorgvuldig bewaken.
Neutropenie treedt vaak op. Op episoden van neutropene koorts controleren en deze behandelen. Controleer op sepsis als koorts of koude rillingen langer dan 8 uur aanhouden.
De gastro-intestinale toxiciteit van mifamurtide wordt versterkt bij combinatie met hooggedoseerde chemotherapie en is geassocieerd met een toename van het gebruik van parenterale voeding.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 2 jaar en bij volwassenen > 30 jaar zijn niet onderzocht.
Eigenschappen
Oncolytisch immunotherapeuticum. Talimogeen laherparepvec is een verzwakt Herpes simplexvirus type 1 (HSV-1), verkregen door functionele deletie van twee genen (ICP34.5 en ICP47) en insertie van de coderende sequentie voor humaan granulocyt-macrofaag-koloniestimulerende factor (GM-CSF). Het wordt geproduceerd in Vero-cellen door middel van recombinant DNA-technologie. De modificatie van het HSV-1 zorgt er voor dat het HSV-1 zich binnen de tumoren vermenigvuldigt en het lokaal GM-CSF produceert, met als gevolg de dood van tumorcellen en het vrijkomen van tumorantigenen. Er wordt verondersteld dat talimogeen laherparepvec op die manier samen met GM-CSF een systemische antitumor-immuunrespons en een effector-T-celrespons bevordert.
Kinetische gegevens
Overig | Talimogeen laherparepvec wordt lokaal geïnjecteerd in de tumor. De farmacokinetiek en biodistributie zijn daardoor afhankelijk van de plaats van de intralaesionale injectie, tumorselectieve replicatie en het vrijkomen uit tumorweefsel. Na de lokale injectie vindt cellulaire opname van talimogeen laherparepvec plaats via de HSV–1–receptoren op tumorcellen en niet-tumorcellen. Bij ca. 90% van de patiënten zijn in onderzoek tijdelijke en lage concentraties van talimogeen laherparepvec-DNA gedetecteerd. |
Metabolisering | via typische katabole routes voor endogene eiwitten en DNA. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Mifamurtide (muramyltripeptide fosfatidylethanolamine, MTP-PE) is een geheel synthetisch derivaat van muramyldipeptide (MDP), het kleinste, van nature vóórkomende immunostimulerende bestanddeel van de celwand van Mycobacterium spp. Het heeft hetzelfde immunostimulerende effect als natuurlijk MDP. Mifamurtide is een specifiek ligand van de NOD2-receptor en hiermee een krachtige activator van monocyten en macrofagen. Monocyten die in vitro met mifamurtide zijn behandeld doden tumorcellen, maar laten normale cellen intact. In proefdiermodellen leidt toediening tot remming van tumorgroei van longmetastasen, huid- en leverkanker en fibrosarcomen. Het precieze werkingsmechanisme van cel-activatie, immunomodulatie en tumorreductie door mifamurtide bij de mens is niet bekend. De liposomale formulering is ontwikkeld voor de in vivo targeting van macrofagen.
Kinetische gegevens
Overig | verdeelt zich over de lever, de milt, de neus-keelholte, de schildklier en, in mindere mate, de longen. |
Eliminatie | de liposomen worden gefagocyteerd door cellen van het weefselmacrofagensysteem. |
T 1/2el | ca. 18 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
talimogeen laherparepvec hoort bij de groep immunostimulantia, overige.
Groepsinformatie
mifamurtide hoort bij de groep immunostimulantia, overige.