Samenstelling
Kimmtrak XGVS Aanvullende monitoring Immunocore Ireland Limited
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 200 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Estracyt (fosfaat als di-Na-zout) XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 140 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.
Advies
Voor de behandeling van prostaatcarcinoom staat op de richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.
Indicaties
Niet-resectabel of gemetastaseerd uveamelanoom dat positief is voor humaan leukocytenantigeen (HLA)-A*02:01 bij volwassenen, als monotherapie.
Indicaties
- Gemetastaseerd prostaatcarcinoom, vooral bij primaire of secundaire ongevoeligheid (resistentie) voor oestrogeentherapie.
Doseringen
Bepaal voorafgaand aan de behandeling het HLA-A*02:01-genotype met een gevalideerde test.
Voer de behandeling uit in een omgeving waar volledige voorzieningen voor reanimatie onmiddellijk beschikbaar zijn in verband met de kans op het 'cytokine release syndrome' (CRS). Een ziekenhuisopname wordt aanbevolen bij ten minste de eerste drie infusies. Dien voorafgaand aan de behandeling intraveneuze vloeistoffen toe op basis van klinische evaluatie en volumestatus van de patiënt om het risico op hypotensie als gevolg van CRS tot het minimum te beperken. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
HLA-A*02:01-positief niet-resectabel of gemetastaseerd uveamelanoom
Volwassenen (incl. ouderen)
i.v.: 20 microgram op dag één, 30 microgram op dag acht, 68 microgram op dag vijftien en vervolgens 68 microgram 1×/week. De behandeling voortzetten zolang er klinisch voordeel is of tot onaanvaardbare toxiciteit optreedt.
Ernstige bijwerkingen: een dosisverlaging van tebentafusp wordt niet aanbevolen. Zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (zoals koorts, hypotensie of acute huidreacties), de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en 2 en rubriek 4.4).
Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Wees voorzichtig bij een ernstig verminderde nierfunctie, vanwege een gebrek aan gegevens.
Toediening: als i.v.-infusie in 15–20 minuten. Verdun vooraf met natriumchloride 0,9% oplossing voor injectie met humaan albumine voor intraveneuze infusie.
Doseringen
Gemetastaseerd prostaatcarcinoom resistent voor oestrogeentherapie:
Volwassenen:
De gebruikelijke dosering is 10–16 mg/kg lichaamsgewicht per dag, verdeeld over 2–3 doses. De behandeling staken indien na 4–6 weken geen effect wordt bereikt.
Leverfunctiestoornis: Bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis starten met 10 mg/kg lichaamsgewicht per dag, verdeeld over 2–3 doses; daarna zonodig eventueel de dosering verhogen. Estramustine is gecontra-indiceerd bij een ernstige leverfunctiestoornis.
Toedieningsinformatie: De capsules 1 uur vóór of 2 uur ná de maaltijd met water innemen. Niet gelijktijdig innemen met melk(producten) en antacida.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): 'cytokine release syndrome'.
Verminderde eetlust, hypomagnesiëmie, hyponatriëmie, hypocalciëmie, hypokaliëmie. Slapeloosheid. Hoofdpijn, duizeligheid, paresthesie. Tachycardie. Hypotensie, blozen, hypertensie. Hoesten, dyspneu. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, obstipatie, dyspepsie. Huiduitslag, jeuk, droge huid, hypo- of hyperpigmentatie, erytheem. Artralgie, rugpijn, myalgie, pijn in extremiteit. Koorts, vermoeidheid, koude rillingen, oedeem, griepachtige verschijnselen. Stijging ALAT, ASAT, bilirubine, lipase of creatinine in het bloed. Anemie, daling lymfocytentelling of fosfaat in het bloed.
Vaak (1-10%): nasofaryngitis. Angst. Smaakstoornis. Aritmie, atriumfibrilleren. Orofaryngeale pijn, hypoxie. Alopecia, nachtzweten. Spierspasme. Stijging amylase, γ-GT, alkalische fosfatase of glucose in het bloed. Stijging leukocytentelling.
Soms (0,1-1%): tumorlysissyndroom. Angina pectoris, hartfalen. QT-verlenging.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): vochtretentie, congestief hartfalen, . Misselijkheid, braken, diarree (vooral de eerste twee weken). Gynaecomastie. Anemie, leukopenie. Hypercalciëmie.
Vaak (1-10%): embolie. Myocardinfarct. Hoofdpijn, lethargie. Trombocytopenie.
Verder zijn gemeld: myocardischemie, hypertensie. Overgevoeligheidsreactie (zoals angio-oedeem, allergische dermatitis). Erectiestoornis. Spierzwakte. Depressie, verwardheid. Leverfunctiestoornis. Tromboflebitis op de injectieplaats.
Interacties
Tebentafusp veroorzaakt een tijdelijke afgifte van cytokinen die CYP450-enzymen kunnen onderdrukken. Het hoogste risico op een geneesmiddeleninteractie bestaat gedurende de eerste 24 uur van de eerste drie doses tebentafusp bij gelijktijdig gebruik van CYP450-substraten, in het bijzonder bij substraten met een smalle therapeutische breedte. Controleer dan op toxiciteit (zoals bij acenocoumarol) of de plasmaconcentratie (zoals bij ciclosporine). Pas zo nodig de dosering van het gelijktijdig toegediende geneesmiddel aan.
Interacties
Vanwege de toegenomen kans op infectie tijdens en tot 6 maanden na de behandeling géén levende vaccins toedienen. De reactie op dode of verzwakte vaccins kan verminderd zijn.
De absorptie van estramustine wordt ernstig gestoord bij gelijktijdige inname van geneesmiddelen die calcium bevatten door de vorming van onoplosbare zouten, daarom de capsules 1 uur vóór of 2 uur ná de maaltijd innemen.
Door gelijktijdig gebruik met ACE-remmers is er meer kans op angio-oedeem.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij mens en dier onbekend.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 1 week na de therapie.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- ernstige leverfunctiestoornis.
- ernstige cardiovasculaire aandoening zoals ischemie, trombo–embolie of complicaties door vochtretentie (bv. hartfalen).
- overgevoeligheid voor oestrogenen of stikstofmosterd.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het 'cytokine release syndrome' (CRS) treedt bij de meeste patiënten op die met tebentafusp worden behandeld. Monitor de eerste drie infusies met tebentafusp gedurende ten minste 16 uur op klachten en verschijnselen van CRS in een ziekenhuisomgeving met onmiddellijke toegang tot geneesmiddelen en reanimatieapparatuur voor de behandeling van CRS. Monitor vitale functies vóór toediening en ten minste om de 4 uur. Indien klinisch geïndiceerd frequenter monitoren of de ziekenhuisopname verlengen. Bij optreden van hypotensie graad 3 of 4 gedurende een van de eerste drie infusies, de patiënt de volgende drie infusies in een poliklinische omgeving gedurende ten minste 4 uur elk uur monitoren. Als bij de daaropvolgende doses de aanbevolen dosis goed verdragen wordt (d.w.z. afwezigheid van hypotensie van graad ≥ 2 waarvoor medisch ingrijpen vereist is), kunnen volgende doses worden toegediend in een geschikte omgeving voor poliklinische zorg. Monitor de patiënt na elke infusie gedurende minimaal 60 minuten. Als de patiënt gedurende ten minste 3 maanden poliklinisch is behandeld en geen onderbrekingen van meer dan 2 weken heeft gehad, kan bij daaropvolgende doses de poliklinische monitoring na infusie verkort worden tot minimaal 30 minuten. Indien CRS wordt waargenomen, direct een behandeling met ondersteunende zorg starten, zoals antipyretica, intraveneuze vloeistoffen, tocilizumab of corticosteroïden. De diagnose CRS werd in klinisch onderzoek het vaakst gebaseerd op koorts, gevolgd door hypotensie en soms hypoxie. Andere vaak waargenomen symptomen waren o.a. koude rillingen, misselijkheid, braken, vermoeidheid en hoofdpijn. In de meeste gevallen begon CRS op de dag van de infusie, waarbij de mediane tijd tot verdwijnen van CRS 2 dagen was. Koorts trad op in vrijwel alle gevallen van CRS en bij deze patiënten trad een stijging van de lichaamstemperatuur over het algemeen op binnen de eerste 8 uur na de infusie. CRS leidde in 1,2% van de gevallen tot het stopzetten van de behandeling.
Acute huidreacties, zoals huiduitslag, jeuk, erytheem en huidoedeem, zijn gemeld. Behandel acute huidreacties volgens lokale protocollen. De behandeling van klachten en verschijnselen van huidreacties kan tijdelijk uitstel van daaropvolgende behandelingen met tebentafusp vereisen. Acute huidreacties traden doorgaans op na elk van de eerste drie infusies met tebentafusp en namen na verloop van tijd af in ernst en frequentie.
Hartaandoeningen, zoals sinustachycardie en aritmie, zijn gemeld. Controleer een patiënt met reeds bestaande cardiovasculaire aandoeningen nauwlettend vanwege meer kans op lange termijn effecten als gevolg van CRS. Bij klachten of verschijnselen die wijzen op een hartaandoening, de patiënt onmiddellijk evalueren en behandelen. Behandel ook een eventueel onderliggend CRS, zie hierboven. Bij optreden van een hartaandoening de behandeling onderbreken of staken, afhankelijk van de persistentie en ernst van de aandoening. Tevens zijn gevallen van QT-verlenging gemeld. Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van verlenging van het QT-interval en bij gebruik van geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QT-interval verlengen. Maak bij alle patiënten een ECG vóór en na infusie van tebentafusp gedurende de eerste 3 weken van de behandeling en daarna indien klinisch geïndiceerd. Behandel vooraf eventuele elektrolytenstoornissen. Onderbreek de behandeling als het QT-interval meer dan 500 ms is of met ≥ 60 ms stijgt ten opzichte van de uitgangswaarde. Hervat de behandeling als het QT-interval verbetert tot < 500 ms of < 60 ms ten opzichte van de uitgangswaarde.
Onderzoeksgegevens: er zijn geen gegevens over toepassing bij kinderen < 18 jaar en bij patiënten met een voorgeschiedenis van een significante hartaandoening.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer bij botmetastasen de waarde van serumcalcium nauwkeurig, vanwege de kans op hypocalciëmie. Het metabolisme van calcium of fosfor kan worden beïnvloedt, wees daarom voorzichtig bij botaandoeningen gerelateerd aan hypercalciëmie of bij renale insufficiëntie.
Controleer bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis regelmatig de leverfunctie, zie ook de rubriek Dosering.
Controleer periodiek de bloeddruk tijdens de behandeling.
Controleer in verband met de kans op vochtretentie patiënten met aandoeningen zoals (beginnend) hartfalen, epilepsie, nierfunctiestoornis of migraine zorgvuldig.
Controleer bij diabetes mellitus regelmatig de bloedsuikerspiegel wegens verminderde glucosetolerantie.
Staak direct de behandeling bij optreden van angio-oedeem.
Comorbiditeit: Voorzichtig bij een voorgeschiedenis van tromboflebitis of trombo-embolische aandoeningen (m.n. indien gerelateerd aan oestrogeengebruik), alsmede bij cerebrovasculair of coronair vaatlijden.
Vruchtbare mannen dienen contraceptieve maatregelen te nemen tot ten minste 6 maanden na de behandeling met estramustine.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Tebentafusp is een bispecifiek fusie-eiwit dat bestaat uit een T-celreceptor, gefuseerd met een antistoffragment dat zich richt op CD3. Het TCR-uiteinde bindt met hoge affiniteit aan een gp100-peptide dat door het HLA-A*02:01-eiwit wordt gepresenteerd op het celoppervlak van uveamelanoomcellen, en het effectordomein bindt aan de CD3-receptor op de polyklonale T-cel. Hierbij wordt er een immuunsynaps gevormd. Deze immuunsynaps leidt tot doelwitverandering en activering van polyklonale T-cellen. De polyklonale T-cellen geven vervolgens inflammatoire cytokinen en cytolytische eiwitten af, wat leidt tot directe lysis van tumorcellen.
Kinetische gegevens
V d | 0,075 l/kg. |
Metabolisering | Net als andere therapeutische eiwitten, naar verwachting via katabole routes afgebroken tot kleine peptiden en aminozuren. |
T 1/2el | 6–8 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Estramustinefosfaat (EMP) is een prodrug, die door defosforylering wordt omgezet in estramustine. Hierna vindt verdere metabolisering tot estromustine plaats. Beide metabolieten bezitten antimitotische activiteit. Deze activiteit berust op remming van de vorming van microtubuli in de metafase en afbraak van microtubuli in de interfase. EMP wordt ook omgezet in o.a. estron en estradiol; deze metabolieten hebben een antigonadotrope activiteit, waardoor de testosteronspiegel tot castratieniveau wordt verlaagd.
Kinetische gegevens
Resorptie | max. 75%. |
Eiwitbinding | 99% (estramustinefosfaat). |
Metabolisering | groot first-pass-effect, waarbij door defosforylering actief estramustine ontstaat naast de actieve stoffen estradiol en estron. Estramustine wordt verder gemetaboliseerd tot actief estromustine. |
Eliminatie | als metabolieten, met de urine (metabolieten van estradiol en estron), met de gal en feces (estra- en estromustine). |
T 1/2el | ca. 4 uur (estramustinefosfaat), 63 uur (estramustine) en 110 uur (estromustine). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
tebentafusp hoort bij de groep oncolytica, overige.
- aflibercept (bij maligne aandoening) (L01XX44) Vergelijk
- alpelisib (L01EM03) Vergelijk
- amsacrine (L01XX01) Vergelijk
- anagrelide (L01XX35) Vergelijk
- arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
- asparaginase (L01XX02) Vergelijk
- axicabtagen ciloleucel (L01XL03) Vergelijk
- bortezomib (L01XG01) Vergelijk
- carfilzomib (L01XG02) Vergelijk
- eribuline (L01XX41) Vergelijk
- estramustine (L01XX11) Vergelijk
- hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
- hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
- ixazomib (L01XG03) Vergelijk
- methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
- mitotaan (L01XX23) Vergelijk
- niraparib (L01XK02) Vergelijk
- olaparib (L01XK01) Vergelijk
- panobinostat (L01XH03) Vergelijk
- pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
- pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
- rucaparib (L01XK03) Vergelijk
- sonidegib (L01XJ02) Vergelijk
- sotorasib (L01XX73) Vergelijk
- talazoparib (L01XK04) Vergelijk
- temoporfine (L01XD05) Vergelijk
- tisagenlecleucel (L01XL04) Vergelijk
- trabectedine (L01CX01) Vergelijk
- venetoclax (L01XX52) Vergelijk
- vismodegib (L01XJ01) Vergelijk
Groepsinformatie
estramustine hoort bij de groep oncolytica, overige.
- aflibercept (bij maligne aandoening) (L01XX44) Vergelijk
- alpelisib (L01EM03) Vergelijk
- amsacrine (L01XX01) Vergelijk
- anagrelide (L01XX35) Vergelijk
- arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
- asparaginase (L01XX02) Vergelijk
- axicabtagen ciloleucel (L01XL03) Vergelijk
- bortezomib (L01XG01) Vergelijk
- carfilzomib (L01XG02) Vergelijk
- eribuline (L01XX41) Vergelijk
- hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
- hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
- ixazomib (L01XG03) Vergelijk
- methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
- mitotaan (L01XX23) Vergelijk
- niraparib (L01XK02) Vergelijk
- olaparib (L01XK01) Vergelijk
- panobinostat (L01XH03) Vergelijk
- pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
- pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
- rucaparib (L01XK03) Vergelijk
- sonidegib (L01XJ02) Vergelijk
- sotorasib (L01XX73) Vergelijk
- talazoparib (L01XK04) Vergelijk
- tebentafusp (L01XX75) Vergelijk
- temoporfine (L01XD05) Vergelijk
- tisagenlecleucel (L01XL04) Vergelijk
- trabectedine (L01CX01) Vergelijk
- venetoclax (L01XX52) Vergelijk
- vismodegib (L01XJ01) Vergelijk