tetanusvaccin
cholera, geïnactiveerd, hele cel
pneumokokkenvaccin, geconjugeerd
meningokokkenvaccin type B
difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin
Samenstelling
Tetanusvaccin Bilthoven Biologicals
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Sterkte
- 0,5 ml
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat per dosis (0,5 ml) ≥ 40 IE tetanustoxoïd. Conserveermiddel: thiomersal. Bevat tevens: aluminiumfosfaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Dukoral XGVS Valneva
- Toedieningsvorm
- Suspensie en bruisgranulaat voor orale suspensie
Een dosis van 3 ml van de suspensie bevat 1,25 ×1011 geïnactiveerde bacteriën van Vibrio cholerae O1 (stammen Inaba klassiek, Inaba El Tor en Ogawa klassiek) en 1 mg recombinant choleratoxine-B-subunit. Het bruisgranulaat bevat waterstofcarbonaatbuffer dat na oplossen moet worden gemengd met de vaccinsuspensie. Kan sporen van formaldehyde bevatten.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Prevenar 13 (polyvalent, van 13 kapseltypen) XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Sterkte
- 0,5 ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit
Bevat per ml: serotypen 1, 3, 4, 5, 6A, 7F, 9V, 14, 18C, 19A, 19F en 23F: 4,4 microg; serotype 6B: 8,8 microg. Is geconjugeerd aan difterietoxine en geadsorbeerd aan aluminiumfosfaat.
Synflorix (polyvalent, van 10 kapseltypen) XGVS GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Sterkte
- 0,5 ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit
Bevat per ml: serotypen 1, 5, 6B, 7F, 9V, 14 en 23F: 2 microg; serotype 4, 18C en 19F: 6 microg. Is geconjugeerd aan Haemophilus influenza dragereiwit (proteïne D), tetanustoxoïd of difterietoxoïd en is geadsorbeerd aan aluminiumfosfaat. De ATC-code van deze samenstelling is J07AL52.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Bexsero XGVS GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml met toebehoren
Bevat per dosis: 50 microg recombinant Neisseria meningitidis B NadA, 50 microg recombinant Neisseria meningitidis fHbp, 50 microg recombinant Neisseria meningitidis groep B NHBA en 25 microg buitenmembraanvesikels (BMV) Neisseria meningitidis B NZ98/254 B, gemeten als PorA P1.4, geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Boostrix Polio Bijlage 2 GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml: difterietoxoïd ≥ 2 IE, pertussistoxoïde 8 microgram, pertussis filamenteus hemagglutinine (FHA) 8 microgram, pertussispertactine 2,5 microgram, tetanustoxoïd ≥ 20 IE, geïnactiveerd gezuiverd poliovirus type 1: 40 DE (= D-antigeen eenheden), type 2: 8 DE, type 3: 32 DE. Bevat tevens: aluminiumhydroxide, aluminiumfosfaat en mogelijk sporen van neomycine en polymyxine B.
Triaxis Polio Bijlage 2 Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml gezuiverd difterietoxoïd ≥ 2 IE, gezuiverd pertussistoxoïde 2,5 microgram, gezuiverd pertussis filamenteus hemagglutinine (FHA) 5 microgram, gezuiverde pertussis fimbriae agglutinogenen 2 + 3 (FIM) 5 microgram, gezuiverd pertussispertactine 3 microgram, gezuiverd tetanustoxoïd ≥ 20 IE, geïnactiveerd gezuiverd poliovirus type 1: 40 DE (= D-antigeen eenheden), type 2: 8 DE, type 3: 32 DE. Bevat tevens: aluminiumfosfaat, fenoxyethanol, polysorbaat-80 en sporen van streptomycine, neomycine, polymyxine B en bovien serumalbumine.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor tetanus-profylaxe bij verwondingen zie stroomschema Tetanusvaccinatie bij wonden (pdf 40 kB) voor bepaling vaccinatiegraad en aanbeveling toediening tetanusvaccin en tetanusimmunoglobuline (TIG). Zie voor meer informatie over indicaties en keuze van het vaccin de LCI-richtlijn Tetanus.
Tetanusvaccinatie bij kinderen is in het Rijksvaccinatieprogramma opgenomen in combinatie met andere vaccinaties op de leeftijd van 6-9 weken, 3, 4 en 11 maanden (DKTP-Hib-HepB vaccin) en op de leeftijd van 4 en 9 jaar revaccinaties (resp. DKTP- en DTP-vaccin). De Beslisboom Inhaalschema’s Rijksvaccinatieprogramma geeft alternatieve schema's voor kinderen die achterlopen op het basisschema.
Advies
Voor oraal choleravaccin is geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling vastgesteld.
Advies
Het 10-valent geconjugeerd pneumokokkenvaccin maakt onderdeel uit van het Rijksvaccinatieprogramma.
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
DaKTP-vaccin maakt onderdeel uit van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Baby’s worden in Nederland ingeënt tegen kinkhoest wanneer ze 2 maanden oud zijn. De eerste maanden zijn ze dus nog niet beschermd tegen kinkhoest. Veel baby’s die de ziekte krijgen, krijgen deze dan ook de eerste maanden na de geboorte.
Vanaf eind 2019 krijgen vrouwen tijdens de zwangerschap een kinkhoestvaccinatie aangeboden. Hierdoor zijn baby's meteen vanaf de geboorte beschermd tegen kinkhoest. Zie Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen op RIVM.nl.
Aan de vergoeding van difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
Actieve immunisatie tegen tetanus:
- primaire vaccinatie;
- boostervaccinatie.
Tetanus profylaxe bij verwondingen:
- bij personen waarbij risico bestaat op infectie met Clostridium tetani (open wond met (mogelijk) contact met straatvuil, aarde of mest, dierenbeet of diepe 2e of 3e graads brandwonden) en geen of onvoldoende bescherming door eerdere vaccinaties of immuungecompromitteerd.
Indicaties
Actieve immunisatie tegen cholera veroorzaakt door Vibrio cholerae serogroep O1 bij volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar.
Indicaties
Prevenar 13:
- Actieve immunisatie tegen invasieve ziekten, pneumonie en acute otitis media veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae bij zuigelingen en kinderen vanaf de leeftijd van 6 weken tot 17 jaar.
- Actieve immunisatie tegen invasieve ziekten en pneumonie veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae bij volwassenen ≥ 18 jaar en ouderen.
Synflorix
- Actieve immunisatie tegen invasieve ziekten, pneumonie en acute otitis media veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae bij zuigelingen en kinderen vanaf de leeftijd van 6 weken tot 5 jaar.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen invasieve meningokokkenziekte veroorzaakt door Neisseria meningitidis groep B bij volwassenen en kinderen vanaf 2 maanden oud.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen difterie, kinkhoest, tetanus én poliomyelitis bij personen ≥ 3 jaar, als booster volgend op een primaire immunisatie.
- Triaxis Polio ook: passieve immunisatie tegen kinkhoest bij jonge zuigelingen na immunisatie van de moeder tijdens de zwangerschap.
Dosering
Actieve immunisatie tegen tetanus:
Volwassenen en kinderen:
Indien niet eerder tegen tetanus gevaccineerd (basisimmunisatie): Driemaal één dosis van 0,5 ml volgens het schema 0, 1 en 7: de eerste injectie is op tijdstip 0, vervolgens 1 en 7 maanden na de eerste toediening. Kinderen dienen na de 3 primaire doses op babyleeftijd nog 2 boosters te krijgen op de leeftijd van 4 en 9 jaar.
NB: Kinderen ontvangen hun basisimmunisatie door middel van een tetanustoxoïd-bevattend combinatievaccin volgens het Rijksvaccinatieprogramma.
Tetanus profylaxe bij verwondingen:
Volwassenen:
Zie ook: Stroomschema Tetanusvaccinatie bij wonden (pdf 40 kB) van de LCI-richtlijn Tetanus. De incubatieperiode van tetanus is 24 uur tot 3 weken. Tetanusvaccinatie en eventueel TIG daarom zo snel mogelijk na de verwonding toedienen. Bij latere presentatie is het nog zinvol om dit tot 21 dagen na de verwonding te doen.
Personen die volledig zijn gevaccineerd (documentatie) en waarbij de laatste vaccinatie langer dan 10 jaar geleden is: één dosis à 0,5 ml. Is
Personen met een gestoorde immuunstatus en volledig zijn gevaccineerd: tetanusimmunoglobuline en één dosis à 0,5 ml.
Vrouwen geboren in/na 1950 én ouder dan 20 jaar en mannen geboren in/na 1936 én ouder dan 20 jaar, die vermoedelijk volledig zijn gevaccineerd (zonder documentatie): één dosis à 0,5 ml.
Vrouwen geboren vóór 1950 en mannen geboren vóór 1936 die vermoedelijk volledig zijn gevaccineerd (zonder documentatie): tetanusimmunoglobuline en één dosis à 0,5 ml.
Personen die nooit of onvolledig zijn gevaccineerd: tetanusimmunoglobuline en aanvullende ontbrekende vaccinaties of een primaire vaccinatie (basisimmunisatie met 3 doses) toedienen.
Vóór gebruik het vaccin zwenken. Tetanusvaccin i.m. toedienen, bij voorkeur in de deltaspier. Bij gelijktijdige toepassing van tetanusimmunoglobuline (TIG), deze in verschillende ledematen toedienen.
Dosering
Actieve immunisatie tegen cholera:
Volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar:
Oraal: de primaire vaccinatie bestaat uit 2 doses. De doses met een tussenpoos van ten minste één week toedienen. Indien tussen 2 doses een periode van meer dan 6 weken is verstreken, de primaire immunisatie opnieuw starten. De immunisatie voltooien ten minste 1 week vóór een eventuele blootstelling. Indien continue bescherming is gewenst een enkelvoudige boosterdosis na 2 jaar toedienen. Als er meer dan 2 jaar is verstreken sinds de laatste vaccinatie wordt een herhaling van de primaire vaccinatie aanbevolen.
Kinderen van 2–6 jaar:
Oraal: primaire vaccinatie bestaat uit 3 doses. De doses met een tussenpoos van ten minste één week toedienen. Indien tussen 2 doses een periode van meer dan 6 weken is verstreken, de primaire immunisatie opnieuw starten. De immunisatie ten minste 1 week vóór een eventuele blootstelling voltooien. Indien een continue bescherming is gewenst een enkelvoudige boosterdosis na 6 maanden toedienen. Als er meer dan 6 maanden is verstreken sinds de laatste vaccinatie wordt een herhaling van de primaire vaccinatie aanbevolen.
Vóór inname de vaccinsuspensie mengen met de natriumwaterstofcarbonaatoplossing; voor kinderen van 2 tot 6 jaar de injectieflacon mengen met de helft van de natriumwaterstofcarbonaatoplossing. De suspensie na vermenging binnen 2 uur op laten drinken. Van 1 uur vóór tot 1 uur na de vaccinatie niet eten of drinken.
Dosering
Actieve immunisatie:
Prevenar 13
Zuigelingen 6 weken–6 maanden en te vroeggeboren zuigelingen (< 37 weken): 4 doses, waarvan de eerste 3 doses met een interval van ten minste 1 maand worden gegeven en de vierde dosis op de leeftijd van 11–15 maanden. Als onderdeel van een routinematig immunisatieprogramma kan een alternatief schema worden gevolgd, niet aanbevolen bij vroeggeboren kinderen: 3 doses, waarvan de eerste 2 doses met een interval van 2 maanden worden gegeven en de derde dosis op de leeftijd van 11–15 maanden;
Zuigelingen 7–11 maanden: 3 doses, waarvan de eerste 2 doses met een interval van 1 maand worden gegeven en de derde dosis in het tweede levensjaar;
Kinderen 12–23 maanden: 2 doses met een interval van 2 maanden;
Kinderen 2–17 jaar: 1 dosis.
Volwassenen: 1 dosis. De noodzaak voor een boostervaccinatie is niet vastgesteld.
Synflorix
Zuigelingen 6 weken–6 maanden en te vroeggeboren zuigelingen (< 37 weken): 4 doses, waarvan de eerste 3 doses met een interval van ten minste 1 maand worden gegeven en de vierde dosis ten minste 6 maanden na de derde dosis en vanaf een leeftijd van 9 maanden (bij voorkeur op de leeftijd van 12–15 maanden). Als onderdeel van een routinematig immunisatieprogramma kan een alternatief schema worden gevolgd, niet aanbevolen bij vroeggeboren kinderen: 3 doses, waarvan de eerste 2 doses met een interval van 2 maanden worden gegeven en de derde dosis ten minste 6 maanden na de tweede dosis en vanaf een leeftijd van 9 maanden (bij voorkeur op de leeftijd van 12–15 maanden).
Zuigelingen 7–11 maanden: 3 doses, waarvan de eerste 2 doses met een interval van ten minste 1 maand worden gegeven en de derde dosis in het tweede levensjaar met een interval van ten minste 2 maanden na de tweede dosis.
Kinderen 1–5 jaar: 2 doses met een interval van ten minste 2 maanden; de noodzaak voor een boostervaccinatie is niet vastgesteld.
Na hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT):
Prevenar
Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar: 4 doses, waarvan de eerste dosis 3–6 maanden na de HSCT wordt gegeven. De tweede dosis 1 maand na de eerste dosis en de derde dosis 1 maand na de tweede dosis. De vierde dosis wordt aanbevolen 6 maanden na de derde dosis.
Het middel kan gelijktijdig worden toegediend met andere pediatrische vaccins volgens de aanbevolen immunisatieschema's mits toegediend op verschillende injectieplaatsen.
De vaccinatie toedienen door middel van een i.m. injectie, bij voorkeur in het anterolaterale gedeelte van de dij bij zuigelingen en in de deltaspier van de bovenarm (overige leeftijden). In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij risico van bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend.
Dosering
Immunisatie tegen infectieziektes veroorzaakt door meningokokken type B
Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar:
2 doses van elk 0,5 ml met een interval van ten minste 1 maand. Overweeg een derde dosis bij blijvend blootstellingsrisico, op basis van officiële aanbevelingen.
Kinderen 12–23 maanden:
3 doses van elk 0,5 ml waarvan de eerste 2 doses met een interval van ten minste 2 maanden; derde dosis 12–23 maanden na de tweede dosis.
Kinderen 6–11 maanden:
3 doses van elk 0,5 ml waarvan de eerste 2 doses met een interval van ten minste 2 maanden; derde dosis in tweede levensjaar, ten minste 2 maanden na de tweede dosis.
Kinderen 3–5 maanden:
3 doses van elk 0,5 ml waarvan de eerste 2 doses met een interval van ten minste 2 maanden; de derde dosis bij een leeftijd van 12–15 maanden oud, ten minste 6 maanden na de tweede dosis, uiterlijk op een leeftijd van 24 maanden.
Kinderen 2–5 maanden:
4 doses van elk 0,5 ml waarvan de eerste 3 doses met een interval van ten minste 1 maand; de vierde dosis bij een leeftijd van 12–15 maanden oud, ten minste 6 maanden na de derde dosis, uiterlijk op een leeftijd van 24 maanden.
Intramusculair toedienen, bij kinderen jonger dan 2 jaar in de anterolaterale zijde van de dij en bij oudere kinderen en volwassenen in de deltaspier van de bovenarm. Het vaccin mag niet intradermaal, subcutaan of intraveneus worden toegediend.
Bij toediening samen met andere vaccins, niet in dezelfde spuit mengen. Bij gelijktijdig toedienen van een ander vaccin, op verschillende injectieplaatsen toedienen.
Dosering
Boostervaccinatie:
Kinderen ≥ 3 jaar en volwassenen:
1 dosis à 0,5 ml diep i.m. ten minste 6 maanden na de laatste injectie van de primaire vaccinatie. De injectievloeistof i.m. toedienen, bij voorkeur in de deltaspier. In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij kans op bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend.
Triaxis Polio kan worden gebruikt voor revaccinatie tegen difterie, tetanus en kinkhoest met intervallen van 5 en 10 jaar.
Passieve immunisatie zuigeling tegen kinkhoest
Zwangere vrouwen:
1 dosis à 0,5 ml diep i.m. tijdens 2e of 3e trimester zwangerschap.
Als de toediening van het DaKTP-vaccin gelijktijdig met een hepatitis B-vaccin wordt toegediend, de vaccins in verschillende ledematen inspuiten.
Voor gebruik het vaccin goed schudden.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): uitslag of zwelling op de injectieplaats. Malaise.
Zelden (0,01-0,1%): koorts.
Zeer zelden (< 0,01%): neuropathie.
Verder is gemeld: verharding, warmte en pijn op de injectieplaats, apneu bij zeer premature kinderen (geboren ≤ 28 weken zwangerschap), misselijkheid.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): diarree, buikpijn, buikkramp, gasvorming. Hoofdpijn.
Zelden (0,01-0,1%): koorts, malaise. Misselijkheid, braken, verminderde eetlust. Duizeligheid. Rinitis, hoesten.
Zeer zelden (< 0,01%): dyspepsie, keelpijn. Dehydratie, sufheid, slapeloosheid, flauwvallen, verminderde smaak. Zweten, exantheem. Gewrichtspijn, vermoeidheid, rillingen.
Verder zijn gemeld: gastro-enteritis, lymfadenitis, paresthesie, hypertensie, dyspneu, verhoogde sputumproductie, jeuk, urticaria, angio-oedeem, griepachtige verschijnselen, asthenie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats, koorts > 38°C, prikkelbaarheid, huilen, dufheid, rusteloosheid, slaperigheid, verminderde eetlust, braken, diarree.
Vaak (1-10%): op de plaats van toediening: zwelling, induratie, erytheem en gevoeligheid van het geïnjecteerde ledemaat (arm of been), koorts > 39°C.
Soms (0,1-1%): huiduitslag, urticaria. Koorts > 40°C, met name na boosterdosis.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactische/anafylactoïde reacties (zoals shock, angioneurotisch oedeem, bronchospasme, dyspneu, gezichtsoedeem), (febriele) insulten, hypotoon-hypotensieve respons, allergische dermatitis, atopische dermatitis, eczeem.
Zeer zelden (< 0,01%): erythema multiforme, lymfadenopathie gelokaliseerd in het gebied rond de injectieplaats. Ziekte van Kawasaki.
Verder zijn gemeld: apneu bij zeer premature kinderen (≤ 28 w. zwangerschap). Na de boostervaccinatie zijn ook gemeld: hoofdpijn, misselijkheid.
Kinderen ≤ 5 jaar:
Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust, koorts ≥ 38ºC, prikkelbaarheid, slaperigheid, slecht slapen, reacties op de injectieplaats zoals zwelling, induratie, pijn en erytheem.
Vaak (1-10%): braken, diarree, huiduitslag, koorts ≥ 39°C, bewegingsbeperking van plaats van vaccinatie.
Soms (0,1-1%): (febriele) insulten, urticaria, (abnormaal) huilen, apneu bij zeer premature kinderen (≤28 weken zwangerschap), reacties op injectieplaats zoals jeuk, hematoom, hemorragie en nodule, diffuse zwelling van gevaccineerde ledemaat, hoofdpijn, misselijkheid.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties (zoals gezichtsoedeem, dyspneu, bronchospasmen), hypotoon-hyporesponsieve episode, allergische reacties (zoals allergische of atopische dermatitis, eczeem).
Zeer zelden (< 0,01%): anafylaxie, angio-oedeem, ziekte van Kawasaki.
Verder zijn gemeld: lymfadenopathie, erythema multiforme, jeuk op injectieplaats, blozen.
Kinderen 6–17 jaar:
Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust, prikkelbaarheid, reacties op de injectieplaats (zoals zwelling, erytheem, pijn, gevoeligheid), slaperigheid, slecht slapen.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, braken, diarree, huiduitslag, urticaria, koorts.
Volwassenen en kinderen ≥ 17 jaar:
Zeer vaak (>10%): hoofdpijn, verminderde eetlust, diarree, braken, huiduitslag, koude rillingen, vermoeidheid, reacties op de injectieplaats (zoals zwelling, induratie, roodheid, pijn), bewegingsbeperking van geïnjecteerde ledemaat, spier- en gewrichtspijn.
Vaak (1-10%): braken, koorts.
Soms (0,1-1%): misselijkheid, lymfadenopathie, overgevoeligheidsreacties (zoals gezichtsoedeem, dyspneu, bronchospasmen).
Bijwerkingen
Volwassenen en kinderen ≥ 11 jaar:
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, misselijkheid, myalgie, artralgie, reacties op de injectieplaats (zoals pijn, erytheem, gevoeligheid en verharding), malaise.
Verder zijn gemeld: allergische (anafylactische) reacties, syncope, vasovagale reacties, meningeale prikkeling (zoals nekstijfheid of fotofobie), injectieplaatsreacties (inclusief uitgebreide zwelling van gevaccineerde ledemaat, blaren, nodus die > 1 maand kan aanhouden).
Zuigelingen en kinderen < 11 jaar:
Zeer vaak (> 10%): eetstoornissen, slaperigheid, ongewoon huilen, hoofdpijn, diarree, braken, huiduitslag (bij kinderen van 12 t/m 23 maanden), artralgie, koorts ≥ 38°C, reacties op de injectieplaats (zoals pijn, erytheem, zwelling, gevoeligheid en verharding), prikkelbaarheid.
Soms (0,1-1%): (febriele) insulten, bleekheid (zelden na booster), eczeem, koorts ≥ 40°C.
Zelden (0,01-0,1%): ziekte van Kawasaki, urticaria.
Verder zijn gemeld: allergische (anafylactische) reacties, hypotoon-hyporesponsieve episode, meningeale prikkeling (zoals nekstijfheid of fotofobie), syncope, vasovagale reacties, injectieplaatsreacties (inclusief uitgebreide zwelling van gevaccineerde ledemaat, blaren, nodus die > 1 maand kan aanhouden).
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): lokale reacties zoals pijn, roodheid en zwelling op de injectieplaats. Hoofdpijn. Suf voelen, vermoeidheid somnolentie. Nervositeit, abnormaal huilen, prikkelbaarheid. Verminderde eetlust.
Vaak (1-10%): anorexie. Koorts. Huiduitslag. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree.
Soms (0,1-1%): hoest, bronchitis, astma. Orale herpesinfectie. Jeuk. Droge keel. Artralgie, myalgie. Rillingen. Allergische dermatitis. Slaapstoornis, apathie, paresthesie, duizeligheid. . Lymfadenopathie. Zwelling van het geïnjecteerde ledemaat (vooral bij eerdere behandeling met een acellulair pertussisvaccin).
Zelden (0,01-0,1%): urticaria, huiduitslag.
Verder zijn gemeld: anafylactische en anafylactoïde reacties, angio-oedeem. Apneu, bij zeer premature kinderen (≤ 28 weken zwangerschapsduur). Collaps, een shock-achtige toestand, convulsies (met of zonder koorts) binnen 2–3 dagen na vaccinatie, syncope, Guillain-Barrésyndroom, aangezichtsverlamming, myelitis, brachiale neuritis. Cellulitis. Malaise, bleekheid. Trombocytopenie.
Interacties
Bij gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.
Interacties
Bij gelijktijdige inname met voedsel, dranken en geneesmiddelen (oraal) kan door een verhoogde zuurproductie in de maag het effect van het vaccin worden verstoord; inname hiervan vermijden van 1 uur vóór tot 1 uur na de vaccinatie.
Bij gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.
Interacties
Bij combinatie met immunosuppressieve therapie wordt mogelijk geen adequate respons op de vaccinatie bereikt.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met immunosuppressiva kan een verminderde immunologische respons veroorzaken.
Interacties
Bij gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend. Er zijn geen nadelige effecten bekend van vaccins met ontgifte toxinen. Er zijn geen aanwijzingen dat de kleine hoeveelheid thiomersal nadelige effecten heeft op het ongeboren kind.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar, overeenkomstig het voorschrift) worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Vaccin-geïnduceerde maternale antistoffen kunnen de placenta passeren.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken (bij een duidelijk risico op blootstelling aan meningokokkeninfectie).
Zwangerschap
Teratogenese: Met DKTP-vaccin is ruime ervaring opgedaan tijdens de zwangerschap. Er zijn geen aanwijzingen voor een toegenomen kans op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Gebruik van één revaccinatiedosis (Boostrix (Polio) of Triaxis (Polio)) in het 3e trimester wordt aanbevolen (tussen week 28 en 32). In deze periode worden de meeste antistoffen via de placenta aan het ongeboren kind gegeven. Het duurt 2-4 weken voor een adequate antistofrespons optreedt. Als vrouwen tijdens het 3e trimester van de zwangerschap gevaccineerd zijn is ca. 90% van de zuigelingen in de eerste drie maanden na de geboorte beschermd tegen kinkhoest door overgedragen antistoffen. Deze antistoffen zorgen voor een korte termijn bescherming tegen (de ernstige complicaties van) klinische kinkhoest bij de zuigeling tot deze zelf meerdere vaccinaties tegen kinkhoest heeft gehad; de immuunrespons van de zuigeling op actieve immunisatie tegen kinkhoest kan door deze antistoffen afzwakken. Vaccinatie tijdens de zwangerschap geldt als aanvulling op de bestaande vaccinatie van zuigelingen in het RVP. Zie Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen op RIVM.nl.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. De door de moeder gemaakte antistoffen kunnen mogelijk de zuigeling beschermen. Het is onwaarschijnlijk dat de kleine hoeveelheid thiomersal via de borstvoeding een nadelig effect op de zuigeling heeft.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Het is waarschijnlijk dat de antistoffen via de moedermelk bij de zuigeling terechtkomen.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: onbekend.
Farmacologisch effect: Er zijn geen negatieve effecten bekend.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Doorgaans gaan vaccin-geïnduceerde maternale immunoglobulinen over in de moedermelk. Deze kunnen bijdragen aan de bescherming van het kind tegen meningokokkenziekten.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Wel kunnen antistoffen van de moeder via de moedermelk bij de zuigeling terecht komen. Dit is aangetoond voor polioantistoffen.
Overig: Polioantistoffen geven de zuigeling in de eerste weken bescherming.
Advies: Vaccins met gedode/geïnactiveerde antigenen kunnen (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor thiomersal.
Contra-indicaties
De toediening uitstellen bij acute gastro-intestinale aandoeningen of een acute aandoening die gepaard gaat met koorts.
Contra-indicaties
- acute ernstige ziekte met koorts;
- overgevoeligheid voor één van de dragereiwitten.
Contra-indicaties
Er zijn voor dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- acute, ernstige en met koorts gepaard gaande ziekte;
- encefalopathie met onbekende oorzaak binnen zeven dagen na eerdere inenting met een pertussis (kinkhoest) bevattend vaccin;
- overgevoeligheid voor neomycine of polymyxine B.
Waarschuwingen en voorzorgen
De immunologische respons kan verminderd zijn bij gelijktijdige immunosuppressieve behandeling en bij immuungecompromitteerden. Aangeraden wordt de vaccinatie uit te stellen of de respons op de vaccinatie te controleren.
Bij zeer premature kinderen (geboren ≤ 28 weken zwangerschap), met name met een niet volledig ontwikkeld ademhalingsstelsel, het risico van apneu beoordelen en de noodzaak om de ademhalingsfunctie gedurende 48–72 uur te monitoren.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het vaccin biedt geen volledige bescherming daarom ook de standaard beschermende maatregelen ter preventie van cholera in acht nemen. Het vaccin biedt uitsluitend bescherming tegen Vibrio cholerae serogroep O1 en dus niet tegen andere Vibrio-species.
Er zijn geen klinische gegevens beschikbaar over de werkzaamheid van het oraal choleravaccin na toediening van de herhaalde boosterdoses; op grond van immunologische gegevens echter wordt tot twee jaar na de primaire immunisatie, één boosterdosis aanbevolen en na meer dan twee jaar na de primaire immunisatie, opnieuw een primaire immunisatie (2 of 3 doses), zie Dosering.
Er zijn zeer weinig gegevens beschikbaar over de toepassing van oraal choleravaccin bij ouderen (> 65 jaar), kinderen < 2 jaar en over de toepassing bij HIV-geïnfecteerden.
Waarschuwingen en voorzorgen
De bescherming tegen otitis media is substantieel lager dan tegen invasieve ziekten. Gegevens over veiligheid en immunogeniciteit zijn nog niet beschikbaar voor kinderen die meer kans lopen op pneumokokkeninfecties zoals kinderen met slecht functionerende milt, maligniteiten en nefrotisch syndroom. Het vaccin vervangt niet het 23-valent pneumokokken-polysaccharidevaccin bij kinderen ouder dan twee jaar met aandoeningen die meer kans geven aan invasieve ziekten door Streptococcus pneumoniae zoals sikkelcelanemie, asplenie, HIV-infectie, chronische ziekten of andere immuuncompromitterende aandoeningen; indien van toepassing een interval van ten minste acht weken aanhouden tussen de toediening van Prevenar 13 of Synflorix (10-valent vaccin) en het 23-valent vaccin.
Aanbevolen wordt profylactisch antipyretische medicatie toe te dienen bij gelijktijdige toediening met vaccins met hele pertussiscellen en bij epileptische stoornissen of koortsstuipen in de voorgeschiedenis; er zijn echter aanwijzingen dat profylactische toediening van paracetamol de immuunrespons op Synflorix en Prevenar 13 zou kunnen reduceren.
Bij de toediening van de primaire immunisatieserie aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap) ademhalingscontrole gedurende 48–72 uur overwegen vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij kinderen met een voorgeschiedenis van onvoldoende rijping van de longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen, de vaccinatie echter niet onthouden of uitstellen.
Veiligheid en werkzaamheid van Synflorix zijn bij kinderen ouder dan 5 jaar nog niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Stel vaccinatie uit bij personen die lijden aan een acute, ernstige met koorts gepaard gaande ziekte.
Bij toediening aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap), de ademhaling controleren gedurende 48–72 uur vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij zuigelingen met een voorgeschiedenis van onvolgroeide longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep zuigelingen, de vaccinatie niet onthouden of uitstellen.
Personen met een immunodeficiëntie (door immunosuppressiva of genetisch defect) kunnen een verminderde immunologische respons hebben.
Bij familiaire complementdeficiënties (bv. C5- of C3-deficiënties) of behandelingen die terminale complementactivatie remmen (bv. eculizumab) is er een vergroot risico op invasieve ziekte door Neisseria meningitidis B, ook na antilichaamontwikkeling na vaccinatie.
Niet toedienen aan personen met trombocytopenie of een bloedstollingsstoornis die een contra-indicatie voor intramusculaire injectie vormt, tenzij het mogelijke voordeel duidelijk opweegt tegen het risico van toediening.
De veiligheid en werkzaamheid bij volwassenen > 50 jaar en zuigelingen jonger dan 8 weken zijn nog niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
De toediening van vaccins die pertussis (kinkhoest) bevatten zorgvuldig overwegen indien één van de volgende verschijnselen zijn opgetreden bij eerdere toediening ervan:
- hoge koorts (> 40 °C) binnen 48 uur na vaccinatie, die niet toe te schrijven is aan een andere oorzaak;
- collaps of een op shock gelijkende toestand binnen 48 uur na vaccinatie;
- aanhoudend (≥ 3 uur) en ontroostbaar huilen binnen 48 uur na vaccinatie;
- convulsies met of zonder koorts binnen drie dagen na vaccinatie.
Bij Guillain-Barrésyndroom in de voorgeschiedenis na eerdere vaccinatie met tetanustoxoïd, zorgvuldig afwegen om te vaccineren.
Wees voorzichtig bij recent ontstane of progressieve neurologische aandoeningen; echter aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen de vaccinatie níet onthouden of uitstellen. Een familiegeschiedenis van convulsies die mét koorts gepaard gaan vraagt speciale aandacht. Een familiegeschiedenis welke convulsies of wiegendood meldt of febriele convulsies vormen geen contra-indicatie.
De immunogeniciteit van het vaccin kan worden verminderd door een immunosuppressieve behandeling of immunodeficiëntie.
Triaxis Polio niet toedienen aan personen met een onvolledige/afwezige voorgeschiedenis van primaire vaccinatie tegen difterie, tetanus of polio, vanwege onvoldoende werkzaamheid.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld voor kinderen < 3 jaar.
Eigenschappen
Vaccinatie leidt tot de vorming van antistoffen tegen het toxine gevormd door Clostridium tetani. Stimuleert het immunologische geheugen. Een antistofniveau van 0,01 IE/ml wordt beschouwd als beschermend. De bescherming duurt ten minste 10 jaar; er zijn aanwijzingen dat de bescherming > 20 jaar kan aanhouden.
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Het vaccin bevat gedode gehele Vibrio cholerae O1-bacteriën en recombinant choleratoxine-B-subunit. De waterstofcarbonaatbuffer beschermt de antigenen tegen het maagzuur. De werkzaamheid van het vaccin berust op de vorming van antistoffen tegen zowel de bacteriële bestanddelen als de choleratoxine-B-subunit. De antibacteriële intestinale antistoffen verhinderen de kolonisatie van de darmwand door V. cholerae O1. De antitoxine intestinale antistoffen verhinderen tevens de hechting van de choleratoxine aan het oppervlak van de darmmucosa en zodoende de symptomen van toxinegemedieerde diarree. Het warmtelabiele toxine van enterotoxigene E. coli (ETEC) is structureel, functioneel en immunologisch vergelijkbaar met choleratoxine-B-subunit; de twee toxinen zijn immunologisch kruisreactief.
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bevat kapselpolysacchariden van tien of dertien Streptococcus pneumoniae-serotypen (10-valent of 13-valent). Het geeft geen immuniteit tegen de overige serotypen, behalve het kruisreactieve serotype 19A bij Synflorix.
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Combinatie van 3 Neisseria meningitidis groep B-oppervlakteantigenen (NHBA, NadA en fHbp), geproduceerd in E. coli-cellen door recombinant DNA-technologie, en buitenmembraanvesikels (BMV) van Neisseria meningitidis groep B-stam NZ98/254. Stimuleert aanmaak bactericide antilichamen die de vaccinantigenen NHBA, NadA, fHbp en PorA P1.4 (het immunodominante antigeen in de BMV-component) herkennen. Aangezien deze antigenen variabel tot expressie worden gebracht door verschillende stammen, kunnen meningokokken die deze voldoende tot expressie brengen worden gedood met de door het vaccin geïnduceerde antilichamen; het biedt bescherming tegen ca. 78% van de circulerende meningokokken B-stammen.
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Gecombineerd vaccin tegen difterie, (acellulair) kinkhoest, tetanus en poliomyelitis (D(a)KTP). Aard van het antigenenmateriaal: dood, bacterieel (difterie, kinkhoest, tetanus); geïnactiveerd, viraal (poliomyelitis).
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
tetanusvaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- cholera, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (hbvax) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (J07AL01) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin, geconjugeerd (J07AL02) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin/tetanusimmunoglobuline (J07AM52) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicellavaccin (primaire infectie) (J07BK01) Vergelijk
- varicellavaccin (secundaire infectie) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
cholera, geïnactiveerd, hele cel hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (hbvax) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (J07AL01) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin, geconjugeerd (J07AL02) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tetanusvaccin/tetanusimmunoglobuline (J07AM52) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicellavaccin (primaire infectie) (J07BK01) Vergelijk
- varicellavaccin (secundaire infectie) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
pneumokokkenvaccin, geconjugeerd hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- cholera, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (hbvax) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (J07AL01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tetanusvaccin/tetanusimmunoglobuline (J07AM52) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicellavaccin (primaire infectie) (J07BK01) Vergelijk
- varicellavaccin (secundaire infectie) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
meningokokkenvaccin type B hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- cholera, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (hbvax) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (J07AL01) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin, geconjugeerd (J07AL02) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tetanusvaccin/tetanusimmunoglobuline (J07AM52) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicellavaccin (primaire infectie) (J07BK01) Vergelijk
- varicellavaccin (secundaire infectie) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- cholera, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (hbvax) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (J07AL01) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin, geconjugeerd (J07AL02) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tetanusvaccin/tetanusimmunoglobuline (J07AM52) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicellavaccin (primaire infectie) (J07BK01) Vergelijk
- varicellavaccin (secundaire infectie) (J07BK02) Vergelijk