Samenstelling
Tetanusvaccin Bilthoven Biologicals
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,5 ml
Bevat per dosis: (0,5 ml) ≥ 40 IE tetanustoxoïd.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Dukoral XGVS Valneva
- Toedieningsvorm
- Suspensie en bruisgranulaat voor orale suspensie
- Verpakkingsvorm
- fles en sachet
Een dosis van 3 ml van de suspensie bevat 1,25 × 10 11 geïnactiveerde bacteriën van Vibrio cholerae O1 (stammen Inaba klassiek, Inaba El Tor en Ogawa klassiek) en 1 mg recombinant choleratoxine-B-subunit. Het bruisgranulaat bevat waterstofcarbonaatbuffer dat na oplossen moet worden gemengd met de vaccinsuspensie. Kan sporen van formaldehyde bevatten.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Provarivax XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- ≥ 2.700 PFU/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon met voorgevulde spuit met oplosmiddel voor 0,5 ml
Kan sporen van gelatine en neomycine bevatten.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Influvac XGVS Abbott bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Kan sporen van eieren (zoals ovalbumine, kippeneiwitten), gentamicine en formaldehyde bevatten. Bevat per dosis à 0,5 ml: 15 microg oppervlakte-antigeen van 3 stammen.
Influvac Tetra (subunit-virusvaccin) XGVS Abbott bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie 'Tetra'
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Kan sporen bevatten van eieren (zoals ovalbumine, kippeneiwitten), gentamicine en formaldehyde. Bevat per dosis à 0,5 ml: 15 microg oppervlakte-antigeen van 4 stammen.
Vaxigrip Tetra (gesplitst virusvaccin) XGVS Aanvullende monitoring Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Kan sporen bevatten van eieren (zoals ovalbumine, kippeneiwitten), neomycine en formaldehyde. Bevat per dosis à 0,5 ml: 15 microg oppervlakte-antigeen van 4 stammen.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor tetanus post-expositieprofylaxe bij wonden zie de bijlage Stroomschema Tetanus-PEP bij wonden op lci.rivm.nl. Kijk hier ook voor de bepaling van de vaccinatiegraad en een aanbeveling over de toediening van tetanusvaccin en tetanusimmunoglobuline (TIG). Verder staat in deze LCI-richtlijn Tetanus meer informatie over indicaties en de keuze van het vaccin.
Tetanusvaccinatie bij kinderen is in het Rijksvaccinatieprogramma opgenomen in combinatie met andere vaccinaties op de leeftijd van 6–9 weken, en op 3, 4 en 11 maanden (DKTP-Hib-HepB vaccin). Op de leeftijd van 4 en 9 jaar zijn er revaccinaties (resp. DaKTP- en DTP-vaccin). Voor kinderen die achterlopen op het basisschema geeft de Beslisboom inhaalprogramma's alternatieve schema's binnen het Rijksvaccinatieprogramma.
Advies
Voor oraal choleravaccin is geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling vastgesteld.
Advies
Zie voor de pre- en postexpositieprofylaxe van Varicella (2020) de geldende richtlijn van de NVMM. Verder heeft de Gezondheidsraad op 1 oktober 2020 het advies Vaccinatie tegen waterpokken gepubliceerd op gezondheidsraad.nl.
Advies
Influenza is bij gezonde personen over het algemeen een onschuldige aandoening, waarbij geen of symptomatische behandeling meestal voldoende is. Alleen bij patiënten die behoren tot een risicogroep kunnen ten gevolge van influenza ernstige complicaties optreden. Vaccinatie is bij deze patiënten aangewezen. Verder zijn er voor de profylaxe en behandeling van influenza antivirale middelen beschikbaar, zoals oseltamivir. De toepassing van antivirale middelen is echter beperkt tot zeer specifieke situaties vanwege beperkte evidence.
Indicaties
Actieve immunisatie tegen tetanus:
- primaire vaccinatie;
- boostervaccinatie.
Tetanus profylaxe bij verwondingen (postexpositieprofylaxe):
- bij personen waarbij risico bestaat op infectie met Clostridium tetani (open wond met (mogelijk) contact met straatvuil, aarde of mest, dierenbeet of diepe tweede- of derdegraads brandwonden) en geen of onvoldoende bescherming door eerdere vaccinaties of immuungecompromitteerd.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen cholera veroorzaakt door Vibrio cholerae serogroep O1 bij volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar.
Indicaties
Actieve immunisatie tegen Varicella (waterpokken):
- pre-expositieprofylaxe: primaire preventie bij personen vanaf 12 maanden (in speciale gevallen bij personen van 9–12 maanden, bv. in het geval van een uitbraak).
- post-expositieprofylaxe: ter preventie of beïnvloeding van het verloop van de infectie binnen drie dagen (eventueel tot 5 dagen) na blootstelling aan het varicella-zostervirus.
Indicaties
- Profylaxe van influenza, vooral bij patiënten die meer kans hebben op met influenza geassocieerde complicaties.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Actieve immunisatie tegen tetanus
Volwassenen en kinderen
Indien niet eerder tegen tetanus gevaccineerd (basisimmunisatie): driemaal één dosis van 0,5 ml volgens het schema 0, 1 en 7: de eerste injectie is op tijdstip 0, vervolgens op 1 en 7 maanden na de eerste toediening. Kinderen dienen na de 3 primaire doses op babyleeftijd nog 2 boosters te krijgen op de leeftijd van 4 en 9 jaar.
NB: Kinderen ontvangen hun basisimmunisatie door middel van een tetanustoxoïd-bevattend combinatievaccin volgens het Rijksvaccinatieprogramma.
Tetanus profylaxe bij verwondingen (postexpositieprofylaxe)
Volwassenen
Zie ook: Stroomschema tetanus-PEP bij wonden van de LCI-richtlijn Tetanus. De incubatieperiode van tetanus is 24 uur tot 3 weken. Tetanusvaccinatie en eventueel tetanusimmunoglobuline (TIG) daarom zo snel mogelijk na de verwonding toedienen. Bij latere presentatie is het nog zinvol om dit tot 21 dagen na de verwonding te doen.
Personen die volledig zijn gevaccineerd (documentatie) en waarbij de laatste vaccinatie langer dan 10 jaar geleden is: één dosis à 0,5 ml.
Personen met een gestoorde immuunstatus en volledig zijn gevaccineerd: tetanusimmunoglobuline en één dosis à 0,5 ml.
Vrouwen geboren in/na 1950 én ouder dan 20 jaar en mannen geboren in/na 1936 én ouder dan 20 jaar, die vermoedelijk volledig zijn gevaccineerd (zonder documentatie): één dosis à 0,5 ml.
Vrouwen geboren vóór 1950 en mannen geboren vóór 1936 die vermoedelijk volledig zijn gevaccineerd (zonder documentatie): tetanusimmunoglobuline en één dosis à 0,5 ml.
Personen die nooit of onvolledig zijn gevaccineerd: tetanusimmunoglobuline én een volledig tetanusvaccinatieschema/aanvullen ontbrekende vaccinaties.
Vóór gebruik het vaccin zwenken. Tetanusvaccin i.m. toedienen, bij voorkeur in de deltaspier. Bij gelijktijdige toepassing van tetanusimmunoglobuline (TIG), deze in verschillende ledematen toedienen.
Doseringen
Actieve immunisatie tegen cholera
Volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar
Oraal: de primaire vaccinatie bestaat uit 2 doses. De doses met een tussenpoos van ten minste één week toedienen. Indien tussen 2 doses een periode van meer dan 6 weken is verstreken, de primaire immunisatie opnieuw starten. De immunisatie voltooien ten minste 1 week vóór een eventuele blootstelling. Indien continue bescherming is gewenst een enkelvoudige boosterdosis na 2 jaar toedienen. Als er meer dan 2 jaar is verstreken sinds de laatste vaccinatie wordt een herhaling van de primaire vaccinatie aanbevolen.
Kinderen van 2–6 jaar
Oraal: primaire vaccinatie bestaat uit 3 doses. De doses met een tussenpoos van ten minste één week toedienen. Indien tussen 2 doses een periode van meer dan 6 weken is verstreken, de primaire immunisatie opnieuw starten. De immunisatie ten minste 1 week vóór een eventuele blootstelling voltooien. Indien een continue bescherming is gewenst een enkelvoudige boosterdosis na 6 maanden toedienen. Als er meer dan 6 maanden is verstreken sinds de laatste vaccinatie wordt een herhaling van de primaire vaccinatie aanbevolen.
Vóór inname de vaccinsuspensie mengen met de natriumwaterstofcarbonaatoplossing; voor kinderen van 2 tot 6 jaar de injectieflacon mengen met de helft van de natriumwaterstofcarbonaatoplossing. De suspensie na vermenging binnen 2 uur op laten drinken. Van 1 uur vóór tot 1 uur na de vaccinatie niet eten of drinken.
Doseringen
Immunisatie tegen varicella zoster
Kinderen ≥ 9 maanden en < 12 maanden
i.m. of s.c. twee doses van 0,5 ml, waarbij de tweede dosis na een minimum interval van drie maanden na de eerste dosis wordt gegeven.
Kinderen ≥ 12 maanden t/m 12 jaar
i.m. of s.c. twee doses van 0,5 ml, waarbij de tweede dosis na een minimum interval van één maand na de eerste dosis wordt gegeven. Bij een asymptomatische HIV-infectie met een leeftijdspecifiek CD4+-T-lymfocytenpercentage ≥ 25% twee doses van 0,5 ml toedienen met een interval van 12 weken.
Adolescenten ≥ 13 jaar
i.m. of s.c. twee doses van 0,5 ml, waarbij de tweede dosis na 4–8 weken na de eerste dosis wordt gegeven. (Als het interval langer is dan 8 weken, de tweede dosis alsnog zo snel mogelijk toedienen.)
Toedienen in het bovenste anterolaterale deel van de dij (bij jongere kinderen) of in de deltaspier (bij oudere kinderen en volwassenen).
Doseringen
Profylaxe van influenza
Influvac
Volwassenen en kinderen > 3 jaar: 0,5 ml i.m. of s.c. Kinderen die niet eerder zijn gevaccineerd, een tweede dosis geven van 0,5 ml na een interval van ten minste 4 weken.
Kinderen van 6 maanden–3 jaar: 0,25 of 0,5 ml i.m. of s.c. er zijn relatief weinig klinische gegevens. Aan kinderen die niet eerder zijn gevaccineerd, een tweede dosis geven na een interval van ten minste 4 weken.
Influvac Tetra
Volwassenen en kinderen ≥ 6 maanden: 0,5 ml i.m. of s.c. Kinderen, jonger dan 9 jaar die niet eerder zijn gevaccineerd, een tweede dosis geven van 0,5 ml na een interval van ten minste 4 weken.
Vaxigrip Tetra
Volwassenen en kinderen ≥ 6 maanden: 0,5 ml i.m. of s.c. Kinderen, jonger dan 9 jaar die niet eerder zijn gevaccineerd, een tweede dosis geven van 0,5 ml na een interval van ten minste 4 weken.
Kinderen < 6 maanden: Door aan zwangere vrouwen (in 2 e of 3 e trimester) een enkelvoudige dosis te geven, kan bescherming vanaf de geboorte tot < 6 maanden (passieve immunisatie) ontstaan. De werkzaamheid neemt af na de geboorte.
Toediening
- De suspensie vóór injectie zwenken.
- Intramusculair of diep-subcutaan toedienen.
- Gebruik verschillende ledematen voor de gelijktijdige toediening van meerdere vaccins.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): uitslag of zwelling op de injectieplaats. Malaise.
Zelden (0,01-0,1%): koorts.
Zeer zelden (< 0,01%): neuropathie.
Verder is gemeld: verharding, warmte en pijn op de injectieplaats, apneu bij zeer premature kinderen (geboren ≤ 28 weken zwangerschap), misselijkheid.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): diarree, buikpijn, buikkramp, gasvorming. Hoofdpijn.
Zelden (0,01-0,1%): koorts, malaise. Misselijkheid, braken, verminderde eetlust. Duizeligheid. Rinitis, hoesten.
Zeer zelden (< 0,01%): dyspepsie, keelpijn. Dehydratie, sufheid, slapeloosheid, flauwvallen, verminderde smaak. Zweten, exantheem. Gewrichtspijn, vermoeidheid, rillingen.
Verder zijn gemeld: gastro-enteritis, lymfadenitis, paresthesie, hypertensie, dyspneu, verhoogde sputumproductie, jeuk, urticaria, angio-oedeem, griepachtige verschijnselen, asthenie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): koorts.
Vaak (1-10%): reacties op de injectieplaats (erytheem, pijn, zwelling, uitslag). Prikkelbaarheid. Bovensteluchtweginfectie. Huiduitslag, maculopapuleuze uitslag, waterpokkenachtige uitslag.
Soms (0,1-1%): infecties zoals gastro-enteritis, faryngitis, otitis (media), conjunctivitis, viraal exantheem, virale infectie en influenza. Hoesten verstopte neus, luchtwegverstopping, loopneus. Anorexie. Gastro-enteritis, otitis (media) faryngitis, waterpokken, viraal exantheem, virale infectie. Diarree braken. Contacteczeem, roodheid, jeuk, netelroos. Ecchymose op injectieplaats, hematoom, induratie, malaise. Huilen, slapeloosheid, slaperigheid, asthenie, hoofdpijn.
Zelden (0,01-0,1%): lymfadenopathie, lymfadenitis, trombocytopenie. Apathie, agitatie, hypersomnie, afwijkende manier van lopen, koortsstuip, tremor. Acute conjunctivitis, tranende ogen, ooglidoedeem, irritatie. Oorpijn, Sinusitis, niezen, longstuwing, rinitis, piepende ademhaling, bronchitis, luchtweginfectie, pneumonie. Infectie, griepachtige ziekte. Buikpijn, misselijkheid, bloederige ontlasting, mondulcus. Overmatig blozen, atopisch eczeem, netelroosachtige uitslag, kneuzing, dermatitis, geneesmiddeleneruptie, huidinfectie. Skeletspierstelselpijn, spierpijn, stijfheid. Extravasatie. Hyperpigmentatie. Eczeem op injectieplaats, knobbel, warmte, verkleuring, ontsteking, stijfheid, oedeem, warm gevoel, warm bij aanraking.
Verder zijn gemeld: aplastische anemie, trombocytopenie (incl. ITP). CVA, (non–febriele) convulsies, Guillain–Barrésyndroom, myelitis transversa, facialisparalyse, ataxie, duizeligheid, paresthesie. Pneumonitis. Encefalitis. Anafylaxie (incl. shock), angio–oedeem, perifeer oedeem. Stevens–Johnsonsyndroom, erythema multiforme, Henoch–Schönlein–purpura, secundaire bacteriële infectie van de huid en zachte weefsel (waaronder cellulitis). Postinfectieuze artritis.
Bijwerkingen
Volwassenen en ouderen:
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, pijn op de injectieplaats, malaise, myalgie. Vermoeidheid.
Vaak (1-10%): zwelling, roodheid, ecchymose, verharding op de injectieplaats. Zweten. Gewrichtspijn. Koorts, rillingen.
Soms (0,1-1%): jeuk, warmte op injectieplaats. Lymfadenopathie. Duizeligheid. Opvlieger. Diarree, misselijkheid.
Zelden (< 0,1%): overgevoeligheid, allergische reactie zoals huiduitslag, netelroos, jeuk, allergisch eczeem, angio-oedeem. Slaperigheid, paresthesie. Dyspneu. Asthenie, griepachtige verschijnselen.
Verder zijn gemeld: allergische reacties (in zeldzame gevallen leidend tot shock). Voorbijgaande trombocytopenie. Neuralgie, koortsstuipen, andere neurologische aandoeningen zoals encefalomyelitis, neuritis en het Guillain-Barrésyndroom. Vasculitis (zoals Henoch-Schönlein-purpura) met in zeer zeldzame gevallen voorbijgaande nierproblemen.
Kinderen van 3 tot 18 jaar:
Zeer vaak (> 10%): pijn, roodheid, zwelling, verharding op de injectieplaats. Hoofdpijn, sufheid. Verlies van eetlust. Buikpijn, misselijkheid. Prikkelbaarheid, geïrriteerdheid. Myalgie. Vermoeidheid, malaise.
Vaak (1-10%): ecchymose op injectieplaats. Zweten. Diarree, braken. Artralgie. Koorts, rillingen.
Soms (0,1-1%): warmte, jeuk op de injectieplaats. Trombocytopenie. Rusteloosheid. Duizeligheid. Buikpijn.
Verder zijn gemeld: allergische reacties (in zeldzame gevallen leidend tot shock). Voorbijgaande lymfadenopathie. Neuralgie, paresthesie, koortsstuipen, andere neurologische aandoeningen zoals encefalomyelitis, neuritis en het Guillain-Barrésyndroom. Vasculitis (zoals Henoch-Schönlein-purpura) met in zeer zeldzame gevallen voorbijgaande nierproblemen. Jeuk, huiduitslag.
Kinderen van 6 tot 36 maanden:
Zeer vaak (> 10%): pijn, gevoeligheid, erytheem op de injectieplaats. Hoofdpijn. Braken, diarree. Myalgie. Prikkelbaarheid, geïrriteerdheid, verlies van eetlust, abnormaal veel huilen, malaise, koorts, sufheid.
Vaak (1-10%): induratie, zwelling, ecchymose van de injectieplaats. Rillingen.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid.
Zelden (< 0,1%): Lokaal: uitslag, jeuk op de injectieplaats. Systemische allergische reacties zoals jeuk, papuleuze uitslag.
Verder is gemeld: anafylactische reactie.
Interacties
Bij gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.
Interacties
Bij gelijktijdige inname met voedsel, dranken en geneesmiddelen (oraal) kan door een verhoogde zuurproductie in de maag het effect van het vaccin worden verstoord; inname hiervan vermijden van 1 uur vóór tot 1 uur na de vaccinatie.
Bij gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.
Interacties
Combinatie met immunosuppressiva is gecontra-indiceerd.
Gevaccineerde personen moeten gedurende zes weken na vaccinatie geen salicylaten gebruiken vanwege toenemend risico van de ontwikkeling van het syndroom van Reye.
Kan gelijktijdig worden toegediend met BMR-vaccin, Hib-vaccin, hepatitis-B-vaccin, DTP-vaccin ('whole cell Pertussis') en oraal poliovirusvaccin; de vaccinaties in dat geval apart op afzonderlijke plaatsen toedienen. Bij een niet gelijktijdige toediening met levend BMR-vaccin een interval van één maand in acht nemen. Gelijktijdige toediening met tetravalente, pentavalente of hexavalente vaccins (bv. difterie, tetanus, acellulaire pertussis) zijn niet onderzocht.
Combinatie met 23–valent polysaccharide pneumokokkenvaccin vermindert de effectiviteit van varicella zostervaccin; gelijktijdig gebruik vermijden.
Bij toediening van bloedproducten die antilichamen tegen het varicella-zostervirus bevatten eveneens een interval van ten minste één maand aanhouden. Na een bloed- of plasmatransfusie, toediening van normaal humaan immunoglobuline of varicella-zoster-immunoglobuline, de vaccinatie met varicella-zostervaccin minstens vijf maanden uitstellen.
Interacties
De immunologische respons kan verminderd zijn bij gelijktijdige immunosuppressieve behandeling.
Zwangerschap
Teratogenese: Er is ruime ervaring met dit vaccin tijdens de zwangerschap. Er zijn geen nadelige effecten bekend van vaccins met ontgifte toxinen. Volgens Lareb TIS zijn er geen aanwijzingen dat de kleine hoeveelheid thiomersal (conserveermiddel in dit vaccin) nadelige effecten heeft op het ongeboren kind en is er dus geen reden om zwangeren niet te vaccineren.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Volgens het LCI en het NHG is echter terughoudendheid geboden bij gebruik tijdens de zwangerschap; de voorkeur gaat uit naar het DTP-combinatievaccin.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Vaccins met levende (verzwakte) micro-organismen kunnen de placenta passeren en in theorie infectie van de foetus veroorzaken.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen gegevens.
Advies: Gebruik is volgens fabrikant gecontra–indiceerd.
Overig: Voorafgaand aan een vaccinatie zwangerschap uitsluiten en na vaccinatie gedurende 1 maand adequate anticonceptieve maatregelen nemen.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. De door de moeder gemaakte antistoffen kunnen mogelijk de zuigeling beschermen. Het is onwaarschijnlijk dat de kleine hoeveelheid thiomersal via de borstvoeding een nadelig effect op de zuigeling heeft.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Het is waarschijnlijk dat de antistoffen via de moedermelk bij de zuigeling terechtkomen.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is echter bekend dat sommige virussen in de moedermelk worden uitgescheiden.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor thiomersal.
Contra-indicaties
- toediening uitstellen bij acute gastro-intestinale aandoeningen of een acute aandoening die gepaard gaat met koorts.
Contra-indicaties
- bloeddyscrasieën, leukemie, lymfomen of andere maligne aandoeningen van het bloed- en lymfestelsel;
- immunosuppressieve therapie (incl. hoge doses corticosteroïden);
- ernstige immunodeficiëntie (zoals agammaglobulinemie, aids, symptomatische HIV-infectie of een leeftijdspecifiek CD4-percentage: < 25% (kinderen < 12 mnd.), < 20% (kinderen 12–36 mnd.), < 15% (kinderen 36–60 mnd.);
- familiegeschiedenis van congenitale of aangeboren immunodeficiëntie, tenzij ontvanger aangetoond immunocompetent is;
- actieve onbehandelde tuberculose;
- koorts > 38,5 °C.
Zie ook de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
- acute infectieziekte, koorts;
- overgevoeligheid voor kippenei-eiwit.
Waarschuwingen en voorzorgen
De immunologische respons kan verminderd zijn bij gelijktijdige immunosuppressieve behandeling en bij immuungecompromitteerden. Aangeraden wordt de vaccinatie uit te stellen of de respons op de vaccinatie te controleren.
Bij zeer premature kinderen (geboren ≤ 28 weken zwangerschap), met name met een niet volledig ontwikkeld ademhalingsstelsel, het risico van apneu beoordelen en de noodzaak om de ademhalingsfunctie gedurende 48–72 uur te monitoren.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het vaccin biedt geen volledige bescherming daarom ook de standaard beschermende maatregelen ter preventie van cholera in acht nemen. Het vaccin biedt uitsluitend bescherming tegen Vibrio cholerae serogroep O1 en dus niet tegen andere Vibrio-species.
Er zijn geen klinische gegevens beschikbaar over de werkzaamheid van het oraal choleravaccin na toediening van de herhaalde boosterdoses; op grond van immunologische gegevens echter wordt tot twee jaar na de primaire immunisatie, één boosterdosis aanbevolen en na meer dan twee jaar na de primaire immunisatie, opnieuw een primaire immunisatie (2 of 3 doses), zie Dosering.
Er zijn zeer weinig gegevens beschikbaar over de toepassing van oraal choleravaccin bij ouderen (> 65 jaar), kinderen < 2 jaar en over de toepassing bij HIV-geïnfecteerden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vanwege een risico van transmissie van het vaccinvirus tussen gezonde gevaccineerde individuen (die al dan niet een varicella-achtige uitslag ontwikkelen) en vatbare individuen (immuungecompromitteerden, zwangeren die niet eerder waterpokken hebben gehad, neonaten van moeders die niet eerder waterpokken hebben gehad) wordt geadviseerd gedurende de eerste zes weken na vaccinatie nauw contact te vermijden met deze personen.
immuungecompromitteerde patiënten zonder contra-indicatie vertonen mogelijk een verminderde immunologische respons; zorgvuldig controleren op verschijnselen van varicella.
Overweeg vaccinatie bij bepaalde immunodeficiëntie, zoals asymptomatische HIV-infectie, IgG subklasse deficiëntie, congenitale neutropenie, chronische granulomateuze ziekte of complementdeficiëntie, wanneer de voordelen opwegen tegen de risico's.
Er zijn geen gegevens over het beschermend effect of de immuunrespons bij seronegatieve personen met een leeftijd > 65 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
De vorming van antilichamen bij patiënten met endogene of iatrogene immunosuppressie kan ontoereikend zijn.
Na griepvaccinatie kunnen fout-positieve uitkomsten optreden in serologische testen met ELISA (voor detectie van antilichamen tegen HIV-1, hepatitis C en vooral HTLV-1).
De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 6 maanden.
Eigenschappen
Vaccinatie leidt tot de vorming van antistoffen tegen het toxine gevormd door Clostridium tetani. Stimuleert het immunologische geheugen. Een antistofniveau van 0,01 IE/ml wordt beschouwd als beschermend. Na de derde dosis van de basisimmunisatie of de laatste geldige revaccinatie duurt de bescherming ten minste 10 jaar.
Eigenschappen
Het vaccin bevat gedode gehele Vibrio cholerae O1-bacteriën en recombinant choleratoxine-B-subunit. De waterstofcarbonaatbuffer beschermt de antigenen tegen het maagzuur. De werkzaamheid van het vaccin berust op de vorming van antistoffen tegen zowel de bacteriële bestanddelen als de choleratoxine-B-subunit. De antibacteriële intestinale antistoffen verhinderen de kolonisatie van de darmwand door V. cholerae O1. De antitoxine intestinale antistoffen verhinderen tevens de hechting van de choleratoxine aan het oppervlak van de darmmucosa en zodoende de symptomen van toxinegemedieerde diarree. Het warmtelabiele toxine van enterotoxigene E. coli (ETEC) is structureel, functioneel en immunologisch vergelijkbaar met choleratoxine-B-subunit; de twee toxinen zijn immunologisch kruisreactief.
Eigenschappen
Levend, verzwakt Varicella-zoster-virus (Oka/Merck-stam), gekweekt in menselijke diploïde cellen. Werking: na 2–4 weken. De kans op varicella is met 90% verminderd bij een wijdverspreide vaccinatie. Werkingsduur: 15 jaar in de populatie, bij zowel gevaccineerde als niet-gevaccineerde personen.
Eigenschappen
Geïnactiveerd influenzavaccin, geformuleerd met virosomen als drager/adjuvans, samengesteld uit zeer zuivere oppervlakte–antigenen uit stam A en B van het influenzavirus, gekweekt in bevruchte kippeneieren. Het vaccin bevat dus géén genetisch materiaal van het virus.
Eén injectie geeft meestal binnen twee tot drie weken na inenting bescherming; deze houdt gewoonlijk zes tot twaalf maanden aan. De samenstelling wordt elk jaar gebaseerd op de meest recente epidemiologische gegevens volgens richtlijnen van de WHO (noordelijk halfrond). Vaccinatie dient tijdig, bij voorkeur in het najaar, te geschieden.
Groepsinformatie
tetanusvaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- cholera, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
cholera, geïnactiveerd, hele cel hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
varicella-zostervaccin (Provarivax) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- cholera, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
influenzavaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- cholera, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk