tetracycline (bij ooginfectie)
azitromycine (bij ooginfectie)
povidonjodium (bij ooginfectie)
moxifloxacine (bij ooginfectie)
erytromycine (bij ooginfectie)
Samenstelling
Tetracycline oogdruppels/zalf FNA (hydrochloride) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,5%)
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Conserveermiddel: geen. Bevat tevens: borax.
- Toedieningsvorm
- Oogzalf (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 5 g
Basis: Oculentum simplex FNA. Bevat tevens: wolvet.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Azyter (dihydraat) Théa Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels 'single dose'
- Sterkte
- 15 mg/g
- Verpakkingsvorm
- tube 0,25 g
Basis: middellange keten triglyceriden (olie-achtige vloeistof). Bevat geen conserveermiddel.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Minims Povidon Jodium (polyvinylpyrrolidon-jodiumcomplex) XGVS Bausch & Lomb
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (5%)
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,4 ml (voor éénmalig gebruik)
Bevat tevens: fosfaat(buffer).
Povidonjodium oogdruppels FNA (polyvinylpyrrolidon-jodiumcomplex) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,3%)
- Sterkte
- 3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Vigamox (als hydrochloride) Novartis Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Erytromycine Oogzalf FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Zalf (0,5%)
- Sterkte
- 5 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 5 g
Basis: Oculentum simplex FNA. Bevat tevens: wolvet.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Tetracycline-oogdruppels en/of -oogzalf zijn op basis van het werkingsspectrum geschikt, maar worden niet geadviseerd vanwege praktische nadelen (apotheekbereiding en zeer beperkte houdbaarheid).
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).
Advies
Volgens de richtlijn Cataract (pdf 1,1 MB, 2016) en de 'Consensus refractiechirurgie' (pdf 1 MB, 2018) van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) wordt preoperatieve desinfectie met povidonjodiumoogdruppels tijdens cataractchirurgie en refractiechirurgie aanbevolen.
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).
Oogpreparaten met fluorchinolonen (zoals moxifloxacine) behoren tot de reserve-antibiotica die alleen op strikte indicatie en in de tweedelijnszorg gebruikt worden om resistentieproblematiek te voorkomen. Het gebruik ervan beperken tot de behandeling van ernstige ooginfecties zoals keratitis en Pseudomonas-infecties, onder controle van een oogarts.
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa). Dit geldt ook voor de behandeling van ophthalmia neonatorum veroorzaakt door gonorroe; zie voor meer informatie de richtlijn Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (pdf 2,3 MB, 2018 update 2019; p. 96 op NVDV.nl).
Indicaties
- Bacteriële infecties van het oog en de oogleden, in het bijzonder trachoom.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Purulente bacteriële conjunctivitis.
- Trachomateuze conjunctivitis veroorzaakt door Chlamydia trachomatis.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- 50 mg/ml: cutane peri-oculaire en conjunctivale desinfectie voorafgaand aan oogoperaties ter ondersteuning van postoperatieve infectiebeheersing (profylaxe).
- 3 mg/ml: behandeling van conjunctivitis veroorzaakt door voor jodium gevoelige pathogenen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Purulente bacteriële conjunctivitis veroorzaakt door stammen die gevoelig zijn voor moxifloxacine.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Oppervlakkige bacteriële infecties van oog en oogleden, in het bijzonder trachoom.
Gerelateerde informatie
Dosering
Let op: de oogdruppels zijn zeer beperkt houdbaar.
Bacteriële infecties van het oog en de oogleden:
Bij blefaritis eerst schilfers en korsten verwijderen. Oogdruppels:1 druppel ieder uur of 6×/dag in de conjunctivaalzak aanbrengen. Oogzalf: iedere 2 uur of 4×/dag 1 cm zalfstreng op de binnenzijde van het onderste ooglid aanbrengen. Bij gebruik als aanvulling op de oogdruppels overdag: 's avonds vóór het naar bed gaan ca. 1 cm zalfstreng op de binnenzijde van het onderste ooglid aanbrengen. Nadat de infectieverschijnselen zijn verdwenen nog 48 uur doorbehandelen. Totale behandelduur max. 14 dagen.
Trachoom: Oogzalf: 2×/dag 1 cm zalfstreng gedurende 6 weken op de binnenzijde van het onderste ooglid aanbrengen.
Druk de traanbuis 1–3 min dicht tijdens en direct na toediening van de oogdruppels; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
Dosering
Bacteriële en trachomateuze conjunctivitis:
Volwassenen en kinderen:
1 druppel 2×/dag in de conjunctivaalzak, gedurende drie dagen. De behandeling maximaal 3 dagen voortzetten. Na drie dagen kunnen nog restverschijnselen van de infectie aanwezig zijn. Indien er binnen 3 dagen geen verbetering is opgetreden, de diagnose heroverwegen.
Ouderen: een dosisaanpassing is niet nodig.
Oogdruppels 'single dose' bevatten geen conserveermiddel en zijn bestemd voor eenmalig gebruik.
Toedieningsinformatie: Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten, deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. Vanwege de olie-achtige vloeistof, azitromycine oogdruppels altijd als laatste toedienen, met een interval van 15 minuten na het vorige oogpreparaat.
Dosering
Preoperatieve desinfectie van het oog:
Volwassenen en kinderen:
50 mg/ml: 2–3 druppels aanbrengen in de conjunctivaalzak en twee minuten laten inwerken. Vervolgens grondig uitspoelen met ten minste 10 ml steriele zoutoplossing (0,9% m/m) totdat de bruine kleur verdwenen is.
Conjunctivitis:
3 mg/ml: 4–6×/dag 1 druppel. Behandelduur afhankelijk van respons, richtlijn: 14 dagen.
Dosering
Purulente bacteriële conjunctivitis:
Volwassenen en kinderen > 1 maand:
1 druppel 3×/dag in het aangedane oog. Gewoonlijk verbetert de infectie binnen 5 dagen. De behandeling daarna gedurende nog 2–3 dagen voortzetten. De duur van de behandeling is verder afhankelijk van de ernst van de aandoening en het klinische en bacteriologische verloop van de infectie. Indien binnen 5 dagen na aanvang van de behandeling géén verbetering optreedt, de diagnose en/of behandeling heroverwegen.
Bij ouderen (> 65 j.) is een dosisaanpassing niet nodig.
Bij nier- of leverfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig.
Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze druppels of oogzalven als laatste toedienen.
Dosering
Oppervlakkige bacteriële infecties van oog en oogleden:
Volwassenen en kinderen:
Bij blefaritis eerst schilfers en korsten verwijderen. Een zalfstrengetje van 1 cm meerdere malen per dag aanbrengen op de binnenzijde van het onderste ooglid. Aanbrengen tot 2 dagen nadat de klachten volledig zijn verdwenen; behandelduur max. 2 weken. Laat de patiënt contact opnemen indien er na 3 dagen geen verbetering is opgetreden of de klachten verergeren.
Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
Toedieningsinformatie: oogzalf voor gebruik op lichaamstemperatuur brengen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): branderig gevoel, irritatie, pijn en tranen direct na het druppelen (oogdruppels). Wazig zicht 1–2 uur na aanbrengen (oogzalf). Peri-orbitale geelkleuring van de huid.
Soms (0,1-1%): (secundaire) ooginfectie. Diplopie en ptosis bij myasthenia gravis. Lokale overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Lokaal: Zeer vaak (> 10%): oogklachten (jeuk, branderig gevoel, prikkeling).
Vaak (1–10%): wazig zicht, gevoel van een kleverig oog of de sensatie dat er zich iets in het oog bevindt.
Soms (0,1–1%): lokaal: (allergische) conjunctivitis, keratitis, ooglidoedeem en –eczeem, erytheem van het ooglid, conjunctivale hyperemie, toegenomen traanvorming.
Systemisch: Soms (0,1–1%): overgevoeligheidsreacties zoals angio–oedeem.
Bijwerkingen
Lokaal: Zelden (0,01-1%): conjunctivale hyperemie, oppervlakkige keratitis punctata.
Zeer zelden (< 0,01%): hoornvliesverkalking bij een significant aangetast hoornvlies.
Verder zijn gemeld: voorbijgaand prikkelend of branderig gevoel, jeuk, zwelling oogslijmvlies, blijvende gele verkleuring van het bindvlies, cytotoxiciteit op slijmvliezen en bindweefsel.
Systemisch: Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties (urticaria, angio–oedeem, anafylactische reactie).
Verder is gemeld: hypothyreoïdie bij pasgeborenen.
Bijwerkingen
Lokaal: Vaak (1-10%): oogirritatie, oogpijn.
Soms (0,1–1%): keratitis punctata, droog oog, oculaire hyperemie, bloeding van de conjunctiva, ooglidoedeem, jeuk en ongemak in het oog.
Zelden (0,01–0,1%): cornea–epitheel defect, conjunctivitis, conjunctivaal oedeem, erytheem van het ooglid, blefaritis, wazig zien, zwelling van het oog, asthenopie.
Verder zijn gemeld: ulceratieve keratitis, cornea–erosie, corneale opaciteit, afzettingen op de cornea, cornea–infiltraten, cornea–oedeem, ooglidoedeem, tranend oog, oogafscheiding, gevoel van vreemd lichaam in het oog, verhoogde intra–oculaire druk, endoftalmitis, fotofobie.
Systemisch: Soms (0,1–1%): hoofdpijn. Smaakstoornis. Verhoogd ALAT en/of γGT.
Zelden (0,01–0,1%): paresthesie. Verlaagde hemoglobinespiegels. Braken. Nasaal ongemak, faryngolaryngeale pijn, gevoel van vreemd lichaam in de keel.
Verder zijn gemeld: hartkloppingen. Duizeligheid. Dyspneu. Misselijkheid. Overgevoeligheid, erytheem, huiduitslag, jeuk, urticaria.
Bijwerkingen
Irritatie en branderigheid direct na toediening.
Zelden overgevoeligheidsreacties.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met andere oogpreparaten met kwikbevattende conserveringsmiddelen is gecontra-indiceerd, vanwege mogelijke vorming van bijtende substanties.
Interacties
Gelijktijdige toediening van corticosteroïden kan de symptomen van een infectie maskeren.
Zwangerschap
Tetracycline passeert de placenta.
Teratogenese: Uit waarnemingen bij de mens is gebleken dat systemisch tetracycline vooral in het 2e en 3e trimester (> 16 weken) schadelijk is voor de vrucht omdat de osteogenese wordt vertraagd, waardoor beenderen brozer worden en de tandontwikkeling ongunstig wordt beïnvloed (irreversibele tandverkleuring, emailhypoplasie). Bij oculair gebruik van tetracycline is de systemische blootstelling minimaal en waarschijnlijk klinische niet relevant.
Advies: Kan tijdens het 1e trimester worden gebruikt. Tijdens het 2e en 3e trimester (> 16 w.) alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Door de traanbuis korte tijd (1–3 minuten) dichtgedrukt te houden na toediening van de oogdruppel kan de systemische resorptie beperkt worden.
Zwangerschap
Teratogenese: Systemisch gebruik van azitromycine laat niet meer kans op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten zien.
Farmacologisch effect: Gezien de verwaarloosbare systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels en ervaring met systemisch gebruik worden geen nadelige effecten bij de foetus verwacht.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Jodium passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Bij langdurig gebruik (bij conjunctivitis) kan vanaf de twaalfde zwangerschapsweek door opname van jodium foetale hypothyreoïdie optreden met schildkliervergroting. Bij eenmalig gebruik (desinfectie voorafgaand aan een oogoperatie) worden echter geen effecten op de vrucht verwacht omdat de systemische blootstelling aan jodium dan verwaarloosbaar is.
Advies: Kan eenmalig worden gebruikt. Bij langdurig gebruik ontraden.
Zwangerschap
Moxifloxacine passeert de placenta.
Teratogenese: De beperkte hoeveelheid gegevens over het systemische gebruik van fluorchinolonen tijdens het 1e trimester laten geen kanstoename zien van ernstige misvormingen of van andere nadelige effecten op de zwangerschap. Bij dieren kunnen fluorchinolonen kraakbeen- en gewrichtsafwijkingen veroorzaken. Dergelijke effecten, die vanaf het 2e trimester kunnen optreden, zijn bij de mens tot nu toe niet gemeld.
Farmacologisch effect: De systemische blootstelling aan moxifloxacine bij gebruik van de oogdruppels is laag en waarschijnlijk klinisch niet relevant, waardoor een effect bij de foetus niet waarschijnlijk is.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Erytromycine passeert de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring met systemisch gebruik bij de mens heeft geen aanwijzing voor meer kans op aangeboren afwijkingen laten zien.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden. Tetracyclinen kunnen bij directe toepassing aan kinderen het gebit en de botten aantasten. Het is echter onwaarschijnlijk dat de minimale hoeveelheid tetracycline in de borstvoeding bij een korte kuur en bij oculaire toediening het gebit en de botten van de zuigeling kunnen aantasten. In het bloed van de zuigeling zijn tetracyclinen niet aangetoond na blootstelling via de borstvoeding.
Advies: Kan kortdurend (≤ 2 weken) waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Overig: Door de traanbuis korte tijd (1–3 minuten) dichtgedrukt te houden na toediening van de oogdruppel kan de systemische resorptie beperkt worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij systemisch gebruik. Gezien de verwaarloosbare systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels door de moeder worden geen nadelige effecten bij de zuigeling verwacht.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, jodium gaat gemakkelijk vanuit het bloed over in de moedermelk (tot ca. 50%) en kan daar stapelen.
Farmacologisch effect: Bij langdurig gebruik (bij conjunctivitis) kan door opname van jodium foetale hypothyreoïdie optreden met schildkliervergroting. Bij eenmalig gebruik (desinfectie voorafgaand aan een oogoperatie) worden geen effecten op de zuigeling verwacht omdat de systemische blootstelling aan jodium dan verwaarloosbaar is.
Advies: Kan eenmalig worden gebruikt. Bij langdurig gebruik het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij de mens. Bij systemisch gebruik van fluorchinolonen bij jonge dieren zijn kraakbeenafwijkingen aangetoond. Mogelijke schade bij de zuigeling bij systemisch gebruik van fluorchinolonen door de moeder is daarom niet uit te sluiten. Na oculaire toediening zal de hoeveelheid in de moedermelk echter minimaal zijn en is het onwaarschijnlijk dat dit tot effecten bij de zuigeling kan leiden.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer kleine hoeveelheden. Ruime ervaring met het gebruik van erytromycine oogzalf door lacterende vrouwen laat geen nadelige effecten zien bij de zuigeling.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
- myasthenia gravis; zie de rubriek Bijwerkingen;
- overgevoeligheid voor tetracyclinen en/of wolvet.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor macroliden.
Contra-indicaties
- toepassing bij prematuren;
- overgevoeligheid voor jodium.
Voor meer contra-indicaties zie de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor (fluor)chinolonen.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor macroliden of wolvet.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisresistentie en kruisovergevoeligheid met andere tetracyclinen kunnen optreden. Als een overgevoeligheidsreactie optreedt (zoals lokaal erytheem, jeuk, huiduitslag) de behandeling staken.
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk; in geval zich een superinfectie voordoet adequate therapie instellen.
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
Morsen van de tetracycline oogdruppels kan gele vlekken op kleding en beddengoed geven; in dit geval textiel direct wassen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij pasgeborenen en zuigelingen < 3 maanden kan Chlamydia trachomatis naast conjunctivitis aanleiding geven tot systemische infectie (bv. pneumonie); in die gevallen is een systemische behandeling noodzakelijk.
Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken. Ondanks de verwaarloosbare systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels zijn overgevoeligheidsreacties zoals angio–oedeem een enkele keer gemeld.
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
Bij trachomateuze conjunctivitis zijn de veiligheid en werkzaamheid van azitromycine oogdruppels niet onderzocht bij kinderen < 1 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees terughoudend met gebruik van povidonjodium bij zuigelingen en kleine kinderen, omdat zij meer kans hebben op het ontwikkelen van een schildklierstoornis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij overgevoeligheid van chinolonen in de voorgeschiedenis. Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken.
Bij orale toediening van fluorchinolonen zijn peesontstekingen en peesrupturen gemeld, vooral bij ouderen en patiënten die corticosteroïden gebruiken. Ondanks de veel lagere plasmaspiegels bij oculair gebruik, bij de eerste tekenen van een peesontsteking de behandeling staken.
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk; in dat geval de toediening staken.
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
De veiligheid en werkzaamheid zijn onvoldoende vastgesteld bij kinderen < 1 maand.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk; in dat geval de toepassing staken.
Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken.
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
Eigenschappen
Bacteriostatisch antibioticum behorend tot de tetracyclinen. Bindt aan het 30S- en 50S-gedeelte van de ribosomen in de bacteriële cel, waardoor remming optreedt van de ribosomale eiwitsynthese.
Het werkingsspectrum is breed en omvat vele Gram-negatieve (Neisseria gonorrhoeae) en Gram-positieve micro-organismen (zoals stafylo- en streptokokken) en verder o.a. Chlamydia.
Niet gevoelig zijn Pseudomonas aeruginosa en Proteus spp.
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bacteriostatisch (bij sommige species bactericide) middel, behorend tot de azaliden, een subklasse van de macroliden. Azitromycine voorkomt de RNA–afhankelijke eiwitsynthese door te binden aan de 50S–ribosomale subunit.
Gewoonlijk gevoelig zijn: Haemophilus (para)influenzae, Moraxella catarrhalis, Neisseria gonorrhoeae, Chlamydia trachomatis.
(Verworven) resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus, Staphylococcus coagulase negatief, Streptococcus agalactiae, Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Streptococcus groep G en Streptococcus viridans.
Inherent resistent zijn: Corynebacterium spp., Enterococcus faecium, Pseudomonas aeruginosa, Acinetobacter en Enterobacteriaceae.
Symptomatische verlichting treedt < 3 dagen op.
Kinetische gegevens
Resorptie | Na oculaire toediening zijn geen detecteerbare plasmaspiegels gemeten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Antisepticum met een brede werking; doodt bacteriën, virussen en schimmels. De effectiviteit is gerelateerd aan de hoeveelheid vrij jodium in de oplossing en de hoeveelheid vrij jodium die na applicatie uit het polyvinylpyrrolidon-jodiumcomplex wordt afgegeven. Jodium heeft een bactericide effect door de reactie met de NH-groepen van aminozuren en nucleotiden en door de oxidatie van de SH-groep van cysteïne. De virucide werking berust voornamelijk op de oxidatieve eigenschappen van het hypojodiumzuur.
Kinetische gegevens
Resorptie | In beperkte mate via het bindvlies. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Gefluorideerde chinolonverbinding. Fluorchinolonen hebben een bactericide werking en beïnvloeden de DNA-synthese door remming van het bacteriële DNA-gyrase.
Doorgaans gevoelig zijn: Corynebacterium species waaronder C. diphtheriae, Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig), Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Streptococcus viridans-groep, Enterobacter cloacae, Haemophilus influenzae, Klebsiella oxytoca, Moraxella catarrhalis, Serratia marcescens, Proprionibacterium acnes en Chlamydia trachomatis.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus (meticilline-resistent (MRSA)), Staphylococcus coagulase–negatieve species (meticilline resistent) en Neisseria gonorrhoeae.
Ongevoelig is: Pseudomonas aeruginosa.
Kinetische gegevens
Overig | Na herhaaldelijke oculaire toediening waren de piekplasmaconcentratie en totale blootstelling resp. 1600 en 1200 keer lager dan na orale doses van 400 mg. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bacteriostatisch antibioticum behorend tot de macroliden. Het werkingsmechanisme van erytromycine berust op remming van de bacteriële eiwitsynthese door zich te binden aan de 50S ribosomale subunits van gevoelige micro–organismen. Werking: effect treedt op < 3 dagen.
Het werkingsspectrum omvat voornamelijk Gram-positieve micro-organismen zoals stafylokokken (waaronder Staphylococcus aureus) en streptokokken, alsmede een aantal Gram-negatieve micro-organismen waaronder Chlamydia-soorten zoals Chlamydia trachomatis.
Verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis en Streptococcus pneumoniae.
Inherent resistent zijn: Neisseria gonorrhoeae, Pseudomonas aeruginosa.
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
tetracycline (bij ooginfectie) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (bij ooginfectie) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (bij ooginfectie) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (bij ooginfectie) (S01AA13) Vergelijk
- gentamicine (bij ooginfectie) (S01AA11) Vergelijk
- moxifloxacine (bij ooginfectie) (S01AE07) Vergelijk
- ofloxacine (bij ooginfectie) (S01AE01) Vergelijk
- povidonjodium (bij ooginfectie) (S01AX18) Vergelijk
- tobramycine (bij ooginfectie) (S01AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
azitromycine (bij ooginfectie) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (bij ooginfectie) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (bij ooginfectie) (S01AA13) Vergelijk
- gentamicine (bij ooginfectie) (S01AA11) Vergelijk
- moxifloxacine (bij ooginfectie) (S01AE07) Vergelijk
- ofloxacine (bij ooginfectie) (S01AE01) Vergelijk
- povidonjodium (bij ooginfectie) (S01AX18) Vergelijk
- tetracycline (bij ooginfectie) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (bij ooginfectie) (S01AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
povidonjodium (bij ooginfectie) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (bij ooginfectie) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (bij ooginfectie) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (bij ooginfectie) (S01AA13) Vergelijk
- gentamicine (bij ooginfectie) (S01AA11) Vergelijk
- moxifloxacine (bij ooginfectie) (S01AE07) Vergelijk
- ofloxacine (bij ooginfectie) (S01AE01) Vergelijk
- tetracycline (bij ooginfectie) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (bij ooginfectie) (S01AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
moxifloxacine (bij ooginfectie) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (bij ooginfectie) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (bij ooginfectie) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (bij ooginfectie) (S01AA13) Vergelijk
- gentamicine (bij ooginfectie) (S01AA11) Vergelijk
- ofloxacine (bij ooginfectie) (S01AE01) Vergelijk
- povidonjodium (bij ooginfectie) (S01AX18) Vergelijk
- tetracycline (bij ooginfectie) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (bij ooginfectie) (S01AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
erytromycine (bij ooginfectie) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (bij ooginfectie) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- fusidinezuur (bij ooginfectie) (S01AA13) Vergelijk
- gentamicine (bij ooginfectie) (S01AA11) Vergelijk
- moxifloxacine (bij ooginfectie) (S01AE07) Vergelijk
- ofloxacine (bij ooginfectie) (S01AE01) Vergelijk
- povidonjodium (bij ooginfectie) (S01AX18) Vergelijk
- tetracycline (bij ooginfectie) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (bij ooginfectie) (S01AA12) Vergelijk
Kosten
Kosten
Kosten
Kosten
Kosten
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
Externe links
- Officiële productinformatie CBG/EMA
- Medicijnkosten.nl
- GIPdatabank
- Geneesmiddelinformatie voor patiënten
- Kinderformularium (NKFK)
- Geneesmiddelen bij ouderen
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
Externe links
- Officiële productinformatie CBG/EMA
- Medicijnkosten.nl
- GIPdatabank
- Geneesmiddelinformatie voor patiënten
- Kinderformularium (NKFK)
- Geneesmiddelen bij ouderen