Samenstelling
Enhertu Aanvullende monitoring Daiichi Sankyo Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Mylotarg XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 5 mg
Na reconstitutie bevat het concentraat 1 mg/ml gemtuzumab ozogamicine.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de adviezen van de Commissie BOM onder Oncologische middelen achter trastuzumab-deruxtecan op nvmo.org.
Advies
Voor de behandeling van acute myeloïde leukemie (AML) staat op HOVON de geldende behandelrichtlijn en de concept-richtlijn 2018.
Indicaties
Mammacarcinoom
- Niet-reseceerbaar of gemetastaseerd HER2-positief mammacarcinoom bij volwassenen die voorafgaand één of meer behandelschema’s op basis van anti-HER2-therapieën hebben gekregen. Geef als monotherapie.
- Niet-reseceerbaar of gemetastaseerd HER2-low mammacarcinoom bij volwassenen die voorafgaand chemotherapie hebben gekregen voor gemetastaseerde ziekte of die recidief van de ziekte hebben ontwikkeld tijdens of binnen 6 maanden na voltooiing van een adjuvante chemotherapie. Geef als monotherapie.
Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC)
- Gevorderd NSCLC bij volwassenen met tumoren met een activerende HER2 (ERBB2)-mutatie, die systemische therapie nodig hebben na platinumbevattende chemotherapie met of zonder immunotherapie. Geef als monotherapie.
Maagcarcinoom
- Gevorderd HER2-positief adenocarcinoom van de maag of gastro-oesofageale overgang bij volwassenen die voorafgaand een behandelschema op basis van trastuzumab hebben gekregen. Geef als monotherapie.
Indicaties
- Niet eerder behandelde de novo CD33-positieve acute myeloïde leukemie (AML), met uitzondering van acute promyelocytaire leukemie (APL), in combinatie met daunorubicine en cytarabine (AraC), bij volwassenen en kinderen ≥ 15 jaar.
Doseringen
Trastuzumab-deruxtecan mag niet worden vervangen door trastuzumab of trastuzumab-emtansine.
Geef ter preventie van misselijkheid en braken vóór elke dosis premedicatie bestaande uit twee of drie middelen (bv. dexamethason met een 5HT3-antagonist en/of een neurokinine-antagonist).
Mammacarcinoom en NSCLC
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v. 5,4 mg/kg lichaamsgewicht als infusie 1×/3 weken (cyclus van 21 dagen). Behandel tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.
Maagcarcinoom
Volwassenen (incl. ouderen)
I.v. 6,4 mg/kg lichaamsgewicht als infusie 1×/3 weken (cyclus van 21 dagen). Behandel tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.
Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. De toepassing is niet onderzocht bij een ernstig verminderde nierfunctie of terminaal nierfalen. Bij een matig of ernstig verminderde nierfunctie extra nauwlettend controleren op bijwerkingen.
Verminderde leverfunctie: Bij een totaalbilirubine ≤ 1,5 × ULN, ongeacht ASAT-waarde is geen dosisaanpassing nodig. Bij totaalbilirubine > 1,5 × ULN, ongeacht de ASAT-waarde is niet bekend of een dosisaanpassing nodig is; controleer extra nauwlettend op bijwerkingen.
Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen, de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en 2). Na een dosisverlaging de dosis niet opnieuw verhogen.
Uitgestelde of gemiste dosis: deze alsnog zo snel mogelijk innemen. Pas het toedieningsschema zo aan dat een periode van drie weken tussen de doses wordt gehandhaafd.
Toediening: De initiële dosis na reconstitutie en verdunnen toedienen als i.v.-infusie gedurende 90 minuten. Als de vorige infusie goed werd verdragen, de daaropvolgende doses toedienen als i.v.-infusie gedurende 30 minuten. Niet toedienen als i.v. push- of bolusinjectie.
Doseringen
Premedicatie ter vermindering van infusiereacties wordt aanbevolen: 1 uur voorafgaand aan de toediening een corticosteroïd, H1-antihistaminicum en paracetamol geven.
Bij een hoge tumorlast vóór en tijdens de behandeling maatregelen nemen ter preventie van uraatnefropathie zoals een adequate hydratie, alkaliseren van de urine en zo nodig toedienen van allopurinol of rasburicase. Tevens de nierfunctie bewaken. Dit vanwege het mogelijk optreden van het tumorlysissyndroom.
Bij hyperleukocytaire AML (leukocytentelling ≥ 30 × 10⁹/l) wordt aanbevolen 48 uur vóór de start van de behandeling met gemtuzumab ozogamicine cytoreductie uit te voeren met leukaferese, oraal hydroxyureum óf cytarabine met of zonder hydroxyureum.
Niet eerder behandelde de novo CD33-positieve acute myeloïde leukemie (AML)
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 15 jaar
Inductiefase: 3 mg/m² lichaamsoppervlak (tot max. één injectieflacon van 5 mg) via een i.v.-infusie over een periode van 2 uur toedienen op dag 1, 4 en 7. Daunorubicine 60 mg/m² via een i.v.-infusie over een periode van 30 min geven op dag 1 tot en met dag 3 en cytarabine (AraC) 200 mg/m²/dag via continue i.v.-infusie op dag 1 tot en met dag 7.
Mocht een tweede inductiebehandeling nodig zijn, dan mag gemtuzumab ozogamicine hierbij niet worden toegediend. Dien alléén daunorubicine en cytarabine toe: daunorubicine 35 mg/m²/dag op dag 1 en 2 en cytarabine 1000 mg/m² elke 12 uur op dag 1 tot en met dag 3.
Consolidatiefase: na inductie van een complete remissie: max. 2 kuren: 3 mg/m² gemtuzumab ozogamicine (tot max. één injectieflacon van 5 mg) via een i.v.-infusie over een periode van 2 uur toedienen op dag 1, 4 en 7. Daunorubicine 60 mg/m² via een i.v.-infusie over een periode van 30 min geven op dag 1 (eerste kuur) óf op dag 1 én dag 2 (tweede kuur) en cytarabine (AraC) 1000 mg/m² elke 12 uur via een i.v.-infusie over een periode van 2 uur op dag 1 tot en met dag 4. Er is sprake van een complete remissie na de inductiefase bij < 5% blasten in normocellulair beenmerg en een ANC > 1,0 × 10⁹ cellen/l, met een plaatsjestelling ≥ 100 × 10⁹/l in perifeer bloed zonder transfusie.
Verminderde nierfunctie: bij lichte tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Er kan geen doseeradvies worden gegeven bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) vanwege onvoldoende gegevens.
Verminderde leverfunctie: op basis van farmacokinetische gegevens is de verwachting dat een dosisaanpassing niet nodig is bij een licht verminderde leverfunctie (totaal bilirubine ≤ 2× 'upper limit of normale range' (ULN) en ASAT/ALAT ≤ 2,5 × ULN. Gemtuzumab ozogamicine niet toedienen bij bilirubinewaarden en ASAT/ALAT-waarden die hoger zijn dan de hiervoor genoemde; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen/hepatotoxiciteit.
Ernstige bijwerkingen: zie voor richtlijnen voor onderbreking/uitstel of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (persisterende trombocytopenie en/of neutropenie, stijging leverenzymwaarden, infusiegerelateerde bijwerkingen, andere ernstige of levensbedreigende niet-hematologische toxiciteiten) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabellen 3 en 4).
Toediening: na reconstitutie verder verdunnen met steriel NaCl-oplossing 0,9% volgens de handleiding van de fabrikant. De verdunde oplossing onmiddellijk als i.v.-infusie toedienen over een periode van 2 uur, onder nauwlettende klinische bewaking van o.a. hartslag, bloeddruk en temperatuur. Niet als snelle i.v.-injectie of bolus toedienen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): pneumonie, bovensteluchtweginfectie. Anemie, neutropenie, trombocytopenie, leukopenie, lymfopenie. Hypokaliëmie, verminderde eetlust. Hoofdpijn, duizeligheid, dysgeusie. Interstitiële longziekte, dyspneu, hoesten, bloedneus. Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, buikpijn, stomatitis, dyspepsie. Stijging ASAT, ALAT in het bloed. Alopecia, Spierpijn. Vermoeidheid, koorts, perifeer oedeem. Verminderde linkerventrikelejectiefractie (LVEF), gewichtsverlies.
Vaak (1-10%): febriele neutropenie. Dehydratie. Droge ogen, wazig zien. Abdominale distensie, flatulentie, gastritis. Huiduitslag, jeuk, hyperpigmentatie van de huid. Stijging alkalische fosfatase (AF), bilirubine en/of creatinine in het bloed. Infusiegerelateerde reactie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypertensie, hypotensie. Tachycardie. Hemorragie (bij ca. 90%; waaronder bloedneus,bloedbraken, bloedplassen, subcutane bloeding, bloeding in het maag-darmkanaal of CZS). Dyspneu. Sepsis/bacteriëmie (bij ca. 53%), schimmelinfecties. Stomatitis, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, buikpijn. Hoofdpijn. Huiduitslag (erythemateus, bulleus, (maculo-)papuleus, vesiculeus, exfoliatief, allergisch). Koorts, koude rillingen, vermoeidheid, oedeem. Verminderde eetlust, hyperglykemie (bij ca. 92%). Stijging ASAT (bij ca. 89%), ALAT (ca. 78%), alkalische fosfatase (ca. 80%), bilirubine (ca. 52%). Verhoging lactaatdehydrogenase. Hyperurikemie. (Febriele) neutropenie, leukopenie, trombocytopenie, anemie. Verhoging protrombinetijd (PT; bij ca. 85%), verlenging aPTT (bij ca. 80%).
Vaak (1-10%): infusiereactie (waaronder anafylaxie). Tumorlysissyndroom. Veno-occlusieve leverziekte, icterus, hepatomegalie. Ascites. Dyspepsie, oesofagitis. 'Multiple organ disfunction syndrome' (MODS). Jeuk. Lymfocytopenie, pancytopenie. Afwijkende leverfunctiewaarden, verhoogd γ-GT.
Soms (0,1-1%): leverfalen. Budd-Chiarisyndroom.
Verder zijn gemeld: interstitiële pneumonie. Neutropene colitis. Hemorragische cystitis.
Interacties
Er zijn geen klinisch relevante interacties bekend met trastuzumab-deruxtecan.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend. Het is onwaarschijnlijk dat andere geneesmiddelen via een invloed op de bekende CYP-enzymen een interactie geven met gemtuzumab ozogamicine. Gemtuzumab ozogamicine had bij in vitro testen geen noemenswaardige invloed op de bekende enzymsystemen en transporters.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Van trastuzumab is het bekend dat het oligohydramnion of anhydramnion kan veroorzaken, soms met fatale pulmonale hypoplasie van de foetus. DXd-cytotoxische metaboliet: bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Vóór aanvang van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 7 maanden (vrouw) of 4 maanden (man) na de therapie.
Vruchtbaarheid: Op basis van dieronderzoek kan trastuzumab-deruxtecan een negatieve invloed hebben op de mannelijke vruchtbaarheid. Mannen kunnen overwegen advies in te winnen over de mogelijkheid van cryopreservatie van sperma. Mannen mogen geen sperma invriezen of doneren gedurende de gedurende en tot ten minste 4 maanden na de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij supratherapeutische doseringen (o.a. afwezigheid van de aortaboog, misvormingen van de vingers, afwijkingen in de lange botten in de voorpoten, misvormde scapula, aan elkaar vastgegroeide sternebrae).
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: bij supratherapeutische doseringen is bij dieren een verminderde vruchtbaarheid waargenomen. Bij mannelijke dieren o.a. een verminderd aantal spermatocyten, een afname van testiculaire spermatiden en epididymaal sperma, vacuolisering van de nucleus in spermatiden en/of het verschijnen van reuscellen. De effecten waren gedeeltelijk reversibel of niet reversibel. Bij vrouwelijke dieren zijn atrofie van de eierstokken, eileiders, uterus en cervix gezien bij gebruik van zeer hoge doses. Raad een man of vrouw voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma of eicellen.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient twee vormen van anticonceptie toe te passen tijdens en na de therapie; vrouwen tot 7 maanden en mannen tot 4 maanden na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Vanwege de molecuulgrootte wordt geen passieve overgang van trastuzumab in de moedermelk verwacht. Het is onbekend of een actieve overgang plaatsvindt.
Advies: Het gebruik óf het geven van borstvoeding ontraden gedurende en tot ten minste 7 maanden na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden gedurende en tot ten minste 1 maand na de therapie.
Contra-indicaties
Er zijn van dit geneesmiddel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Interstitiële longziekte (ILD) en/of pneumonitis, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld. Adviseer de patiënt onmiddellijk melding te maken van hoesten, dyspneu, koorts en/of nieuwe of ergere ademhalingssymptomen en controleer de patiënt hierop. Patiënten met een voorgeschiedenis van ILD/pneumonitis of met een matige of ernstige nierfunctiestoornis hebben mogelijk meer kans op het ontwikkelen van ILD/pneumonitis; controleer hen extra zorgvuldig. Bij ontwikkeling van ILD/pneumonitis is het, afhankelijk van de ernst, nodig de behandeling te onderbreken of definitief te staken. Een behandeling met corticosteroïden kan noodzakelijk zijn. Zie voor details de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en 2).
(Febriele) neutropenie met fatale afloop is gemeld. Bepaal het volledig bloedbeeld vóór het instellen van de behandeling, vóór elke toediening en op klinische indicatie. Afhankelijk van de ernst van de neutropenie kan het nodig zijn de behandeling te onderbreken of de dosis te verlagen. Zie voor details de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en 2).
Een verlaging van de linkerventrikelejectiefractie (LVEF) is waargenomen met anti-HER2-therapieën. Voer voorafgaand aan de behandeling en op klinische indicatie standaardhartfunctietesten (echocardiogram of MUGA-scan) uit voor de beoordeling van de LVEF. Staak de behandeling definitief bij een LVEF lager dan 40%, bij een absolute verlaging van meer dan 20% t.o.v. de uitgangswaarde of bij symptomatisch congestief hartfalen. Zie voor details de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en 2).
Bij ontwikkeling van infusiegerelateerde reacties de infusiesnelheid verlagen of de infusie onderbreken. De behandeling definitief staken bij ernstige infusiegerelateerde reacties, zoals een anafylactische reactie.
Wees voorzichtig bij een matig of ernstig verminderde leverfunctie, vanwege relatief weinig gegevens over het gebruik bij deze patiëntengroep en Dxd voornamelijk wordt gemetaboliseerd in de lever en via de gal wordt uitgescheiden.
Onderzoeksgegevens: de werkzaamheid en veiligheid zijn niet onderzocht bij kinderen < 18 jaar. Er zijn relatief weinig gegevens beschikbaar over toepassing bij ouderen ≥ 75 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Ernstige hematologische toxiciteitmet levensbedreigende en fataal verlopende infecties en bloedingen komen voor. Daarom vóór iedere dosis gemtuzumab ozogamicine en regelmatig tijdens en na de behandeling een complete bloedtelling uitvoeren. Controleer nauwgezet op klachten en symptomen van infectie, bloeding en andere complicaties van beenmergremming. Het kan nodig zijn een dosis uit te stellen of de behandeling definitief te staken.
Ernstige hepatotoxiciteit met evensbedreigend en fataal leverfalen en hepatische veno-occlusieve ziekte/sinusoïdaal obstructiesyndroom (VOD/SOS) zijn gemeld. Toediening van gemtuzumab ozogamicine bij een matig tot ernstig verminderde leverfunctie vermeerdert de kans op VOD. Controleer bij alle patiënten vóór elke dosis ALAT, ASAT, totaal bilirubine en alkalische fosfatase; bij afwijkende waarden frequenter controleren. Het kan nodig zijn een dosis uit te stellen of de behandeling definitief te staken. Controleer nauwgezet op klachten en symptomen van VOD/SOS zoals hepatomegalie, snelle gewichtstoename en het ontstaan van ascites. Indien bij een complete remissie besloten wordt een hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) uit te voeren, wordt voor de zekerheid aanbevolen tussen de laatste dosis gemtuzumab ozogamicine en de HSCT een interval van 2 maanden aan te houden.
Vanwege de kans op infusiereacties de infusie toedienen onder nauwlettende klinische bewaking (o.a. hartslag, bloeddruk en lichaamstemperatuur). Het wordt daarnaast aanbevolen ca. 1 uur vóór toediening pre-medicatie te geven (corticosteroïd, H1-antihistaminicum en paracetamol). De patiënt bewaken totdat alle verschijnselen volledig zijn verdwenen. Een onderbreking van de infusie of definitief staken van de behandeling kan nodig zijn. Klachten en verschijnselen die binnen 24 uur na toediening kunnen optreden zijn koorts, koude rillingen, hypotensie, tachycardie, dyspneu, bronchospasme en anafylaxie.
Vanwege de kans op het tumorlysissyndroom vóór en tijdens de behandeling maatregelen nemen ter preventie van uraatnefropathie zoals een adequate hydratie, alkaliseren van de urine en zo nodig toedienen van allopurinol of rasburicase. Tevens de nierfunctie bewaken. Bij hyperleukocytaire AML (leukocytentelling ≥ 30 × 10⁹/l) wordt aanbevolen 48 uur vóór de start van de behandeling met gemtuzumab ozogamicine een cytoreductie uit te voeren met leukaferese, oraal hydroxyureum óf cytarabine met of zonder hydroxyureum. Bij een hoge tumorlast zijn fatale gevallen van het tumorlysissyndroom gemeld, met acuut nierfalen als complicatie.
Onderzoeksgegevens: de werkzaamheid van gemtuzumab ozogamicine is aangetoond bij AML met gunstige en intermediaire cytogenetische risicokenmerken; de werkzaamheid is nog onvoldoende onderzocht bij AML met ongunstige cytogenetische risicokenmerken. De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 15 jaar, met niet eerder behandelde AML óf met gerecidiveerde of refractaire AML, zijn niet vastgesteld. Gemtuzumab ozogamicine is niet onderzocht bij een verminderde nier- of leverfunctie; er zijn ook geen farmacokinetische onderzoeken uitgevoerd. De aanbevelingen van het gebruik bij een verminderde nier- of leverfunctie zijn gebaseerd op een farmacokinetische populatieanalyse.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met trastuzumab-deruxtecan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Bij doses tot 9 mg/m² is geen overdosering vastgesteld. Hogere doses zijn niet getest.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met gemtuzumab ozogamicine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Trastuzumab-deruxtecan is een antilichaam-geneesmiddelconjugaat dat een gehumaniseerd monoklonaal anti-HER2-IgG1-antilichaam bevat met dezelfde aminozuursequentie als trastuzumab. Het is geproduceerd uit zoogdiercellen (ovariumcellen van Chinese hamsters) en covalent gebonden via een splitsbare linker aan ca. 8 moleculen deruxtecan (DXd), een exatecan-derivaat en een topo-isomerase I-remmer.
Trastuzumab werkt door binding aan HER2, dat tot expressie komt op het oppervlak van bepaalde tumorcellen. Na binding ondergaat het trastuzumab-deruxtecan-complex internalisatie en intracellulaire splitsing van de linker door lysosomale enzymen, waardoor Dxd wordt afgegeven. Na afgifte veroorzaakt DXd DNA-schade en apoptotische celdood. Trastuzumab medieert de antilichaamafhankelijke cellulaire cytotoxiciteit (ADCC) en remt PI3-K in kankercellen die HER2 tot overexpressie brengen.
Kinetische gegevens
Eiwitbinding | Dxd: ca. 97%. |
Metabolisering | Trastuzumab-deruxtecan ondergaat intracellulaire splitsing door lysosomale enzymen waardoor DXd wordt afgegeven. Het antilichaam wordt naar verwachting via katabole routes afgebroken tot kleine peptiden en aminozuren, DXd wordt voornamelijk in de lever gemetaboliseerd door CYP3A4 via oxidatieve routes. |
Eliminatie | Dxd: voornamelijk via de feces in de gal. |
T 1/2el | ca. 7 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Gemtuzumab ozogamicine is een antilichaam-geneesmiddelconjugaat, dat is samengesteld uit een gehumaniseerd IgG4κ-antilichaam gericht tegen CD33 (geproduceerd door celkweek in NS0-zoogdiercellen), covalent gebonden aan het cytotoxische middel N-acetyl-γ-calicheamicine. Het CD33-antigeen is een adhesie-eiwit dat zich op het oppervlak van myeloïde leukemische blastcellen en onrijpe normale cellen van de myelomonocytaire cellijn bevindt, maar niet op normale hematopoëtische stamcellen. N-acetyl-γ-calicheamicine is een semisynthetisch product. Na binding aan CD33 ontstaat een antilichaam-geneesmiddelconjugaat-CD33-complex, waarna het N-acetyl-γ-calicheamicine(dimethylhydrazide) intracellulair wordt afgegeven. Na activatie veroorzaakt N-acetyl-γ-calicheamicine breuken in dubbelstrengs DNA, met als gevolg een stilstand van de celcyclus en apoptotische celdood.
Kinetische gegevens
Metabolisering | IgG4κ waarschijnlijk op dezelfde wijze als endogeen IgG via katabolische routes tot kleine peptiden en aminozuren. N-acetyl-γ-calicheamicine(dimethylhydrazide) wordt uitgebreid gemetaboliseerd via niet-enzymatische reductie van de disulfidecomponent. |
T 1/2el | ca. 160 uur (IgG4κ). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
trastuzumab-deruxtecan hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.
- amivantamab (L01FX18) Vergelijk
- atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
- avelumab (L01FF04) Vergelijk
- bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
- blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
- brentuximab vedotine (L01FX05) Vergelijk
- cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
- cetuximab (L01FE01) Vergelijk
- daratumumab (L01FC01) Vergelijk
- dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
- durvalumab (L01FF03) Vergelijk
- elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
- enfortumab vedotine (L01FX13) Vergelijk
- gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
- inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
- ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
- isatuximab (L01FC02) Vergelijk
- mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
- nivolumab (L01FF01) Vergelijk
- obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
- panitumumab (L01FE02) Vergelijk
- pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
- pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
- polatuzumab vedotine (L01FX14) Vergelijk
- ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
- rituximab (L01FA01) Vergelijk
- sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
- tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
- talquetamab (L01FX29) Vergelijk
- teclistamab (L01FX24) Vergelijk
- trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
- trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
Groepsinformatie
gemtuzumab ozogamicine hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.
- amivantamab (L01FX18) Vergelijk
- atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
- avelumab (L01FF04) Vergelijk
- bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
- blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
- brentuximab vedotine (L01FX05) Vergelijk
- cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
- cetuximab (L01FE01) Vergelijk
- daratumumab (L01FC01) Vergelijk
- dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
- durvalumab (L01FF03) Vergelijk
- elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
- enfortumab vedotine (L01FX13) Vergelijk
- inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
- ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
- isatuximab (L01FC02) Vergelijk
- mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
- nivolumab (L01FF01) Vergelijk
- obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
- panitumumab (L01FE02) Vergelijk
- pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
- pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
- polatuzumab vedotine (L01FX14) Vergelijk
- ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
- rituximab (L01FA01) Vergelijk
- sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
- tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
- talquetamab (L01FX29) Vergelijk
- teclistamab (L01FX24) Vergelijk
- trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
- trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
- trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk